►
Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Steenfabriek De Vooruitgang in Terwolde |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Inleiding Even buiten Terwolde lagen naast elkaar twee steenfabrieken in de uiterwaard van de IJssel, namelijk De Vooruitgang en – iets verder stroomafwaarts – De Scherpenhof. Beide bedrijven transporteerden de klei op bijzondere, maar verschillende wijze: De Scherpenhof had een lange smalspoorlijn langs de IJssel. De Vooruitgang gebruikte een kabelbaan. Het gaat hier om die kabelbaan en het aansluitende smalspoor in de kleigroeve. De Scherpenhof wordt aangestipt om verwarring tussen de buren (die ook nog eens gedurende een periode dezelfde eigenaar hadden) te voorkomen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Bedrijfsgeschiedenis
van De Vooruitgang De stoom-waalsteenfabriek De Vooruitgang werd in 1898 gesticht [1], waarschijnlijk door J.H. Kolkert. De fabriek had een (nu nog aanwezige) haven [2]. In of voor 1906 werd de Vooruitgang een NV, met dhr. Kolkert als directeur. Deze hield kantoor in Deventer. In 1906 beschikte de NV over maar liefst vijf veldovens, waarvan er drie overkapt waren [1]. Bijzonder voor die tijd waren de kunstmatige drooginrichtingen, waarin een groot deel van de vormelingen gedroogd werden. |
||||||||||||||||||||||
↑ Bovenstaand briefhoofd is uit [3]↑ |
||||||||||||||||||||||
Uit hinderwetvergunningen van de gemeente Voorst [3] blijkt dat er in 1910 sprake is van zowel Hollandsche veldovens als kamerovens. Vanaf 1917 is er geïnvesteerd in de fabricage van rode dakpannen, bijvoorbeeld door “het oprichten van een gebouwtje met een wals en drie persen” in 1917, het “bouwen van een oven voor het stoken van dakpannen en draineerbuizen, ter plekke van twee overkapte Hollandsche veldovens” in 1918 en het bouwen van een kunstmatige drooginrichting in 1922 [3]. De dakpannenproductie werd in 1938 beëindigd. Ondertussen maakte de Vooruitgang deel uit van de “Overijsselsche Steenfabrieken”. Volgens [2] was dat al in
1910 zo. Dat is twijfelachtig omdat in elk geval nog in 1923 briefhoofden als
bovenstaand werden gebruikt. Wel was er nog aan toegevoegd: “Fabriek van roode verbeterde hollandsche
pannen”. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Drijfkracht In 1910 waren de machines (mengmachine, persen, waterpompen, dynamo, etc.) met riemen verbonden met een centrale as, die werd aangedreven door een zuiggasmotor van 100 pk. In 1914 is er sprake van een tweede zuiggasmotor van 75 pk [3]. Daarentegen was er in 1906 een stoommachine van 70 pk en een reserve stoommachine van 30 pk [1]. In 1923 werd de 100 pk zuiggasmotor vervangen door een Lanz locomobiel van 150 pk [3]. Vanaf 1914 werd er veel geëlectrificeerd (waarbij de elektriciteit in de steenfabriek werd opgewekt). Zo werd in 1914 vergunning gevraagd voor “Uitbreiding met 5 wagens gedreven door electromotor van 3 pk voor transport bij de droogrekken tusschen de reeds vroeger aanwezige haaghutten” [3]. Andere voorbeelden zullen nog ter sprake komen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
De kabelbaan De Vooruitgang haalde klei
uit de binnendijks gelegen gebied “Meintjes”. In 1910 vroeg De Vooruitgang
vergunning voor een kabelbaan (men gebruikte de term luchtspoor) tussen de
Meintjes en de steenfabriek. In die aanvraag wordt niet uitgelegd waarom er
niet gewoon een smalspoor werd aangelegd. In elk geval kon men met een
kabelbaan de binnendijkse Molenweg makkelijk passeren en waren er geen
opritten nodig bij de IJsseldijk (hier Bandijk geheten) en de fabriek (om de
klei boven de mengmachines te brengen). Ook volgde de kabelbaan een
kaarsrechte lijn, hetgeen voor smalspoor niet mogelijk zou zijn geweest. Hieronder staat een fragment van een militaire
topografische kaart uit 1933, afkomstig van http://www.watwaswaar.nl ↓ |
||||||||||||||||||||||
Terwolde ligt onder de
onderrand van de kaart. De steenfabrieken De Vooruitgang en daarboven De
Scherpenhof liggen met hun eigen havens in de westelijke uiterwaard van de IJssel.
