► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||
|
|||||||||
Cockerill hydrostatische locs Geplaatst:
16-08-2024; aangevuld en gecorrigeerd: 17-12-2024. |
|||||||||
Inleiding In 1989 sloten de Deense staatsspoorwegen DSB een
contract met het Belgische Cockerill Mechanical Industries (opm. a) voor de levering van
het nieuw ontworpen type "Cmi 500". Het was een tweeassige
locomotief met een centrale bestuurderscabine. Het vermogen werd hydrostatisch
overgebracht, waarbij de dieselmotor twee Sauer-Sundstran-hoofdpompen
aandreef. Iedere pomp dreef
via twee hydrostatische motoren met een variabel debiet een as
aan. Alle hulpaggregaten zoals compressoren, ventilatoren, etc. werden
eveneens hydrostatisch aangedreven. Andere kenmerken waren de automatische
rangeerkoppelingen en een radiografische afstandsbediening. De DSB
serieaanduiding was MJ [1]. Enkele jaren later volgde een schikking. De
afgekeurde locomotieven werden door de DSB teruggestuurd naar Cmi: het
prototype werd ontmanteld en de twee seriemachines 506 en 510 werden door Cmi
als industrieloc verhuurd. Daarnaast bouwde Cmi nog meer locs van dit type
die in België, Luxemburg en Frankrijk verkocht of verhuurd werden [1]. Anno
2024 staat de teller op minstens 21 locs. Met een motorvermogen van 525 pk,
een gewicht van 40 ton en een maximum snelheid van 65 km/uur (dit alles
volgens de folder)
zijn het voor tweeassers zeer forse machines. Deze website gaat over industriespoor in Nederland
en daar heeft tot op heden geen exemplaar van dit type gereden. Het punt is
dat Cmi de met dit type opgedane kennis later benut heeft om andere
hydrostatisch aangedreven types te ontwerpen, waarvan er sinds 2024 wel een
exemplaar in Nederland actief is. De verschillende types |
|||||||||
|
|||||||||
↑ Illustratie uit een Cmi folder d.d. februari 1997
[2] ↑ De drie types hebben dezelfde
cabine, schoorsteen en kleuren (opm.
b). Het bovenste type is het voor de DSB gebouwde type, waarin – naar
valt aan te nemen – verbeteringen zijn aangebracht. Het blijkt dat de klant
keuzemogelijkheden heeft voor het vermogen van de dieselmotor, het gewicht en
de maximum snelheid. Er worden hier (in 1997) nog geen type-aanduidingen
gebruikt. |
|||||||||
Maar in een folder uit 2016 of later [3] staat een lijst
met belangrijke jaartallen → Hierin wordt met terugwerkende kracht tot 1989 het
tweeassige type “model NH 500 B” genoemd. In bovenstaande folder uit
februari 1997 staat onder de tweeasser een drieasser. Daar werd in 1997 kennelijk aan gedacht en misschien
ook wel aan gewerkt. Maar dit model was toen nog niet leverbaar, want bij de
jaartallen rechts staat pas bij het jaar 2000 dat het “model NH 500 C”
ontworpen is. Uit het voorgaande is grotendeels duidelijk was de
type-aanduidingen betekenen: laatste letter: asvolgorde getal: het (afgeronde) vermogen van de
dieselmotot in pk H: hoogst waarschijnlijk
hydrostatisch N: ? (opm. c). |
|
||||||||
Er bestaan Cmi folders van de NH 500 B [4] en
de NH 500 C
[4]. De NH 500 C heeft 3 assen, maar de loc is even lang als de tweeasser.
Hoewel in bovenstaande lijst voor de NH 500 C het jaartal 2000 genoemd wordt
dateren de folders uit 2006 [4]. Na deze
types uit 2000 zijn de volgende (en laatste) types in de lijst met jaartallen
de NH 300 B en de draaistelloc NH 700
BB, beiden uit 2004 en met folders uit 2006. Daarvan is type NH 300 B een
buitenbeentje dat
in de bovenstaande tekening uit de Cmi folder d.d. februari 1997 niet voor komt en dat in
Nederland nog niet gesignaleerd is (opm. d). Daarentegen is er wel een
draaistelloc van het type NH 700 BB in Nederland werkzaam en wel sinds
voorjaar 2024 bij Nyrstar in Budel-Dorplein: |
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
↑ Budel-Dorplein, 24-06-2024.
Foto’s: Louis van Delft ↑ Op de zijkanten van de cabine is onder de gele plaat met
het (bedrijfs ?)nummer W109 een klein wit plaatje te zien. |
|||||||||
Jeffrey Rackels ontdekte dit kenplaatje en fotografeerde
het in mei 2024 → Het gaat om een fabrieksplaat.
