Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

Modellen

 

Cargill in Sas van Gent

 

geplaatst: 05-10-2023

 

Inleiding

 

Cargill heeft meerdere vestigingen in Nederland. In het volgende gaat het exclusief om de Cargill vestiging in Sas van Gent en ook om de voorgangers daarvan, zoals Cerestar. In korte tijd werden vier verschillende rangeerlocs ingezet. Daarna raakte het raccordement buiten gebruik. In 2023 is het deels overwoekerde spoor gereactiveerd. De aanvoer van maïs per spoor ondervond steeds concurrentie van de scheepvaart.

 

NV Zeelandia [1]

 

De Belgen Fernand Jamar en Lucien Callebaut  stichtten in 1911 de NV Zeelandia aan de Nijverheidsstraat te Sas van Gent. Het bedrijf verwerkte tarwe en maïs tot onder andere zetmeel, stijfsel, veevoeder en olie [1].

De tarwe en maïs wordt per schip aangevoerd. Het bedrijf ligt dicht bij het Kanaal van Gent naar Terneuzen en dat wordt ook door zeeschepen bevaren. Maar de NV Zeelandia heeft een loskade aan een binnenhaven (en is daarvan gescheiden door een openbare weg, die tegenwoordig de N 252 wordt genoemd). Die binnenhaven kan alleen door binnenschepen worden aangedaan.

Vanaf 1924 werd er ook glucose geproduceerd [1].

 

N.V. Stijfsel- en glucose fabriek "Sas van Gent"

 

In 1927 nam het Amerikaanse Corn Products Company (CPC) het bedrijf over en breidde de fabriek fors uit. De naam van het bedrijf veranderde in de NV Stijfsel- en Glucosefabriek ‘Sas van Gent’. Dit werd vaak afgekort als SVG [1].

Het bedrijf had geen eigen spooraansluiting, maar  maakte gebruik van de spooraansluiting van de buurman. Dat was de Eerste Nederlandsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek (ENCB), die in 1970 werd overgenomen door de Suiker Unie en in 1990 werd gesloten.

Veel stelde dat spoorvervoer niet voor: in 1967 ging het om 48 wagens (bij de ENCB  zelf gingen toen 316 wagens met natte pulp naar België ) [2]. Veel belangrijker was het scheepsvervoer. Illustratief is het volgende: na vijf jaar werk was het Kanaal van Gent naar Terneuzen in 1968 bevaarbaar voor zeeschepen  tot 50.000 ton. Tot dan toe moest de mais voor SVG van zeeschepen worden overgeslagen in binnenschepen in Rotterdam, Antwerpen of Amsterdam. Vanaf 1968 konden zeeschepen van 50.000 ton naar Gent varen en kon de mais daar in binnenschepen worden overgeslagen. Het voordeel was dat de relatief dure reis per binnenschip nu veel korter werd [1]. Het zal echter ook duidelijk zijn dat er nog veel winst te bereiken viel door verbetering van de binnenhaven van SVG en ook dat vervoer per spoor mogelijk een alternatief zou zijn voor een deel van het scheepsvervoer.

 

 

Cerestar

 

In 1987 kwamen de zetmeelfabrieken van CPC in handen van de Gruppo Ferruzzi en wel onder de naam Cerestar [3].

 

Rond de eeuwwisseling investeerde Cerestar fors in het Sasse bedrijf. Het klapstuk was de 2 jaar durende bouw van de nieuwe zetmeel- en glucosefabriek, die op 17 oktober 2000 door minister Brinkhorst geopend werd door de eerste vrachtwagen met glucose te vullen. De investering bedroeg 440 miljoen gulden. Er kwamen 32 arbeidsplaatsen bij, waardoor het personeelsbestand steeg tot 460 [3,4].

De productiecapaciteit werd verdubbeld. Daarbij hoorden natuurlijk verbeteringen in de faciliteiten voor de aanvoer van grondstoffen  (nu maximaal een miljoen ton graan per jaar) en de afvoer van producten.

Wat betreft het vervoer per schip: de kade werd in 1998 helemaal vernieuwd en voorzien van een nieuwe graanzuiger. Daarbij is ook een deel het vaarwater op een diepte gebracht van zes meter, zodat coasters tot 4500 ton bij Cerestar terecht kunnen. De rest van het water bij de kade is 3,5 meter diep. Cerestar maakt gebruik van schepen van 250 tot 4000 ton [5].

