► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
aanvullingen, volgens de hoofdstukindeling van het boek Smalspoor in Bedrijf : |
|||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Hoofdstuk 13 Keramische industrie:
|
Laumans in Tegelen 600 mm spoorwijdte |
Zie ook: |
|||||||||||||||
-Tegelen Algemeen voor o.a. een kaart. |
|||||||||||||||||
-Andere Tegelse fabrieken: |
|||||||||||||||||
-Sporen naar Kaldenkirchen
|
|||||||||||||||||
Laumans (laatst gewijzigd op 15-11-2015) De fabriek van de Gebroeders Laumans
werd in 1935 verplaatst van de Industriestraat naar de Steenweg en is daar nog
steeds gevestigd, al veranderde na overnames de naam eerst in Lafarge en in
2008 in Monier. Gebr. Laumans
nam (als eerste in Nederland) in 1947-1948 een tunneloven in gebruik. |
|||||||||||||||||
|
← De klei lag
diep en dus moest het grondwater worden weg gepompt. Deze foto van museum de
Tiendschuur in Tegelen illustreert dat het delven
van de klei een zompige toestand was. Bekend is dat het een groeve van Laumans
betreft. Het jaar van de opname is onbekend. Wel ziet men rechts het
breedspoor voor (waarschijnlijk) de zandexcavateur.
Het gaat daarom waarschijnlijk om de in 1938 geopende groeve “Twee Heuvels” alias “Op de
Heide”. Kennelijk is de grote kleiexcavateur (die
de klei naar de begane grond brengt) nog niet aanwezig, want er ligt
smalspoor op de bodem van de groeve. |
||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Zoals al bij Tiglia aan de orde kwam, liepen de smalspoorlijnen van de buren Tiglia en Gebr. Laumans het eerste stuk (gezien vanaf de fabrieken) samen. Aanvankelijk voerde dat gemeenschappelijk stuk langs de Hondsdiek (4 op de kaart), gelegen op het landgoed van kasteel de Holtmühle. Vanwege de vergoeding die aan de kasteelheren (de gebroeders van Basten Batenburg) betaald moest worden, werd in 1951 een nieuw tracé in gebruik genomen, via een door Laumans en Tiglia betaalde tunnel onder de Heideweg (nummer 5 op de kaart). Er lag dubbelspoor en wel een zwaar spoor voor beladen treinen (van beide fabrieken) en een licht spoor voor lege treinen. De helling was maar liefst 4%. Op de steile helling achter de huizen van de Nachtegaalstraat en de Calvaristraat (vlakbij Laumans) werd altijd naar boven gereden met de cabine van de loc voor. Volgens een ooggetuige reed alleen bij de lichtste locs een remmer mee. Bij een trein van vier wagens stond de remmer op de achterste wagen. Bij vijf wagens werd de middelste beremd. Remmen werd aan het gevoel van de remmer overgelaten; de machinist gaf geen teken. Nadat Tiglia het railvervoer in of voor 1961 gestaakt had, kreeg Laumans het rijk alleen op de gemeenschappelijke lijn. Bovendien was Laumans van 1965 tot 1985 het enige bedrijf in Tegelen dat er nog smalspoor op na hield. Uit het gemeentearchief van Tegelen (nu in Venlo) blijkt het volgende. Op 1 december 1967 berichtte de gemeente Tegelen aan Laumans dat “de spoorlijn te zijner tijd niet kan worden gehandhaafd” in verband met de aanleg van een stamriool en de aanleg van een nieuwe provinciale weg. Deze “Kernenverbindingsweg” of “Streekweg” zou Beesel, Belfeld en Tegelen oostelijk om de dorpskernen heen met elkaar gaan verbinden. Tegenwoordig volgt de A73 dit tracé. Al op 5 december 1967 berichtte Laumans zeer teleurgesteld te zijn. Er volgden verschillende besprekingen tussen Laumans, de gemeente en Provinciale. Waterstaat. De in Tegelen toch