Vanaf De Scherpenhof loopt een smalspoorlijn naar het noorden. De kabelbaan
-aangeduid als “luchtbaan”- passeert de IJsseldijk (Banddijk) en de Molenweg.
De Meintjes (niet als zodanig aangegeven) beginnen al waterig te worden. Op
zo’n kaart uit 1917 zijn het smalspoor, het water in de Meintjes en de
kabelbaan (die er al wel was) nog niet aangegeven. Het water van de Meintjes
zal zich vooral westwaarts uitbreiden. De “luchtbaan” staat in 1941 nog op de kaart, maar niet meer
in 1958. Jan Roos woonde in de
buurt en heeft toen van een oude buurman gehoord dat de kabelbaan nog tot in
de jaren '50 moet hebben bestaan. |
|
|||||||||||||||||||||
|
← De aquarel is van de “IJsselschilder” Jan Voerman en staat als plakplaatje in een Verkade album met deze tekst: “…….de heele plaats en nog meer was ingenomen door een paar steenfabrieken in volle actie. Een van de twee, niet tevreden met de grondstoffen, die de uiterwaarden leverde, haalde zijn klei heelemaal ver van gene zijde van den dijk. Steunend op hooge palen was daar een luchtdraadbaan (is dat wel het goede woord?) aangelegd en daarlangs slierden en wobbelden in kluchtigen optocht de kleibakken af en aan” [4]. Rechts zijn de draagjukken van de kabelbaan te zien. Ze lijken sterk op die van de kabelbaan van de Kalkmergelmaatschappij St-Pietersberg
en op die van op de ↑ bovenstaande sluitzegel ↑ van de firma Bleichert uit de collectie van Gerard de Graaf. De geestelijk vader van de kabelbaan en de tunnel van de Kalkmergelmaatschappij St-Pietersberg – D.C. van Schaïk – kende de kabelbaan in Terwolde [5]. Dat ligt ook voor de hand: beide kabelbanen zijn immers waarschijnlijk door dezelfde firma (Bleichert) geleverd, die in Terwolde in 1910 en die op de St-Pietersberg in 1919. D.C. van Schaïk spreekt over “diezelfde bakken, rijdend over dezelfde kabel en gesteund door grotendeels dezelfde palen”. Er zijn nauwelijks foto’s van de kabelbaan in Terwolde bekend. ← De foto
links [6] is een deel van een grotere foto van de boomgaard van boerderij de
Middenhof aan de Molenweg. Toevallig staat er een stukje van de kabelbaan op,
maar dat voegt niet veel toe aan wat al bekend was via het plaatje uit het Verkade album. Wel zijn er onderstaande schetsen bij aanvragen van gemeentelijke vergunningen. |
|||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
← ↑ Deze twee schetsen horen bij de
vergunningsaanvraag van 10 januari 1910 [3]. De lengte van de kabelbaan
was 900 m, de draagjukken hadden een onderlinge afstand van 95 m en de bakken
bleven minstens 4 m vrij van de grond. Er werd geen enkele poging gedaan om
aan te tonen dat de affaire veilig was. Met deze summiere gegevens moesten
B&W van de gemeente Voorst het maar doen. In het kader van de Hinderwet
konden op 16 juli 1910 bezwaren bij de Burgermeester worden ingebracht. Er
verscheen niemand [6]. B&W
verleenden de vergunning onder
voorwaarde dat de kabelbaan voor 16 februari 1911 klaar was. ← De delen van een blauwdruk horen bij een
brief uit 1914, waarin vergunning werd gevraagd tot herinrichting van de
machinekamer met 2“zuiggasmotoren” (zie de kleine
lettertjes). Onderin is het
“luchtspoorstation” Toevallig staat de
kabelbaan er deels op. Aan de fabriekszijde was er geen op de kabelbaan
aansluitend smalspoor. Na het maken van een haakse bocht (die buiten de
tekening valt) eindigde de kabelbaan in het overdakte “luchtspoor-station”,