Cerestar ontving in 2003 via de binnenhaven 635.000 ton tarwe vanuit Frankrijk. Ook werd via de binnenhaven ongeveer 230.000 ton restproduct (veevoeder) afgevoerd [6]. Er werd echter helemaal geen maïs meer per binnenschip aangevoerd. De maïs kwam namelijk voornamelijk uit de binnenlanden van Midden en Zuidwest Frankrijk. Bij vervoer per schip moest drie keer worden overgeslagen en dat kwam de kwaliteit niet ten goede: De maïs verloor gewicht en brak, wat het productieproces aanmerkelijk bemoeilijkte  [5]. De oplossing was: “Het bedrijf steekt dit jaar (1997) 10 miljoen gulden in de aanleg van spoorlijnen, een rangeerbaan (opm. a) en een losstation op het eigen terrein om voor de aanvoer van grondstoffen om minder afhankelijk te zijn van het Kanaal van Gent naar Terneuzen” [7] en  “NS Cargo heeft twee grote opdrachten in de wacht gesleept. Voor zetmeel- en glucoseproducent Cerestar gaat de spoorvervoerder jaarlijks driehonderdduizend ton mais van Frankrijk naar Nederland vervoeren. …..” [8]. De aanleg van het raccordement ging snel, want al in januari 1998 arriveert de eerste trein bij Cerestar [9]. Per week worden 4 à 5 bloktreinen aangevoerd met mais uit Frankrijk. De treinen hebben een gemiddelde lengte van 22 wagons [9]. Verder naar onderen zal nader op het spoorvervoer worden ingegaan. Daarbij speelt de hier genoemde gemiddelde treinlengte van 22 wagons een rol.

 

 

Cargill

 

De Amerikaanse multinational Cargill nam Cerestar in 2002 over. Vanwege de naamsbekendheid van Cerestar werd de naam toen niet veranderd.

In 2006 heeft Cargill besloten om alle dochterbedrijven wereldwijd de naam Cargill te geven. Die hadden daarvoor tot in 2007 de tijd [10].

 

 

Het raccordement

 

De kaart hieronder is gemaakt met behulp van de luchtfoto’s van ProRail [11]. De eigenlijke luchtfoto’s beslaan een smalle strook langs de spoorlijn. Er zijn luchtfoto’s voor de jaren 2014, 2015 en 2016 en er is de “meest recente luchtfoto” waarbij het onduidelijk is in welk jaar die is gemaakt. In de loop der jaren is er weinig of niets veranderd. Verder kunnen in de luchtfoto’s diverse spoorse data worden weergegeven zoals hectometerpaaltjes en de de hartlijn van het spoor.

Ter opvulling kan men diverse achtergronden kiezen zoals de Basisregistratie Topografie Achtergrondkaarten (BRT-A) en Open Street View. De onderstaande kaart lijkt optimaal voor de huidige toepassing, al zal men er geen luchtfoto meer in herkennen (eronder staat wel een luchtfoto).

 

↑ De meest recente luchtfoto via [11]. De achtergrond is Open Street View ↑

De zwart-wit geblokte lijnen zijn niet openbare wegen op het industrieterrein. Openbare wegen worden aangegeven met witte lijnen en door okerkleurige lijnen bij wegen van meer dan lokaal belang.

Het raccordement is simpel; er zijn slechts 3 wissels. Eén daarvan is het aansluitwissel in de spoorlijn van Sas van Gent naar Terneuzen. ProRail beschouwt het puntstuk als het denkbeeldige hectometerpaalje 100,0 van het raccordement (opm. b). Net voorbij hectometerpaaltje 100,1 (dus na iets meer dan 100 meter) ligt een overweg in de Valckeweg. Er zal hier weinig wegverkeer zijn, want de weg is in zuidelijke richting vlakbij de overweg door een hekwerk afgesloten.  Nabij hectometerpaaltje 100,8 ligt een overweg met een Automatische Knipperlicht Installatie (AKI) in de Nijverheidsstraat. Iets verder wordt het raccordement tweesporig. De twee sporen worden in het volgende het doorgaande spoor en het nevenspoor genoemd. Dat zijn alleen namen; het betekent niet dat de twee sporen verschillende functies hebben. Het tweesporige stuk ligt deels in een boog. Van elk spoor is de nuttige lengte tussen de vrijbalken circa 400 meter. Stel dat een vierassige graanwagen een lengte over de buffers heeft van 15 meter, dan zou een hierboven genoemde gemiddelde trein van 22 van zulke wagens - exclusief de loc - een lengte hebben van 330 meter. Zo’n trein past ruim op elk van de 2 sporen.

