► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||
De Atjeh locs van de NCM (voorheen Spoorijzer) laatst gewijzigd: 20-02-2024 |
|||||||||||
Inleiding Tijdens de Nieuw-Guinea-crisis van 1957 tot 1962 verbrak
Indonesië de diplomatieke en economische betrekkingen met Nederland. Spoorijzer (SIJ) wist via een
Belgische en een Duitse firma contact te houden, maar dat ging alleen om
levering van reserve-onderdelen. Nadat de betrekkingen hersteld waren, ontstonden er nieuwe
kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven, ook voor Spoorijzer. De
Nederlandse overheid hielp daarbij fors. In de jaren 1965/66 produceerde
Spoorijzer 30 wissels per week voor Indonesië (zie ook het artikel rechts).
In 1964 werden 300 vierassige suikerrietwagens naar Indonesië verscheept; in
1965 zelfs 500. In 1966 werden 10 palmolietankwagens voor het Indonesische
Kaapspoor geleverd. Zwolsche
Courant 19 mei 1964 → De opmerkelijkste gebeurtenis was echter de levering in 1972 van dieselhydraulische locomotieven aan de PNKA (het nationale Indonesische spoorwegbedrijf). Het tijdschrift Op de Rails [1a] meldde zelfs dat er in Nederland toch nog railvoertuigen werden gebouwd, ondanks de sluiting van Allan, Beijnes en Werkspoor (opm. a). De locs werden overigens niet meer gebouwd door Spoorijzer,
maar door de NCM. In 1967 was Spoorijzer namelijk overgenomen de door
Verenigde Bedrijven Nederhorst in Gouda. SIJ werd per 1 januari 1968 samen
gevoegd met de al eerder door Nederhorst overgenomen SIJ buurman Pletterij
Enthoven. De nieuwe naam werd PSD (Pletterij-Spoorijzer Delft), in 1969 al
gewijzigd in NCM (Nederlandse Constructiebedrijven en Machinefabrieken). Het ontwerp [2] |
|
||||||||||
Alle door Spoorijzer nieuw gebouwde locomotieven (Railtractoren, BPM locs, hydrolocs) waren ontworpen door dhr. G.C. Verhoeff. Die was echter in 1962 bij SIJ vertrokken en er waren al jaren geen nieuwe locs gebouwd. Daarom werd Baguley-Drewry in Burton on Trent (UK) ingehuurd voor het ontwerp. Deze onderneming was specialist in kleine industrielocomotieven, maar staakte de productie in 1985 [3]. Het ontwerp kwam niet overeen met een bestaand ontwerp. Er was voorzien in een General Motors (USA) 8V71 dieselmotor (afgesteld op 260 pk), een Niigata (Japan) hydraulische koppelomvormer (opm. b) en een eindoverbrenging (met koppelstangen) van Hunslet (UK). Tekeningen of maatschetsen zijn niet in Nederland bewaard gebleven en staan ook niet in het boek over Baguley-Drewry [2]. Maar op de Indonesische website Kereta Nostalgia is deze video over de locs te zien en daarin komt een maatschets voor. Gezien de lokale vervorming heeft de maatschets tijdens het filmen niet overal vlak gelegen. Met beeldbewerking was de vervorming te verminderen, maar niet te elimineren. Toch is de maatschets hieronder opgenomen. Het is immers de enige bekende maatschets. |
|||||||||||
|
|
||||||||||
↑ Maatschets in een video
van de Indonesische website Kereta Nostalgia ↑ Enkele opmerkingen: · De radstanden van 1370 mm worden ook in [2] genoemd. · De wieldiameter staat niet in de maatschets, maar wel in [2]: 877 mm. · Het gewicht van 14,5 ton is niet helemaal gelijk over de 3 assen verdeeld: de as onder de cabine draagt 11 % meer massa dan de andere twee assen. De
