►
Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||
|
|||||||||
Motortractoren van Du Croo
& Brauns |
|||||||||
|
|||||||||
Du Croo & Brauns heeft ten minste vier verschillende soorten “motortractoren” en “motorlorries” gebouwd: |
|||||||||
1) |
Motorlorries met 6
pk Austro-Daimler benzinemotor en kipkar frame |
||||||||
Austro-Daimler in Oostenrijk bracht een 6 pk benzinemotor met aangebouwde versnellingsbak op de markt [1]. Fabrikanten als Dolberg, Smoschewer, Aebi (Zwitserland) en – naar nu blijkt – Du Croo & Brauns (DuCroBra) bouwden dergelijke aandrijfgroepen in locs en lorries in. Ze waren tot circa 1925 ook los te koop. Austro-Daimler zelf (na 1928 Austro-Daimler-Puch en na 1934 Steyr-Daimler-Puch)
bouwde deze motoren in opmerkelijke railvoertuigen in. Het is de moeite waard
om daar even op in te gaan, omdat DuCroBra zich
hierdoor kennelijk heeft laten beïnvloeden |
|||||||||
|
← Op de foto uit [2] staat de motorlorrie iets links van het midden. De bestuurder (met pet) zit dwars op de rijrichting. De benzinemotor is buiten de wielbasis op het linkse uiteinde van de tweeassige motorlorrie gemonteerd. De affaire wordt in evenwicht gehouden doordat op het andere uiteinde van de motorlorrie een soort oplegger rust. Die oplegger rust aan de andere kant op een draaistel dat buiten beeld valt. Of anders gezegd: rechts in beeld staat een platte goederenwagen op draaistellen. Daarvan is één draaistel gemotoriseerd. Ook bij de Ducrobra motorlorries was de aandrijfgroep op een uiteinde van de motorlorrie gemonteerd, maar daar werd de affaire in evenwicht gehouden door een ballastkist op het andere uiteinde. ← Een andere mogelijkheid was een schemelwagen. Op deze foto [2] ziet men van links naar rechts een vier boomstammen op gewone schemelwagens en nog eens vier boomstammen op (links) een gewone schemelwagen en (rechts) een motorlorrie met schemel. Dit soort voertuigen werd in de Eerste Wereldoorlog door het Oostenrijks-Hongaarse leger gebruikt en daarna in bosspoorlijnen [2]. Zie hier voor andere Austro-Daimler railvoertuigen. |
||||||||
|
|||||||||
|
DuCroBra maakte in 1920 reclame per brief voor een motorlorrie met een 6 pk Austro-Daimler benzinemotor en versnellingsbak. Zo’n brief is bewaard gebleven in het archief van de N.V. Steenfabriek v/h Th.G.J. Daams te Lobith Tolkamer [3]. Volgens de meegezonden foto’s en blauwdruk waren er twee uitvoeringen. In de aanbiedingsbrief werd niet gemeld dat er twee verschillende uitvoeringen waren. De genoemde prijs van f 2800 slaat waarschijnlijk op de onder 2) genoemde uitvoering. ← De ene uitvoering was gebaseerd op het frame van een beremde kipkar, was dus ongeveerd en had aan één kant een groot overstek. Het gewicht van de daar geplaatste aandrijfgroep werd gecompenseerd door een ballastkist. Volgens de blauwdruk was die ballastbak niet inbegrepen. Op de foto linksonder is een geheel onbeschermde ketting te zien waarmee de versnellingsbak en een wielas verbonden zijn. Een andere (niet zichtbare) ketting verbindt de wielassen. Op de onderstaande foto staat waarschijnlijk een voorbeeld van dit type. |
||||||||
|
← Zowel Kees Plug als Rick Mulder vonden deze foto op de website van het Zijper Museum. Volgens het bijschrift betreft het een zandafgraving in Petten. Achter de motorlorrie en net boven het hoofd van de paardengeleider zijn kipkarren te zien. De rails ligt naast een hoogtesprong van – pakweg – een halve meter. De werkwijze is duidelijk: een strook zand wordt een halve meter afgegraven, waarbij het zand in de (aanvankelijk) lager staande kipkarren wordt gegooid. Vervolgens wordt het smalspoor naar rechts verplaatst en wordt de volgende strook afgegraven. Een jaartal is niet bekend. Het lijkt om een DuCroBra motorlorrie met ballastkist te gaan. Er zijn verschillen met de foto hierboven: de motorkap ontbreekt en het onderstel heeft twee doorgaande trekbalken tussen de koppelingen. De grote remhandel is ook niet op bovenstaande foto te zien, maar staat wel op de blauwdruk [3]. |
||||||||
|
|||||||||
2) Motorlorries met 6 pk Austro-Daimler benzinemotor en recht frame |
← De tweede
uitvoering in genoemde brief betrof een recht frame met geveerde wielassen en dezelfde 6 pk Austro-Daimler aandrijving. Ook hier was een groot
overstek en een ballastbak. In het boek van Jan de Bruin komt dit type voor als “railtractor” van het type 117. Deze terminologie werd niet consequent gebruikt: niet in de aanbiedingsbrief en blauwdruk [3] en ook niet in onderstaande bladzijde uit een DuCroBra catalogus [4]. Daar heeft Ducrobra de spoorwijdtes van 900 en 1435 mm overigens laten vallen. |
||||||||
|
|||||||||
In de al genoemde brief van DucroBra aan Daams uit 1920 [3] wordt nog gesteld: “Wij hebben het genoegen U beleefd attent te maken op de door ons vervaardigde motorlorries, welke U niet gelieve te verwarren met de motorlocomotieven, die in de praktyk in het geheel niet hebben voldaan”, dit zonder enige toelichting. Bij de foto hier rechts wordt daarentegen de productie van motorlocomotieven aangekondigd. De eerste Ducrobra motorloc dateert uit 1924. De foto (met bijbehorende informatie) zal dus uit circa 1923 dateren → |
|||||||||
In 1921 stuurde DuCroBra weer een brief naar Daams [3]. Hierin stond dat er inmiddels 70 motorlorries waren verkocht. Daams kocht echter geen motorlorrie. Er zijn wel andere klanten bekend, zoals uit onderstaande drie voorbeelden blijkt. Men zou het op het
eerste gezicht misschien niet zeggen, maar op deze ansichtkaart uit de collectie
van Erwin Voorhaar staat een Ducrobra motorlorrie
met rechthoekig frame en Austro-Daimler aandrijfsgroep. De eigenaar heeft
afgezien van een nette ballastkist en de motorlorrie verzwaard met planken en
blokken basalt. Ook op de voorste karren ligt basalt. Mede gezien dit
rommelige uiterlijk is de motorlorrie aanvankelijk niet als een Ducrobra product herkend en op deze website als raadsel
opgevoerd ↓ |
|||||||||
Volgens een potlood opschrift achterop deze prentbriefkaart [5] betreft het de aanleg van een kademuur in Waalhaven, door aannemer Dubbeldam uit Dordrecht. De datum is 9 juni 1920. Het gaat om de Waalhaven Westzijde. Pier 6 (C. Swarttouw) is nog niet gereed en vermoedelijk is daar het smalspoor voor actief. Links staat waarschijnlijk het bedrijf van de Steenkool Handels Vereniging op Pier 5 (later Ned. Havenbedrijf) omdat er vaag een kolentransporteur is te herkennen. De grijperkranen worden herkend als zijnde uit de periode 1910 - 1920/25. Er staat rechts een stukgoedloods. Het geheel lag ter hoogte van de Rondolaan, die thans Droogdokweg heet. De pieren 5 en 6 zijn tegenwoordig samengevoegd en vergroot en worden voor containers gebruikt [6]. Kees Plug ontdekte op een foto uit circa 1921 een DuCroBra motorlorrie met een keurige ballastbak. Het gaat om rioleringswerkzaamheden bij de Haagse Ieplaan. Het betreft de fotocollectie van Gemeentewerken, maar de motorlorrie zal eigendom van een (onbekende) aannemer geweest zijn. Rick Mulder wees er terecht op dat het bij een - al langer op deze website staande - foto van steenfabriek De Vooruitgang in Terwolde ook om dit type DuCroBra motorlorrie gaat. |
|||||||||
3) Railtractoren
met een Deutz motor |
|||||||||
Du Croo & Brauns stuurde op 25 augustus 1925 een brief met informatie aan dhr. T. van Maanen van de Heidemij [3]. Citaten uit deze brief staan hieronder cursief: Zoals U wellicht niet onbekend zal zijn, zijn wij de alleenvertegenwoordigers van de zoowel in Holland als in het buitenland zeer gunstig bekend staande Motorenfabriek Deutz in Keulen. In samenwerking met deze firma zijn wij er in geslaagd een motortractor te pousseren, waarmee wij direct een enorm succes mochten boeken. Deze tractor is uitgevoerd volgens ingesloten foto. Die foto toont de motortractor plus een op een zijkant staand onderstel. De zeer langwerpige foto is hieronder weergegeven als twee afzonderlijke foto’s. |
|||||||||
Het onderstel is buitengewoon
solide, waarbij tevens de fundatie van de motor met toebehoren gevormd wordt
door een massief gegoten frame. Het frame is dus niet – zoals gebruikelijk – uit profielen en platen opgebouwd, maar is een gegoten blok (met uitsparingen voor de wielen) zoals dat later bij de Cockerill diesellocs het geval was. Het groote bezwaar van dergelijke tractoren, namelijk het tijdstip waarop de ketting meer dan toelaatbaar zal zijn gerekt, is eveneens ondervangen door een speciaal daartoe geconstrueerde naspan-inrichting. Uit de foto volgt dat elke aspot te verschuiven is door op een draadstang paren moeren te verdraaien. De assen zijn ongeveerd. De wielen zijn van
prima gietstaal met een diameter van 40 cm. De wielstellen lopen in de sinds
jaren beproefde kogellagerpotten. |