Onderaan in het midden staat het bouwjaar 2012. Daarboven staat als type NH 700 BB
(geschreven als NH 700 B-B). Daar weer boven staat rechts het gewicht van 80
ton en links 4424/704. Daarvan is 4424 het Cockerill/Cmi fabrieksnummer; het past uitstekend
bij het bouwjaar 2012. Het getal 704 is ook te zien op
de voorzijde van de huif op de foto hierboven. De betekenis daarvan is als
volgt: |
|
||||||||
Nummers Cmi voorzag de hydrostatische
locs naast het gewone fabrieksnummer nog van een extra snummer: Elk type heeft een eigen serie
nummers, beginnend met een cijfer dat vermenigvuldigd met 100 ongeveer het
dieselmotorvermogen in pk aangeeft. Als voorbeeld het type NH 500 B: het
vermogen is ongeveer 500 pk. Het nummer
begint daarom met 5. De 506 en 510 uit 1993 in Denemarken werden al in
de Inleiding van deze webpagina genoemd. Er werd rustig doorgenummerd. Soms
is bekend welk bouwjaar bij een 5xx nummer hoort. Zo is de 501 in 1993 [5] en
de 518 in het jaar 2000 gebouwd (zie het bijschrift bij deze
foto). Anno 2024 werd na het bekijken van een groot aantal foto’s 521 als
hoogste nummer gevonden. Er zijn dus minstens 21 locs van dit type gebouwd. Wat betreft de nummers horen bij
het type NH 700 BB: de nummers Cmi 701 en 702 komen voor, zoals Cmi 702 op deze
foto. Dezelfde foto komt echter ook op flickr voor in een map met locs
van de Franse fabriek Fauvet-Girel. Espérance-Longdoz (een bedrijf dat zich bezighield met
steenkoolwinning en staalproductie in de omgeving van Luik) had vier
draaistellocs van Fauvet-Girel. Door fusies en fabrieksluiting kwamen ze in
handen van Cmi, dat twee locs sloopte en twee locs reviseerde [6].
Uiteindelijk kregen ze de nummers 701 en 702, waarschijnlijk omdat ze
ongeveer dezelfde eigenschappen hadden als het Cmi type NH 700 BB. De nummers
701 en 702 worden dus niet bezet door nieuw gebouwde locs van het type NH 700
BB. Verder is over Cmi 703 en over nummers groter dan Cmi 704 niets gevonden
(van de levensloop van de Cmi 704 voor de komst in Budel is ook niets
gevonden). Het kan best zijn dat enkele van de genoemde nummers toch bestaan
(hebben), maar het is duidelijk dat de NH 700 BB geen populair type is. Wel
zou er in 2022 een fabriek in Brazilië gebouwd worden waar om te beginnen 12
locs van het type NH 700 BB voor een Braziliaanse staalfabriek gebouwd zouden
worden. Diverse componenten (zoals de elektromotoren) zouden lokaal worden
ingekocht [7]. |
|||||||||
|
|||||||||
Folder uit 2006 De maatschets hiernaart komt uit
een Cmi folder
over de NH 700 BB uit 2006 [4]. De
resolutie is slecht. De afmetingen zijn wel ingetekend, maar zijn niet te
lezen. Belangrijke kenmerken zijn wel te zien: de loc is (afgezien van de
schoorsteen) symmetrisch om de middencabine en de voetplaat wordt bereikt via
recht onder elkaar liggende traptreden (zoals bij de loc in Budel ook het
geval is). |
|
||||||||
De loc in Budel wijkt in details
van de maatschets af. Zo zitten volgens de maatschets bovenin de motorhuif
waarop de schoorsteen niet is geplaatst twee ventilatoren. Bij de loc in
Budel bevindt zich bovenin de motorhuif aan de zijde van de schoorsteen (dus
in de andere motorhuif) maar één ventilator (onder een afdakje). De folder bevat alleen twee
foto’s van geel/zwarte locs. Met google lens werd gezocht naar meer
soortgelijke afbeeldingen. Dat leidde naar aanbiedingen op IndiaMart van de
firma John Cockerill India Limited in
Mumbai. Het gaat om twee foto’s met een betere resolutie dan die in de Cmi
folder uit 2006. De resolutie is nog steeds te slecht om de foto’s op deze
webpagina te vertonen. Maar wel kunnen enkele conclusies getrokken worden: op
de ene foto is het nummer 701 en op de andere het nummer 702 te zien. Op de
foto van de 701 is duidelijk te zien dat de loc één lange en één zeer korte
