Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Nelson railkranen

 

Laatst gewijzigd: 16-02-2017

 

image004

 

Enkele punten uit de geschiedenis [1] zijn:

1932

Nellen wordt opgericht als technisch bureau voor het berekenen en uitvoeren van staalconstructies voor de utiliteitsbouw en machines in de levens- & genotsmiddelenindustrie.

1943

Nellen verhuist naar de Sluisjesdijk in Rotterdam en start de produktie van loopkranen, spildekkranen en Nelson mobiele kranen.

1951

Overname van de panden van Jamin aan de Sluisjesdijk

1976

Nellen en De Groot (Zwijndrecht) nemen het bijna failliete constructiebedrijf van Nederhorst (voorheen Braat) in Rotterdam over.

1978

Nellen wordt overgenomen door Grootint Holding; de naam wordt Nellen Kraanbouw BV.

1980

Conrad Stork in Haarlem wordt door V.M.F. aan De Groot International te Zwijndrecht verkocht. Door Grootint wordt de afdeling kranen ondergebracht bij Nellen in Rotterdam. Hieruit is NELCON Rotterdam ontstaan. ≤1980 verhuist het bedrijf naar de Doklaan.

image017

1991

Directeur T.E.M. Kocken wordt enig eigenaar.

2011

Nelcon wordt overgenomen door het Zweedse Kalmar.

 

Nellen/Nelcon vertoonde veel overeenkomsten met het Engelse Coles: beide firma’s leverden dieselelektrische kranen in drie hoofduitvoeringen: gemonteerd op een vrachtauto, zelfrijdend op luchtbanden en zelfrijdend op spoorwielen. Rupsbanden waren ook mogelijk. De elektrische installatie van de Nellen/Nelcon kranen werd verzorgd door de N.V. Electrotechnische Industrie v/h Willem Smit & Co te Slikkerveer.

Er was niet in stempels voorzien.

 

Tweeassers

Nelson spoorrailkraan

Type: N-210 S-310

Bron: [2]

De wieldiameter was 765 mm.

 
image007

Nellen heeft meer dan 10 tweeassige spoorrailkranen van het bovenstaande type N-210 S-310 geleverd. De type-aanduiding betekent:

N: Nelson

S: Spoor (een T op die plaats betekent “op Truck”, een L: Luchtbanden en een R: Rups)

De 1st  cijfergroep slaat op het onderstel, in dit geval een 10 tons onderstel.

De 2de cijfergroep  slaat op het hefvermogen, hier 10 ton bij de minimale vlucht van 3 meter.

 

Dit type werd vanaf circa 1952 gebouwd. In elk geval waren op de Utrechtse Jaarbeurs in 1952 twee exemplaren op luchtbanden te zien.

De volgende tweeassige Nellen/Nelcon railkranen van het type N-210 S-310 waren in 1989 nog in gebruik [3], in volgorde van bouwjaar:

1)

sloperij Heuvelman (voordien Van Dijk) naast station Veenendaal, bouwjaar 1960

2)

de VAM in Wijster, bouwjaar 1962

Hierbij ging het om type N-210 S-310-2MS waarbij de toevoeging -2MS slaat op een grijperlierwerk met 2 motoren.

3)

Standard Fasel Lentjes in Utrecht, bouwjaar 1964

 

Na de sluiting van de afdeling Rolma van Werkspoor in 1972 ontfermde Bronswerk zich over een fabriekshal, één van de railkranen en acht wagens. Na de sluiting van Bronswerk Ketels in 1984 kwamen de hal, de railkraan en nog vier wagens in gebruik bij Standard Fasel Lentjes, een fabrikant van ketelonderdelen.

 

De foto’s werden op 14 juni 1989 genomen. De verbinding met NS was al lang verbroken; er was dus sprake van een eilandbedrijf:

 

image008

 

Het was de taak van de railkraan buiten opgeslagen buizen en balken (zie foto links) in de hal te brengen. Ook werden bij de platenopslag platen op een wegvoertuig overgeslagen.