bouw In twee nummers van het personeelsblad NCM Nieuws werd over de nieuwbouw van locs bericht: “Zoals bekend hebben wij in 1969 een order geboekt van de Indonesische Spoorwegen op 10 diesellocomotieven voor de Atjeh spoorlijn. Door diverse aanvullende wensen, de moeilijke communicatie en de inmiddels sterk gestegen grondstofprijzen, dreigde deze order min of meer in de mist te raken. Dankzij ons initiatief om een gevolmachtigd vertegenwoordiger van de Indonesische Spoorwegen een 8-tal weken naar Delft te laten overkomen, zijn wij er in geslaagd deze order in technisch opzicht zowel als commerciëel opzicht thans volledig rond te krijgen. Door de prijsstijgingen is het aantal locomotieven gewijzigd in acht, maar de orderomvang is niet gewijzigd” [3, januari 1971]. |
|||||||||||
|
← Deze foto is bij de NCM
genomen door ir. H.J. Hofkamp, medewerker van de Technische Hogeschool
(tegenwoordig Universiteit) in Delft. De Technische Hogeschool in Delft bepaalde de trekkracht op het driebenige spoor evenwijdig aan de NS-lijn. Het prototype reed op Kaapspoor. Links en rechts van de loc zijn vijzels te zien. De loc zit nog in de grondverf en mist nog een aantal onderdelen, zoals koppelingen en verlichting. Het is logisch een loc van een nieuw type eerst te beproeven en dan pas af te bouwen. De nog door SIJ aangeschafte Nelcon dieselrailkraan reed - geremd en ongeremd - als belasting mee op het normaalspoor. Op onderstaande foto zijn de locs afgebouwd: |
||||||||||
↑ Fragment van een foto van Fotobureau Kramer, in het
Delfts gemeente-archief ↑ De foto links stond in zwart-wit bij dit artikel in de Telegraaf
van 10-01-1972 → |
|
||||||||||
De locs kregen Baguley-Drewry fabrieksnummers, namelijk 3663-3670 [2]. Ook voor de twee uiteindelijk niet gebouwde exemplaren waren Baguley-Drewry fabrieksnummers uitgetrokken, namelijk 3671/72. “NCM Delft heeft in januari 1972 acht locomotieven afgeleverd aan de Indonesische Staatsspoorwegen (PNKA)” [3, februari 1972]. Deze PNKA C30101-08 waren bestemd voor de Atjeh (Aceh) tram (opm. c). |
|||||||||||
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|||||||||
De Atjeh tram en de Atjeh Staats
Spoorwegen (ASS) [4] De bouw van de latere Atjeh tram werd in 1874 begonnen door het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger). De bedoeling was legereenheden en militaire goederen snel te kunnen verplaatsen. In 1882 ging het spoor over naar de Gouvernements dienst Burgerlijke Openbare Werken (BOW) en vanaf 1916 was sprake van de Atjeh Staats Spoorwegen (ASS). Uiteindelijk liep de lijn – met een spoorwijdte van 750 mm – van de rede van Oleh Banda in het noorden van Sumatra via de steden Aceh/Kutaraja, Sigli, Bireuen en Langsa naar het op een afstand van 486 km gelegen Besitang, waar aansluiting bestond op de Deli Spoorweg Maatschappij (DSM, met een spoorwijdte van 1067 mm). Vandaar liep een drierailig traject van 9 km naar de havenplaats Pangkalan Soesoe. Er waren enkele, relatief korte zijlijnen. De
spoorwijdte van dit net (750 mm) zou vergroot worden tot de 1067 mm van de
naburige Deli Spoorweg. De door de NCM gebouwde locs waren daarom eenvoudig
om te sporen van 750 naar 1067 mm. De zijplaten van de frames waren 30 mm
dik, want dat was volgens Baguley-Drewry goedkoper
en eenvoudiger dan het gebruik van ballastgewichten. De drieassers
hadden in verhouding tot hun lengte (5240 mm) en gewicht (14,5 ton) een
opmerkelijk hoog vermogen (de GM dieselmotor leverde 260 pk ), omdat ze niet
alleen voor rangeerwerk bedoeld waren, maar ook voor lijndienst. De maximum
snelheid was overigens slechts 30 km/uur (bij een baanlengte van 425 km !).