huif heeft. Een zo korte huif is op de Cmi foto’s niet te zien, maar is wel
een kenmerk van de Fauvet-Girel locs die hierboven bij Espérance-Longdoz ter sprake kwamen. Dit is weer een
bewijs dat Cmi 701 en 702 niet slaan op echte NH 700 BB locs maar op door Cmi
omgebouwde Fauvet-Girel locs. Het is misleidend dat Cmi foto’s van deze locs
gebruikt wordem in een folder over het Cmi NH 700 BB type. Kennelijk was er
in 2006 (toen de folder gemaakt werd) nog geen “echte” Cmi NH 700 BB gebouwd
en waren daarom de juiste foto’s nog niet ter beschikking. Folder uit 2011 Een tweede
versie van de CMi folder stamt uit 2011 [4]. Daarin staan twee kleine
foto’s van een loc in het bekende geel en zwart en twee grote foto’s van een
loc die licht en donkerblauw geschilderd is. Dat is opmerkelijk, want die
blauwe kleuren zijn niet de standaard Cmi kleuren voor de hydrostatische
diesellocs. Cmi kon de eigenaar moeilijk verbieden een loc in andere kleuren
te schilderen, maar de indruk bestaat dat Cmi de meeste – zo niet alle -
hydrostatische diesellocs verhuurde. Voor de zekerheid werd met google lens
gezocht naar meer foto’s van de blauwe loc, in de hoop een eigenaar te
vinden. Het resultaat was verrassend: een
eigenaar werd niet gevonden, maar één van de foto’s kwam voor op de website
van de firma Ypcar in Ieper, actief in de cabinebouw. Uit foto’s op de
website van Ypcar blijkt dat Ypcar ook cabines heeft gemaakt voor de Cmi types
NH 500 B en NH 300 B. Foto op de website van Ypcar. De loc is kennelijk nieuw
want er zijn bijna geen opschriften. ↓ Op de Cmi folder met dezelfde foto staat in kleine
letters dat de folder uit 03-2011 stamt en dat de
foto’s door Cmi zelf zijn gemaakt ↓ |
|||||||||
|
|||||||||
↑ Aardig is dat de foto op de Ypcar website een veel betere resolutie
heeft dan dezelfde foto in de Cmi folder en dat de foto ongeveer te dateren
is. De loc met de blauwe kleuren
heeft op de vier hoeken schuine trappen met een leuning, bij de geel/zwarte
loc in de folder staan de treden recht onder elkaar. Er staan dus twee
verschillende uitvoeringen in de folder uit 2011; het is daardoor onduidelijk
op welke uitvoering de maatschets en de tabel met gegevens in die folder
slaan. In 2011 (toen de tweede versie
van de folder gemaakt werd) was er minstens wel één “echte” Cmi NH 700
BB gebouwd, namelijk de blauwe loc op bovenstaande foto. Dat er toen twee grote
foto’s van de blauwe loc voor de folder gebruikt zijn ligt voor de hand, maar
het is verwarrend dat er toen ook kleine foto’s van de 701 en 702 zijn
toegevoegd. Overigens bleek uit het kenplaatje dat de 704 in Budel in 2012 is
gebouwd. De blauwe loc staat in de folder die in maart 2011 gedrukt is en is
dus ouder. Het zou daarom de 703 kunnen zijn. Daarvoor is geen direct
bewijs (in de vorm van foto’s of documenten) gevonden, maar het kan haast
niet anders. Dan weer terug naar de website
van Ypcar voor een grote verrassing: ↓ Op de Ypcar website was
ook een foto van een loc met het cijfer 704 te vinden. Het kenplaatje
ontbreekt en het cijfer 704 staat op de cabine ↓ Gezien de omgeving zijn deze foto en de vorige bij Cmi in
Seraing (aan de Maas iets ten zuiden van Luik) genomen. |
|||||||||
|
|||||||||