De bovenstaande figuur geeft weinig details over de situatie bij de losput. Daarom staat hieronder een ProRail luchtfoto [11].

De luchtfoto’s uit de beschikbare jaren verschillen in de mate waarin er schaduwen (vooral van de rij van silo’s) over de losput heen vallen. 

 

De meest recente luchtfoto [11] vertoont toevallig de minste schaduwen 

 

Rechts bovenin komen de twee sporen weer samen. De losput is het witte rechthoekige blok bij hectometer 101,4. Het spoor eindigt bij een stootblok bij hectometer 101,5. Het raccordement begint bij hectometer 100,0 en is dus 1,5 kilometer lang.

Van de losput tot het stootblok is circa 100 meter spoor aanwezig. Daarop passen 6 wagens met LOB van 15 meter. De gemiddelde trein lengte was 22 wagens. Met andere woorden: elke keer dat er 6 wagens gelost zijn moeten die op de een of andere manier weggehaald worden om ruimte te maken voor de volgende 6 wagens. Hoe ging dit in zijn werk ?

Van buiten het bedrijfsterrein is het rangeren slecht te volgen vanwege de rij silo’s. Daarom zal hieronder getracht worden deze rangeerpuzzel op te lossen.

Rangeerpuzzel

 

Er zijn verschillende uitgangssituaties denkbaar:

a)     De treinloc rangeert niet en op het nevenspoor staan geen geloste wagens van een vorige dag.
De aankomende trein rijdt bijvoorbeeld met de loc voorop, laat de wagens achter op het doorgaande spoor, loopt om via het nevenspoor en vertrekt zonder trein naar Sas van Gent.

b)     De treinloc rangeert niet en op het nevenspoor staat de trein met circa 22 geloste wagens van een vorige dag. Wanneer de aankomende trein met duwende loc rijdt kan de loc de volle wagens op het doorgaande spoor duwen. Na ontkoppelen rijdt de loc naar de lege wagens op het nevenspoor en trekt die naar Sas van Gent.

In beide gevallen trekt de rangeerloc zich terug nabij de losput.

Na vertrek van de treinloc wordt bijvoorbeeld de 5de volle wagen van de gemiddeld 22 volle wagens op het doorgaande spoor ontkoppeld. De rangeerloc trekt het vijftal over de losput. Daarna wordt een wissel omgelegd en de rangeerloc duwt de 5 geloste wagens het nevenspoor op (dat gaat niet in geval b) want daar is het nevenspoor al bezet). Hierna rijdt de rangeerloc terug richting stootblok. Het wissel wordt teruggelegd en de rangeerloc pikt de volgende 5 volle wagens aan, etc. Dit gaat zo door totdat er geen wagens meer staan op het doorgaande spoor en alle (gemiddeld 22) wagens op het nevenspoor staan.

 

Bij de hierboven beschreven procedure trekt de rangeerloc de wagens over de losput. Er is ook een procedure mogelijk waarbij de rangeerloc de wagens over de losput duwt. Uitgaande van situatie a): de rangeerloc rijdt vanaf de omgeving van de losput over het nevenspoor langs de beladen wagens op het doorgaande spoor en passeert het wissel nabij de overwegin de Nijverheidsstraat. Genoemd wissel wordt omgelegd en de rangeerloc duwt de hele trein ophet doorgaande spoor in stappen zodanig dat de eerste 5 wagens in de losput gelost kunnen worden. Daarna wordt de rangeerloc ontkoppeld. De loc rijdt over het wissel nabij de overweg in de Nijverheidsstraat. De wissel wordt omgelegd en de rangeerloc rijdt via het nevenspoor naar de 5 lege wagens. Die wagens worden aangekoppeld en de loc maakt de reis in omgekeerde richting. Nadat ook de laatste wagen het wissel nabij de overweg in de Nijverheidsstraat gepasserd is wordt dit wissel omgelegd en de rangeerloc duwt de 5 lege wagens tegen de volle wagens op het doorgaande spoor. Dit gaat zo door totdat alle volle wagens op het doorgaande spoor vervangen zijn door lege wagens.

