fabrieksspoor los

 

Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

 

 

Spoorijzer ontwerper George Verhoeff [1]

 

Geplaatst: 03-03-2022

 

 

Inleiding

 

Alle door Spoorijzer nieuw gebouwde locomotieven zijn ontworpen door G.C. (George) Verhoeff (opm. a). Vooral dankzij een boek over zijn leven [1] is het mogelijk daar meer over te vertellen.

 

 

Opleiding en ervaring

 

G.C. (George) Verhoeff (1914-2013) was een zoon van een garagehouder in Rotterdam.

 

Advertentie van de vader van George Verhoeff in de Nieuwe Rotterdamsche Courant d.d. 23-01-1925 →

 

George Verhoeff maakte de MULO bijna af, maar deed geen examen omdat zijn vader hem als monteur in de zaak nodig had.

 

Vader Verhoeff had zijn geld in Duitsland belegd. Toen Hitler aan de macht kwam, mochten buitenlandse ondernemingen hun winst niet meer naar het buitenland overmaken. Vader Verhoeff kon niet meer bij zijn geld. Zoon George wel, door student te worden aan het Reinisches Technicum in Bingen. De studie werd al na een jaar beëindigd omdat George weer in vaders garage nodig was.

Om toch van het kapitaal in Duitsland te profiteren werd de garage van de hand gedaan en verhuisde het gezin Verhoeff in 1935 naar Keulen, waar vader Verhoeff in 1938 een fabriekje van hydraulisch te kippen vrachtauto’s begon. Vanwege het uitbreken van de oorlog kwam dat niet van de grond. George Verhoeff ging daarom bij Ford Keulen werken, waar vrachtauto’s voor het Duitse leger gemaakt werden. Na het doorlopen van een aantal functies kwam hij bij de afdeling waar motoronderdelen en innovaties beproefd werden, bijvoorbeeld om de vrachtwagens aan de barre Russische omstandigheden aan te passen.

 

Spoorijzer

 

Na de verovering van Keulen door de Amerikanen volgde een baan als tolk bij het Amerikaanse leger.

In 1946 keerde George Verhoeff terug naar Rotterdam en kon hij eindelijk trouwen met zijn verloofde, die hij al tien jaar kende. Schoonpapa had aanzien als kapitein bij de Holland-Amerika Lijn. Daar was Willem van der Vorm president-commissaris, net als bij Spoorijzer. Zo kon een baan als tekenaar-constructeur bij SIJ geregeld worden.

 

George Verhoeff achter de tekentafel bij Spoorijzer [1]

De Spoorijzer draineermachine.

Collectie Nieuwe Land Erfgoedcentrum te Lelystad.

 

SIJ had een overheidsopdracht gekregen voor de bouw van een dieselelektrische machine die sleuven voor drainagebuizen in de Noordoostpolder zou gaan graven. George Verhoeff begon als assistent van de Zwitserse ontwerper en maakte het karwei af toen de Zwitser plotseling overleed (opm. b).

 

 

 

Locomotieven

 

De BPM (Bataafse Petroleum Maatschappij, later Shell) wilde na de oorlog de Nederlandse industrie stimuleren en gaf daarom in 1950 de order voor de bouw van vier dieselhydraulische locomotieven voor het 1067 mm net van de raffinaderij in Balikpapan (Indonesië) aan SIJ. Dat SIJ nog nooit locomotieven had gebouwd was geen bezwaar: de chef van de spoorwegafdeling in Balikpapan was juist gepensioneerd en naar Nederland terug gekeerd. Deze ir. Goudzwaard begeleidde het project, vergaderde maandelijks met SIJ constructeur Verhoeff en bezocht met hem mogelijke toeleveranciers in binnen- en buitenland. Daarom en vanwege de levertijden  nam de bouw van het prototype drie jaar in beslag. De BPM was er heel tevreden mee en bestelde nog een vijfde exemplaar.  Zie hier.

 

 

↑ Deze foto sierde het menu van een diner dat SIJ aanbood na de afname van de eerste loc door de BPM. ↑

Foto: collectie George Verhoeff 

 

 

 

Vervolgens ontwierp Verhoeff de Railtractoren. Er werden  er volgens [1] 134 van gebouwd. Het zullen er meer geweest zijn want ook na het ontslag van dhr. Verhoeff in 1963 werden er nog Railtractoren gebouwd. Er zijn er veel bewaard gebleven, zowel bij smalspoormusea als bij particulieren.