rijkelijk toegepaste mogelijkheid van een tunnel of viaduct werd daarbij nooit genoemd. Wel werden interessante cijfers verstrekt (het commentaar staat tussen haakjes): Voor de omvang van het vervoer werd zowel 140–150 ton klei per dag als 30.000 ton klei per jaar opgegeven. (Kennelijk werd er circa 200 dagen per jaar gereden). Per dag reden er twaalf treinen naar de fabriek in Tegelen en omgekeerd. (Per trein werd dan circa 12 ton vervoerd. Bij een soortelijk gewicht van 1,8 ton per kuub is dat 6,7 kuub. Bij gebruik van ¾ kuub wagens betekent dat circa negen wagens per trein). Bij het vervoer per tram waren twee personen betrokken (Er werden met twee locs elk zes ritten per dag naar Tegelen gemaakt. Hierbij kwam nog het vervoer naar Kaldenkirchen). |
|||||||||||||||||
In 1968 was er nog geen vuiltje aan de lucht en was er druk vervoer. Op de voorgrond staat Deutz 33424 (de huidige ISM 50) uit 1940 bij de groeve van Laumans in Tegelen (de groeve is nog net door het prikkeldraad te zien). Deze loc was kennelijk bij de excavateur actief en heeft de volle kipkarren klaar gezet voor één van de twee treinlocs, een in de verte zichtbare Ruston & Hornsby. De buffers van deze Deutz loc zijn anders dan die van haar als monument opgestelde zuster.
← Foto
verzameling Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal.
De foto is gemaakt door Pierre Lommen, staat ook in het boek 'Limburgs
klei-industrie' (1968) en moet derhalve voor of in 1968 gemaakt zijn. |
|||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||
De kosten van het vervoer per tramlijn bedroegen ƒ 0,90 per ton. Per vrachtauto zou dit ƒ 2,50 worden. Maar de wegen in de hei waren niet geschikt voor vrachtauto’s. Daarom zou de klei in de hei per tram vervoerd moeten worden en dan verder per vrachtwagen naar de fabriek. Op 7 juli 1969 voerde Laumans bij de gemeente aan dat de tramlijn ook nodig was voor het - toen kennelijk nog steeds bestaande- vervoer naar Duitsland. Opheffing van de lijn naar Tegelen zou het smalspoor naar Kaldenkirchen minder economisch maken. Laumans zou dan bij de groeve een loods voor de locomotieven moeten bouwen (kennelijk was er geen loods in Kaldenkirchen). De gemeente zegde toe de wegen op kosten van de provincie zodanig te verharden dat transport per vrachtwagen mogelijk zou worden. Laumans wilde echter niet met vrachtwagens langs de 17 meter hoge wand rijden. Daarom moest er een “ramp” voor het overladen komen. De gemeente dacht nu alles geregeld te hebben en trok per 1 maart 1970 de vergunning van Laumans voor het hebben van een smalspoorlijn op gemeentegronden in, met een opzegtermijn van drie maanden. Pas op 15 juli 1970 kwam er een reactie, waarin Laumans (terecht) klaagde dat er niet was gesproken over een schadevergoeding. Op 9 september 1970 voerde de gemeente daarom een gesprek met deskundigen. De aan Laumans te vergoeden kosten betroffen vooral een “ramp”, een locloods en een spoor daarheen ter waarde van ƒ 25.000. De provincie weigerde aanvankelijk dit bedrag aan de gemeente te vergoeden. Het was immers niet in de begroting voor de provinciale Streekweg opgenomen, omdat de gemeente verzuimd had tijdig met Laumans over een schadevergoeding te onderhandelen. Pas in 1974 ging de provincie alsnog akkoord. Ondertussen schreef de gemeente op 30 september 1970 aan Laumans dat de voorzieningen aan de wegen getroffen waren en dat Laumans derhalve op vervoer per vrachtauto kon overschakelen. De gemeente vertrouwde er daarom op dat de tramlijn spoedig verwijderd zou zijn. De gemeente kocht ook grond van Laumans. De taxateur schreef op 11 september 1972 aan de gemeente dat hij die grond ten onrechte met smalspoor had getaxeerd, terwijl het smalspoor toen al verwijderd was. Derhalve is het smalspoor tussen de groeve en de fabriek in Tegelen verwijderd tussen 30 september 1970 en 11 september 1972. |