Deze procedure heeft verschillende nadelen ten opzichte van de procedure waarbij de loc 5 wagens door de losput trekt:

·       De rangeerloc duwt telkens de hele trein (vergeleken met het trekken van 5 wagens).

·       De rangeerloc legt veel grotere afstanden af.

·       Wanneer de rangeerloc met 5 lege wagens het wissel nabij de overweg in de Nijverheidsstraat passeert zal die overweg geactiveerd worden.

De eerstgenoemde mogelijkheid (met een rangeerloc die de wagens door de losput trekt) lijkt daarom het meest waarschijnlijk.

 

 

Tractie

 

Bij Cerestar/Cargill werd gerangeerd door:

 

1)     1998 - 2002: NS 687
Bij het NS-eilandbedrijf in Zeeuws-Vlaanderen werd alle tractie tientallen jaren lang uitgevoerd door de NS serie 600. NS Cargo stationneerde de radioloc 686 bij Cerestar. Alle bij Cerestar ingezette locs waren radiolocs. Dat is logisch: de operator van de losput kan met de afstandsbediening een te lossen wagen precies op de juiste plaats neerzetten. Vanwege
het steeds zwaarder worden van de treinen werden de locs van de serie 600 in Zeeuws Vlaanderen in 1992/93 vervangen door sterkere locsvan de serie 2200. Daarbij verdween ook de 686 uit Zeeuws Vlaanderen.

2)     2002 - 2004: Jerommeke
Railion (opm. c) kocht of huurde een in 2002 gebouwd rail-wegvoertuig van het type UCA-Trac voor het rangeerwerk bij Cerestar. Het voertuig werd Jerommeke genoemd naar de krachtpatser in indestripboeken van Suske & Wiske.

Cerestar bij de losput, 25-10-2002 →
Jerommeke wordt op afstand bestuurd en rijdt langzaam naar de wagen.

 

Cerestar bij de losput, 25-10-2002 →

 

De UCA-Trac is inmiddels aan de wagen gekoppeld. Ook de luchtslang van het remsysteem is door de rangeerder doorverbonden. Tussen de wielen staat de naam en het logo van Railion. Bij grotere vergroting ziet men de naam Jerommeke op de motorkap. Het gebeurde vaker dat Railion een tractievoertuig ter beschiking van een klant stelde.

3)     2004 - 2005: Monica
Bij Omya in Moerdijk rangeerde Monica die door Railion bij Shunter was gehuurd. Van dit type RW63DH had de firma Windhoff slechts één exemplaar gebouwd. In 2004 wisselden Monica en Jerommeke van locatie.

4)     2005 - 2009: Railion Nederland 204 492 (Oostduitse V100)
Ondertussen had Railion 5 “Oostduitse V100en” laten reactiveren. Ze arriveerden in 2002/2003 in Zeeuws Vlaanderen ter vervanging van de 2200-en. In 2009 werden ze zelf vervangen door locs van de serie 6400.
Van dit vijftal was de 204 492 de enige met afstandbesturing en daarom werd deze loc bij Cerestar ingezet.

 

Het einde ?

 

In 2008 begon het spoorvervoer af te nemen [9]. Railion werd in 2009 DB Schenker, maar daarnaast waren er ondertussen diverse particuliere vervoerders in Zeeuws Vlaanderen actief. Kevin Piket [11] schetst daarvan een duidelijk beeld:
“De dagelijkse aanvoer door DB Schenker van maïstreinen uit Frankrijk naar Cargill (voorheen Cerestar) in Sas van Gent begon in 2008 sterk af te nemen en eindigde in 2011. Vanaf november 2011 reed RRF in opdracht van Crossrail wekelijks een graantrein uit Hongarije naar Sas van Gent. Na twee maanden ging Crossrail zelf dit vervoer rijden waarna het snel verdwenen was. Tot begin 2013 bracht Crossrail eens per week een trein met graan uit Frankrijk en verzorgde DB Schenker de bediening van Cargill. In de zomer en herfst van 2013 bracht Crossrail weer een enkele keer per week een trein uit Hongarije en verzorgde RRF de plaatsing en lossing van de treinen. Begin 2014 reed Locon in samenwerking met DB Schenker enkele graantreinen naar Cargill, waarna de rust tot op heden weer intrad.”