Het gaat hier niet om de blauwe loc die andere kleuren heeft gekregen, want de draaistellen zijn verschillend. Met google lens werd weer gezocht naar meer soortgelijke afbeeldingen, maar die werden niet gevonden. Omdat deze of een soortgelijke foto niet voorkomt in een Cmi folder en omdat op de Ypcar website geen enkele informatie over de foto’s staat is met die gegevens het jaartal van de foto niet te achterhalen. Maar bovenstaande foto’s van de gele en van de blauwe loc zijn genomen tegen de achtergrond van de oude gebouwen van Cmi in Seraing. Die oude gebouwen zijn in de periode 2010-2013 afgebroken. Daarvoor in de plaats kwam nieuwbouw van Cmi. Mede gezien het bouwjaar 2012 van de gele loc zal de foto dus in 2012 gemaakt zijn. De 704 op bovenstaande foto is niet gelijk aan de 704 in Budel. Die laatste heeft bijvoorbeeld een afdakje boven de ventilator, maar dat kan later zijn aangebracht. Bij nadere bestudering valt wel iets heel vreemds op: de 704 op bovenstaande foto heeft schuine trappen met een leuning op de vier hoeken; de 704 in Budel heeft die niet. De eerste illustratie van deze webpagina is een kleurenplaat uit 1997 met drie types hydrostatische locs. Alle drie hebben ze schuine trappen met schuine leuningen, ook de NH 700 BB (die toen nog niet zo heette en ook nog niet gebouwd was). Het type NH 500 B komt relatief veel voor en er zijn veel foto’s van bekend. Op al die foto’s heeft dit type schuine trappen; zelfs het prototype heeft dat. En ook de drieassige NH 500 C heeft schuine trappen op de vier hoeken. Dan ligt het voor de hand dat ook het type NH 700 BB van het begin af aan schuine trappen op de vier hoeken had. Voorbeelden zijn de 704 en de blauwe loc hierboven. De 701 en 702 hebben geen schuine trappen op de vier hoeken, maar dat zijn door Cmi omgebouwde Fauvet-Girel’s. De 704 in Budel is geen omgebouwde Fauvet-Girel want deze loc vertoont niet de voor Fauvet-Girel kenmerkende zeer korte motorkap aan één kant. In de eerste versie van deze webpagina werd geconcludeerd dat er twee Cmi locs met het nummer 704 zijn (geweest), namelijk één met schuine trappen (op bovenstaande foto) en één met een kwart slag gedraaide en recht onder elkaar liggende traptreden (de loc in Budel). Bij nader inzien lijkt dat bijzonder onwaarschijnlijk en zijn er aanwijzingen dat de 704 in Budel uit de 704 met schuine trappen is verbouwd: |
|||||||||
Detail van een door Louis van Delft op 24-06-2024 gemaakte
foto → Binnen de rode cirkel bevindt
zich een driehoekig gat zonder duidelijke functie. Logisch zou zijn dat de
zijkant van het onderstel zou doorlopen tot de laatste spijl van het hekwerk,
maar die zijkant is afgeschuind. Die afschuining past bij een schuine trap.
De conclusie is dat er aanvankelijk wel een schuine trap aanwezig is geweest.
Nadat die is weg gehaald is de voetplaat een stukje verlengd en zal het
hekwerk gewijzigd of vervangen zijn, maar aan de zijkant van het frame is
niets veranderd. Waarom deze verbouwing heeft
plaats gehad is onbekend. Doorgaans worden de schuine trappen als veiliger
beschouwd. |
|
||||||||
Folder van na
2019 Ook anno 2024 is het type NH 700
BB nog verkrijgbaar. Er is een John
Cockerill folder van de NH 700 BB op internet te downloaden. Gezien de
naam John Cockerill moet de folder uit 2019 of later dateren. Deze folder
bevat onder andere de 3D tekening hieronder: |
|||||||||
|
|||||||||
Het gaat om een gewijzigd model. Zo
is volgens de folder de lengte toegenomen tot 13400 mm in plaats van 11900 mm
en bevindt de schoorsteen zich niet langer bij de cabine. In de folder staat
ook een foto die sterk op de tekening lijkt: |
|||||||||
Google lens levert met deze foto twee locs op meterspoor in
Metlaoui in Tunesië in 2020 op. Er zullen daarom minstens twee locs van dit
moderme type gebouwd zijn. Op de locs
op de foto’s en de tekening staat het logo van de Compagnie des Phosphates de
Gafsa (CPG). Dit bedrijf wint fosfaat uit een aantal groeves in Zuidoost
Tunesië. Het fosfaat wordt over 1000 mm spoor naar havens aan de kust
vervoerd, waaronder Gafsa. Op een referentielijst uit 2022 staat John Cockerill met de volgende
hydrostatische locs: |
|
||||||||
- Shunting Locomotives BB
Hydraulic 700 HP for YPF (Argentina) - Shunting Locomotives BB 700 HP
for CPG (Tunisia) - Shunting Locomotives 500 HP, 2