dat 19 m lang was en waarvan de vloer 3,30 m boven de grond lag. Vanaf dit
luchtspoorstation kon de klei in de lager gelegen mengmachine gekiept worden. Zuiggasmotoren Op de
blauwdruk is (ongeveer in het midden gelegen en verticaal lopend) de centrale
drijfas te zien. Deze wordt aangedreven door een Bolling en een Stokport
(bedoeld zal zijn Stockport) zuiggasmotor. Zulke motoren lopen op gas dat men
kan produceren uit steenkool, maar ook uit minderwaardige brandstoffen als
hout en turf. Bij het gebrek aan brandstoffen in de Eerste Wereldoorlog was
dit een voordeel. De gasgeneratoren en scrubbers (voor de zuivering) staan in
een aparte ruimte (rechtsboven). Via riemen
en andere assen worden de mengmachine en twee persen aangedreven. Ook de
luchtpomp en de twee waterpompen in de machinekamer en de kabelbaan zullen
via de centrale as zijn aangedreven, maar hoe dat ging is niet aangegeven. |
|||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
De kleigroeve de Meintjes Al in 1897 – het jaar van
de oprichting – kocht De Vooruitgang percelen in de Meintjes [6]. Volgens een adres aan de gemeente
uit 1914 zou De Vooruitgang in de Meintjes een excavateur gaan gebruiken met
een elektromotor van 15 pk. De klei zou naar het “station” van het luchtspoor
worden gebracht in “wagens loopend op rails, met een locomotiefje waarop
electromotoren zijn geplaatst, sterk 24 pk”. De benodigde stroom zou in de
steenfabriek worden opgewekt [6]. In 1915 vroeg De Vooruitgang “vergunning
tot uitbreiding van hare kleigraverij
door het plaatsen van een centrifugaalpomp met electromotor van 18 pk” [3]. |
||||||||||||||||||||||
↑ Bovenstaande foto in de Meintjes [6, 7] is
waarschijnlijk in de jaren 1930 – 1940 gemaakt, want het gebied is nog kaal, terwijl
er tegenwoordig volwassen bomen staan. Op de achtergrond is een rieten
schuilhut te zien. Op de voorgrond staat een interessante verschijning,
namelijk een Du Croo & Brauns motorlorrie van het type met Austro-Daimler
aandrijving en rechthoekig frame. Dit
type motorlorrie werd vanaf 1920 gedurende enkele jaren gebouwd. Van
bovengenoemde elektrische locomotief lijkt geen sprake (meer). |
||||||||||||||||||||||
Van de laadplaats van de kabelbaan in
de Meintjes is alleen deze tekening uit 1910 beschikbaar [3] → Net als de houten jukken
rust het laadstation op betonnen voeten. Uit de tekening blijkt niet of de
bakken van de kipkarren hier: |
|
|||||||||||||||||||||
- |
aan de kabelbaan werden
gehangen, of |
|||||||||||||||||||||
- |
werden geleegd in andere
bakken die steeds aan de kabelbaan bleven hangen. |
|||||||||||||||||||||
Het eerste lijkt het meest
waarschijnlijk, want van een overlaadinstallatie is op de tekening niets te
zien. Bovendien is bekend dat in Duitsland bij kabelbanen voor
goederenvervoer de kipbakken aan de kabelbaan werden gehangen. Het bedrijven van de kabelbaan
werd gestopt omdat er veel storingen waren en omdat de capaciteit niet groot
genoeg was. Afgaande op de bovengenoemde topografische kaarten zou dit tussen
1941 en 1958 gebeurd zijn. Volgens een ooggetuige zijn de houten draagjukken
nog door metalen exemplaren vervangen. In de Meintjes zijn nog betonnen funderingen van de draagjukken
aanwezig. De steengaasfabriek Twello
groef tussen 1936 en 1937 in de Meintjes klei. Na het stoppen van de
kleiwinning liet men de natuur zijn gang gaan. Het is nu een natuurgebied.