|||||||||||||||||
Het smalspoor nabij de groeve bleef dus in gebruik. De klei werd middels een “ramp” van de kipwagens in vrachtwagens overgeslagen. Daarnaast was de lijn naar de fabriek van Laumans in het Duitse Kaldenkirchen nog in gebruik. Zoals gepland werd nabij de groeve een locloods met werkplaats gebouwd omdat de locs immers de fabriek in Tegelen niet meer konden bereiken. In 1985 werd het smalspoor “tijdelijk” stil gelegd. De vijf locs (drie Deutzen en twee R&H’s) bleven in de loods staan en gingen in 1990 naar Industrieel Smalspoor Museum Erica. De ISM 51 keerde in 1995 terug naar Tegelen en werd met twee kipwagens als monument opgesteld bij Keramiekcentrum De Tiendschuur. |
|||||||||||||||||
Er was bij Laumans mechanische tractie vanaf 1923 tot 1971. Er zijn de volgende locs bekend: |
Bron: |
||||||||||||||||
* O&K
(1924) benzineloc (type onbekend) * Deutz 21205 (1938), type OMZ117, 600 mm In 1989 naar Industrieel Smalspoor Museum, Erica, nr. 51 In 1995 naar museum de Tiendschuur in Tegelen (foto). * Deutz 21206 (1938), type OMZ117, 600 mm In 1989 naar Industrieel Smalspoor Museum, Erica, nr. 52 * Deutz 33424 (1940), type OMZ117, 600 mm Tweedehands uit Duitsland gekomen (foto). In 1989 naar Industrieel Smalspoor Museum, Erica, nr. 50 * Ruston & Hornsby 243399 (1946) type 30DL, 2,75 ton, 600 mm In 1989 naar Industrieel Smalspoor Museum, Erica, nr. 54 * Ruston & Hornsby 283527 (1950) type 30DL, 3,25 ton, 600 mm In 1989 naar Industrieel Smalspoor Museum, Erica, nr. 53 |
O&K referentie t.b.v.Gasfabriek Keilehaven, R’dam: Op 1 juli 1926 was de loc 2 jaar in gebruik. Een O&K referentielijst uit 1950 vermeldt geen loc in Tegelen. Henk Sluijters Henk Sluijters; Foto
boek “Industrieel Erfgoed in
Limburg” Foto
in het boek “Industrieel Erfgoed in
Limburg”; Henk Sluijters Henk Sluijters Foto collectie Hay van Rhee |
||||||||||||||||
In het Polderspoor 2005-2 noemt Hay van Rhee een Diema die dienst deed op de lijn van de groeve Twee Heuvels naar de fabriek. Ook een andere ooggetuige noemt een zware Diema. De Diema leverlijst biedt geen aanknopingspunten behalve de volgende dieselloc voor Laumans in Kaldenkirchen: *
Diema 1208 (1947) type DS40 B-dm 600 mm Gezien het bovengenoemde feit dat Laumans in Kaldenkirchen geen locloods had, zal dit wel de bedoelde Diema zijn. De eerste twee zware Deutz locs moeten zijn gekocht ter gelegenheid van de opening van de nieuwe groeve Op de Heide; de tweede Ruston bij de opening van de nieuwe lijn via de tunnel onder de Heideweg. Zowel de Deutzen als de Rustons werden gekocht via importeur Spoorijzer. |
|||||||||||||||||
Met dank aan: |
Heemkundevereniging Maas- en Swalmdal,
Hay van Rhee (Tegelen ) en Rudolf Bak. |
||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
Bronnen: |
Zie hier. |
||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||
{ |
|||||||||||||||||
Terug/verder naar: |
Tegelse fabrieken met 600 mm spoorwijdte Canoy & Herfkens (900 mm spoorwijdte) |
||||||||||||||||