Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

 

Klik op deze pdf voor de aanvullingen en verbeteringen – stand 2016 - van Hans de Herder op zijn boek over stoomtractie op smalspoor.

 

 

Andere aanvullingen (met het fabrieksnummer terug te zoeken in het boek van Hans de Herder):

 

Noordhollands archief_IJmuiden_KNA001013593.jpg

Baldwin Locomotive Works

Fabrieksnummer: 16695

bouwjaar: 1899

spoorwijdte: 914 (→ 900 ?) mm

 

De Baldwin was tot het intrekken van de ketelvergunning in 1920 als vvb 4 onder de naam IJmuiden 4 in dienst van de Amsterdamsche Ballast Mij (ABM).

 

← De Baldwin is hier – met blazende veiligheden - betrokken bij de zandafvoer bij het graven van de Vissershaven in IJmuiden, waarmee in 1894 werd begonnen. Typisch Amerikaans zijn de drie ronde dommen en de koeienschuiver. Foto: Collectie Kees Plug.

 

De loc op de achtergrond is waarschijnlijk een Hagans van de ABM.

 

 

Muggenwaard.jpg

 

Du Croo & Brauns

Fabrieksnummer: 86

bouwjaar: 1926

spoorwijdte: 700 mm

 

F.C. van den Heuvel - steenfabrikant uit Tilburg en tevens eigenaar van steenfabriek De Vijf Eiken in Rijen - kocht in mei 1925 de steenfabriek De Muggenwaard nabij Rheden. Tot zijn investeringen hoorde de aanschaf van een 25 pk D&B, bij het Stoomwezen bekend als vervoerbare ketel 3.

 

←Foto: collectie Jan van Weeghel. Zijn vader is de jongen op de loc; zijn grootvader was er vanaf 1926 steenovenbaas.

MuggenwaardNummerplaat.jpg

Het is de enig bekende foto van deze loc. Die is nog nieuw.

Op de foto is bij hoge vergroting het fabrieksnummer te zien →

 

De loc ging al in 1930 naar de  Katwijksche Kalkzandsteenfabriek te Katwijk a/d Rijn. Het is niet bekend hoe de tractie bij De Muggenwaard daarna verzorgd werd.

Geniekamp Zeist Couillet loc 1040 stempel 23-6-1910

    

Couillet

fabrieksnummer 1040

bouwjaar 1891

spoorbreedte: 600 mm

 

← Prentbriefkaart uit de verzameling van Erwin Voorhaar,

poststempel 23-6-1910. De tekst op de prentbriefkaart spreekt voor zich.

Geniekamp Zeist Freudenstein loc

Freudenstein

fabrieksnummer 202

bouwjaar 1905

spoorbreedte: 600 mm

 

←Prentbriefkaart uit de verzameling van Erwin Voorhaar.

 

Eind 1914 werden voor 15.000 Belgische soldaten en burgers twee houten barakkenkampen (Kamp I en Kamp II) gebouwd op Kamp Zeist, de oude legerplaats van de Genie, op het grondgebied van Soesterberg. Aanvoer geschiedde per smalspoor vanaf Huis ter Heide.

 

Zie de foto van de Luik in de webpagina over de Westkapelse Zeedijk.

Hanomag

fabrieksnummer 9422

bouwjaar 1928

spoorbreedte: 900 mm

Meijerij 21 detail.jpg

Henschel

Fabrieksnummers 6301

Naam: Gouda 2

bouwjaar 1903

spoorbreedte: 1067 mm

 

← De loc in een later leven (zie de toelichting onder de foto) als loc 21 van Tramweg-Maatschappij De Meijerij, Heeswijk, 21-08-1936 [1].

 

Als Gouda 2 van aannemer Bos was de loc niet opgetuigd met biesjes. Het raam tussen beide ovale ramen in de voorwand van het machinistenhuis is waarschijnlijk niet origineel, maar door de EDS of De Meijerij aangebracht. Op de foto hieronder heeft de OG 9 of 10 namelijk een rond raam op deze plaats.

De aannemer P.A. Bos uit Gorcum kocht vier fabrieksnieuwe Henschel tweeassers. Ze hadden de Henschel fabrieksnummers 6300 t/m 6303 en de namen Gouda 1 t/m 4.  Ze waren gekocht voor de in 1902 begonnen aanleg van de tramlijn Gouda-Schoonhoven van de Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen (MET). De Gouda 1 – 4 hadden de spoorwijdte van de geplande tramlijn, namelijk 1067 mm. Omdat het baanlichaam steeds in het veen wegzakte kwam het werk eind 1903 voor jaren stil te liggen. In 1910 werd de affaire door de Staat genaast en werd de lijn in normaalspoor afgebouwd omdat de SS de lijn ging exploiteren. De lijn werd pas in 1914 geopend.

