► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||
|
|||||||||||
Modellen |
|||||||||||
Modellen van motorlocs voor normaalspoor Volgorde: de laatst op deze website toegevoegde modellen staan boven. Laatste aanvulling: 06-01-2022 |
|||||||||||
|
|
|
|||||||||
Schaal: Fabrikant model: Voorbeeld: Bijzonderheden: |
1 : 87 ESU (Electronic Solutions Ulm) Deutz KG230B Klik hier voor een maatschets
en het Nederlandse voorbeeld. |
Het model wordt geleverd in de uitvoeringen van zes
verschillende Duitse bedrijven. |
|||||||||
|
← Foto op de ESU website van de uitvoering als
bedrijfsnummer 4 van Südzucker. De loc van Texaco aan de Petroleumweg in
Pernis had dezelfde kleur blauw, maar met een witte band. Het model is zeer duur (het wordt begin 2022 voor € 399 op
internet sites aangeboden). Het is dan ook zeer gedetailleerd en beschikt
over diverse digitale foefjes zoals een met het motorgeluid gesynchroniseerde
rookgenerator en op afstand bediende koppelingen.. |
||||||||||
0 – 0 – 0 |
|||||||||||
Schaal: Fabrikant model: Voorbeeld: Bijzonderheden: |
1 : 87 Piko Nr. 102 van Rotterdam
Rail Feeding Ex reeks 73 NMBS
(Belgische Spoorwegen) |
||||||||||
|
← Nederlandse
herfstnoviteiten 2018 op de website van Scaletrading
cataloguummer 96466/96467: RRF 102 rangeerloc ex NMBS in gelijk- en
wisselstroom, periode V/VI. |
||||||||||
|
0 – 0 – 0 |
|
|||||||||
Schaal: Fabrikant model: Voorbeeld: Bijzonderheden: |
1 : 87 O&K MV9 Catalogusnummer 1306 (vanaf 1959); na 1971/72 werd dat
4200. |
Zie hier voor de tekening. |
|||||||||
|
← Uit de Fleischmann
catalogus 1978/79 Volgens de tekening is de lengte over de buffers (LOB) 7400 mm, Op HO schaal is dat 85 mm, Bij dit model is de LOB echter 113 mm. Dat is 33% te lang ! Het catalogusnummer 1306 is ook als bedrijfsnummer op de loc aangebracht. In 1971/72 veranderde Fleischmann het systeem van de catalogus nummers. Nummer 1306 werd toen nummer 4200. Er verscheen ook een groene versie, onder nummer 4201. |
||||||||||
Het
bovenstaande model werd veel gebruikt voor beginsets. |
|
||||||||||
|
In 1978/79 kwam Fleischmann met een gewijzigde versie van de O&K MV9, weer in het rood (catalogus nummer 4203) en groen (4204). Ook nu zijn de catalogusnummer in de bedrijfsnummers te herkennen: V 42-03 en V42-04. Het nummer 4202 komt in de catalogi niet voor. De lengte over de buffers van de 4203/4 is 96 mm. Dat is een grote verbetering ten opzichte van de modellen 4200/4201, maar de 4203/4 zijn nog 13% te lang. ← Uit de Fleischmann
catalogus1978/79 |
||||||||||
Na de komst van de 4203/4 verdwenen de nummers 4200/4201 uit het assortiment. De 4203/4 werden nog tot in 2008 aangeboden. |
|||||||||||
0 – 0 – 0 |
|||||||||||
Schaal: Fabrikant model: Voorbeeld: Bijzonderheden: |
1:76 Hornsby Ruston &
Hornsby 48DS Klik hier voor een maatschets en Nederlandse voorbeelden. |
De loc wordt geleverd met een platte wagen (in drie
mogelijke uitvoeringen). Opvallend is de tweepolige elektrische verbinding
tussen loc en wagen. Beiden nemen stroom af. De loc kan zonder wagen rijden,
maar rijden met wagen minimaliseert de kans op een haperende
stroomvoorziening. ← Bron:
R&H website. Zie hier (tip van Ed ten Dam). |
|||||||||
|
|||||||||||
0 – 0 – 0 |
|
||||||||||
Schaal: Fabrikant model: Voorbeeld: Bijzonderheden |
1: 87 Bachmann/Lilliput
Lilliput catalogus
nr. L104408 Hoogovens (KNHS) loco 46 van de door Baume & Marpent (België) onder licentie van General Electric vervaardigde serie 46-48. Het loctype - GE 46 ton switcher - is ook door het Amerikaanse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog ingezet. Het model is een kleurvariant van een dergelijke loc. Er zijn
kleine verschillen met de Baume & Marpent versie en dus met het model: |
||||||||||
|
bij de KNHS 44-46: |
||||||||||
- |
waren de middelste ramen in de voor- en achterwand van de cabine hoger geplaatst dan de buitenste. |
||||||||||
- |
liepen de motorkappen niet schuin. |
||||||||||
- |
ontbraken de schortplaten tussen de draaistellen, de trappen naar de cabine en de hekken langs de motorkappen. |
||||||||||
Vergelijk met de figuren 57 en 251 in dit boek. |
|||||||||||
Interessante en realistische details zijn de hendels op de hoeken van de bufferbalken waarmee in werkelijkheid de centrale, half-automatische Atlas koppelingen werden bediend. Het
model heeft – zoals in werkelijkheid - 2 motoren. |
|||||||||||
0 – 0 – 0 |
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||