► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
||||||
|
||||||
Nieuw (laatste toevoegingen) en Nieuws |
||||||
|
||||||
25 november 2024 De “Port of Moerdijk” ofwel het Havenschap Moerdijk heeft zeer recent budget gekregen voor de uitvoering van twee spoorprojecten. De
“pilot” Zero
Emissie Rangeren zal zich richten op het gebruik van een emissievrije
rangeerlocomotief voor het laatste en bovenleidingloze deel van het
spoorgoederenvervoer, de “last mile(s)” tussen Lage Zwaluwe en het
emplacement en de terminals op het haven- en industrieterrein Moerdijk. Het
is de bedoeling dat de pilot (= klein project of onderzoek dat bedoeld is om
iets uit te proberen) in 2025 zal plaatsvinden en twee maanden zal duren. De
Moerdijkse pilot moet uitwijzen hoeveel reductie van C02, stikstof
en ook geluid bereikt wordt met elektrisch rangeren. Ook zal gekeken worden
naar stroomverbruik,
actieradius, werkelijke trekkracht, bedieningsgemak, operatie en laadtijd. Er
is een budget van € 665.000, inclusief BTW, gereserveerd. Het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat draagt € 332.500 bij, Havenbedrijf Moerdijk €
207.500 en de Provincie Noord-Brabant € 125.000. ProRail ondersteunt het
project met expertise. Bij een geslaagde pilot komen
ook vervolglocaties in beeld. Zie ook de landkaart in de flyer van
de Port of Moerdijk over Zero Emissie Rangeren. Merkwaardig is wel dat
Tata Steel in IJmuiden ook op die landkaart staat, hoewel Tata Steel en Bemo
Rail juist begonnen zijn met de bouw van hybride elektrische locs. Zie het
nieuws van 11 oktober 2024 hieronder. SpoorPro van 20-11-2024 toont een foto van onderstaande
loc met als bijschrift: “De elektrische locomotief van Nexrail waarmee de pilot emissieloos rangeren wordt
uitgevoerd.” |
||||||
|
||||||
↑ De
première van de IPE e6 op de Innotrans 2024 in Berlijn, 25-09-2024. Bron:
Wikimedia, fotograaf Falck2 ↑ De
batterij-elektrische loc is ontwikkeld door het verhuurbedrijf Nexrail en de
Italiaanse fabrikant IPE RV, die het type e6 genoemd hebben. Het logo in de
vorm van een X is van Nexrail (niet te verwarren met Nextrail). De afkorting
hvle op de cabine slaat op de Havelländische Eisenbahn, die de loc als eerste
zal beproeven. Opvallend zijn de doorzichtige panelen (op de foto rechts voor
en links tegen de cabine) waardoor de vermogenselektronica van het Indiase
Mehda te zien is. De asindeling (waarbij de middelste as niet midden tussen
de buitenste assen ligt) lijkt op die van de Vossloh G6, maar anders dan bij de G6 zit de
cabine wel in het midden. Het vermogen van 750 kW is ongekend groot voor een
drieasser; het gewicht van 67,5 ton is ook hoog. Wel is de loc zodanig
geballast dat de asbelasting voor elke as gelijk is (dus 22,5 ton). De aanzetkracht
is 218 kN, de topsnelheid is 50 km/uur
en de minimale boogstraal is 50 meter. De loc heeft een kleine neerklapbare
pantograaf op het dak waarmee de batterijpakketten bij stilstand onder een
bovenleiding in een uur kunnen worden opgeladen. Daarmee zou de loc het 8 uur
kunnen volhouden. |
||||||
Port of Moerdijk toont bij het nieuws op haar
website en in de flyer over Zero Emissie Rangeren zonder toelichting een
foto van de bovenstaande loc plus de nevenstaande foto → Dat is geen loc, maar een
rail-wegvoertuig. Het lijkt sterk op de BBR xxxx types van de firma BEAZ Solutions in
Hoogkarspel. Deze types worden meestal zonder overdekte cabine geleverd, maar
op de huidige website van BEAZ Solutions staan foto’s van een BBR 5000 met
precies dezelfde cabine; zie hier.
