Producenten ► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||
|
|||||||||||
A)
Buitenlandse
producenten (in alfabetische volgorde): |
|||||||||||
Orenstein & Koppel benzinelocs |
|||||||||||
(zie bij Links voor meer buitenlandse
fabrikanten) B)
Nederlandse
producenten (in alfabetische volgorde): |
|||||||||||
Backer & Rueb in Breda heeft enkele industrielocs gebouwd en wel: Ø twee vierkante stoomlocs voor van Houten in Weesp; Ø twee vierkante stoomlocs voor de gasfabriek in Den Haag; Ø een vierkante stoomloc voor de Westergasfabriek in Amsterdam; Ø een dieselloc voor het 1067 mm spoor van de Arnhemse Gasfabriek (zie de prent-briefkaart uit Breda uit 1932; verzameling van Joop Loots). Motor en transmissie waren van Deutz. |
|||||||||||
Er verschenen twee
boeken, waarvan de omslagen hieronder
zijn weergegeven. Het betreft foto’s van boeken uit de NVBS bibliotheek.
Afgezien van de omslag van het boek The Locomotives
built by 'Machine-fabriek
Breda' zijn alle foto’s zwart-wit. |
|||||||||||
|
|
||||||||||
“The Locomotives built by 'Machinefabriek Breda' voorheen Backer & Rueb” werd geschreven door A.D. de Pater en verscheen bij Brill te Leiden in 1970. De tekst is in het Engels en bevat onder andere een leverlijst en een tabel met technische bijzonderheden. De foto’s en tekeningen zijn prima, maar het zijn er naar hedendaagse begrippen weinig. |
|||||||||||
Het boek over de Warme Backertjes verbijsterde railminnend Nederland indertijd door de prijs van ƒ 125,-. Ter vergelijk: het in hetzelfde jaar verschenen en hieronder besproken boek over Du Croo & Brauns kostte ƒ 49. De achtergrond was dat de netto-opbrengst van het boek bestemd was voor de restauratie van de ex HTM-8 Ooievaar door de Stichting Brabant-Rail. |
“Warme Backertjes, Breda locomotieven onder stoom”, werd geschreven door John Simons en verscheen bij Brabantia Nostra in 1987. De tekst is in zowel het Engels als Nederlands. In het voorwoord staat dat het boek bedoeld is als aanvulling op “The Locomotives built by 'Machinefabriek Breda'”. De leverlijst en technische gegevens ontbreken dan ook, terwijl er vele onbekende gegevens, foto’s en tekeningen zijn opgenomen. De tientallen tekeningen zijn echter grotendeels onbruikbaar omdat kennelijk volstaan is met foto’s van de oorspronkelijke blauwdrukken, die ook nog eens te klein zijn afgedrukt. |
||||||||||
BEAZ Solutions in Hoogkarspel produceert accuvoertuigen,
zowel spoorvoertuigen als rail-wegvoertuigen. Zie deze webpagina. |
|
||||||||||
Bemo is uitvoerig beschreven in dit boek (zie ook de twee Bemo locs op het omslag). Klik hier voor aanvullingen. Klik hier voor tekeningen van Bemo locs. Zie ook de website http.www.bemorail.nl. Klik daar op locs of verhuur. |
|
||||||||||
|
Het boek Du Croo & Brauns locomotieven werd geschreven door Jan de Bruin en verscheen in 1987 bij de Stichting Railpublicaties (thans Uquilair). De tekst is zowel in het Nederlands als het Engels. Behalve het omslag zijn de foto’s – zoals in die tijd heel gewoon was – in zwart-wit. Op deze website is zijn enkele aparte webpagina’s gewijd aan Du Croo & Brauns, te beginnen met Du Croo & Brauns in het algemeen. Klik hier voor beelden uit de catalogus van zowel locs als wagens voor industriespoor. Enkele foto’s uit de catalogus komen ook in genoemd boek voor, onder de verwijzing Collectie Overbosch. Vele jaren van advertenties geven weer een ander beeld van Ducrobra.
