Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

logo.JPG

Veenpark,

(voorheen ’t Aole Compas en Aards Paradijs)

bij Barger-Compascuum

 

Deel I

 

Stationsbord.jpg

 

Inleiding

Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het dorp Barger-Compascuum werden in 1966 plaggenhutten en andere gebouwen op tweederde van de ware grootte nagebouwd [1]. Dit veenmuseumdorp werd ’t Aole Compas genoemd. Het groeide in de loop der jaren uit tot een groot openluchtmuseum, door de toevoeging van een hoogveengebied (waar het graven van turf gedemonstreerd wordt), het dubbellintdorp Bargermond, een fabriek met werkende stoommachines, smalspoor en nog veel meer.

Teruglopende bezoekersaantallen en het wegvallen van subsidies brachten ’t Aole Compas – ook Nationaal Veenpark genoemd - in problemen. In een poging het tij te keren werd de naam in 1994 veranderd in Aards Paradijs. Dat ging in 1996 failliet. Het park werd overgenomen en tot op de dag van vandaag als Veenpark voortgezet door de twee gebroeders Keuter.

 

plattegrond 2.JPG

Sporenplan

 

Dit sporenplan (rood) is deels gebaseerd op de plattegrond die bezoekers van het Veenpark anno 2013 ontvangen en deels op eigen waarneming. Vele woningen, andere gebouwen en straten zijn niet aangegeven.

 

Vanaf het middenperron van het vlak achter de ingang van het Veenpark gelegen station Berkenrode vertrekken zowel de Veentrein als de Dorpstrein aan een middenperron. De stoomloc van de Dorpstrein wordt hier van turf en water voorzien. Vroeger stond hier een hoog waterreservoir.

De enige verbinding tussen de tracé’s van de Veentrein en de Dorpstrein is ook hier.

 

De spoorwijdte is 700 mm

 

 

 

Veentrein

 

In 1972 werd begonnen met een ringlijn over het hoogveenreservaat Berkenrode van Staatsbosbeheer aan de overkant van de openbare weg [1]. Die weg heet ook Berkenrode.

 

Foto: dia van Pieter van der Ham, 1981, verzameling Henk Sluijters →

 

De loc op de foto is Schöma 2062 (1957) van het type CDL10, met zelfgebouwde cabine. Buiten diensttijd werd de loc gestald in een bouwvallige loods op het hoogveen.

 

 

In 1984 werd een verbindingslijn gelegd tussen de ringlijn en het hoofdgebouw. Daarbij werd de overweg in Berkenrode beveiligd met knipperlichten [1].

 

P1030076 corr.jpg

Op dit kaartfragment →

 

uit www.staatsbosbeheer.nl

 

is het tracé van de Veentrein van voor 2007/2008 te zien: het Veenparkkanaal hield in westelijke richting in het hoogveen (paars) op; daarom kon in de weg Berkenrode (geel) met een lage brug worden volstaan. Vanaf de eindlus in het Veenpark (rechtsonder) liep het spoor westelijk (na 2008 oostelijk) langs het Harmonium museum H, liep een stukje langs de weg Berkenrode en passeerde met dezelfde lage brug als Berkenrode het Veenparkkanaal. Na het kruisen van Berkenrode werd de lus in het hoogveen bereikt. In het hoogveen lagen (en liggen) nog andere, in onbruik geraakte stukken spoor.

oude plattegrond met tekst.JPG

 

 

Het traject van de Veentrein bestaat anno 2013 uit een enkelsporig stuk, met twee eindlussen (zie sporenplan). De eindlus in het hoogveengebied is relatief  groot. De wissels in de eindlussen zijn zogenaamde klapwissels of veerwissels, die niet bediend hoeven te worden.

 

← Veerwissel nabij het Harmonium museum. De trein komend vanaf het hoogveen (dat is van boven in de foto) gaat het afbuigende spoor op en bereikt zo station Berkenrode. Na vertrek uit station Berkenrode komt de trein van onder in de foto. De loc en wagens duwen de wisseltongen dan in de rechtdoorgaande stand. De veer trekt de tongen weer in de afbuigende stand terug.

 

Het traject van de Veentrein heeft een zijspoor naar de Werkplaats.

 

 

 

Aole Compas 111.JPG

Vanwege de drassige ondergrond worden in het hoogveen zeer lange dwarsliggers (voor normaalspoor) gebruikt. Ook bij het Harmonium museum zijn die te vinden.Voor 2007/2008 liep het spoor links van het Harmonium Museum.

 

Vanaf 2007/2008 tot juni 2013 vonden grote veranderingen plaats. Pleziervaart tussen Erica en ter Apel werd namelijk mogelijk door het uitdiepen van bestaande kanalen en het graven van nieuwe stukken kanaal. Deze vaarroute gaat via het Veenparkkanaal langs het Veenpark. De openbare weg Berkenrode kruist nu met een hoge vaste brug het Veenparkkanaal.

 

Het tracé van de Veentrein  werd verlegd (zie sporenplan) en gaat nu met een ophaalbrug over het Veenparkkanaal heen (en met een tunnel onder de Berkenrode door) ↓

 

Aole Compas 134 C.JPG

 

De nieuwe brug over het Veenparkkanaal staat normaliter open voor de scheepvaart. Alleen bij nadering van een trein wordt de ophaalbrug gesloten. Het treinverkeer wordt door seinen (met rode en groene lampen) gewaarschuwd voor een geopende brug.