Het fabrieksnummer is M2213, waaruit blijkt dat het rail-wegvoertuig in 2022
(als dertiende voertuig van dat jaar)
is gebouwd. Het is geleverd aan de Train Factory in Ballarat in Australië. De
5000 in het type is de trekkracht aan de haak in kgf. In moderne eenheden is
dat 50 kN (kiloNewton). Jack Zuurbier van BEAZ Solutions bevestigde dat de
nevenstaande foto in Ballarat is genomen. |
|
|||||
Het blijkt dat nog niet vast staat welk batterij-elektrisch
voertuig bij de Pilot zal worden ingezet. Over beide genoemde voertuigen
worden gesprekken gevoerd. Ook moet nog veel geregeld worden, zoals
(tijdelijke) toelating van de voertuigen op openbare infrastructuur. |
||||||
Het tweede spoorproject betreft
het verbeteren van de spoorinfrastructuur in Moerdijk. Hiervoor is een
totaalbudget van € 1.161.600, inclusief btw, gereserveerd. Daarvan komt € 580.800 van het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat en eveneens € 580.800 van de regio (€ 474.925
van het Havenschap en € 105.875 van de Provincie). Doelen zijn: ·
Het zogeheten eindspoor aan de
Middenweg moet weer benut worden. Dat betekent het saneren van oude rails en
de aanleg van aftakkingen naar aangrenzende bedrijven. Hierdoor wordt de
spoorcapaciteit in de haven vergroot en kunnen aangrenzende bedrijven op termijn
de modal shift van de weg naar het spoor maken. De achterliggende gedachte is
het aantal transportbewegingen over de weg terug te schroeven ten gunste van
vervoer per spoor en over water. ·
Vergroting van de capaciteit op het emplacement Moerdijk en de
havenspoorlijn Moerdijk-Lage Zwaluwe. De havenspoorlijn blijft enkelspoor.
Groei is mogelijk door langere treinen en efficiënter rangeren. Eén en ander
hangt ook samen met in de recente berichtgeving niet genoemde andere
projecten. Zo zal het emplacement Lage Zwaluwe twee 740 meter lange
goederensporen krijgen. Verder loopt er als sinds 2019 dit project waarbij bij de ingang van emplacement
Moerdijk slimme camera’s (die onder andere het wagennummer achterhalen) staan
en elke wissel (ook buiten het empacement) is uitgerust met drie
wielpassagesensoren. Daarop is onder meer een wagenvolgsysteem gebaseerd. ·
In het kader van het verbeteren
van overslag via spoor en water zal wordent gekeken naar aansluiting van
nieuw spoor op de uitbreiding van watergebonden haventerrein aan de
Westelijke Insteekhaven. Daarnaast heeft het Rijk nog eens
een miljoen gereserveerd voor “doorontwikkelingen”. Bronnen betreffende de nieuwe
spoorprojecten van Port of Moerdijk: website van Port of Moerdijk, SpoorPro, Brabants Dagblad, Brabants Nieuwsblad/De Stem. Bronnen betreffende de IPE e6
loc: Artikel over Innotrans 2024 in Railmagazine 418 (oktober 2024), Railcolornews, website Railvolution. Met dank aan Louis van Delft en
Jack Zuurbier (BEAZ). |
||||||
|
||||||
Nog een recente verrassing in de
regio West-Brabant: Spoorpro kopte op 19-11-2024: “Roosendaal in extase:
ProRail geeft flink deel spooremplacement op voor woningbouw”. De regionale
krant Brabants Dagblad van 14-11-2024 geeft de meest concrete
informatie. ProRail wilde 200 miljoen
investeren in het versterken van het Roosendaalse emplacement, maar
Roosendaal heeft lang gelobbyd met als resultaat een (nog niet ondertekend) akkoord over een eerste fase. Daarin
zal ProRail binnen drie jaar beginnen met het terugbrengen van het aantal sporen aan de westkant
van het emplacement van 20 naar 8, in het gebied tussen de Kade (bij het
voormalige PTT Expeditie Knoop Punt) en het Atik Stadion (dat met
een voetgangersbrug over de sporen met het stadscentrum verbonden is). De
kosten voor het verwijderen van de sporen en het saneren en bouwrijp maken
van de grond worden geschat op 20 miljoen euro. De kostenverdeling tussen de
gemeente en Prorail moet nog bepaald worden. De gemeente heeft al een
belangrijk deel van de financiering door het Rijk geregeld. Rond 2030 zouden
op de vrijgekomen grond circa 1000 woningen kunnen worden opgeleverd. Een volgende fase zou
woningbouw kunnen zijn na het verwijderen van sporen tussen het station en de
Gastelseweg. Dat zou echter het verplaatsen van functies van het emplacement
(zoals het opstellen van reizigersmaterieel) vereisen. De gemeente steekt een
miljoen euro in onderzoek naar de haalbaarheid. Prorail zal dit onderzoek
uitvoeren. Het resultaat wordt eind 2025 verwacht. Een reactie van ProRail is dat versmalling of aanpassing van
de sporenbundel pas kan plaats vinden ná de realisatie van “Roosendaal
Integraal”. Dit houdt onder andere in het maken van extra ruimte voor het
behandelen en opstellen van reizigerstreinen en het verlengen van goederensporen
om ruimte te bieden aan treinen van 740 meter lang. “De verwachting is dat
alle werkzaamheden tussen 2030 en 2032 zijn afgerond.” Dat is nogal duister:
het zal toch niet zo zijn dat men eerst extra opstelsporen voor
reizigerstreinen aanlegt en goederensporen verlengt en deze vervolgens naar
het noorden verplaatst. |
|
|||||
De in de monumentale
locloods gevestigde Werkplaats
Roosendaal (tot 2013 Spoorijzer Materieel) ging in 2022 failliet. Als één
van de oorzaken werd genoemd dat Prorail en NS sporen voor inspectie,
schoonmaak en opstellen van reizigerstreinen wilden aanleggen waardoor de
locloods haar spooraansluiting dreigde te verliezen. Daarvan is in elk geval
tijdens fase 1 nog geen sprake omdat de locloods niet in het betrokken gebied
ligt. De locloods wordt sinds 2023 gehuurd door Brouwer Technology. |
↑ Rond 21 november verscheen het boek ‘Verdwenen Aarde’. Dit
boek over de geschiedenis van de steenbakkerijen en kleigroeven in de
Rupelstreek ten zuiden van Antwerpen bevat 148 pagina’s en is rijkelijk
geïllustreerd met zwart-wit foto’s. Er is een hoofdstuk gewijd aan smalspoor.