Een hogere baanvaksnelheid was mogelijk niet toegelaten. |
|||||||||||
|
|||||||||||
Gebruik van de locomotieven Al in 1975 werd aangedrongen op vervanging van de
NCM locs. De eerder genoemde video op de Indonesische website Kereta
Nostalgia bevat zelfs een maatschets van een vervanger,
alleen voor 1067 mm spoorwijdte en met een gewicht van slechts 7 ton. Het volgende krantenartikel (klik hier voor het origineel met foto’s) – vertaald door de heer W. Widoyoko – geeft een beeld van de toestand in juli 1976, slechts vier jaar na de aflevering van de NCM locs: DE NIET TE GENEZEN, VERLAMMENDE
ZIEKTE door: Chalil
A. Samalanga. De spoorwegen in Aceh zouden eigenlijk het belangrijkste vervoermiddel in
de regio moeten zijn, maar de hedendaagse werkelijkheid is dat de spoorwegen
bijna geen betekenis meer hebben. Door de toestand van de spoorwegen is het
bijna niet meer mogelijk om treinen te laten rijden en de toestand wordt dag
na dag erger. De Acehers vinden dat de spoorwegen
lijken op een man die aan een niet te genezen chronische ziekte lijdt. De totale verwaarlozing van de
spoorwegen in Aceh is echt te betreuren, want het
volk van Aceh hoopte dat de spoorwegen net zo goed
zouden kunnen functioneren als 20 jaren geleden. Het is jammer dat juist in
deze tijd van ontwikkeling de spoorwegen zwaar zijn verwaarloosd. In de goede
oude tijd reed nog een sneltrein tussen Kutaraja en
Lhoksemawa
over een afstand van ongeveer 300 km. De trein vertrok in de ochtend
en arriveerde laat in de middag, dus duurde het ongeveer een middag om die
afstand af te leggen. Maar het duurt nu 4 of 3 dagen om die afstand af te
leggen. Door allerlei problemen
onderweg zoals defecte treinen of een ontsporing of andere ongelukken duurt
zo’n reis eeuwenlang. Begin 1975 is een machinist overleden bij een
treinongeluk vlak bij Tamiang (Oost Aceh). Gebrek aan locomotieven Het tragische lot van de
spoorwegen is verbonden met onder andere het gebrek aan locomotieven. Oude
stoomlocomotieven verkeren in zeer slechte conditie en staan als oud ijzer in
het depot van Sigli (de werkplaats van de Aceh Tram). “Officieel” zijn er acht locomotieven
rijvaardig, maar in werkelijkheid zijn er maar vijf operationeel. Maar al die
vijf locomotieven vertonen vaak defecten of zijn in slechte conditie. De diesellocomotieven van
Nederlands fabrikaat verkeren vaak in de slechte conditie, zodat
ze eerst naar de werkplaats moeten worden gestuurd vlak voordat de trein gaat
vertrekken. Dit levert enorme vertragingen op. De schrijver heeft zelf ooit meegemaakt dat
een trein van Langsa naar Bireuen
die eigenlijk om 6:15 moest vertrekken pas om 13 uur ‘s middags kon
vertrekken. De vertraging kwam doordat de locomotief eerst gerepareerd moest
worden. De tegenwoordige
spoorwegdiensten van de Aceh tram omvatten onder
andere Langsa – Bireuen
vv. Volgens de dienstregeling moet op dit traject dagelijks gereden worden
maar in werkelijkheid rijdt de trein niet elke dag. Hetzelfde geldt voor het traject Langsa – Sigli waar dagelijks
een gemengde trein zou moeten rijden, maar in de praktijk rijdt de trein
alleen als er goederen te vervoeren zijn. Een ander traject is Langsa – Besitang en ook op dit traject is de dienst
onregelmatig. Op de hoofdlijn tussen
Banda Aceh en Sigli rijdt
sinds een paar jaar geen trein meer. Het lijkt erop dat de dienst op dit
traject is opgegeven. Er zijn hier geen activiteiten van de spoorwegen te
bekennen. Het hoofdkantoor van de Aceh spoorwegen
is al verplaatst van Banda Aceh naar Langsa. Zo te zien is de toekomst van de Aceh spoorwegen onzeker. Door die slechte toestand van de
Aceh spoorwegen kiezen de mensen liever de bus om
te reizen. Het kaartje is duurder, maar de bussen rijden betrouwbaar en ze
zijn altijd vol met passagiers. De
treinreizigers zijn op één hand te tellen. Veel rijtuigen zijn leeg zoals u
op de foto ziet. De reizigers zijn meestal vruchtenhandelaren of arme mensen
die geen buskaartje kunnen betalen. Spoorweggeruchten Er doen nu allerlei geruchten
over de spoorwegen in Aceh de ronde. Sommige mensen
zeggen dat de spoorwegen opgeheven zullen worden omdat ze niet langer nuttig voor de mensen zijn.
