► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Raadsels |
|||||||||||||
Raadsels betreffende motortractie op normaalspoor (het meest recente raadsel staat boven) |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
In de coronatijd heeft de NVBS-afdeling Zeeland de speciale nieuwsbrief “Railbelevenissen” uitgegeven. In de nieuwsbrief van 21 juni 2021 staat een artikel over de suikerfabriek in Roosendaal. Jan Willem Afink kwam daar vanwege zijn werk in de zomer van 1983. Hij fotografeerde de beide Orenstein & Koppel locs. Die zijn bekend, maar hij fotografeerde ook wat hij een rangeerbot noemde. Uw webmaster denkt meer aan een lierwagen, maar een lierkabel is niet te zien. Het apparaat was niet in actie te zien; de “campagne” valt immers niet in de zomer. De suikerfabriek in Roosendaal,
zomer 1983. Foto: Jan Willem Afink → Vraag: wat is dit en waar diende het voor ? Antwoord graag aan: henkkolkmanAhetnet.nl Vervang daarbij A door @; dit is een anti-spam maatregel. |
|
||||||||||||
Tijmen Stam wijst er op dat het voor stalen kabels niet goed is om ze een tijd niet te gebruiken. Er kan dan namelijk roest tussen de strengen komen, terwijl bij regelmatig gebruik het roest er tussenuit gewreven wordt. Daarom is het voorstelbaar dat de lierkabel aan het einde van de bietencampagne afgenomen werd en pas aan het begin van de bietencampagne weer gemonteerd werd (of misschien werd aan het begin van elke bietencampagne een nieuwe kabel aangebracht). Deze verklaring lijkt heel aannemelijk, maar er is geen 100% zekerheid dat het inderdaad zo ging. Een direct betrokkene uit die tijd zou 100% zekerheid kunnen verschaffen. Laat hij zich melden ! (met dank aan Tijmen Stam en Jan Roos) |
|||||||||||||
|
|
|
|||||||||||
Vijfde raadsel |
|||||||||||||
Vanaf 1963 werd als aftakking van het Kamperlijntje een raccordement aangelegd dat zich uiteindelijk zou uitstrekken tot het vuiloverslagstation van de ROVA (Regionale Organisatie Verwijdering Afvalstoffen). Zie hier voor de geschiedenis van dat raccordement. In 1997 werd een overslagstation bij de Katwolderhaven aan het Zwolle-IJsselkanaal gebouwd. Binnen het bereik van de brugkraan vielen schepen aan de kade en een ongeveer 100 meter lang spoor dat aan genoemd raccordement aansloot. Gedenkwaardig zijn vooral de nachtelijke ritten met een enorme kuilwagen (zie hier bij 7 november), beladen met een scheepsdieselmotor, van de fabrikant Wårtsilå NSD naast station Zwolle naar Katwolderhaven, waar de motoren op een schip werden overgeladen. In 2011 werd de productie van dieselmotoren in Zwolle beëindigd. Al eerder, in 2006, was de firma C & I Holland B.V. eigenaar van de Katwolderhaven geworden. Er vond vooral overslag tussen wegvervoer en watervervoer plaats. De spooraansluiting werd onder andere in 2010/2011 gebruikt voor de afvoer van te slopen plan V treinstellen. Op wens van de gemeente Zwolle werd in 2013 de spooraansluiting van Katwolderhaven (met het restant van het raccordement) opgebroken. Het spoor op het terrein met een stukje buiten de spoorpoort bleef liggen. En op dat stukje buiten de poort is het volgende te zien: |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
↑ Behalve de spoorwagen buiten de poort staat er in de
verte op het terrein zelf nog één. Katwolderhaven,
24-10-2018 ↑ Op de tweeassige wagens staan verschillende malen de nummers HAKU
033034 0 respectievelijk 033047 0. Het is duidelijk dat de wagens nooit op het
openbare spoorwegnet gereden hebben: ze hebben geen trek- en stootwerk, geen
luchtdrukremmen, geen vering, wel een buitenliggend
frame en ze zijn asymmetrisch: de koppen zijn niet gelijk en de wagens zijn
alleen met de vlakke koppen onderling koppelbaar. Van elke wagen bestaat het bovendek uit twee
achter elkaar geplaatste 20 x 8” flat rack of bolster containers (containers
zonder zij- en eindwanden) met twistlocks op de
hoeken, vierkante gaten voor de lepels van een heftruck en ronde gaten met
een beugel erachter om lading vast te sjorren (met dank aan Hans Nahon). Ze zijn alleen bij de hoeken op het onderstel
vast gelast. De HAKU nummers op het onderstel zijn van het
containerverhuurbedrijf Caru Containers BV in Pernis. De wagens zien er geroest en gebutst uit en
lijken al vele jaren oud. Ze zullen voor
C&I Holland zijn aangevoerd van een plaats waar ze eerder zijn
gebruikt. Op een bord op het hek om het bedrijfsterrein
staat LiftPoint.nl met een e-mail adres en een telefoonnummer. Genoemde
website blijkt zeer langdurig in onderhoud te zijn (in 2018 en in 2022 nog
steeds). Op e-mails werd niet gereageerd. De telefoon werd opgenomen door het
al genoemde C&I Holland B.V. in Purmerland, dat echter geen inlichtingen
wilde geven. Vragen zijn: a) Wie heeft de wagens gebouwd en
wanneer ? b) Welk bedrijf heeft de wagens
eerder voor intern transport gebruikt en waarvoor ? c) Waarvoor gebruikt C&I Holland / LiftPoint
de wagens ? (er is zelden activiteit) |