Het boek is alleen verkrijgbaar bij de auteur Rudolf Bak en kost 24,50 euro,
inclusief verzendkosten. U kunt het boek bestellen via de mail (rudolf.bak@casema.nl) of per telefoon
(+31 6 22698513). |
|||||
0 – 0
– 0 |
||||||
2 november 2024 Verrassend: bij het bekende verhuurbedrijf Boels
kan - door zakelijke klanten met een klantnummer -een railtrailer gehuurd
worden. Het gaat om een lorrie met
vier geveerde en (met lucht of hydraulisch) geremde wielen met een van de
automobieltechniek afgeleide asophanging die met de
bijgeleverde trekstang achter een krol gehangen kan worden. Foto: website van Boels → De webpagina over zulke lorries/railtrailers is
uitgebreid met de fabrikanten
van railtrailers. |
|
|||||
Bemo levert voor 1,9 miljoen euro een nieuwe locomotief aan
een staalbedrijf in Argentinië. Het gaat om een dieselelektrische loc van het
Bemo type BRDE-250, op tweeassige draaistellen en met een middencabine.
Uiterlijk lijkt de loc op de door Bemo en Tata Steel gereviseerde GE locs
331-334 (zie de foto hieronder) en de loc heeft net als die locs onder elke
motorkap een dieselmotor met generator. Maar de spoorwijdte is breedspoor van
1676 mm en de 331-334 hebben als vanouds gelijkstroom (DC) motoren terwijl de
loc voor Argentinië wisselstroom (AC) motoren heeft. En de grote bakken voor
de SA3 koppelingen ontbreken. Bronnen: Bemo website, het Noordhollands Dagblad en Arno
Logman (waarvoor dank). |
||||||
|
0 – 0
– 0 |
|
||||
11 oktober 2024 |
|
|
||||
Zoals bekend werden in
de periode 20218-2022 vier General Electric locs van Tata Steel in IJmuiden
grondig gerenoveerd. Het onderstel bleef gehandhaafd en werd door Tata Steel
gerenoveerd. De elektromotoren werden hergebruikt. Boven het onderstel werd
alles door Bemo vernieuwd. De locs bleven dieselelektrisch, maar gebruiken
minder brandstof, stoten minder verontreinigingen uit en zijn minder
lawaaiig. Na de 4de
gerenoveerde loc bleef het lang stil. De behoefte aan gerenoveerde
locs bleef, maar men was tot het inzicht gekomen dat hybride locs (met kleine dieselgeneratoren
en grote accupakketten) beter voldeden dan dieselelektrische locs. Links staat de gerenoveerde dieselelektrische 331 uit de
serie 331-334. Daarnaast de hybride 335. Het uiterlijk is vrijwel hetzelfde
(wel heeft de 335 veel groen) en het bedrijfsnummer 335 sluit aan op dat van
de dieselelektrische 331-334, maar onder de motorkappen ziet het er heel
anders uit. Foto:Tata Steel → |
|
|||||
Op maandag 06-10-2024 werd de
eerste hybride loc (met Tata bedrijfsnummer 335) door Bemo officieel
overgedragen aan de afdeling Projects & Technical Consultancy (PTC) van
Tata Steel. Later volgt de overdracht aan de afdeling OSL (On Site
Logistics). In totaal zullen er 10 hybride locs komen, met de bedrijfsnummers
335 t/m 344. De werkwijze blijft dat Tata Steel de onderstellen renoveert en
dat Bemo alles boven de onderstellen vernieuwt. Er zijn echter geen 10 oude
onderstellen beschikbaar. Daarom zal Bemo 2 nieuwe onderstellen bouwen. De 2de,
3de en 4de hybride loc zijn op dit moment in
verschillende fases van constructie en assemblage bij Bemo. Een serie van 10 identieke locs op
Nederlands industriespoor is een bijzonderheid geworden. Er wordt dan ook
dieper ingegaan op de hybride locs en wel hier. (met dank aan Arno Logman [Bemo]) Er is nog meer nieuws over hybride locs: |
||||||
Eind februari 2024 heeft het GVB in Amsterdam met Schalke Locomotives in
Gelsenkirchen een contract gesloten voor de levering van twee hybride
locomotieven voor de Metro. Zie hier. De oranje locs arriveerden begin juli. Het GVB
personeel kon via een prijsvraag namen voor de locs bedenken. Er waren 194
inzendingen. Trambestuurder en zij-instromer Bianca Langereis won. Eind augustus
waren de winnende namen “Spark” en “Pulse” op de locs
aangebracht en werden zij onthuld. Bianca was niet aanwezig→ Bij de
reacties op Linkedin was onder andere de vraag:
Waarom oranje, de onderhoud lokjs waren toch geel ?
