Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Werkspoor wagens voor industriespoor

 

Werkspoor was ooit de grootste wagonfabriek in Europa [1]. Behalve aan de NS werd onder andere geleverd aan de RENFE in Spanje (zelflossers), de Hongaarse Spoorwegen (kolenbakken), Indonesië (ketelwagens) en het Nederlandse bedrijfsleven.

 

 

 Zelflossers

FD 65.491.jpg

Hoogovens in IJmuiden omschrijft deze opmerkelijke wagens met hun draaistellen met spaakwielen en bescherming van de aspotten als schrotzijlossers. Ze waren dus bedoeld voor het vervoer van

schro(o)t. Omdat stukken schroot groot kunnen zijn, besloeg een klep een halve zijwand. De bodem zal niet vlak zijn geweest, maar zal naar het midden hebben opgelopen, zodat de lading makkelijk naar buiten gleed. Het eigen gewicht was 27 ton, het draagvermogen 60 ton, de inhoud 31 kuub en de lengte 11,47 meter. De wagens waren als 33256 en 257 in 1970 nog aanwezig, maar in 1982 niet meer [1].

 

Foto: collectie W. van Scharenburg

Het is niet bekend wanneer de wagens gebouwd zijn. Toen in 1939 de Staalfabriek in dienst kwam, werd daar - naast ruwijzer uit de hoogoven – voor het eerst schro(o)t verwerkt. Daarom zijn de wagens waarschijnlijk in 1939 gebouwd, in elk geval niet eerder.

Hoogovens nummerde de eigen wagens aanvankelijk in volgorde van aankomst (dus 1, 2, 3, etc.). Op bovenstaande foto hebben de schrotzijlossers nog de oude nummers 256 en 257. Omstreeks 1960 kwamen er twee cijfers voor het oude nummer, die het type aangaven. De 256 en 257 waren de enige twee wagens in de reeks 33.

 

Voor de Oranje Nassau Mijnen werden in 1931 al geheel gelaste zelflossers geleverd [2], maar bij deze tweeassige zelflossers voor Staatsmijnen uit 1938 [2] zijn enkele rijen klinknagels te zien. Aan beide zijden bevinden zich over de hele lengte vier – onafhankelijk van elkaar te bedienen – stortopeningen. Het stortgoed belandt op een eveneens over de hele lengte doorlopende, schuin geplaatste plaat. Het lijkt mogelijk op een neergeklapte zijwand, maar de plaat staat altijd in deze positie. Dat blijkt ook uit een foto - elders op deze website - van een hele trein bestaande uit beladen zelflossers van een vrijwel identiek type.

Anders dan de zelflossers voor Hoogovens zijn die voor Staatsmijnen wel voorzien van luchtslangen (en het bijbehorende witte blokje voor een doorgaande luchtleiding onder het wagennummer 154).

Foto: collectie W. van Scharenburg

FD 65.459.jpg

 

Werkspoor heeft ook één zelflosser geleverd aan de centrale Gallileistraat in Rotterdam en één aan de PEN centrale in Velsen [2].

 

Platte wagens

Het gaat om grote aantallen en lompe jongens. Zo leverde Werkspoor in 1969/1970 aan Hoogovens 88 platenwagens op twee tweeassige draaistellen, met een eigen gewicht van 41 of 43 ton en een draagvermogen van 200 ton. De maximale asbelasting was dus ruim 60 ton ! Er waren twee varianten:

-

de nummers 56001 t/m 56063 zonder huif

-

de nummers 57001 t/m 57025, identiek aan de serie 56 maar met een verrolbare huif en daarom nog 2 ton zwaarder.

In 1982 worden de 25 wagens van reeks 57 niet meer vermeld [2], maar wel omvat de reeks 56 zonder huif dan 25 wagens meer, namelijk 56001 t/m 56088. Kennelijk is de serie 57 voor 1982 van de huif ontdaan en vernummerd.

Het ligt in de bedoeling deze paragraaf later uit te breiden met illustraties en nog meer series platte wagens.

 

Met dank aan:

De heren Wim van Scharenburg en Peer Zorge.

 

 

Referenties:

[1]

Materieellijsten van Hoogovens Railvervoer uit 1970 en 1982.

[2]

W. van Scharenburg, Werkspoor Utrecht-Zuilen, deel 1: Trams & Treinen. Utrecht 2007 (eigen uitgave, Stichting Museum van Zuilen). Zie ook hier.

 

 

 

Materieel

Terug naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud