► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||
|
|||||||||
Door Spoorijzer verbouwde ex-NS oersikken |
|||||||||
|
|||||||||
Inleiding In 1947/48 stootte de NS de locomotoren van de serie 103-152 af. Spoorijzer kocht elf van deze oersikken, namelijk de: - in 1930 door Schwartzkopff gebouwde NS 112 en 114; - in 1931 en 1932 door Werkspoor gebouwde 122, 125, 128, 129, 138, 141, 144, 146 en 151 [1]. |
|||||||||
Bij negen stuks verving SIJ de Kämper benzinemotor (50 pk bij 800 toeren) door een GM dieselmotor (65 pk bij 1500 toeren) plus een reductiekast van Bierens in Tilburg vanwege het verschil in toerental. SIJ fabrieksfoto van een
gereviseerde ex-NS oersik. Collectie MBS / S.C. van
der Meulen→ De motorkap is verhoogd om ruimte te bieden aan de GM motor. Er is in een bescheiden elektrische verlichting voorzien. Bij dit exemplaar is de halfautomatische koppeling behouden en zijn biesjes aangebracht. Zandkisten ontbreken. De fabrieksplaten en de NS nummerplaten zijn verwijderd. |
|
||||||||
|
|||||||||
Bij de raffinaderij van de Bataafsche Petroleum Maatschappij (BPM, later Shell) in Pernis waren twee door SIJ verbouwde oersikken actief. BPM Pernis loc 8
(het nummer staat op het machinistenhuis) en daarachter zijn collega,
10-09-1954, collectie Cor Dijkshoorn → De BPM 8 is de ex-NS 122, alias Werkspoor 615 (1931). Van de ex-NS oersik achter de BPM 8 zijn geen nadere gegevens bekend. In afwijking van de bovenstaande SIJ fabrieksfoto hebben de BPM oersikken geen automatische koppelingen en wel zandkisten. In afwijking van de andere door SIJ verbouwde oersikken hebben ze haken op de hoeken van de bufferbalken, kennelijk om bijvoorbeeld een ketting aan te bevestigen. |
|
||||||||
Waarschijnlijk is de BPM 8 al voor 1959 uit Pernis vertrokken, want in dat jaar kwam er een Werkspoor drieasser onder nummer 8 bij de raffinaderij in
dienst. Pierre de Greeuw
ontdekte de ex-NS 122 in de jaren negentig van de
vorige eeuw bij de Suikerfabriek Vlaanderen in Moerbeke
(België). Suikerfabriek Moerbeke
(B), 18-11-1994, foto Pierre de Greeuw → De oersik –vooral het machinistenhuis – bleek
aanzienlijk verbouwd te zijn ten opzichte van de situatie bij de BPM. |
|
||||||||
Suikerfabriek Moerbeke
(B), 18-11-1994, foto Pierre de Greeuw → Van de zijkant is het gekropte karakter van
het frame goed te zien en is direct duidelijk dat het een oersik is. Gezien
de verhoging op de motorkap is ook direct duidelijk dat het een door SIJ
verbouwde oersik betreft. En het is ook duidelijk dat het om een oersik van
de BPM gaat. De haken op de hoeken van de bufferplaten kwamen niet bij de
andere door SIJ verbouwde oersikken voor. De suikerfabriek Vlaanderen in Moerbeke werd in 2007/8 gesloten. Behalve de ex-NS 122 waren er meer locs; zie bijvoorbeeld hier. |
|
||||||||
In 2000 werd de ex-NS 122 eigendom van de Stichting Locomotor, die haar bij de SGB onderbracht. Dat gebeurde ook met een tweede door SIJ verbouwde oersik (met onbekend NS nummer), namelijk nummer 1 van de IJsselcentrale in Hengelo. Die was een aantal jaren statisch monument in het Avonturenpark Hengelo geweest. Uit de twee gewezen oersikken werd één oersik gemaakt. Stoomtrein Goes-Borsele, 31-05-2014,
foto Pierre de Greeuw → Er zijn weer halfautomatische koppelingen, NS
nummerplaten en (daarboven) Werkspoor logo’s. Opvallend is dat de verhoging op
de motorkap verdwenen is, hoewel de GM dieselmotor nog steeds aanwezig is. De oersik is dus uiterlijk geheel in NS
toestand teruggebracht, hoewel ze nog geen 20 jaar voor NS heeft gereden,
tegenover meer dan 40 jaar bij de industrie. |
|
||||||||
Gedurende zes dagen in de herfstvakantie in oktober 2014 reed de Oersik tijdens de Treinparade (ter gelegenheid van 175 jaar spoorwegen in Nederland) in Amersfoort driemaal daags langs het publiek. Amersfoort, 16
oktober 2014. Op die eerste dag bediende Steef Janssens
de locomotor; Erik de Zwart gaf als spreekstalmeester commentaar → Wat later – in de zomer van 2015 – reviseerde ook de VSM haar VSM 116, die tijdens de parade van 40 jaar VSM op eigen kracht een slag Beekbergen-Loenen maakte. VSM Beekbergen, 06-09-2015, foto Martijn Smits → De van de IJsselcentrale in Hengelo afkomstige VSM 116 heeft de door Spoorijzer verhoogde motorkap behouden. Interessant is dat tijdens de revisie op een trekhaak het NS nummer 152 gevonden werd. Op de andere trekhaak was geen nummer ingeslagen (met dank aan Martijn Smits). Dat zou kunnen betekenen dat het NS nummer 152 is geweest. Zeker is dat allerminst, want trekhaken zijn makkelijk te verwisselen. Het nummer 151 klopt niet helemaal met het in de inleiding genoemde nummer 151. |
|
||||||||
|
|||||||||
Locs voor de RTM (1067 mm) |
|||||||||
Aan de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) werden in 1951 als RTM 1651 en 1652 twee locs geleverd waarvoor wielstellen, kettingwielen, versnellingsbak en frameplaten van oersikken waren gebruikt. De gekropte frameplaten werden in rechthoekige platen veranderd door er de bovenkant af te snijden en er een stuk in te lassen. De spoorwijdte werd tot 1067 mm terug gebracht. Het frame werd versmald en van middenbuffers voorzien. De brandstoftank kwam onder het dak. Op wens van de RTM (die ZVTM motorrijtuigen met Stork Ganz motoren bezat) werden geen GM, maar Stork Ganz motoren (72 pk bij 1050 toeren) ingebouwd. Een Bierens bak werd nu niet nodig gevonden. De RTM 1651 in 1951 bij de Revisiewerkplaats (ook Motorenwerkplaats of Hangaar genoemd) van SIJ. Collectie MBS / S.C. van der Meulen→ |
|
||||||||
En nu van de andere kant: De RTM 1651
in 1951 bij SIJ. Collectie MBS
/ S.C. van der Meulen→ De
rommelige foto is waarschijnlijk de enige waarop (in het voorste
compartiment) de oorspronkelijke Stork-Ganz motor
van een RTM sik te zien is. De motor bestaat uit 2 groepen van 2 cilinders.
Bij grote vergroting is op elke groep het logo zichtbaar: een driehoek met daarin een grote S verstrengeld met een ooievaar (stork is in het Engels ooievaar) en kleinere letters C en G(anz). |
|
||||||||
M1651 “Puttershoek” is op 29-09-1951 in Rotterdam op weg naar de
RTM. Collectie MBS/S.C. van der Meulen → Er werd een luchtdrukinstallatie aangebracht, zodat een tram beremd kon worden. Uitwendig is dit (bijvoorbeeld op de foto hieronder) te zien aan de luchtreservoirs onder de voetplaat en aan de luchtslangen. Zoals uit nevenstaande foto blijkt, heeft de M1651 ronde ramen in de achterkant (en ook in de voorkant) van het machinistenhuis. Het bord “Spoorijzer Delft” op de zijkant van de motorkap
was alleen als reclame tijdens het transport aangebracht. |
|
||||||||
|
De M1652 had vierkante ramen in de voorkant (en ook in de achterkant) van het machinistenhuis. Naar verluidt was de bedoeling van de verschillende ramen dat de M 1651 en 1652 al van verre van elkaar te onderscheiden waren. Spoorijzer heeft dit vaker zo gedaan; zie hier. ←
RTM M1652 op een tijdelijk spoor bij de Revisiewerkplaats van
Spoorijzer, collectie weduwe van Tol. De
datum is onbekend; de loc werd op 12-10-1951 afgeleverd [2]. De RTM 1651 en 1652 waren vooral bedoeld voor het rijden
van bietentreinen en kregen daarom de namen Puttershoek
en Steenbergen. In deze plaatsen bevonden zich suikerfabrieken (van
verschillende maatschappijen). Omdat het vreemd zou zijn bij de fabriek in Puttershoek met de loc Steenbergen te verschijnen, waren
de namen van de locs niet vast aan één bepaalde loc toegekend [3]. Er bestaan
dan ook foto’s van bijvoorbeeld de M1651 met de naam Puttershoek,
maar ook met de naam Steenbergen. De locs bleken echter niet te voldoen voor het rijden van de zware bietentreinen. Al in 1952 (dat is na circa een jaar !) verving de RTM de 72 pk Stork Ganz motoren door 120 pk zescilinder AEC motoren, die zoveel mogelijk trillingsvrij geplaatst werden [2]. Hierna voldeden beide locs uitstekend als rangeerloc. ← De RTM 1652
(met vierkante ramen) rangeert aan de Rosestraat in