Het GVB antwoordde hierop: De locomotieven waren al oranje toen we ze
aanschaften. Met andere woorden: de locs zijn niet nieuw voor het GVB gebouwd. De Schalke locs zijn modulair opgebouwd; het is mogelijk dat in bestaande locs andere modules geplaatst zijn. |
|
|||||
“De elektrische locomotieven betekenen een duurzame upgrade
voor het onderhoud aan de metrobaan en zorgen voor een veiligere
werkomgeving. Zonder de uitstoot van roet zijn gezichtsmaskers en
beschermingsmiddelen niet langer nodig.” Bron (van de foto en de meeste informatie): GVB-Amsterdam op Linkedin Na deze blik op de nabije groene toekomst ook aandacht voor
het erfgoed: |
||||||
In 2018 kreeg het Mechanisch Erfgoed Centrum
(MEC) in Dronten subsidie voor de bouw van twee gebruikte Romney loodsen; zie
hier. Een deel was bestemd als
locloods voor het Decauville
Spoorweg Museum (DSM). De Corona epidemie zorgde voor vertraging. In
2021 bleek dat de loodsen niet gepland waren in een “bouwvlak” waar volgens
het bestemmingsplan gebouwd mocht worden. Er werd een gewijzigde bouwaanvraag
ingediend (en goedgekeurd) waarbij de loodsen op plaatsen kwamen te staan
waar volgens het bestemmingsplan wel gebouwd mocht worden; zie hier. In 2021 kon er al wel op
smalspoor gereden worden. Naast het MEC ligt namelijk een wadi (Water Afvoer
Drainage en Infiltratie). Een wadi bergt regenwater en zuivert het, waarna
het water infiltreert in de ondergrond. Zo helpt de wadi tegen wateroverlast en
droogte. Het water wordt lang vastgehouden. De wadi is noodzakelijk voor de
afwatering van het parkeerterrein, maar het is ook een aantrekkelijk
natuurgebied. Plattegrond van het MEC in mei 2023. Bron: MEC website → Er werd een spoorlijn met keerlus
aangelegd naar en in de wadi. Er worden aantrekkelijke ritten gemaakt (zie hier) langs een poel met
kikkers, een boomgaard en bijenkorven. |
|
|||||
Nadat de loodsenbouwer klaar was
met zijn werk werd in april 2024 begonnen met spoorbouw voor het emplacement
voor de smalspoorloods (op de bovenstaande plattegrond aangeduid als remise). Een drietal verschillende Moës locs voor de loods. In de
loods staat nog een Moës loc en – op het andere spoor – het rijtuig waarmee
de ritten naar de wadi worden gemaakt. Ook links naast de loods ligt een
spoor. Foto: Arnoud Bongaards, 03-07-2024 → |
|
|||||
Er wordt nu nog gewerkt aan de inrichting van de
loods. Die kan nog anders worden dan op deze foto, maar de foto roept al de
juiste sfeer op. Foto:
Arnoud Bongaards, 04-09-2024 → Terzijde: ook in de tweede loods wordt nog gewerkt
en wel aan een expositie over het
ontstaan en de ontginning van de Flevopolders. Die expositie is nog niet
helemaal klaar, maar is al wel te bezoeken. |
|
|||||
0 – 0
– 0 |
||||||
27 september 2024 In de werkplaats aan de Pollaan
in Zutphen is spoor A (het 1ste vanaf de zuidkant) in gebruik bij Jacko Fijn Techniek (waarover later meer), spoor B en C
bij Strukton en spoor D en E bij Arriva. Een voorbeeld van het samenleven van deze
organisaties is de mobiele wielendraaibank (Mobiturn). Die
stond tijdens de Raildag 21 september op spoor D,
het enige spoor zonder put. Er boven stond een treinstel van Arriva opgebokt. De werkwijze
is dat de Mobiturn – na het profileren van de
wielen van een as – op eigen kracht naar de volgende as rijdt. Ze wordt via
een haspel met 80 meter kabel van stroom voorzien. De Mobiturn
is eigendom van Strukton en wordt door Arriva gehuurd. |
|
|||||
Als Strukton de Mobiturn nodig heeft dan wordt die met een
rangeervoertuig naar een Strukton spoor gebracht,
want de kabel is dan niet lang genoeg. Arriva
rangeert al 10 jaar met een batterij-elektrisch Niteq rail-wegvoertuig. Zie ook hier voor meer gegevens. De Niteq heeft aan de zijde van de werkplaats een koppeling
die past op de Scharfenberg koppeling van de Arriva treinstellen. Alle
foto’s zijn op 21-09-2024 gemaakt → Er is nog een batterij-elektrisch rail-wegvoertuig
aanwezig, namelijk een Zagro E-Maxi. Omdat al jaren
geleden een speciale webpagina
over de Zagro E-Maxi met een geïllustreerde
opsomming van de in Nederland aanwezige exemplaren op internet is gezet en
het Zutphense exemplaar daarin ontbrak zijn de op
21-09-2024 gemaakte foto’s daarin opgenomen. |
|
|||||
Tot zover de lokale vervanging
van dieseltractie door elektrische tractie. Buiten stond het grotere werk: Eind 2022 toonde Strukton de
batterijlocomotief Charlotte aan den
volke. Zie hier. Hoe zou het daar nu mee zijn ? |
||||||
|
||||||
↑ “Batterijloc” Charlotte bestaat uit de ex-NS
Eloc 1756 gekoppeld met een containerdraagwagen type Sgns waarop
een container is geplaatst met batterijpakketten en vermogenselektronica.