Beide foto’s zijn genomen op 14 juni 1989. De railkraan was kort tevoren gerenoveerd en was in gebruik. De wagens waren niet meer in dienst.

image022

 

image029

Vergeleken met een haak aan één enkele draad kan een 4 x zwaardere last worden gehesen (wat wel 4 x langer duurt). Ook kan de last niet makkelijk gaan draaien.

Het draaien van de last bij gebruik van één enkele draad (men spreekt wel van één part) wordt tegengegaan door kruisslag-kabels te gebruiken (de draadjes van de strengen zelf zijn hierbij in één richting geslagen en de strengen zelf in de andere. De slijtage van deze kabels is groter dan bij de kabels in langsslag, waarbij voor beide bewerkingen dezelfde richting gebruikt wordt). Bij langsslag is het oppervlak waarmee de kabels op de trommel en schijven rust, groter en daardoor de slijtage minder.

 

4)

 

Bovenbouwwerkplaats NS, Tweede Daalsedijk te Utrecht, bouwjaar1966, foto d.d. 12 maart 1991 →

 

Anno 2011 is de kraan niet meer aanwezig, ook niet in Crailoo (waarheen Wisselbouw is verhuisd).

Opvallend is het laddertje dat aan de onderwagen hangt. De giek van deze kraan is – door middel van tussenstukken –zichtbaar langer dan die van de andere tweeassers op deze pagina. Standaard werd de railkraan geleverd met een gieklengte van 8 meter, maar 10, 12, 14, 16 en 18 meter was mogelijk.

Standaard was een dieselmotor van 61 pk, een generator van 36 kW gelijkstroom (=  49 pk) , een hijsmotor van 11,5 pk (met als optie 18 pk om sneller te hijsen), een topmotor van 11,5 pk, een zwenkmotor van 4 pk en twee rijdmotoren van elk 12,5 pk. Er konden dus meerdere bewegingen gelijktijdig worden uitgevoerd. De bediening gebeurde middels 12 Volt stuurstroomschakelaars. Het hefvermogen (gebaseerd op 2/3 deel van de kantellast) was 12,5 ton bij de minimale vlucht (de radius bij de hoogste stand van de giek) van 3 meter. De vier wielen waren voorzien van luchtdrukremmen. Het gewicht was 37 ton (gelijk over beide assen verdeeld). De rijdsnelheid was maximaal 15 kilometer per uur (onbelast).

image026

 

5)

 

Sideron in Berkel en Rodenrijs, bouwjaar 1970 ↓

Berkel spoorkraan Sideron 14-04-1998.jpg

In 1935 werd Sideron IJzerhandel in Berkel opgericht. Volgens de

inmiddels verdwenen website was het aanvankelijk een handel in spoorwegmaterieel en sloperij. Later hieldt men zich onder de naam Sideron Snijwerk bezig met het autogeen snijden van platen en het maken van ballastblokken op maat.

Volgens een schaaltekening in www.sporenplan.nl is de spooraansluiting in 1971 opgebroken. Sindsdien was er dus sprake van een eilandbedrijf. Het sporenplan was uiterst eenvoudig: er was geen enkele wissel. Er was nog een tweede hijskraan, maar dat was geen railkraan.

 

← Deze Nellen railkraan is van het type N-110 S-310-2MS [3], waarbij de toevoeging -2MS slaat op een grijperlierwerk met 2 motoren. Ze was naar alle waarschijnlijkheid de laatste nog regelmatig actieve railkraan in Nederland (afgezien van de railkranen van spoorwegaannemers en railmusea). Foto: Maarten van der Willigen, 14 april 1998.

 

Advertentie in Nieuws van de Staatsmijnen, 1952 

Sideron advertentie SM blad 1952.JPG

Sideron Snijwerk werd overgenomen door SSI (Steel Solutions International) in Dordrecht en is daar in 2018 ingehuisd. De railkraan stond anno 2019 te koop op de website Secondowner en verbleef toen nog steeds op het al braak liggende terrein in Berkel. Op genoemde website waren onder andere foto’s van interessante details (waaronder de hefmagneet) en diverse gegevens te vinden. Omstreeks 06-04-2019 verscheen de mededeling dat de hijskraan verkocht is.

