►
Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
||||||||||||
|
||||||||||||
Aanvullingen |
||||||||||||
aanvullingen, volgens de hoofdstukindeling van “Smalspoor in Bedrijf” |
||||||||||||
Hoofdstuk 13
Keramische industrie: Gebroeders Struik en Gebr. Ten Bolscher in Rijssen
(laatst gewijzigd op 07-01-2016) |
||||||||||||
In 1930 waren er nog vier steenfabrieken in Rijssen; midden jaren 1950 hadden drie daarvan nog een veldoven. De gebr. Struik lieten al in 1929 een ringoven bouwen, waarna de naam van de steenfabriek veranderd werd in de Heidebloem. In 1969 werd het bedrijf gesloten bij een saneringsronde in de baksteenindustrie. Over de steemfabriek van de Gebr. Struik verscheen in 2001 het boek Van tichelwerk tot steenfabriek 'de Heidebloem', geschreven door W.A.W. Struik [1]. De fabriek lag aan de Enterstraat. Die
verloopt op onderstaande luchtfoto uit 1952 [2] ongeveer verticaal bij de rechter
beeldrand. De blik is naar het noorden. In de verte ligt Rijssen, gedomineerd
door de jutefabriek van de firma Ter Horst. De ringoven van de Heidebloem
ligt vlakbij de knik in de Enterstraat. Langs de onderkant van de foto is de
steenfabriek van Gebr. Ten Bolscher
(met veldoven) te zien. ↓ |
||||||||||||
|
||||||||||||
↑ Het smalspoor is
goed te zien, vooral vanwege de vele kipkarren. Alle bakken zijn gekipt, om
te voorkomen dat er regenwater in loopt. Het smalspoor op het fabrieksterrein
ligt in de vorm van een Y. Op de ene tak van de Y werden de kipkarren
kennelijk met een lier omhoog getrokken naar de mengzolder van de Heidebloem.
Na samenkomst van beide takken van de Y liep het spoor naar het westen (dat
is naar links op de foto) het bos in, naar steenfabriek De Brekeld. Daar
maakte de spoorlijn een bijna haakse bocht om verder in ongeveer zuidelijke
richting naar de groeve in de Hocht te
lopen. |
||||||||||||
↑ De groeve van de steenfabriek van
de gebr. Struik in Rijssen, op een prentbriefkaart uit de
verzameling van Erwin Voorhaar↑ Wegens uitputting van groeves in de buurt gingen Rijssense fabrieken namelijk keileem halen in de Hocht (in de gemeente Markelo), waar hun groeves naast elkaar lagen. De afstand van de fabriek van de gebr. Struik tot hun groeve aldaar bedroeg 5 km. Aanvankelijk werd de klei met paard en wagen vervoerd. In 1917 kwam er een spoorlijn met rails van 7 kg/m voor paardentractie. Een andere Rijssense fabriek - de Brekeld (Baan & ten Hove) – had al in 1907 smalspoor, zoals blijkt uit de prachtige website over de Brekeld, waarop ook een kaart te vinden is. Daar is ook te zien dat het smalspoor van de verschillende Rijssense fabrieken naar de Hocht gedeeltelijk gemeenschappelijk was. Zowel in het boek over de Heidebloem [1] als op de website over de Brekeld [3] staat dat men aanvankelijk slechts rails kocht voor de helft van het traject. De keileem werd van de Hocht per smalspoor tot halverwege vervoerd en daar op een bult gegooid. Vervolgens werd de rails opgebroken en tussen de bult en Rijssen gelegd. Het opbreken en leggen gebeurde elk jaar ! Zulke samenwerking tussen steenfabrieken kwam zelden voor. In Swalmen hadden dakpanfabrikanten een minispoorbedrijfje opgericht. Daar waren niet alleen het smalspoor maar ook de kipkarren gemeenschappelijk eigendom. In Rijssen werd alleen (een deel van) het smalspoor gemeenschappelijk gebruikt. Iedere fabriek had eigen kipkarren en later ook een eigen locomotief (zie echter opmerking a). |
||||||||||||