P.A. Bos verkocht de Gouda 1 en 2 in 1917 aan  de Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij (EDS, 1067 mm) en die verkocht ze in 1928 aan De Meijerij (ook weer 1067 mm). Een jaar later kwamen de vroegere Gouda 3 en 4 (waarvan de geschiedenis hieronder belicht wordt) ook naar de Meijerij. De vier achterstandlocs kregen de nummers 20 t/m 23. In de periode 1938-1940 werden ze gesloopt.

 

De Gouda 3 en 4 werden al in 1908 door P.A. Bos verkocht aan de aannemer Steven Arntz te Millingen. Die verkocht de Gouda 3 aan de aannemers H. Ibelings & H. Huisman uit Groningen voor de aanleg van het gedeelte Zwolle-Zwartsluis van de tramlijn Zwolle-Blokzijl (zie hier voor de aanleg van het andere gedeelte). Op 31-01-1912 werd de ketelacte van het Stoomwezen verkregen (zie dit boek). De 1067 mm tramlijn Zwolle-Blokzijl werd in 1914 geopend. In 1915 offreerden Ibelings & Huisman hun loc aan de Stoomtramwegmaatschappij Oostelijk-Groningen (ook weer 1067 mm), die de tramlijn Winschoten-Delfzijl in eigen beheer wilde aanleggen. Pas in 1917 werd de koop gesloten [2]. Aannemer Ibelings offreerde in 1915 aan OG ook 20 naar beide zijden kippende wagens met ijzeren bodem en een inhoud van 3,5 kuub. Toen OG in 1917 toehapte waren er nog 18 van die wagens [2].

OG kocht in 1917 ook de Gouda 4. Die was volgens het Stoomwezen nog steeds eigendom van Arntz te Millingen en stond te Nieuwersluis nabij Kolhorn.  Uit krantenartikelen is bekend dat Arntz daar de (Zuider)zeedijk van de Waardpolder had opgehoogd. De transactie verliep niet via Arntz, maar via Orenstein & Koppel in Amsterdam. In [2] staat een uitgebreid rapport over de Gouda 4. Deze Henschels hadden een waterreservoir van 1750 liter tussen het frame. De twee kolenbakken hadden afmetingen van 40 x 40 x 100 cm. Er waren twee injecteurs. De waterstand werd aangegeven door een peilglas en twee proefkranen.

Arntz had de Gouda 4 in 1915 voor f 2200 bij Backer & Rueb in Breda laten repareren, waarbij onder andere de zuigers en zuigerschuiven waren gevlakt. De loc was het laatst in 1916 inwendig onderzocht en goedgekeurd te Tilburg. De toestand van de Gouda 3 was kennelijk minder goed, want die kostte f 5000, terwijl voor de Gouda 4  f 7500 werd gevraagd. De locs kwamen bij de OG in dienst onder de nummers 9 en 10. In 1924 kwamen ze buiten gebruik [3]. In 1929 werden ze verkocht aan de Tramweg-Maatschappij De Meijerij.

OG 9 of 10 detail.jpg

 

Henschel

Fabrieksnummers 6302 of 6303

Naam: Gouda 3 of 4

bouwjaar 1903

spoorbreedte: 1067 mm

 

← De loc in een later leven (zie de toelichting boven de foto) als loc 9 of 10 van Oostelijk Groningen, Ter Apel, circa 1920 [2].

 

Typisch voor Henschels met groter vermogen is de excentrische vuurkastdeur.

De loc is veel minder opgetuigd dan de Meijerij 21 op de foto hierboven.

 

Opmerkingen:

·       Bij de verkoop van de Gouda 1 en 2 aan de EDS en 3 en 4 aan de OG t/m 4 vermeldt dit boek steeds (terecht) dat de acte van het Stoomwezen is ingetrokken. Dat komt omdat de stoomketels van locomotieven van de spoor- en tramwegdiensten niet onder het Stoomwezen vielen, maar onder de Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten. Die had een eigen afdeling Stoomwezen.

·       In [3] staat tabel A.6 met uitgebreide technische gegevens van de locomotieven van De Meijerij, dus ook van de ex-Gouda 1 t/m 4.

Zie de foto van de Zwolle in de webpagina over de Westkapelse Zeedijk.

Henschel

fabrieksnummer 17327

bouwjaar 1919

spoorbreedte: 900 mm

Zie het schilderij van Wim Brandwijk.

Henschel

fabrieksnummer 20925

bouwjaar 1926

spoorbreedte: 700 mm

Bato stoomloc in Marknesse.jpg

Henschel

fabrieksnr 20331 of 20401

bouwjaar 1924

spoorbreedte: 600 mm

 

← De foto [4] is in 1946/47 gemaakt bij de bouw van de sluis in Marknesse door de N.V. Nederlandse Beton Mij.

Bato” te Den Haag.

 

Er staat dan ook Bato op de loc. Bato had 2 Henschels, een O&K en een Jung stoomloc (zie dit boek). De loc op de foto is één van de Henschels. Die zijn in 1932 tweedehands in Duitsland gekocht.