|||||||||
|
|||||||||
De motor is van het alom bekende en prima fabrikaat Deutz, ingericht tot het stoken van benzol of benzine. Het gemiddeld gebruik bedraagt 1 kg benzol per uur. Ter voorkoming van verkeerde invloed van buiten is de motor met toebehoren door een keurig plaatijzeren bemanteling beschermd. De “bemanteling” betreft alleen de eigenlijke motor (en neemt slechts circa 1/3 van de breedte van de motortractor in). Onder andere de versnellingsbak (met twee versnellingen) en de brandstoftank staan erbuiten. Het zadel voor de bestuurder lijkt een vreemde positie in te nemen, maar uit vergelijk met de tekening in het boek van Jan de Bruin blijkt dat het zadel op bovenstaande foto is weg gedraaid om de brandstoftank beter te laten zien. De machinist zit dwars, ongeveer boven de achteras. De foto en tekening in het boek van Jan de Bruin (die van railtractor type 203 spreekt) tonen een iets andere (latere ?) uitvoering met onder andere bufferplaten en een handwiel in plaats van een hefboom voor de handrem. Bij een weerstand van de voertuigen van 10 kg per ton zijn de bruto trekkrachten op een vlakke baan 30 en 15 ton bij een snelheid van 3,1 respectievelijk 6,7 km/uur. Bij een rendement van 75% voor de versnellingsbak plus kettingoverbrenging betekent dat een vermogen van circa 5 pk. |
|||||||||
4) Type met een
dakje Van dit type staat een foto in het boek van Jan de Bruin. Er zijn geen verdere gegevens over gevonden. |
|||||||||
Opmerkingen |
|||||||||
- |
In de NRC van 12 januari 1928 komt een advertentie voor waarin een gebruikte Austro-Daimler lorrie met een wagen en rails wordt aangeboden. Het is niet duidelijk of het een DuCroBra motorlorrie betreft. |
||||||||
- |
DuCroBra stelde al in 1921 dat er 70 motorlorries waren verkocht [3]. DucroBra stelde de zaken wel eens rooskleurig voor [7], maar het valt toch aan te nemen dat er tientallen motorlorries zijn gebouwd. Dat die weinig sporen hebben achtergelaten, komt onder andere omdat DuCroBra geen fabrieksnummers aan de motorlorries toekende. Bovendien waren benzinemotoren indertijd behoorlijk aan slijtage onderhevig. Tegen de tijd dat de DuCroBra motorlorries aan een nieuwe motor toe waren, waren er kleine diesellocs met zuinige dieselmotoren te koop. |
||||||||
- |
Van die 70 motorlorries zijn op deze webpagina de klanten voor vier stuks genoemd. |
||||||||
|
|||||||||
Conclusies |
|||||||||
- |
Du Croo & Brauns heeft in elk geval in de periode 1920 -1925 (misschien langer) tenminste vier verschillende types motorlorries met benzinemotor gebouwd. |
||||||||
- |
Deze types verschilden onder andere in de motor (eerst
Austro-Daimler; vervolgens Deutz), in frame (gegoten of geklonken) en in het
al dan niet geveerd zijn van de assen. |
||||||||
|
|||||||||
Met dank aan: |
Rick Mulder, Kees Plug, Henk Sluijters, Erwin Voorhaar, Jürgen Wening en Wyze Wijbenga. |
||||||||
|
|
||||||||
Bronnen |
[1] |
informatie van Jürgen
Wening. |
|||||||
[2] |
Manfred Hohn,
"Waldbahnen in Österreich-2", uitgave
Verlag Karl Paskarb. |
||||||||
[3] |
collectie van Kees Plug. |
||||||||
[4] |
archieven van de Nederlandse Heidemaatschappij (berustend bij het Gelders Archief) De adjunct-directeur van de Nederlandse Heidemaatschappij, dhr. T. van Maanen, adviseerde bij de oprichting van de VAM (Vuil Afvoer Maatschappij). Daarom is hier documentatie vinden over onder andere: Ø zelflossers waarmee het huisvuil van Den Haag naar Wijster vervoerd moest gaan worden Ø normaalspoor industrielocs Ø smalspoor (voor gebruik in Wijster). |
||||||||
[5] |
verzameling prentbriefkaarten van Erwin Voorhaar. |
||||||||
[6] |
contact tussen Erwin Voorhaar en de Vereniging Historisch Charlois. |
||||||||
[7] |
In het archief van de Rotterdamse gasfabriek Keilehaven zit een brief d.d. 23 april 1925 over de aanschaf van twee normaalsporige stoomlocs. Ducroba meldde in het offerte-stadium snel te kunnen leveren omdat men opdracht uit Engeland had ontvangen voor locomotieven (meervoud dus) voor locs met dezelfde trekkracht en een serie van vijf stuks zou opzetten. Maar het boek van Jan de Bruin vermeldt maar één naar Engeland geleverde loc (die inderdaad veel met de twee Rotterdamse Ducrobra’s gemeen heeft). Twee plus één maakt drie en geen vijf. |
||||||||
|
|
||||||||
|
|
||||||||
{ |
|||||||||
Terug/verder naar |
|
||||||||
|
|
||||||||