Rotterdam. Foto Joop Hooft, 1960. De M1652 werd na het opheffen van de tramdiensten in 1966
gesloopt [2]. |
||||||||
|
|||||||||
De M1651 werd nog tot 1972 gebruikt op de kolensporen van de veerhaven. De loc ging in 1973 naar de Stichting v/h RTM, (eerst in Hellevoetsluis en vervolgens in Ouddorp). Ondertussen was al heel veel verdwenen, zoals alle zichtbare koperen en messing onderdelen [2]. Toch kon de loc na een bescheiden revisie in 1974 in dienst gesteld geworden. In 1985 kreeg de loc haar derde motor, een zescilinder DAF [2]. 31 juli 1996,
Stichting v/h RTM te Ouddorp → |
|
||||||||
|
|||||||||
← De houten nummerplaat en de
originele messing fabrieksplaat, Ouddorp 31 juli
1996 De originele driehoekige nummer- en rechthoekige naamplaten van messing waren niet meer aanwezig en zijn door Stichting v/h RTM vervangen door geslaagde houten replica’s. Bij de omvangrijke restauratie tussen 2012 en 2014 zijn als laatste stap weer messing nummer- en naamplaten aangebracht. De nieuwe platen werden niet gegoten, maar uit massief messing gefreesd [4]. Uiteraard hield de restauratie nog veel meer in. In plaats van dit hier te behandelen, kan beter verwezen worden naar het fraai geïllustreerde restauratieverslag, dat te downloaden is van de website van de Stichting v/h RTM: http://www.rtm-ouddorp.nl/achtergrond/restauratieverslag1651laag.pdf |
|||||||||
Spoorijzer fabrieksnummers De twee in 1949 aan de BPM geleverde oersikken hadden de Spoorijzer fabrieksnummers 11 en (zeer waarschijnlijk) 12. De twee in 1951 aan de RTM geleverde locs hadden de Spoorijzer fabrieksnummers 19 en 20. Ook bekend zijn oersikken met de Spoorijzer fabrieksnummers 14, 15 en 16. De apart te behandelen pas in 1953 verbouwde oersik met cardanassen staat bekend onder een hoger nummer, namelijk 145. En verder De tekening en meer voorbeelden van door Spoorijzer met GM dieselmotoren uitgeruste ex-NS oersikken staan op een aparte webpagina. |
|||||||||
|
|||||||||
Opmerkingen: |
- |
De tweede BPM ex-oersik is door de firma Piet Baris van zijn dieselmotor ontdaan en is vervolgens gesloopt. |
|||||||
- |
De BPM raffinaderij in Pernis bezat als nummer BPM 3 een al in 1936 door Werkspoor geleverde locomotor die sterk leek op de NS oersikken, maar die al van fabriekswege met een dieselmotor was uitgerust. |
||||||||
- |
De RTM 1651 is na een omvangrijke restauratie [2] door de Stichting v/h RTM tijdens de donateursdag op 27 september 2014 weer in dienst is gesteld. RTM 1651 was toen al 40 jaar in dienst bij de Stichting v/h RTM en heeft in die tijd meerdere (maar beperkte) restauraties ondergaan. Zo werden in 1993 de rollagers van de wielassen, de kettingen en kettingwielen, lagers in de versnellingsbak en de dieselolietank vernieuwd [5]. |
||||||||
- |
Wijlen S.C. van der Meulen was bedrijfsarts bij de (vlakbij SIJ gelegen) Nederlandse Kabel Fabriek in Delft en voorzitter van de Museum Buurtspoorweg (MBS) in Haaksbergen. Zodoende bezit de MBS een prachtige collectie SIJ foto’s, waarvan er hier een aantal getoond zijn. |
||||||||
- |
Vele oersikken gingen rechtstreeks (niet via Spoorijzer) naar industrieën, zoals De Schelde, Thomassen, Hoogovens, Beijnes, etc. |
||||||||
|
|
|
|||||||
Met dank aan: |
Museum Buurtspoorweg, Guido Baars, Pierre de Greeuw, Gerard de Graaf en Steef Janssens. |
||||||||
|
|
|
|||||||
Bronnen: |
[1] |
Het Openbaar Vervoer, juli 1974 |
|||||||
[2] |
Bas van der Heiden, “M.1651 en M.1652, de Sikken van de RTM”, p. 4-6 in de Tramkoerier van de herfst van 2014. Veel uit dit artikel (en meer) is ook te vinden in het van interntet te downloaden restauratieverslag. |
||||||||
[3] |
Informatie van Marius van Rijn. |
||||||||
[4] |
Jan de Bruin, “Nieuwe platen voor de M.1651 Puttershoek”, p. 7-8 in de Tramkoerier van de herfst van 2014. |
||||||||
[5] |
Werkplaatsnieuws in de Tramkoerier van de winter van 1993. |
||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
{ |
Spoorijzer (inleiding) Materieel |
||||||||
Terug/verder naar: |
|||||||||
|
|||||||||
|