Jung

fabrieksnummer 1949

bouwjaar 1913

spoorbreede 600/700 mm

 

Zie Crullsveen.

 

 

locowijk website

 

Jung 1494 (1910)

spoorbreedte: 700 mm

 

De steenfabriek van D.J. van Wijk in Geldermalsen - de voorloper van de Chamotte Uniegebruikte van 1912 tot 1918 deze stoomloc op haar 700 mm lijn naar de kleigroeve.

 

Op de foto [] staan directeur D.J. van Wijk, zijn vrouw, zoon en schoondochter op wagens voor stenen.

 

De steenfabriek had namelijk sinds 1904 ook een 900 mm lijn naar de Linge voor de afvoer van stenen. Die lijn was in 1914 geëlektrificeerd en omgebouwd naar 700 mm. Op de volgende foto is een houten bovenleidingmast te zien. De foto’s zijn daarom tussen 1914 en 1918 gemaakt.

 

Treintje Chamotte 2 bew

 

← De Jung loc had de naam “Johanna” []

 

 

In 1930 schreef de Chamotte Unie aan de gemeente Geldermalsen, naar aanleiding van klachten over geluidsoverlast bij nachtelijke ritten van de elektrische tram, dat men de tram waarschijnlijk door stoomtractie zou vervangen. De tram verdween echter niet en bij nachtritten werden voortaan paarden gebruikt. Waarschijnlijk is de stoomloc alleen voor de foto de tramlijn op gereden en werd de stoomloc normaliter alleen gebruikt op het driebenig (drierailig) NS raccordement en het fabrieksterrein.

Volgens De Herder in 1921 naar H.J. Bakhuis te Veessen voor werk te Fortmond en daarna spoorloos. Hendrik Jan Bakhuis was van 1908 tot 1925 eigenaar van de steenfabriek Fortmond. De loc was daar nog zeker tot 1955 aanwezig (maar niet meer in 1960) en was al sinds < 1949 defect (en daarom kennelijk uit de keuring gehaald).

Zie hier voor een foto en het laatste deel van de geschiedenis.

Maffei 3923 (1914)

spoorbreedte: 750 mm

(Fortmond 700 mm)

bouwjaar 1915

 

Orenstein & Koppel

fabrieksnummer 4873

bouwjaar 1911

spoorbreede 750 mm

 

Zie Crullsveen.

 

 

Orenstein & Koppel

Fabrieksnummer 7283

bouwjaar 1911

spoorbreede 700 mm

Zie deze foto van vvb 11 van de N.V. Hillen & Roosen, Betonbouw “Trio” te Amsterdam, die de loc in 1927 kocht. Opmerkelijk is dat het Stoomwezen wegens de vele gebreken aan de ketel pas op 30-04-1930 de acte van vergunning stuurde, terwijl de loc blijkens de foto op 30 mei 1928 gewoon (maar dus zonder vergunning) aan het werk is. Het is onbekend welke loc op de foto vvb 11 is.

Orenstein & Koppel

fabrieksnummer 9201

bouwjaar 1920

spoorbreede 700 mm

 

Zie Crullsveen

 

Orenstein & Koppel

Fabrieksnummer 9205

bouwjaar 1920

spoorbreede 700 mm

 

Zie deze foto van vvb 10 van de N.V. Hillen & Roosen, Betonbouw “Trio” te Amsterdam. Op deze foto is niet duidelijk welke loc vvb 10 en welke vvb 11 is; de locs zijn identiek en dragen geen nummer.

Orenstein & Koppel

Fabrieksnummer 9234

bouwjaar 1920

spoorbreede 700 mm

 

Zie deze foto nabij de steenfabriek De Scherpenhof bij Terwolde (onderdeel van de Overijsselsche Steenfabrieken te Deventer).

 

 

Met dank aan:

Kees Plug

 

 

Bronnen:

[1]

Foto uit: W.J.M. Leideritz, “De stoomtrams in Oost-Brabant”, Deboektant, 1996

[2]

G.R. de Weger en Ag. Jansen, “Oostelijk Groningen 1915-1948”, Schuyt & Co, 1999.

[3]

W.J.M. Leideritz, “De Tramwegen van Noord-Brabant”, uitgeverij Brill, 1978.

[4]

Juliëtte Huis in ’t Veld en Joke Suidgeest-Pijlman, “De Sluis: Hart van Marknesse”, Commissie Marknesse in Woord en Beeld, 2004.

[5]

De foto’s komen uit de verzameling van dhr. Rochus D. Timmer. De bovenste foto komt ook voor in het boek “Beelden van Geldermalsen en Meteren”, van Hilbrand de Bruijn.

 

 

 

 

{

het boek over stoomtractie op smalspoor

Terug/verder naar:

 

Nieuw                                    Home                                         Inhoud