Uiterst rechts staat de dieselhydraulische loc Martine (ex Nedtrain 704) |
||||||
Eén van de cabines kon bezocht
worden; een machinist gaf er uitleg. Het bleek dat Strukton nog steeds geen
vergunning heeft om de batterijloc op het openbare spoorwegnet te beproeven.
Ondertussen wordt Charlotte af en toe als gewone Eloc (zonder de containerdraagwagen)
ingezet. De
cabine ziet er als vanouds uit. Het enige verschil is dit kastje op de spijl
tusssen de voorruiten → De 3 bedrijfsmodes zijn: 1.
Pantografen tegen de draad. De
loc rijdt op stroom uit de bovenleiding. 2.
Als 1., maar nu wordt stroom uit
de bovenleiding ook gebruikt om de accu’s te laden. 3.
Pantografen neergelaten. De loc
rijdt op stroom uit de accu’s. Buiten de looproute stonden
Kethie (ex-NS 1736) en Nicole (ex-NS
1824). Janny (ex-NS 1740) was niet te zien. |
|
|||||
|
|
|||||
Het meest
recente nieuws: deze lorrie is
in 2024 speciaal voor Strukton door Nijhuis Engineering Dronten gebouwd. Een met menskracht geduwde of getrokken lorrie is
tegenwoordig al een bijzonderheid, maar dit exemplaar is extra bijzonder
omdat het zowel op het spoor als op de weg kan rijden → Strukton beschikt namelijk sinds
kort over een 3D grondradar. Die kan gebruikt worden bij het opsporen
van bijvoorbeeld leidingen of holtes
(zoals dassenburchten). Strukton hangt de grondradar onder andere aan een
daartoe aangeschafte elektrische quad en die combinatie werd getoond. Voor
gebruik op en naast het spoor dient de lorrie. Die wordt op de wegwielen bij
een spoorwegovergang in en uit het spoor gereden. De blinkende tafelbladen
dienen om hulpapparatuur te herbergen. De 3D grondradar wordt voor het
onderste tafelblad gehangen voor onderzoek tussen de de spoorstaven en kan
zijdelings verschoven worden voor onderzoek naast het spoor. Het duwen van de
lorrie op het spoor vergt geen inspanning: de lorrie loopt licht en weegt
slechts 175 kg. |
|
|||||
Tot slot van dit verslag van een
zeer interessante en goed georganiseerde raildag: Er was nog veel meer te zien, zoals de VSM stoomloc 50307
onder stoom, een te betreden Arriva treinstel, spooronderhoudsmachines, het
lassen van spoorstaven, etc. Als laatste, maar zeker niet minder belangrijk: Namens Jacko Fijn Techniek
(klik voor de geheel nieuwe website) stonden op spoor A: ·
Een G 1206 (Vossloh 5001798 uit
2008), 2201 van Independent
Rail Partner, later Lineas ·
Een
G 2000 BB (Vossloh 1001029 uit 2001), 2107 van
Independent Rail Partner, later Lineas. Zie deze foto → ·
De ex-NS 1828 van Rail
Force One. |
|
|||||
0 – 0
– 0 |
||||||
13 september 2024 |
||||||
|
||||||
↑ Locomotief 9902
van Railexperts (bestickerd met
tekeningen uit het kinderboek Tommie en Tess) brengt de loc van
Veer4Rail op 19-08-2024 van Kijfhoek naar Amersfoort. De loc heeft de bijnaam
Tinky Winky (een paarse teletubby) en gaat autotreinen naar Pon rijden. Bron foto:
Justin van der Veer op linkedin. Zie het
nieuws van 13 juni 2024 voor informatie over de paarse loc. |
||||||
Bij het
Industrieel Smalspoor Museum in Erica is de restauratie van Jung 11662 (1953)
van het type EL110 op enkele details na voltooid. De loc reed vroeger op het
700 mm spoor van heibedrijf Leeflang
in Gouda. ISM, 17-08-2024. Foto: Thomas
v/d Velde → Deze ISM 121 is Thie genoemd naar de grootvader van eigenaar Thomas v/d Velde. |
|
|||||
Waar denkt u bij het woord lorrie aan ? Een lage houten laadvloer met 2 starre assen ? Bij de railinfra worden al jaren hele andere lorries gebruikt. Zie deze nieuwe webpagina en onderstaand voorbeeld: De firma AMT in Breda leverde in
2018 vijf lorries aan het GVB in
Amsterdam. Ze worden ingezet voor wekelijks onderhoud aan onder andere de
perrons aan de Noord-Zuidlijn. Zie ook deze video. ↓
Foto: AMT, 07-03-2018 ↓ |
||||||
|
||||||
0 – 0
– 0 |
||||||
16 augustus 2024 Er is een nieuwe webpagina over de dieselhydrostatische
locs van Cmi (Cockerill Mechanical
Industries / Cockerill Maintenance & Ingénierie).