Klik hier voor een tekening van de dieselloc van de centrale Helpman, die na de komst van het aardgas (en dus het wegvallen van het kolenvervoer) als Martinie naar het SBB (Strukton) ging. Klik voor motortractoren, ook motorlorries of railtractoren genaamd. Klik voor kipkarren. Volgens latere inzichten is bij veel Du Croo & Brauns diesellocs de firma Kromhout niet alleen de
leverancier van de motor, maar ook de hoofdaannemer geweest. |
||||||||||
|
Figee in Haarlem produceerde onder andere draagbaar spoor, kipkarren, diverse soorten railkranen (voor handkracht, stoom, verbrandingsmotoren en elektrisch), traversen en mantrolleys. |
||||||||||
|
HaWe of Háwé was de fabrikant van honderden elektro-lorries voor tuinderijen, ook aangedreven tuinderswagens genoemd. |
||||||||||
|
J.C. Goudriaan in Den Haag, later Goudriaan’s Industrie- en Exportmaatschappij in Delft, bestond tot 1925/1926 en was de voorloper van Spoorijzer. ← Advertentie in het Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij, februari 1914 |
||||||||||
Hovers Constructie Tilburg (HTC) bouwde mijnwagens, kipkarren en smalspoorlocs (en vooral draglines). Er is meer te vinden: - in het hieronder genoemde Kromhout boek van Toon Steenmeijer - op de fraaie website.
Briefhoofd, 1931→ (archief van de Nederlandsche Heide Mij in het Gelders Archief) |
|
||||||||||
|
Kromhout bouwde
dieselmotoren voor diverse toepassingen, zo ook voor locomotieven. Nieuwe
locomotieven met Kromhout-motoren werden gebouwd door de firma’s Du Croo & Brauns in Amsterdam en Hovers in Tilburg.
Kromhout trad echter als hoofdaannemer op, zodat men met recht kan spreken
van Kromhout locomotieven.
← A. Steenmeijer, “Kromhout”, Canaletto/Repro Holland, Alphen a/d Rijn, 2002. Klik hier voor de aanvullingen en correcties, aangeleverd door de auteur, met tientallen interessante foto’s. Klik hier voor een recensie.
Klik voor een tekening van de dieselloc Martinie. |
|
|||||||||
Nering Bögel
in Deventer fabriceerde minstens één loc met “semi-dieselmotor”,
waarschijnlijk in licentie van Moës. |
|||||||||||
Niteq fabriceert al jarenlang vooral op afstand
bestuurbare kleine locomotieven en rail-wegvoertuigen, die over de hele
wereld worden toegepast bij los- en laadplaatsen, werkplaatsen, tramremises,
etc. Niteq wordt besproken op deze webpagina. |
|
||||||||||
Oving (later ODS) importeerde niet alleen locs, maar produceerde zelf onder andere kipkarren en wissels. |
|||||||||||
|
Klik hier
voor een aparte webpagina over Spoorijzer. ← Omslag van
een Spoorijzer catalogus uit circa 1946, collectie Toon Steenmeijer. Op het eerste blad wordt nader gepreciseerd: “Fabriek van Spoorwegmateriaal en IJzerconstructies”. De catalogus gaat echter alleen over spoorwegmateriaal en niet over ijzerconstructies. De catalogus telt 113 pagina’s met foto’s van vooral railmateriaal en wagens en beelden uit het bedrijf. De bijschriften zijn in vijf talen (Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans). |
||||||||||
Thiadens was een dealer van Ford en Lincoln automobielen in Stadskanaal, die omstreeks 1931 op het idee kwam om in zijn machinefabriek naast de garage wegwalsen en smalspoorlocomotieven te gaan bouwen op basis van Fordson landbouw tractoren. Het bestaan van een folder getuigt van de professionele aanpak en maakt duidelijk dat er minstens acht smalspoorlocomotieven gebouwd zijn. Overigens produceerden diverse buitenlandse bedrijven op soortgelijke wijze smalspoorlocomotieven. De voordelen waren duidelijk: goedkope en beproefde onderdelen en onderhoud bij de dorpsmid. Het