Het spoorvervoer werd ondervond concurrentie van de scheepvaart: “Gisteren (21-02-2013) werden vier nieuwe silo's en een nieuwe verbinding met de losinstallatie op de aangepaste kade aan het Kanaal Gent-Terneuzen officieel in gebruik genomen. …….. In de silo's wordt maïs opgeslagen, die voortaan voornamelijk nog met kustvaarders wordt aangevoerd. Dat gebeurde tot voor kort per binnenschip en trein. Cargill investeerde miljoenen in de op- en overslagfaciliteiten” [11].

In 2014 reed dan ook de laatste trein [9]. In de volgende jaren verdween het raccordement deels onder de begroeiing.

 

Een nieuw begin

 

In 2023 werd het raccordement van Cargill gereactiveerd; zie hier. De eerste trein wordt oktober 2023 verwacht.

 

Opmerkingen:

a)

Het weinig gebruikte woord rangeerbaan is niet door de journalist verzonnen. In oude kranten komt het voor in de betekenis van zijspoor.

Later wordt het ook bij autowegen gebruikt. Volgens Wikipedia: Om de doorvoercapaciteit te vergroten, wordt er soms een rangeerbaan aangelegd waarop het verkeer vanaf de toerit en het verkeer vanaf de hoofdrijbaan van strook kunnen wisselen. ……. Hierdoor ondervindt het verkeer in de doorgaande richting geen overlast van de weefbewegingen.

b)

Bij bijvoorbeeld Dow in Terneuzen staat bij het aansluitwissel een hectometerpaaltje 0,0. Het langs het op de wissel aansluitende spoor heeft hectometerpaaltjes 0,1 etc. Op dit spoor sluiten verschillende andere sporen aan. Bij het eerste daarvan staat in het puntstuk een denkbeeldig hectometerpaaltje 100,0 en het hier beginnende zijspoor heeft hectometerpaaltjes 100,1 / 100,2 / etc.

Bij het tweede staat in het puntstuk een denkbeeldig hectometer paaltje 200,0 etc. en het daar beginnende zijspoor heeft hectometerpaaltjes 200,1 / 200,2 / etc.

 

c)

Railion was het resultaat van een fusie van respectievelijk NS Cargo en DB Cargo op 1 januari 2000. De Nederlandse tak van Railion heette Railion Benelux N.V. Dit werd per 1 september 2003 gewijzigd in Railion Nederland N.V. Van 2009 tot 2016 was de naam DB Schenker Rail Nederland, nadien DB Cargo Nederland.

 

Met dank aan:

Erikjan Sachse en Frank Schouten

Bronnen:

[1]

Website Zeeuwse Ankers

[2]

Utrechts Archief, Archiefblok 950 Nederlandse Spoorwegen (NS): commerciële en economische zaken,  toegang 798 Svg 4/4-Sg 4/2.

 

[3]

Provinciale Zeeuwse Courant d.d. 14-10-2000 en 18-10-2000.

 

[4]

Omroep Zeeland d.d. 17-10-2000.

 

[5]

In een artikel wordt transportcoördinator A. Kaas van Cerestar geciteerd. De bron is helaas niet genoteerd en bleek niet terug te vinden.

 

[6]

Eindrapport casestudie: “Binnenhaven Sas van Gent”, Casestudie onderdeel van studie ‘Economisch belang Nederlandse Binnenhavens’ in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB), juli 2004.

 

[7]

Provinciale Zeeuwse Courant d.d. 27-02-1997.

 

[8]

Nieuwsblad Transport d.d. 11 januari 1997.

 

[9]

Railwiki

 

[10]

Omroep Zeeland d.d. 16-05-2006.

 

[11]

Kevin Piket onder deze foto.

 

[12]

Identieke artikelen in de PZC d.d. 22-02-13 en Schuttevaer d.d. 27 februari 2013.

 

 

 

{

Eigenaren

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud