►
Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||
|
|||||||||||
Turfwagens geplaatst: 14-05-2020; laatst aangevuld: 19-07-2021. |
|||||||||||
|
|||||||||||
Op een andere webpagina zijn veenderijen en turfstrooiselfabrieken in
het algemeen besproken. Om die webpagina niet onhandelbaar groot te maken,
worden turfwagens hier op een aparte webpagina besproken. De
meest bekende en meest voorkomende wagensoort op smalspoor is de kipkar.
Vanwege de V-vorm van de bak is de inhoud van een kipkar
echter klein. Driekwart kuub of één kuub voor 600 of 700 mm spoorwijdte is
heel normaal. Turf heeft een laag soortelijk gewicht, bijvoorbeeld volgens
[1] slechts 160-200 kg per kuub (opm. a). Om het
smalspoor economisch te benutten waren daarom wagens met een relatief groot
volume gewenst. |
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
Hout De Peel, 03-1930. “Van de voorlopige
stapelplaats wordt de turf met een treintje naar de grote opslagplaatsen
vervoerd". De foto is afkomstig uit het voormalig gemeentearchief van
Helmond. De juiste locatie (veenderij) is echter onbekend → Deze turfwagens zijn van hout
(afgezien van de wielstellen en koppelkettingen). Ze hebben geen wanden.
Waarschijnlijk was dat om brandturf netjes te kunnen stapelen, zodat hogere
stapels gemaakt konden worden. De Veenderij en Turfstrooiselfabrieken der
Gemeente Deurne gebruikte jarenlang
zulke platte wagens en voorzag ze in 1938/39 van een “bak”. |
|
||||||||||
De foto hiernaast toont hoe een turfwagen (soms) beladen werd: de gedroogde en daardoor zeer lichte turf werd er van bovenaf ingegooid. Hier met de hand; vaak ook met een Jacobsladder. De turf werd in het bedrijf van S. Veenstra in het Fochtelooërveen vermalen tot turfstrooisel of tuinturf, dus netjes stapelen en voorkomen van breuk was niet aan de orde. Bij brandturf lag dat anders, maar daar was in 1964 geen vraag meer naar. Leeuwarder courant d.d. 07-11-1964 → Volgens het bijschrift waren er slechts twee turfwagens en een trekker. Die trekker was een tot loc omgebouwde oude tractor [3]. Het bedrijf van S. Veenstra dateerde uit 1952, maar de turfwagen is grotendeels van hout. Dat geldt ook voor andere naoorlogse bedrijven, zoals dat van Minke in Helenaveen en zeker voor de veenderijen en turfstrooiselfabrieken die voor de Tweede Wereldoorlog gesticht zijn. |
|
||||||||||
|
|||||||||||
Catalogi van bekende fabrikanten van spoorwegmateriaal bevatten geen turfwagens. Voor zover bekend fabriceerden de veenderijen en turfstrooiselfabrieken hun turfwagens zelf (met de nog te bespreken uitzondering van de Purit). Turfstrooiselfabrieken hadden toch al timmerlieden in dienst voor onder andere het zagen van de latten die (samen met draad) gebruikt werden om de geperste balen met turfstrooisel bij elkaar te houden. Elke turfstrooiselfabriek gebruikte zijn eigen model turfwagen. Wel waren alle in Nederland gebruikte turfwagens tweeassers. Waarschijnlijk werden ze niet
volgens tekening gebouwd; er lijken in elk geval geen originele tekeningen
bewaard gebleven te zijn. Gelukkig is er wel een tekening van bewaard gebleven turfwagens: |
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
↑
Turfwagen van Griendtsveen in Erica. Tekening: Toon Steenmeijer ↑ De opbouw
bestaat niet volledig uit hout; er zijn enkele stalen hoekprofielen gebruikt. |
|||||||||||
|
|||||||||||
Zo zien de turfwagens van
de tekening hierboven er in werkelijkheid uit: Griendtsveen materieel bij het
Industrieel Smalspoor Museum in Erica: loc 4 staat op 16-04-2000 voor een
trein met turfwagens. Foto: Toon Steenmeijer → Zoals ook uit de tekening
blijkt, moesten deze wagens nauwkeurig passen in de wagonkippers van
Griendtsveen in Erica. De wagens werden door
Griendtsveen zelf gebouwd en bestonden bijna geheel uit hout. Voor
bijvoorbeeld de buffers vroeg men offerte [2] aan de bekende ijzergieterij
Nering-Bögel in Deventer (zie hier) en de locale smederij Vossebelt (zie daar). |
|
||||||||||
Op dit houten type
turfwagen van Griendtsveen bestonden nog enkele variaties [4]: · Klepkarren, ook vuurderskarren genoemd · Toen tuinturf in de mode kwam, werden een aantal
houten turfkarren van binnen bekleed met metalen platen. |
|||||||||||
|
|||||||||||
Ook het onderstel en de bak van deze turfwagen zijn van hout: Een loc van het
kleinste Diema type DL6 staat voor een trein van enkele
turfwagens op het 1000 mm spoor van Terwindt Arntzveen bij Vriezenveensewijk
(TAV), 27-02-1969. Foto Joop Loots → De bak is relatief laag. De kopwanden zijn vast. Van de zijwanden is
de bovenste plank vast. De andere planken vormen een klep, die met de
scharnieren S aan de bovenste plank is opgehangen en met grendels G is vast
gezet (een tweede grendel valt rechts net buiten beeld). De turf heeft niet
de vorm van rechthoekige blokken. |
|
||||||||||
Waarschijnlijk betreft het zwarte turf die bestemd is om tot tuinturf
verwerkt te worden en die daarom al voor de winter met bijvoorbeeld een
dragline is losgemaakt en op hopen gegooid om door te vriezen. In elk geval
is de turfwagen – met grote spleten tussen de planken – ongeschikt voor dit
vervoer. |
|||||||||||
Foto uit ≈ 1975 in het
Veenmuseum aan de Paterswal te
Westerhaar-Vriezenveensewijk → Er waren meerdere
veenderijen in de Engbertdijksvenen. De veenderij wordt in het fotobijschrift
niet genoemd, maar de typische loc is van het hierboven al genoemde TAV (opm. b). De turfwagens lijken
nieuwer dan die op de vorige foto. Ze hebben weer een houten onderstel en een
houten bak met kleppen in de zijwanden. Er zijn nu 3 in plaats van 2
scharnieren en de zijwanden staan recht in plaats van schuin. Er zijn geen
spleten tussen de planken meer. Een nadeel van dit soort
wagens was dat er na het openen van de zijkleppen altijd een deel van de
lading turf op de vlakke bodem bleef liggen. |
|
||||||||||
De turfwagens van de
Veenderij en Turfstrooiselfabrieken der Gemeente Deurne hadden geen kleppen
in de zijwanden, maar een afneembare zijwand: Bijschrift in [5] “Peelwerkers lossen
de turfwagons in kruiwagens” → Ook hier bleef een deel van
de lading op de bodem liggen. Die werd met een riek of hooivork en met de
hand verwijderd. Waarschijnlijk was het
overladen in kruiwagens niet normaal, want er bestaat ook een foto waarop te
zien is hoe de turven rechtstreeks van de turfwagens in de kelder van een
elevator worden gegooid. Ook op die foto zijn de zijwanden afgenomen. |
|
||||||||||
Uit het bovenstaande volgt
dat er veel verschillen tussen de turfwagens waren, bijvoorbeeld: · Sommige turfwagens waren platte wagens; andere
hadden wanden en kunnen als bakwagens beschouwd worden. · De zijwanden konden recht of schuin staan. · De zijwanden waren vast of losneembaar of waren van
kleppen voorzien. · De wanden bestonden uit verticale dan wel uit
horizontale planken. · Die planken waren vaak op enige afstand van elkaar
geplaatst. Dat zal gedaan zijn om kosten en gewicht te besparen. |
|||||||||||
|
|||||||||||
Hout en staal |
|||||||||||
|
|||||||||||
Een kleine dieselmechanische
smalspoorlocomotief (Diepholzer Maschinenfabrik Fritz Schöttler 2010/1957)
van de Maatschappij Klazienaveen is met
wagens turf onderweg naar de fabriek. Foto: Huub van Keulen, 29-05-1976 (NVBS
fotoarchief, opm. c) → De rechthoekige bakken van
deze wagens bestaan uit stalen hoekprofielen, waartussen verticale planken
geschroefd zijn. De zijwanden scharnierden
aan de bovenkant [6]. De locomotief is nu loc 21
van het Industrieel Smalspoor Museum (ISM). Een wagen wordt bewaard bij het Veenpark in
Barger-Compascuum. |
|
||||||||||
|
|
||||||||||
Stalen turfwagens |
|||||||||||
|
|||||||||||
De Purit liet in de jaren
'50 en '60 stalen turfwagens bouwen door een fabriek in het Westen, misschien
Orenstein & Koppel in Amsterdam [7]. Er zijn twee van deze wagens bewaard
gebleven, nr. Tu 29 van het Industrieel Smalspoor Museum in Erica en een
wagen die deel uit maakt van een monument in Griendtsveen in De Peel: Deze turfwagen is onderdeel van een monument
in een plantsoen aan de Pastoor Hendriksstraat in Griendtsveen. Foto: Toon
Steenmeijer, 02-11-2007 → In de onderste helft van
elke zijkant bevinden zich 2 - aan 3 scharnieren opgehangen - kleppen voor
het lossen, gescheiden door een middenstijl. De kleppen kunnen geheel naar
boven geklapt worden en kunnen dan met een hendel (zie rode pijl) worden vast
gezet [8]. |
|
||||||||||
Een trein van de Afdeling Veenderij van de Purit
wordt in 1968 bij de transporteur in Weiteveen gelost. De turven vallen in
een kelder en worden met een Jacobsladder gestort
in een vrachtwagen met aanhanger die de turven naar de Norit fabriek in Klazienaveen zal brengen [9]→ Voor de trein staat waarschijnlijk de Diema van het type DS30/1 uit 1966 die sinds 1992 in het Veenpark in Barger Compascuum verblijft. Afgezien van de voorste twee wagens zijn de wagens nog van het hierboven afgebeelde type. De voorste twee wagens lijken prototypes van het hieronder afgebeelde type. De kopwanden stemmen overeen; de zijwanden zijn nog anders. Op deze webpagina staat een
krantenfoto uit 1960 van een soortgelijke Purit
trein op een viaduct over een kanaal. De lading werd in een schip gelost. |
|
||||||||||
Rond 1975 heeft Scheepswerf
Jansen in Klazienaveen de wagens grondig verbouwd, onder andere omdat de de bodems
verroest waren [7]. Het renoveren van alle wagens nam circa 3 jaar in beslag [7]. Hieronder staat een
tekening van het resultaat. |
|||||||||||
3½ |
|||||||||||
↑ Toon Steenmeijer tekende de gerenoveerde wagen. Vaak
werd er een berkentak in de lading van
de laatste wagen geprikt, zodat de locomotiefmachinist kon zien of zijn hele
trein er nog wel achter hing. Dat was niet voor niks, want er liep wel eens
wat uit de rails. |
|||||||||||
De gerenoveerde wagens kregen een bodem in de vorm van een omgekeerde V. De opbouw was geheel nieuw. De nieuwe zijwanden stonden schuin in plaats van recht. De middenstijl (waar turven achter bleven hangen) verdween. Aan beide zijkanten was er nu één klep, die het grootste deel van de zijwand in beslag nam. De kleppen werden gelijktijdig bediend met hendels tegen de kopschotten. Het lossen van de gerenoveerde wagens ging veel sneller [7]. Aan het onderstel werd kennelijk minder gedaan, want de radstand bleef dezelfde. En dat was te veel, want de wagens konden alleen getrokken worden. Geduwde treinen liepen gemakkelijk uit de rails [7]. Nadat ook de Purit in 1992 als laatste met de vervening was gestopt, bleven bij de smalspoormusea bewaard: · 8 stuks bij het Industrieel Smalspoor Museum in Erica: Tu 21 t/m Tu 28; · 4 stuks bij de Stoomtrein Katwijk Leiden: 501 t/m 504; · 3 stuks bij het Rijssens Leemspoor: T1-T3; · 3 stuks bij de Gelderse Smalspoor Stichting. |
|||||||||||
|
|||||||||||
Opmerkingen |
Er zijn uiteenlopende
waarden te vinden. Het woord “turf” legt
de situatie immers niet eenduidig vast, zoals al blijkt uit het
bestaan van grauwe turf, zwarte turf, etc. Het vochtgehalte, de mate van
samenpersing, etc. kunnen verschillend zijn. |
||||||||||
TAV hield er niet in 1975
mee op, maar in 1983. |
|||||||||||
De turfstrooiselfabriek van
Maatschappij Klazienaveen werd in 1975 gesloten [Wikipedia]. Het is daarom
wat vreemd dat de trein in 1976 op weg was naar de fabriek, te meer daar -
voor zover bekend - het smalspoor niet naar de fabriek leidde, maar naar een
overlaadstation |
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
Met dank aan: |
Henk Sluijters en Toon Steenmeijer. |
||||||||||
|
|
||||||||||
Referenties: |
[1] |
Wikipedia. |
|||||||||
[2] |
Drents Archief, Toegang 0240 Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij B.V. en voorgangers, onder andere inventarisnummer 88: Karren, 1927-1932. De in de offertes genoemde Drentsche Landontginning
Maatschappij (DLO) was de Griendtsveen dochter te
Erica. |
||||||||||
Alie Alberts: “Ik ben blij dat er nog wat
overgebleven is: Turfstrooiselfabriek Fochteloërveen 1950-1970”, 2006 Alie Alberts. |
|||||||||||
[4] |
Toon Steenmeijer en Nick van de Griendt, De bolsterkarren van Griendtsveen, De Buffer (kwartaalblad van het Industrieel Smalspoor Museum in Erica) 151 (zomer 2020). |
||||||||||
[5] |
Hier zijn onder andere foto’s te vinden uit
een album in het bezit van de erven Wouter Kortooms. Wouter Kortooms was
directeur van de Veenderij en Turfstrooiselfabriek der Gemeente Deurne. Het
album werd hem door de arbeiders aangeboden op 1 mei 1944 ter gelegenheid van
zijn zilveren jubileum. |
||||||||||
[6] |
Informatie van Henk Sluijters. |
||||||||||
[7] |
Informatie (via Toon Steenmeijer)
van Herman Ament, voormalig Chef Technische Dienst
en later Bedrijfsleider bij Purit. |
||||||||||
[8] |
Informatie van Toon Steenmeijer. |
||||||||||
[9] |
M. Fuchs en W.J. Simons; Activiteit in zwart: vijftig jaar Norit; Norit, Amsterdam, 1968 |
||||||||||
|
|
||||||||||
{ |
|||||||||||
Terug/verder naar: |
|
||||||||||
|
|
||||||||||