Dit vooral vanwege het verschijnen van een Cmi draaistelloc in Budel. Dat blijkt een buitenbeentje te
zijn dat niet in de Cmi folders voorkomt. De
bestaande webpagina over de populaire tweeassige Cockerill
diesellocs met (tot 1970) gegoten frames is aangepast en uitgebreid. |
||||||
|
||||||
↑ Deze loc “Rosi” werd vanuit Duitsland op een
ketelbedtrailer van Van der Vlist naar Strukton in Zutphen vervoerd ↑ Foto: Falk Arnhold, 24-05-2017. Bron: Wikimedia Het is Deutz 57101 (1960) van het
type DG 1200 BBM. Klik voor de levensloop van deze loc die diverse Duitse eigenaren
heeft gehad. In Nederland had Strukton vier
gebruikte locs van dit type. Klik voor de webpagina over het type DG 1200 BBM die ook de
gegevens over de Strukton locs bevat. Inmiddels zijn twee van de vier locs
gesloopt terwijl Strukton 303004 (bij Strukton Monique genaamd) in 2023 naar
OOC in Oss is gegaan. Alleen Strukton 303003 (Janine) was nog bij Strukton.
Naar verluidt heeft OOC nu de 303003 ook overgenomen terwijl de hierbij
afgebeelde Deutz 57101 (waarvan
volkomen toevallig een afbeelding op Wikimedia aanwezig was)
onderdelenleverancier wordt. (met dank aan Frank Schouten) |
||||||
0 – 0
– 0 |
||||||
2 augustus 2024 |
||||||
|
||||||
↑ De op 6 juni 2024 als monument in
Noordwolde onthulde NS 164 is op 24-07-2024 druk in gebruik ↑ De loc ziet er uitstekend uit: het jongetje met
het groene shirt wordt in de lak weerspiegeld. Het is ook innerlijk een bijzonder monument: het
machinistenhuis is volledig ingericht met meters, bedieningsorganen, etc. en
de loc is voorzien van een werkende dieselmotor, maar niet van een
versnellingsbak. Klik voor de geschiedenis
van dit monument. |
||||||
0 – 0
– 0 |
||||||
19 juli 2024 Zouden we hier een stukje van onze toekomst zien ? ERTMS
Trackbot bij Dronrijp. Foto: Strukton → Voor de komst van het
beveiligingssysteem ERTMS moeten in Nederland zo’n vijftigduizend balises (=
communicatiebakens) worden gemonteerd en meer dan twintigduizend
assentellers. Strukton Rail, AMT, No
Man Trackwork en ProRail ontwikkelen hiervoor de “ERTMS Trackbot”. Deze
robot werd eind juni succesvol beproefd op een baanvak van de lijn
Leeuwarden-Harlingen bij Dronrijp. |
|
|||||
In grote lijnen: de robot rijdt
via satellietnavigatie naar de juiste plek. Aldaar zoekt hij met behulp van
een LiDAR(Laser Imaging Detection And Ranging)-scanner de juiste dwarsligger
en boort daar 2 gaten in. Daarna wordt de balise uit een magazijn gehaald,
geplaatst en vast geschroefd. Voor de assentellers gebeurt iets dergelijks.