In 1938 werd de lijn verzwaard en bestelde Struik via Spoorijzer een dieselloc. Dit moet de Deutz OME117 op bovenstaande ansicht en de foto rechts zijn. In 1939 kwam er een excavateur van machinefabriek Aberson in Olst, die links op de achtergrond te zien is. Foto van onbekende datum (maar in elk geval later dan 1939) [2]→ Boven de (helaas onleesbare) ovale Deutz fabrieksplaat op het achterschot is een rechthoekige Spoorijzer plaat aangebracht. Bij de linker beeldrand is te zien dat het spoor voor de excavateur halve boomstammen als dwarsliggers heeft. Rechts liggen ook wat van die dwarsliggers. |
|
|||||||||||
In de Tweede Wereldoorlog vorderden de bezetters kipkarren van de Machinale Steenfabriek De Heidebloem van Gebr. Struik te Rijssen ten behoeve van de aanleg van vliegveld Twente (zie hier). Ze konden na de oorlog makkelijk aan de rechtmatige eigenaar worden terug gegeven omdat er de S van Struik op stond. Ook andere gebruikers van het gemeenschappelijke smalspoortraject nummerden hun kipkarren: er is een foto bekend [3] van een kipkar met het nummer met BH 24, waarbij BH voor de steenfabriek Baan & ten Hove staat. |
||||||||||||
Het is niet bekend of de Deutz dieselloc ook gevorderd werd. In elk geval toont de foto aan dat deze loc na de oorlog gewoon aanwezig was:
Zomer 1950 [2]→ Bij dit type konden voor de vooras en achter de achteras ballastblokken worden aangebracht, maar dat is niet gebeurd. Er waren vier snelheden: 3,2/5,2/8,8/14,2 km/uur. Stel dat de gemiddelde snelheid 10 km/uur was, dan werd een retourrit in circa 1 uur afgelegd. Er werd zes tot zeven maal per dag gereden [1]. Er waren drie sets van twaalf wagens: terwijl één set in de groeve werd gevuld, werd één set in de fabriek geleegd en was de derde onderweg [1]. |
|
|||||||||||
Er was dus een groot deel
van de tijd een trein van Struik onderweg en er was grote kans dat onderweg
een tegenligger van een andere steenfabriek werd ontmoet. Daarom was het
grotendeels enkelsporige traject voorzien van een stuk dubbelspoor en enkele
passeersporen met één of twee wissels. De afspraak was dat een volle trein
voorrang had (bron: zie opmerking b). |
||||||||||||
Ook over de buurman van Gebr. Struik, de steenfabriek Gebr. Ten Bolscher is een boek verschenen [5]. Om de fabriek na de Tweede Wereldoorlog weer aan de gang te krijgen werd leem gehaald met paarden en slechts drie kipkarren. Begin jaren 1950 verscheen de eerste dieselloc. Die was tweedehands gekocht van Spoorijzer in Delft [5]. Machinist Johan Maats met een touriste. Collectie Gerrit ten Bolscher → Gezien de excavateur op de achtergrond is de foto in de groeve genomen. Het gaat om een Deutz OME117, zoals buurman Gebr. Struik die ook had. |
|
|||||||||||
De broers Jans en Hendrik ten Bolscher met hun neef Dieks.
Collectie Gerrit ten Bolscher → Deze foto is ouder dan de beide andere foto’s omdat later Johan Maats machinist was [5]. Op de motorkap van de loc staat in witte letters Spoorijzer Delft. Spoorijzer had een groot verhuurpark met Deutz locs en verving die in deze tijd door Whitcombs en Rustons. Op de Deutzen uit het verhuurpark was op dezelfde plaats met witte letters de tekst Spoorijzer Delft aangebracht. Deze loc zal daarom gekocht zijn uit het verhuurpark van Spoorijzer. Op de loc van Gebr. Struik stond geen Spoorijzer Deutz. Een ander verschil is de aanwezigheid van verticaal geplaatste profielen bij het achterschot en bij de achterkant van de motorkap. Mogelijk kon hier een cabine op geplaats worden. Deze verschillen bevestigen dat het om een andere Deutz gaat dan die van Gebr. Struik. |
|
|||||||||||
Toen de fabriek groter werd en er meer kipkarren achter moesten, trok de Deutz het niet meer en is er een sterkere Diema aangeschaft bij IVB [5]: Loc van Ten Bolscher onder de excavateur. Collectie Gerrit ten Bolscher → Achter de loc staan 12 kipkarren.
Deze loc draagt een Diema fabrieksplaat en een
plaat van importeur IVB in Zwolle.