Het is privé bezit en – behoudens enkele excursies – niet toegankelijk. |
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
Scherpenhof De Scherpenhof maakte al in
1896 deel uit van de NV Overijsselsche Steenfabrieken (Terwolde ligt
overigens niet in Overijssel, maar in Gelderland). De Scherpenhof en De
Vooruitgang waren dus vanaf een bepaald moment tot hun sluiting van dezelfde
eigenaar. Hun eindbestemming was weer verschillend: de Scherpenhof is nu een
camping (en De Vooruitgang – als gemeld – een betonfabriek). Blijkens topografische
kaarten (zie hierboven) was er van voor 1933 tot na 1963 een meer dan drie
kilometer lange smalspoorlijn van de Scherpenhof langs de IJssel naar het
noorden, tot vlakbij Welsum. De lijn liep aan de andere kant door tot De
Vooruitgang. |
||||||||||||||||||||||
De Scherpenhof had op zeker
moment 12 paarden [8]. Later was er minstens één stoomloc: Foto [6] bij de Bandijk (dat is de
IJsseldijk waarmee de smalspoorlijn evenwijdig liep) → De klei werd nog met de schop gestoken. De negen
kleistekers zijn met petten getooid. Er zijn ook negen houten bakkipwagens. Mogelijk vulde elke kleisteker één
wagen. De machinist en stoker zijn blootshoofd. Kennelijk heeft het nemen van
de foto nogal wat tijd gekost; ondertussen zijn de veiligheden van de loc
gaan blazen. Het is een Orenstein & Koppel: karakteristiek zijn de twee veiligheden op
de dom, de rookkastdeur en de drie staanders van de ketelsteun daaronder. In dit boek zijn de volgende aan
de Overijsselsche Steenfabrieken nieuw geleverde O&K stoomlocs te vinden: |
|
|||||||||||||||||||||
Fabrieksnr. |
Bouwjaar |
In dienst |
Pk |
Vervoerbare
ketel nr. |
Locatie |
Uit dienst |
|
|||||||||||||||
9135 |
1920 |
1921 |
50 |
5 1940:7 (met nieuwe ketel) |
Deventer (= kantooradres) |
1952 |
|
|||||||||||||||
9234 |
1920 |
1923 |
40 |
6 |
Terwolde |
onbekend |
|
|||||||||||||||
De eerstgenoemde loc kan
ook voor de steenfabriek Hengforden bij Olst (die ook eigendom van
de Overijsselsche Steenfabrieken was) bestemd zijn geweest. De tweede heeft
(volgens het Stoomwezen) zeker bij de Scherpenhof in Terwolde dienst gedaan.
Het is de loc op de bovenstaande foto, want gezien de rechte stoomafvoerpijp
(tussen cilinder en rookkast) is de loc op de foto een 40 pk loc (bij het 50
pk type loopt de stoomafvoerpijp gebogen). |
||||||||||||||||||||||
Op 28 en 29 november 1966
werden in opdracht van de NV Overijsselsche Steenfabrieken de fabrieksgebouwen,
woonhuizen, grond en technische installaties van de hierboven genoemde
steenfabrieken De Vooruitgang en Scherpenhof bij Terwolde alsmede van de
steenfabriek Hengforden bij Olst in het openbaar verkocht: |
||||||||||||||||||||||
|
← gedeelte van een
uitgebreide advertentie in het
Nieuwsblad
van het Noorden d.d. 14-10-1966 |
|||||||||||||||||||||
De tekst is informatief, maar
het is niet duidelijk welke loc(s) bij welke fabriek reden. In elk geval
waren er vier locs voor drie fabrieken. Bekend is dat Henschel fabrieksnummer 2091 (1948) van het
type DG 26 (26 pk) via Orenstein & Koppel Amsterdam in 1954 gebruikt
geleverd is aan de Overijsselsche Steenfabrieken. Er zullen dan drie Diema’s
geweest zijn. In de Diema lijst van Toon Steenmeijer komen de NV
Overijsselsche Steenfabrieken, De Vooruitgang, Terwolde, etc. niet voor. Wel