Bron: website Bouwmachines, 9 juli 2024. |
||||||
|
||||||
|
Dan wat geschiedenis: de latere NS 161-165 maakten deel uit
van een grotere serie dieselmechanische locs die gebouwd zijn voor het Britse
War Department (WD = Ministerie van Oorlog). Tijdens en na de geallieerde
landing in Normandië kwamen een aantal van deze locs naar het Europese
vasteland. De latere NS 161 – 165 werden na het einde van de Tweede
Wereldoorlog gekocht door de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM). In
1947 werden de lijnen en het materieel van de NTM door NS overgenomen. De 163
was defect en werd gesloopt. NS zette vanuit Steenwijk werkdagelijks twee
locs in. Er werd via Frederiksoord en Noordwolde tot Makkinga gereden. Vandaar
ging de ene loc met een rangeerdeel via Oosterwolde en Appelscha naar
Hijkersmilde en de andere naar Gorredijk. Een derde loc stond in Steenwijk
reserve of was in Zwolle in onderhoud. Er waren dus maar drie locs nodig en
in 1951 ging de 161 buiten dienst. Zie dit artikel voor meer informatie. In 1957 werden de overgebleven 162, 164 en 165 afgelost
door 2 locs van de nieuwe, zwaardere en snellere NS serie 451-460. Het trio
werd verkocht als industrieloc. Hun wederwaardigheden staan op deze
webpagina: NS 162, 164 en 165. Die webpagina is in
2021 voor het laatst aangevuld en ondertussen is er wel het een en ander
gebeurd. Genoemde webpagina is daarom bijgewerkt. Over de NS 165 viel niets
nieuws te vermelden, want die is al in 1964 gesloopt. Dan blijven over de NS
162 en 164: |
|||||
|
|
|||||
|
↑ De
besproken locomotieven NS 162 en 164
met een goederentram naar Steenwijk kort na het vertrek uit Noordwolde op
13-07-1951 ↑ Foto J.J.
Overwater, beeldbank NVBS. In de bijgewerkte webpagina NS
162, 164 en 165 is de recente geschiedenis van de NS 162 toegevoegd. De NS 164 is op 6 juni jongstleden als monument in
Noordwolde als monument gepresenteerd. Dat wordt kort in de gelinkte
webpagina aangestipt en zal binnenkort uitgebreider aan de orde komen. Nog meer geschiedenis: bij het Arnhems Oorlogsmuseum
verscheen onverwachts een wat raadselachtig locomotiefmonument. Zie hier voor
foto’s en informatie. |
|||||
|
|
0 – 0
– 0 |
|
|||
|
|
|
|
|||
|
27 juni 2024 De Stoomtrein Katwijk Leiden
(SKL) presenteerde de twee uit Indonesië terug gekomen door Du Croo &
Brauns in Weesp gebouwde stoomlocs: op 14 juni voor genodigden en op 15 en16
juni voor het publiek met een “Pasar Malam Lokomotip”. De twee vierassige locs stonden versierd in de
Rijtuigenloods. Beiden dragen de
driehoekige fabrieksplaat en hun bedrijfsnummer. Op de foto staat nummer 9,
in 1925 gebouwd volgens het
Klien-Lindner systeem. De afwezige ketelbeplating herinnert aan de
verwijdering van het als isolatie tussen ketel en ketelbeplating aangebrachte
asbest door een extern bedrijf → Op 14 juni werden de onder een
doek verborgen naamplaten onthuld. |
|
||||
|
Bij de SKL kregen deze locs namelijk de namen van
de suikerfabrieken waar zij het laatst actief waren. Nummer 9 was
bedrijfsnummer 9 van de suikerfabriek Soemberhardjo
(dat op veel manieren geschreven kan worden). De naamplaat wordt onthuld door de heer J.W.
Vonhoff, de zoon van de Du Croo & Brauns
ontwerper. Rechts staat Gerard de Graaf, die meer dan 20 jaar energiek bezig
is geweest Du Croo & Brauns stoomlocs uit
Indonesië naar Nederland te krijgen. Tussen hen in staat iemand die zich
plotseling voordrong → De andere loc, een in 1928 gebouwde Mallet, was nummer 214 van de suikerfabriek Pesantren Baroe. Bij deze loc
vond dezelfde ceremonie plaats. Klik voor gegevens en foto’s van nummer 9 en nummer 214. |
|
||||
|
Het munitiedepot bij Alphen
(Noord Brabant) van de Koninklijke Luchtmacht had een zeer uitgebreid
smalspoornet, waarop drie diesellocs van het Ruston & Hornsby type LBT en
tientallen tweeassige lorries actief waren. Alle drie locs zijn bewaard
gebleven. De afgebeelde loc, genaamd Manke Nelis, kwam in een depot van het
Militaire Luchtvaart Museum bij Soesterberg. Dat museum ging op in het
Nationaal Militair Museum (NMM). In
2018 werd Manke Nelis in bruikleen gegeven aan het Industrieel Smalspoor
Museum (ISM) in Erica. De loc kreeg er onderhoud en er werd mee gereden. In
2023 ging deze ISM 95 terug naar het NMM en sinds mei 2024 staat Manke Nelis
er met 2 munitielorries er opgesteld: Foto: Gerhard Aberson, NMM, 19-06-2024 → Alle brandstoffen en andere
vloeistoffen zijn afgetapt; de loc zal hoogstwaarschijnlijk nooit meer
rijden. (met dank aan Gerhard Aberson,
Toon Steenmeijer en Peter van der Sterren) |
|
||||
|
De Gelderse Smalspoor Stichting
(GSS) heeft sinds 18 juni een stoomloc ter beschikking: Foto: Johan Nab, 19-06-2024, GSS te Heteren → De Henschel Fabia voor 70 cm
spoorwijdte met fabrieksnummer 21765
was met o.a. rails en 3 diesellocs eigendom van Kees Heikoop sr. De
loc stond 53 jaar in een loods achter zijn huis. Na zijn overlijden nam Kees
Heikoop jr. het onderhoud voor zijn rekening. Toen hij daar moeite mee kreeg
gaf hij in 2021 de diesellocs in bruikleen aan de GSS. Nadat hij in hetzelfde
jaar was overleden gaf Cor Heikoop (zoon van Kees Heikoop jr) o.a. rails aan
de GSS in bruikleen en nu dus de Henschel Fabia. Zie hier voor een film
over de overbrenging naar de GSS en zie daar voor de gegevens van
de loc. GSS 64 is niet dienstvaardig. Met name de ketel is in slechte
staat. (met dank aan Robin Jansen;
gegevens komen deels uit het GSS tijdsschrift Polderspoor) |
|
||||
|
Het Bredase aannemersbedrijf W.