|||||||||||||
Sicco Fockens merkte op dat het om omgebouwde “Mafi trailers” gaat. Dit zijn opleggers die door een terminal trekker met een haak op een schip kunnen worden gezet (zie de foto hiernaast) of op korte stukjes bij een overslagbedrijf worden gebruikt. Mafi trailer in
gebruik bij een RoRo schip van de Japanse rederij
NYK (bron: website NYKRoRo) → Diverse details van de Zwolse wagens stemmen inderdaad geheel met die van Mafi trailers overeen. Het enige verschil is dat de Mafi trailers op wegwielen rijden, terwijl de Zwolse wagens spoorwielen hebben. Daarmee zijn de Zwolse wagens aan het ene stukje spoor gebonden. |
|
||||||||||||
Bob Nonnekens stuurde links waaruit blijkt dat de wagens gebruikt worden om overmaatse onderdelen tijdelijk te verplaatsen naar een hoek van het terrein waar ze niet in de weg liggen: zie hier en zie daar (derde foto). Ook leidde hij uit foto’s af dat de twee wagens tussen 9 juli 2011 en juni 2013 zijn aangevoerd. Bij een bezoek in mei 2022 bleek het terrein is al grotendeels ontruimd ter voorbereiding van de bouw van een biomassacentrale. Daarbij zijn ook de twee spoorwagens verdwenen. |
|||||||||||||
Het
type A2L514 was de kleinste naoorlogse Deutz normaalspoorloc en had
een opmerkelijk ouderwets uiterlijk. Importeur Spoorijzer ontving er vier. Één ging naar de Sphinx in
Maastricht en één naar de Rotterdamse Dow vestiging. Van de andere twee
(gebouwd in 1956 en 1958) is de uiteindelijke klant onbekend. Op de anno 2019
niet meer bestaande website Transporthistorie stond in het stuk over transportbedrijf
Lommerts in Delfzijl de bijgaande foto van een A2L514. Verdere gegevens waren niet te
krijgen. Op de achtergrond staat de Hunzecentrale in Groningen; die werd
vaker als achtergrond van foto’s van Lommerts gebruikt. Alle vijf eenheden
van de centrale zijn te zien. De eenheden 4 en 5 kwamen in 1970 in bedrijf.
Mede gezien de beschildering van de auto zal de foto omstreeks 1970 gemaakt
zijn. In die tijd werden veel industrielocs afgevoerd omdat bedrijven van
kolen op gas overgingen. |
|
||||||||||||
Vraag: |
Welk bedrijf in de omgeving van Groningen was de eigenaar van deze omstreeks 1970 afgevoerde Deutz A2L514 uit 1956 of 1958 ? |
||||||||||||
Àntwoord: |
Volgens de vader van Johan Tetteroo (die in die tijd bij Lommerts werkte) komt deze loc uit Duitsland (uit de buurt van Meppen) en is door Lommerts vervoerd naar een bedrijf in de buurt van Bethun/Steenvoorde in Frankrijk. |
||||||||||||
|
|||||||||||||
Derde raadsel (opgelost) Dit
raadsel is opgelost. Het betrof twee kleine elektrische locs van de centrale Harculo (nabij Zwolle), die kolenwagens op de traverse
trokken en er vanaf duwden. De
traverse blijkt gebouwd te zijn door de machinefabriek Hensen in Rotterdam;
de Elocs zeer waarschijnlijk ook. |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Tweede raadsel (opgelost) |
|||||||||||||
|
Op een Duitse website staat onderstaande foto van een Nederlandse “Sik” op een kort stukje spoor. Die stond na de Duitse capitulatie in RAW Dessau. De Sik staat op een stukje geïsoleerd spoor. Het lijkt er op daarom op dat de Sik als energieleverancier werd gebruikt Martin
van Oostrom merkt op dat de vooroorlogse
constructiewijzigingen wel en de naoorlogse niet zijn toegepast. Dat wijst
erop dat de foto rond de Tweede Wereldoorlog is gemaakt. Hij leidt uit het
onderstel (vorm en positie van de uitsparing) af dat het een locomotor van de
eerste serie NS 201-212 is.
Zandstrooiers werden pas algemeen toegepast na december 1949. Bij wijze van
proef kregen de 247 en later de 201 en 220 bij wijze van proef een
zandstrooier. Combinatie met het bovenstaande levert op dat het de NS 201
moet wezen. |
||||||||||||
|
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Toon Steenmeijer maakte bovenstaande foto bij de aanleg van de
sporen naar de Hemtunnel op 19 september 1981. De loc is duidelijk een Schöma van het type CFL30DR (of soortgelijk), maar wie
was de eigenaar ? Antwoord graag aan:
henkkolkmanAhetnet.nl Vervang daarbij
A door @; dit is een anti-spam maatregel.
Toelichting: Opvallend zijn de vele gaten in de zijplaten van het frame en de uit de onderste hoeken van de bufferplaten gesneden stukken. Dat laatste kan gebeurd zijn vanwege een bekisting binnen profiel (met dank aan Oscar van Dommelen) of al bij een eerder karwei aan een metrolijn met een beperkter vrij ruimteprofiel (zie bijvoorbeeld hier voor het omgrenzingsprofiel van de Rotterdamse Metro). Op de bouwplaats waren Strukton locs actief, maar de Schöma draagt geen Strukton logo’s en/of nummers. Het is bekend dat in Nederland een loc van dit type (rechts) heeft gereden, maar die zag er anders uit. Het ging daarbij om Schöma 2436 (1960) die op 13 juni 1975 door J. Bonthuis in Utrecht werd gefotografeerd, kort voor aflevering aan Demka. |
|
||||||||||||
|
|||||||||||||
Terug/verder naar: |
|||||||||||||
|
|||||||||||||