zijn er Diema’s van de genoemde types DS 14 en DS 40 aan importeur IVB in
Zwolle geleverd waarvan de uiteindelijke klant niet bekend is. De DS 40 zou
een prima opvolger van de 40 pk stoomloc geweest kunnen zijn. 44 kipkarren voor drie fabrieken lijkt weinig, maar een
onbekend aantal had de voor de genoemde spoorwijdte van 700 mm wel heel grote
inhoud van 2 kuub. Dat waren mogelijk nog steeds de bakwagens, die ook op de
foto met de stoomloc te zien zijn. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
- |
Tot de NV Overijsselsche Steenfabrieken (voorheen
B.J. Stegeman & Co) behoorden naast De Vooruitgang en De Scherpenhof in
Terwolde en Hengforden bij Olst ook de in 1947 gesloten steenfabriek Petra
bij Deventer en nog een vijfde fabriek. |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Samenvatting |
● |
De steenfabriek De Vooruitgang in Terwolde gebruikte van 1910 tot waarschijnlijk in de jaren vijftig van de vorige eeuw een kabelbaan van 900 meter lang, waarmee klei uit het gebied “De Meintjes” werd gehaald. De kabelbaan werd waarschijnlijk – net als die van de Kalkmergelmaatschappij St-Pietersberg – geleverd door Bleichert in Leipzig. In de kleigroeve lag smalspoor met als tractie een motorlorrie van Du Croo & Brauns. |
||||||||||||||||||||
● |
De naburige steenfabriek De Scherpenhof behoorde uiteindelijk tot hetzelfde concern, namelijk de Overijsselsche Steenfabrieken. Hier werd eerst met paardentractie gewerkt en vanaf 1923 met stoomtractie. De klei werd via een lange smalspoorlijn uit de uiterwaarden van de IJssel gehaald. |
|||||||||||||||||||||
● |
Begin jaren 50 van de twintigste eeuw werden zowel de kabelbaan van De Vooruitgang als de stoomtractie bij De Scherpenhof afgedankt. Waarschijnlijk kregen toen beide fabrieken hun klei via de lange smalspoorlijn, waarop toen dieseltractie werd ingezet. |
|||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Referenties |
[1] |
P.H. Groningen cs, “Deventer als industriestad in 1907”; Deventer Boek- en Steendrukkerij, 1907. |
||||||||||||||||||||
[2] |
Eric Giesbers; “Steenfabrieken in Deventer en omgeving; Vergeten ruïnes langs de IJssel”; Deventer Jaarboek 2005. De aangevulde tekst staat op http://www.sied.nl/documenten/SteenfabrDeventersite.pdf |
|||||||||||||||||||||
[3] |
Gemeente-archief Voorst. |
|||||||||||||||||||||
[4] |
Jac. P. Thysse; “De IJsel”; Zaandam 1916. |
|||||||||||||||||||||
[5] |
Informatie van Martin Hoogerwerf. |
|||||||||||||||||||||
[6] |
Archiefmateriaal van de Oudheidkundige Kring Voorst. |
|||||||||||||||||||||
[7] |
“De Terwoldse Meintjes”; Kronijck (Mededelingen Oudheidkundige Kring Voorst) jrg. 13 (1990), nr. 1, p. 18-24. |
|||||||||||||||||||||
[8] |
Zijdelings genoemd in Kronijck
(Mededelingen Oudheidkundige Kring Voorst) jrg. 12
nr. 1, p. 15. |
|||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||
Dankbetuiging |
Dank is verschuldigd aan mevrouw Annemarie Geerts (gemeente-archief
Voorst), de Oudheidkundige Kring Voorst (onder andere dhr. J. Lubberts en mevr. Gerrie Groenewold) en de medehobbyisten
Gerard de Graaf, Martin Hoogerwerf en Jan Roos. |
|||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
{ |
Aanvullingen motortractie op smalspoor Aanvullingen stoomtractie op smalspoor |
||||||||||||||||||||
Terug/verder naar |
|
|||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||