Gezien de typische trapeziumvormige motorkap moet de loc tussen 1946 en 1951
gebouwd zijn. Het zal gaan om het type DS 12 van 14 pk, DS 16 van 16 pk of DS
22 van circa 22 pk. De excavateur lijkt dezelfde te zijn als die op de foto met de Deutz OME117. |
|
|||||||||||
Kennelijk werkten de steenfabrieken Ten Bolscher en Struik – buren van elkaar – goed samen, want ze vroegen samen een “bijrijder op locomotief”: Weekblad voor Rijssen, 27-09-1963 [4]→ De taken van de jongen worden niet genoemd, maar zijn makkelijk voorstelbaar: |
|
|||||||||||
|
wissels omleggen, wagens aan en afkoppelen, met de rode vlag bij wegkruisingen staan en bij gladheid zandstrooien. De jongen met de rode vlag komt ook voor in de herinneringen van Richard Woolderink [2] aan de steenfabriek van zijn grootouders: “Als klein jochie mocht ik ooit meerijden met het treintje. Voor zover ik me herinner sprong er bij het naderen van een weg een man van het treintje om met een rode vlag het verkeer te waarschuwen. De dieren die zich ophielden langs het spoorlijntje waren helemaal gewend aan het geluid. Maar eenmaal viel het treintje stil, en door die stilte schrokken enkele reeën verderop in het veld, en gingen er vandoor.” Deze sfeer wordt ook opgewekt door de huidige museumspoorlijn Stichting Rijssens Leemspoor: het smalspoor volgt een fraai traject door bos en hei en er wordt door een jongen gevlagd (bij de overgang met de Arend Baanstraat) ← Fragment uit
een informatiebord van de Stichting Rijssens
Leemspoor, 22-08-2015 |
|||||||||||
Ergens begin jaren zestig stopten stopten Ten Bolscher en Struijk met het Leemspoor. Later volgden Baan en ten Hove en Smeijers en Voortman. De reden was dat er klachten kwamen over het gevaar vanwege het toenemend verkeer en ook over geluidsoverlast. Het ging immers om vier leemputten, vier excavateurs en treinen van vier fabrieken. Dit zorgde voor veel overlast in de buurt. Er is uiteindelijk één gezamenlijke leemput in de Hoch gekomen waar de firma Remmink uit Den Ham het graafwerk en transport met vrachtwagens (kippers) de leem naar de vier fabrieken verzorgde [5]. Er was - ter hoogte van de Friezenberg – al een brug voor het Leemspoor over de A1 gebouwd om ervoor te zorgen dat de treintjes de nieuwe snelweg konden oversteken. Die brug is niet meer voor het beoogde doel in gebruik gekomen; het is nu een voetgangers/fietsbrug [5]. |
||||||||||||
|
|
|||||||||||
Opmerkingen: |
De Rijssense steenfabrikanten hadden tweeassige open diesellocs van ongeveer gelijk motorvermogen, maar van verschillende leveranciers: |
|||||||||||
a-1 |
Steenfabriek De Brekeld
(Baan & ten Hove) had sinds 1939 een loc [3]. Op de meeste foto’s staat
een naoorlogse Diema (waarschijnlijk type DS 11 van 11 pk). Vo;gens [6] waren
er gelijktijdig twee locs van dit type in dienst. Op twee oude foto’s [3] staat een ander (ouder) type. Volgens [6] was dit een Deutz petroleumlocomotief van het type PME uit 1927 en is er ook nog een Demag in dienst geweest. |
|||||||||||
a-2 |
Smeyers & Voortman had
volgens een referentielijst van O&K in Amsterdam een vooroorlogse
11 pk Orenstein & Koppel dieselloc van het type MD1. Zie hier voor een foto uit 1958. Volgens [6] ging het zelfs om drie
verschillende locs van dit type die elkaar hebben opgevolgd. |
|||||||||||
a-3 |
Zoals op deze webpagina
besproken, had de Heidebloem van Gebr. Struik een vooroorlogse Deutz OME117
van 13 pk. Volgens [6] is er daarna nog een Diema geweest. |
|||||||||||
a-4 |
Gebr. Ten Bolscher had
eerst een loc van hetzelfde type Deutz OME117 en later een Diema, van het
type D12 (14 pk) of D16 (16 pk). |
|||||||||||
Op een webpagina van het Rijssens Leemspoor is veel over de geschiedenis van de Rijssense steenfabrieken en hun smalspoor te vinden, waaronder een kaart. |
||||||||||||
c) |
De beeldbank van Erfgoed Rijssen-Holten heeft meer foto’s van Rijssense steenfabrieken: vul bijvoorbeeld als zoekterm steenfabriek in. |
|||||||||||
|
|
|||||||||||
Met dank aan: |
Gerrit ten Bolscher, Erwin Voorhaar en Richard Woolderink. |
|||||||||||
|
|
|||||||||||
Referenties: |
[1] |
W.A.W. Struik , Van tichelwerk tot steenfabriek 'de Heidebloem', Rijssen 2001. |
||||||||||
[2] |
Collectie van Richard Woolderink (kleinzoon van de eigenaar en neef van de onder [1] genoemde W.A.W. Struik). |
|||||||||||
[3] |
De site Tichelwoark van Arjan Baan over de steenfabriek De Brekeld van Baan & ten Hove. |
|||||||||||
[4] |
||||||||||||
[5] |
Informatie van Gerrit ten Bolscher.
Zie ook: |
|||||||||||
[6] |
Gerard de Graaf, Stichting Rijssens Leemspoor, Railmagazine 184 (mei 2001). |
|||||||||||
|
|
|||||||||||
|
|
|||||||||||
{ |
||||||||||||
Terug/verder naar: |
|
|||||||||||
|
|
|||||||||||