 

Het derde en laatste ontwerp betrof – volgens SIJ – de eerste “hydroloco’s” ter wereld. De dieselmotor dreef een plunjerpomp aan. Die bracht olie onder een druk van maximaal 200 atmosfeer. Via gepantserde hogedruk slangen werden twee oliemotoren aangedreven. Elke oliemotor was via een reductiekast met een wielas verbonden. Er werden drie types ontworpen, met Deutz dieselmotoren van respectievelijk 28, 42 en 55 pk.

 

Een prototype van  42 pk was te zien tijdens de Voorjaarbeurs te Utrecht in 1958. Deze loc was al begin 1958 bij de Hollandsch Duitsche  Steenfabriek in Spijk beproefd. Daarbij was gebleken dat de olie na lang bedrijf veel te heet en daardoor te dun werd.

  

Het eerste prototype van een hydroloco op 8 februari 1958. Met het handwiel werden de rijrichting en de snelheid ingesteld. Foto: Spoorijzer, collectie mevrouw N. van Tol-Pelgrom  →

    

Een tweede prototype van 55 pk kreeg daarom een.veel grotere olietank en oliekoeler. Deze loc werd begin 1959 de Hollandsch Duitsche Steenfabriek in Spijk beproefd.  Bestellingen bleven uit.

 

 

Gemeenschappelijke kenmerken

 

De hydrolocs hadden dezelfde bufferblokken als de railtractoren. Alle locs hadden gelaste doosvormige frames en voetplaten van hetzelfde type 4 mm ribbeltjessplaat.

Om deuren of panelen met ventilatiesleuven te maken was een stansmachine aangeschaft. De grootte van de deuren of panelen varieerde, maar de ventilatiesleuven waren steeds even groot, of het nu om de zware locs voor Indonesië ging, de railtractoren of de hydrolocs.

En niet alleen de nieuw gebouwde locs, maar ook sterk gereviseerde loc, als de voor de RTM verbouwde oersikken of de locs in Bingerden hadden dezelfde ventielatiesleuven.

 

 

 

Vertrek bij Spoorijzer

 

Dhr. Verhoeff was sterk betrokken bij zijn werk. Hij stelde ook folders samen, vertaalde die en stond op beurzen. Toen de verhuur, import, eigen produktie en reparatie van smalspoormateriaal begon af te nemen, zag George Verhoeff de toekomst van SIJ in vorkheftrucks. Hij diende een uitgewerkt plan bij de directie in. Ondanks aandringen kreeg hij geen enkele reactie (later bleek dat de directie prioriteit gaf aan vernieuwing van de gebouwen en machines). Hij nam ontslag en was van 1963 tot zijn pensioen in 1979 hoofdvertegenwoordiger van Farymann in Nederland. Farymann is een Duitse fabrikant van kleine dieselmotoren. Dhr. Verhoeff kende Farymann al goed, want de Farymann ééncilindermotoren werden in de RT’s ingebouwd.

 

 

 

Opmerkingen:

a)

George Verhoeff ontwierp de nieuw gebouwde locs, maar was niet betrokken bij de soms ingrijpende revisies van gebruikte locs.

De opvolger van SIJ – de NCM – bouwde in 1972 nieuwe locs voor de Atjeh tram. Dhr. Verhoeff was toen al bijna 10 jaar weg. Het ontwerp werd uitbesteed aan een Britse firma.

 

 

b)

Er werden vier draineermachines beproefd. De SIJ draineermachine en nog een andere machine voldeden niet aan alle eisen en daarom bleef het bij één exemplaar [2].

 

 

 

 

 

Met dank aan:

George Verhoeff jr. (George Johannes, zoon van George Cornelis Verhoeff).

 

 

 

 

 

Bronnen:

[1]

Arnoud Houweling, “De eeuw van George Verhoeff”, Monologo 2013.

 

 

[2]

Flevobericht 269, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, 1988.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

{

Spoorijzer

Terug/verder naar:

 

Nieuw                                    Home                                         Inhoud