axles for Eurotunnel (France/UK). Op de
lijst staan (anders aangeduid) inderdaad NH 700 BB locs voor CPG en daarnaast
ook voor YPF in Argentinië. Het type wordt dus nog steeds gebouwd. Het is
onbekend of John Cockerill ook de nummers uit de 700 serie aanhoudt
|
|||||||||
|
|||||||||
Conclusies 1. De Cmi loc in Budel-Dorplein is van het Cmi type NH 700 BB en is in 2012 gebouwd onder Cmi fabrieksnummer 4424. 2. Elk type hydrostatisch loc van Cmi heeft - behalve de Cmi fabrieksnummers - een eigen serie nummers. Voor het type NH 700 BB is dat de 700 serie. De loc in Budel-Dorplein heeft het nummer 704. 3. Er bestaat een bij Cmi in 2012 genomen foto van de 704 waarop op de vier hoeken schuine trappen naar de voetplaat te zien zijn. Later is de 704 verbouwd naar het uiterlijk dat de loc anno 2024 heeft. Dat wil zeggen de schuine trappen zijn vervangen door recht onder elkaar geplaatste treden die een kwart slag gedraaid zijn ten opzichte van de treden van de schuine trappen. 4. Wat betref andere locs uit de 700 serie: in een Cmi folder uit 2006 worden twee door Cmi omgebouwde Fauvet Girel locs - ten onrechte - gepresenteerd als locs van het Cmi type NH 700 BB. Deze locs kregen de Cmi nummers 701 en 702. 5. De eerste “echte” loc van het Cmi type NH 700 BB is tussen in 2010 of begin 2011 gebouwd. Hoewel de hydrostatische Cmi locs altijd de kleuren geel en zwart hebben vormt deze loc met twee kleuren blauw een uitzondering. Het nummer moet 703 geweest zijn. De verdere geschiedenis van deze loc is onbekend. 6. De volgende loc in de serie is de 704; meer nummers zijn niet bekend. 7. Ook onder de huidige naam John Cockerill is het type – in gemoderniseerde vorm – gebouwd. |
|||||||||
Opmerkingen: |
Tussen 1982 en 2004 betekende Cmi Cockerill Mechanical Industries, maar tussen 2004 en 2019 Cockerill Maintenance & Ingénierie. Voor 1982 en na 2019 was de naam eenvoudig (John) Cockerill. |
||
|
Het raamgedeelte van de bestuurderscabine, evenals de bovenkanten van de huiven en het onderstel zijn zwart. De tekeningen kloppen niet helemaal: in werkelijkheid is het raamgedeelte van de cabine zwart. Het kleurenschema is typisch voor de dieselhydrostatische locs van Cmi (en na 2004 John Cockerill). Het bedrijf produceerde en produceert ook andere dan hydrostatische locs en die hebben andere kleuren. |
||
|
N betekent niet normaalspoor, want de NH modellen zijn ook voor andere spoorwijdtes leverbaar. Mogelijk betekent N new/nouveau en zijn NH locs nieuw gebouwde locs. Dit ter onderscheid van de vele door Cockerill gereviseerde locs, met name van de tweeassige diesellocs van het type CO 24 ST-FD, etc. |
||
|
Type RH 300 B lijkt opvallend
veel op de gemoderniseerde Cockerill diesellocs met een gegoten frame. Volgens
sommige Belgische hobbyisten zijn het hydrostatische locs die op basis van
zulke frames gebouwd zijn. Er zijn drie folders bekend: · Cmi NH 300 B folder, zoals onder [4] genoemd. ·
Cmi RH 300 B folder,
gekregen van Co Wessseling (Logitech, voorheen NS Transportvoorlichting) · NH 300 B folder van John Cockerill, op de website van John Cockerill anno 2024. Dat John Cockeril in plaats van Cmi genoemd wordt betekent dat de folder van 2019 of later is |
||
|
|
|
|
Met dank
aan: |
Louis van Delft, Jeffrey Rackels en Co Wesseling. |
||
|
|
|
|
Bronnen: |
[1] |
Sebtus - Dänische Eisenbahnen: Steckbrief DSB MJ 506, 510 |
|
|
[2] |
Cmi folder d.d. februari 1997, via Co Wesseling verkregen van Logitech. |
|
|
[3] |
Locomotives
& Rail Services, folder op de website van John Cockerill anno 2024. |
|
|
[4] |
Zie de websitee Spoorse zolder van Patrick
Tassignon. |
|
|
[5] |
||
|
[6] |
Website Le Bassin. |
|
|
[7] |
Railway Gazette International 17 September 2021. |
|
|
|
||
{ |
|||
Terug/verder naar: |
|
||