Andere berichten zijn tegengesteld. De centrale regering zou van plan zijn de
spoorwegen te revitaliseren. De achtergrond van de positieve berichten is het
bezoek dat de minister van transport, de heer Emil Salim, onlangs (midden in
1975) aan Aceh bracht. Hij bezocht ook het
hoofdkantoor van de spoorwegen van Aceh in Langsa. Maar het is nog onduidelijk of de berichten juist
zijn. De hoofdinspecteur van de
spoorwegen van Aceh, de heer Suwarno,
wil ook geen woord zeggen. Hij zei gewoon “Vraag het maar aan het hoofd
exploitatie van Noord Sumatra” want de spoorwegen van Aceh
vallen onder het beheer van het hoofd exploitatie te Medan. Als het bericht waar is, dan is er hoop op
beter vervoer in Aceh en zouden de mensen makkelijk
overal met de trein kunnen reizen. De realiteit is nu anders. De
infrastructuur van de spoorwegen wordt niet meer onderhouden. Het spoor zit
vol met onkruid en andere begroeiing, de bielsen zijn versleten en zien er
gevaarlijk uit. Een spoorwegman zei dat zijn salaris onregelmatig wordt betaald
en dat er weinig werk is. De welvaart van de werknemers gaat ook
bergafwaarts. Ze vinden het erg dat het “rijstgeld” altijd te laat wordt
betaald. Conclusie: zowel de mensen, het
materieel als de infrastructuur verkeren
in zeer slechte conditie en er geen verbetering in zicht. |
|||||||||||
Van de voorgenomen omsporing is maar een klein deel uitgevoerd. De NCM locs zijn slechts tot omstreeks 1980 in gebruik geweest en raakten daarna met de rest van de Atjeh tram buiten gebruik (OdR 1983-6). Het via
de Atjeh-locs gelegde contact leidde er wel toe dat de NCM als agent voor Baguley-Drewry in Indonesië optrad bij de verkoop van
twintig tweeassige locs voor 500 en 700 mm
spoorbreedte. |
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|
||||||||||
Conclusies |
|||||||||||
- |
De acht door de NCM gebouwde locs voor het 750 mm net in
Atjeh vormen geen gelukkig voorbeeld van ontwikkelingshulp: ze zijn niet door de NCM in Nederland gebouwd omdat die de
technisch of economisch beste aanbieding deed, maar omdat de Nederlandse
overheid er ontwikkelingshulp voor verleende. Eenmaal ter plekke raakten de
locs spoedig buiten gebruik. |
||||||||||
- |
Ook voor de Nederlandse industrie had de bouw van de Atjeh locs
weinig positieve gevolgen. De inkomsten zullen deels naar het buitenland
gevloeid zijn (voor onder andere ontwerp, dieselmotoren, transmissies en
eindoverbrengingen). Het model werd niet verder gebouwd en de NCM in Delft
ging in 1974 toch dicht. |
||||||||||
|
|
||||||||||
Opmerkingen: |
Later bleek dat de Atjeh locs niet de laatste in Nederland gebouwde locomotieven waren. Bijvoorbeeld Bemo en Niteq bouwen immers nog steeds locomotieven. |
||||||||||
|
Bij Niigata betrof het een licentie van Twin Disc. Zie bijvoorbeeld: |
||||||||||
|
De spelling van Indonesische plaatsnamen varieert soms sterk. Op deze webpagina is de spelling van Google Earth en Wikipedia aangehouden. |
||||||||||
|
|
|
|||||||||
|
|
|
|||||||||
Met
dank aan: |
de heren Pierre de Greeuw, H.J. Hofkamp, Daniel Osborne en W. Widoyoko. |
||||||||||
|
|
|
|||||||||
Referenties: |
[1a] |
Op de Rails 1972-3. |
|||||||||
[1b] |
F. v/d Gragt, “Nieuws uit Indonesië” Op de Rails 1983-6 p.161. |
||||||||||
[2] |
Allen Civil & Roy Etherington, “The Railway products
of Baguley-Drewry Ltd and its predecessors”, Industrial Railway Society,
2008. Zie p. 151, p. 161 (foto) en
p. 299. |
||||||||||
|
[3] |
Personeelsblad NCM Nieuws. In het Stadsarchief Delft zijn aanwezig nummers van maart 1970 tot en met juni 1972. |
|||||||||
[4] |
Atjeh Tram op www.wikipedia.nl Hier zijn vele foto’s uit het Tropenmuseum en een schematische kaart te vinden. |
||||||||||
|
|
||||||||||
{ |
Spoorijzer (inleiding) |
||||||||||
Terug/verder naar: |
|||||||||||
|
|||||||||||