6)

C.C.B. (impregneerbedrijf) in Brussel in 1979.

De volgende tweeassige railkranen waren in 1989 niet meer in gebruik [3]. Hun bouwjaar is niet bekend.

7)

Spoorijzer in Delft

 

image031

 

Zulke ansichten werden vroeger vaak door bedrijven verstuurd. Op de achterkant stond bijvoorbeeld: “Onze monteur/ vertegenwoordiger zal U bezoeken op …..”. Op de bovenkant van de giek staat Nelson.

 

 

De foto is gemaakt vanaf de spoorbaan Rotterdam-Delft. Op de achtergrond staat de Motorenhal van Spoorijzer. Uiterst rechts staat op een ander spoor een SIJ Railtractor. Daar weer rechts van is nog de cabine van een andere smalspoorloc te zien.

Foto: J.A. Maasen, februari 1972    

 

image024

  9)

Grofsmederij in Delft

Mogelijk wordt hiermee Pletterij Enthoven bedoeld, de buurman van Spoorijzer.

10)

Grofsmederij in Leiden

 

11)

Zoutziederij in Capelle a/d IJssel

Waarschijnlijk wordt bedoeld de Rotterdamse Zoutziederij v/h. Kolff en Vis te Kralingseveer. Dit bedrijf lag vlak bij de gemeentegrens van Capelle a/d IJssel en ook bij de spoorlijn naar het Maasstation, maar het had geen spooraansluiting. Er zou hier dus sprake zijn geweest van een “eilandbedrijf”.

Na de opheffing van de Zoutziederij (inmiddels onderdeel van Akzo Zout Chemie) ging de spoorrailkraan naar Vles in Rotterdam en vervolgens Van Scherpenzeel in Gorinchem. Daar werd de onderwagen gesloopt en de bovenwagen op een schip geplaatst als grijperkraan [3]. De schroothandel Metaal Maatschappij S.A. Vles & Zn aan de Persoonsdam/Piekstraat had spooraansluiting.

12)

Werkspoor in Utrecht

De afdeling Rolma had twee Nellen railkranen, waarvan er al één onder 3) is genoemd. De tweede kwam na de opheffing van Rolma in 1972 bij het Spoorweg Bouw Bedrijf (later Strukton) en kreeg daar het nummer 52450 [4]. Het was de eerste zelfrijdende spoorkraan van het SBB. De eerste inzet was bij de bouw van de Metro in Rotterdam.

Uit het artikel [4] blijkt dat één wielas via een ketting werd aangedreven door een elektromotor (dit in tegenstelling tot de onder 4) genoemde gegevens). De rijsnelheid lag tussen 7 en 15 kilometer per uur. Bij vervoer in een goederentrein moest de ketting worden afgenomen.

 

Er zijn zeker meer dan de bovengenoemde twaalf tweeassige Nelson railkranen geweest. NS had namelijk in 1966 de volgende Nelson railkranen [5]:

·       NS 484 (bouwjaar 1960, hefvermogen 5 ton) bij de Houtbereidingsinrichting (HBI) te Dordrecht.

·       NS 485 (bouwjaar 1960, hefvermogen 5 ton) bij de Stapelplaats te Crailoo.
Het Utrechts archief heeft inderdaad een in 1972 genomen foto van de Stapelplaats Crailoo, waarop een tweeassige Nellen railkraan (plus een Codum railkraan) te zien is. Zie hier.

·       NS 487 (bouwjaar 1961, hefvermogen 0,75 ton) bij de HBI te Dordrecht.

·       NS 488 (bouwjaar 1964, hefvermogen 6,3 ton) bij de HBI te Dordrecht.

Het hefvermogen van deze railkranen was dus lager dan de 10 ton (bij een vlucht van 3 meter) van de hierboven besproken railkranen.