Rasenberg en Zn kocht in 1953 twee Ruston
& Horrnsby diesellocs van het type 30DL. Over het bedrijf is veel te
vinden in de website Bouwmachines van Toen. De twee Rustons komen er echter
niet in voor. Toen de locs niet meer gebruikt werden ging er één naar het in
2014 opgeheven Wegenbouwmuseum in Harderwijk; zie hier. De andere
werd in 1980 geplaatst in de tuin van W. (Willem) Rasenberg in Effen bij
Breda. In 1995 verhuisde ze naar de tuin van dhr. Ron van Gasteren (een
kleinzoon van Willem) aan de Oude Liesboslaan bij het Liesbos nabij Breda. Op 26-06- 2024 is de Ruston is
klaar om uit de tuin gehesen te worden. De fabrieksplaten zijn nog aanwezig;
het fabrieksnummer is 359161. Fotocollectie van R. van Gasteren → |
|
||||
|
De loc was eigendom van de
gebroeders van Gasteren. Zij schonken de loc aan Thomas v/d Velde van het
Industrieel Smalspoor Museum in Erica. De gebroeders van Gasteren overhandigen symbolisch de
slinger van de Ruston aan Thomas v/d Velde (midden). Foto Tom van
derPut/BredaVandaag, 26-06-2024 → Voor veel recreanten was de loc
een vertrouwd beeld op hun weg naar en van het Liesbos. Het vertrek van de
loc haalde dan ook de lokale krant. Ruston 359161bereikte Erica nog
dezelfde dag. De kipkar zal later volgen, als de bloemen zijn uitgebloeid. De loc is meerdere malen overgeschilderd,
eerst bij Willem Rasenberg zelf, later bij kleinzoon Ron. (met dank aan Ron van Gasteren en
Thomas v/d Velde) |
|
||||
|
Op 30 mei werd melding gemaakt
van de vervanging van het rail-wegvoeruig bij Nyrstar in Budel door een CMI
dieselloc. Daar zijn nu ook foto’s van: Budel-Dorplein, 24-06-2024. Foto: Louis van Delft → Het gaat om een
dieselhydrostatische loc van het type NH 700 BB. Daarin slaat BB op de
asvolgorde, 700 op het motorvermogen van 750 pk en H op hydrostatisch. De kleuren van de CMI
hydrostatische locs zijn (ook hier) oranje/zwart. (met dank aan Frank Schouten en
Louis van Delft) |
|
||||
|
|
←
Detail van de bovenstaande foto.
Van boven naar beneden: De rij van vijf lampen op een hoekstijl van de cabine laat zien dat de loc radiografisch bestuurd kan worden: als radiografisch een bepaald bevel wordt gegeven moet er een bepaalde kleur lamp gaan branden. |
||||
Sea-Invest is het bedrijf dat voor Nyrstar het spoorvervoer uitvoert. Sea-Invest is ook de eigenaar van de loc. |
||||||
CMI is de naam van de fabrikant. De afkorting werd
gebruikt tussen 1982 en 2019. Tussen 1982 en 2004 betekende CMI Cockerill Mechanical Industries, maar tussen 2004 en 2019 Cockerill Maintenance
& Ingénierie. Voor 1982 en na 2019 was de naam eenvoudig (John)
Cockerill. |
||||||
W109 kan een bedrijfsnummer zijn. Op de voorste
(langste) motorkap staat het nummer 704. Zie hier voor meer informatie over de loc en het loctype. |
||||||
|
|
|
|
|||
|
|
0 – 0
– 0 |
|
|||
|
Ouder nieuws: Zie het Nieuwsarchief |
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|||
|
Terug/verder naar: |
|||||
|
|
|||||