ontwerp van Thiadens had als nadeel dat de loc –net als de oorspronkelijke tractor- maar één snelheid achteruit had. Sommige andere fabrikanten voorzagen hun tractorlocomotief daarom van een keerkoppeling. Zie ook www.beeldbankgroningen.nl en vul als zoekterm Thiadens in. Thiadens bouwde de laatste wegwalsen (met een Deutz A3L514 dieselmotor) waarschijnlijk in 1950. Super Roel merkt op het Bouwmachine Forum op: “In de tijd dat deze wals is gebouwd werkte er nog maar een man in deze fabriek die dus alles alleen deed. Achter in deze fabriek stond een hele oude Ford motor die als aggregaat diende en met een poulie de hele fabriek aandreef met drijfriemen”. |
|||||||||||
|
In 1986 publiceerde uitgeverij De Alk De locomotieven van Werkspoor, geschreven door Hans de Jong. Van elk
door Werkspoor gebouwd loctype worden een
maatschets, technische gegevens, een of twee zwart-wit foto’s en de
levensloop gegeven. Daarbij zijn diverse industrielocs: - de saddletank locs “Ernesto” en “Sam Clegg” voor de gasfabrieken Oost en West in
Amsterdam. - de stoomlocs nrs. 24 en 25
voor Hoogovens. - de stoomlocs nrs. 6-7, 42-44
en 48-49 voor Staatsmijnen - twee 570 mm Elocs voor de
Oranje Nassau Mijnen. - een elektrische cokesovenloc
voor Staatsmijnen - de Elocs nrs.
2 en 3 voor de PEN centrale in Velsen - locomotoren voor de Gemeentereiniging in Den Haag
(twee), de BPM raffinaderij
in Pernis (klik voor
tekening), Van Leer’s Walserijen en voor eigen gebruik. - 3assige
diesellocs voor Staatsmijnen: de nrs. 171-183
en 191-196 - drieassige diesellocs voor de
BPM in Pernis: de nrs. 6-8. Niet beschreven zijn de Rotterdamse kolentrams (immers
geen locs).
Martin van Oostrom publiceerde
zijn kritiek op bovenstaand boek in 1987 in een boekje “De locomotieven van
Werkspoor – Kritisch beschouwd”. Met alle waardering voor de vele en goede
publicaties van Martin van Oostrom moet
geconstateerd worden dat Hans de Jong een zeer bruikbaar naslagwerk heeft
geschreven, dat geen aanleiding geeft voor de ongebruikelijke stap van Martin
van Oostrom. |
||||||||||
Wim van Scharenburg schreef (stand medio 2011) zes boeken over de Utrechtse wijk Zuilen. In 2007 verscheen het hiernaast afgebeelde deel over Werkspoor-Zuilen. Een in 2008 verschenen tweede deel behandelt bruggen,
vrachtauto's, bussen, etc. De boeken zijn onder andere gebaseerd op in de
horlogewinkel van Wim van Scharenburg gelegde contacten met (oud-) Werkspoor werknemers en op de Werkspoor
Courant. Het boek bevat veel informatie die niet elders te vinden is,
bijvoorbeeld over de enorme order voor Argentijns breedspoor (400 rijtuigen,
40 DE locs van 600 pk en 10 van 1500 pk). Behalve aan het gebouwde materieel
wordt ook aandacht besteed aan de inrichting van de fabriek, leidinggevenden,
ondernemingsraad en huisvesting van het personeel. Inmiddels is de horlogewinkel omgebouwd tot Museum van Zuilen. Zie aldaar voor de verkrijgbaarheid van het boek. Wat betreft industriespoor zijn met name de Werkspoor drieassers voor Staatsmijnen en het hoofdstuk over goederenwagens van belang. Dit laatste behandelt onder meer Werkspoor zelflossers voor gebruik op eigen terrein van de Oranje Nassau Mijnen, Staatsmijnen en Hoogovens. Ook werden kübelwagens voor Staatsmijnen en sulfaatwagens en 80 tons platte wagens op draaistellen voor Hoogovens gebouwd. In de jaren '50 was Werkspoor de grootste wagonfabriek van Europa. Zie hier voor het sporenplan van Werkspoor Zuilen met 9 rolbruggen. |
|||||||||||
Tot slot Aan onbekende Nederlandse fabrikanten is een aparte webpagina gewijd. |
|||||||||||