 

Vierasser

 

Een citaat uit [6] onder de kop Crailoo krijgt Nellenkraan:

“De Nellenkraan gaat de uit 1954 daterende Codumkraan [7] vervangen, die technisch helemaal is versleten. Met deze Nellenkraan is het mogelijk spoorstaven met een lengte van dertig meter voor de kop te verplaatsen. Vanwege de kortere kraanarm is dat met de Codumkraan niet mogelijk. Bovendien is een langere kraanarm uit oogpunt van persoonlijke veiligheid beter.”

De railkraan werd geleverd op 25 april 1978, zeer waarschijnlijk als laatste railkraan in Nederland.

Het type is N-225 S-310, met dus een 25 tons onderstel met draaistellen. Zoals uit de foto blijkt is de cabine voor de machinist verhoogd aangebracht en is de giek met een tussenstuk verlengd.

 

Crailoo, 28-04-2006, foto Remco Verloop→

 

Voor het overige lijkt de kraan gelijk aan het tweeassige type; ook de S-310 in de type-aanduiding wijst daarop.

 

Crailoo, 28-04-2006, foto Remco Verloop→

 

Op de foto droeg de railkraan nog steeds het NS logo, hoewel de locatie ten tijde van de opname al tien jaar niet meer onder NS viel. Anno 2011 was de kraan niet meer aanwezig bij wat nu voestalpine Railpro is.

Er staat een Nellen logo op zowel de machineruimte als de verhoogde cabine. Er lijkt maar één wielas (de tweede van rechts) aangedreven te zijn.

Opmerkingen

a)

Jan Roos deed stage bij Nellen aan de Sluisjesdijk in Rotterdam en denkt met bewondering terug aan de ijzerwerker die bij Nellen  de tandkransen waarop de bovenwagen draait, in model bracht: Het geheel werd uit uitgebrande en gewalste plaatdelen samengelast. Denk aan een materiaaldikte van 20-30 mm. Door het branden en het lassen ontstonden spanningen en daardoor grote vervormingen die voor het frezen en de montage zo goed mogelijk moesten worden gecorrigeerd. Dat was het werk van de ijzerwerker die daarvoor slechts drie gereedschappen had: een heel goed oog, een heel grote vlam en een grote voorhamer.

b)

Uit “Rotterdam mijn stad mijn hart” op de inmiddels verdwenen website van de familie Schipper:

“Dit was ook de tijd dat ik een baantje aangeboden kreeg bij de firma van Nellen aan de Sluisjesdijk voor het trekken van de tandwielen bij de smid, wat de prioriteit had, en het draaipunt van de super moderne mobiele kraan. Door de vele opdrachten moest er dag en nacht worden gewerkt en viel er uiteraard een paar centen te verdienen. Als smidsjongen moest je twee dingen goed leren; met de voorhamer omgaan en zwemmen in de koelbak. In de koelbak verdween je zo gauw je mond te groot werd of je iets fout had gedaan.”

 

Met dank aan:

Oscar van Dommelen, C. Kok ( Nelcon), M.M. Lobee (Sideron Snijwerk), Jan Roos, Toon Steenmeijer, Remco Verloop en Maarten van der Willigen.

Bronnen

[1]

http://kranenprojekt.nl/kraanbouwers.html, aangevuld met krantenartikelen.

[2]

Nellen folder.

[3]

Informatie van dhr. C. Kok van Nelcon, in 1989 ontvangen.

[4]

NS personeelsblad De Koppeling, 15 september 1972.

[5]

Bladzijde III uit het NS boek "Nummering Hef- en transportwerktuigen" uit 1966 (uit de collectie van Hans Nahon).

[6]

NS personeelsblad De Koppeling, 3 december 1976.

[7]

Het ligt in de bedoeling om later aandacht te besteden aan het Nederlandse fabrikaat Codum.

 

 

 

{

voorgaande pagina Motorrailkranen                          Stoomrailkranen                  Handrailkranen

Terug/verder naar

tijdschriftartikel (17 Mb) over railkranen

 

 

Nieuw                      Home                      Inhoud