Een voordeel  van smalspoor is dat krappe boogstralen mogelijk zijn. Dat is hier niet afdoende: de boog begint al op het brugdek →

      

Aole Compas 050.JPG

Aole Compas 107.JPG

 

De Veentrein keert terug uit het hoogveen en is bij het veerwissel aangekomen. De sporen zijn deels overwoekerd. De prachtige rit door het natuurgebied met schaapskudde duurt een klein uur, inclusief een demonstratie turfsteken en turfpersen. De loc is Diema 1558 (1953) van het type DS22. Het rode deksel op de motorkap is van de zandbak.

 

Anders dan bij de Dorpstrein is de trekkracht altijd een dieselloc van het Veenpark en zijn de (acht) rijtuigen tweeassig en open. De Veentrein rijdt elk uur.

 

 

Dorpstrein

In 1987 werd een ringlijn van circa 2 km om het veenkoloniale dorp in gebruik genomen [1]. Hiervoor waren drie gesloten rijtuigen op draaistellen gebouwd. Er werden twee 50 pk Orenstein & Koppel stoomlocs aangekocht, die ongebruikt bij het Dolfinarium in Harderwijk stonden.

Op zon- en feestdagen en tijdens de Compascumer Dagen (op woensdag en donderdag tijdens het hoogseizoen) wordt met stoomtractie gereden. Dat gebeurt door vrijwilligers van de EDS. De afkorting stond vroeger voor de Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij. Nu betekent het Eerste Drentse vereniging van Stoomliefhebbers. De EDS houdt zich in het Veenpark niet alleen bezig met de stoomlocs, maar ook met twee locomobielen en met de stoommachines in de fabriek. De EDS is een onderdeel van de vrijwilligersvereniging ’t Aole Compas.

Op alle overige dagen wordt de tractie verzorgd door diesellocs van het Veenpark, zie bijvoorbeeld hier. De machinisten daarvan en ook van de diesellocs van de Veentrein - worden geleverd door de EMCO-groep (hét werkleerbedrijf van de regio Zuidoost Drenthe), dus niet door de EDS.

Als in oude tijden (even afgezien van die gele prullebak) rijdt de stoomtram in de berm van een  weg langs een turfvaart. De drie rijtuigen zijn replica’s van de rijtuigen van de Stoomtram Hansweert Vlake [2]. Er staat EDS op. Het plexiglas is helaas niet optimaal doorzichtig (meer) →

 

Anno 2013 wordt de stoomtractie al jaren verzorgd door de Yvonne. Zij is genoemd naar de schaatsster Yvonne van Gennip, die in 1988 op de Olympische Spelen in Calgary drie keer goud won.

 

Aole Compas 127 C.jpg

 

De Dorpstrein rijdt elk half uur. De rit duurt circa 20 minuten, inclusief korte stops bij de twee tussenstations.

Aole Compas 128 C.jpg

 

Foto Ben van Wevering, 03-08-1988 →

 

Kort na het begin van de stoomtractie zag het er in verschillende opzichten anders uit. De trein rijdt in tegengestelde richting vergeleken met de vorige foto. Gezien de eenzijdige wielslijtage is het logisch dat er af en toe van richting wordt veranderd.

De loc is - als op de vorige foto - de Yvonne, die toen in één kleur groen geschilderd was.

De rijtuigen hebben een teak kleur en het glas is geheel doorzichtig.

Het landschap is nog kaal. De wat misplaatste seinpaal is anno 2013 moeilijk tussen het geboomte meer te vinden.

 

 

03-08-1988 - EDS te Barger-Compascuum - foto ben van wevering (6C).JPG

Aole Compas 023.JPG

 

 

Overigens wordt er doorgaans zonder stoker gereden omdat er tijdens de rit bijna niet gestookt wordt (wel tijdens stilstand in station Berkenrode).

 

Voor “het geval dat” worden wel wat turven in de kolenbak (links van de vuurkist) van de loc meegenomen →

 

Heel bijzonder is dat de stoomloc uitsluitend op turf gestookt wordt. De turven komen uit eigen productie. Tijdens de demonstraties in het hoogveen wordt immers turf geproduceerd. Die wordt verstookt in de locomobielen, de stoomlocomotief en de stoommachines in de fabriek.

 

← De stoker pakt de turven die op een wagen klaar staan op het perron van station Berkenrode (Hier kan ook via een tuinslang water worden getankt). De overkapping komt van het voormalige tramstation Emmen.

 

Aole Compas 003.JPG

Aole Compas 012 c.jpg

 

↑ Yvonne is uiteraard in de keuring van wat vroeger de Dienst van het Stoomwezen was en tegenwoordig – na privatisering – Lloyd’s Register is.

Aole Compas 010.JPG

Hoewel de maximum stoomdruk van Yvonne 12 atmosfeer is, wordt met een druk van circa 8 atmosfeer gereden.

↑ De koppeling tussen Yvonne en de rijtuigen ↑

 

Er is één zijspoor in een rustig deel van het Veenpark. Over dit zijspoor en het doorgaande spoor is volgens originele tekeningen [2] een houten locomotiefloods gebouwd.

 

In de loods staat de Hoogeveen buiten dienst op een zijspoor. Rechts daarvan is het doorgaande spoor te zien →

 

Aole Compas 120 C.jpg

 

Van de Hoogeveen zijn een aantal appendages afgenomen en op zusterloc Yvonne gezet.

Yvonne staat tijdens het rijdseizoen ’s nachts en bij gebruik van een dieselloc niet in deze loods, maar zichtbaar voor het publiek op het verbindingsspoor bij station Berkenrode.

Aole Compas 118 C.jpg

Als gezegd: op zon- en feestdagen en tijdens de Compascumer Dagen (op woensdag en donderdag tijdens het hoogseizoen) wordt met stoomtractie gereden; daarbuiten staat elke dag een dieselloc voor de Dorpstrein.

 

Station Berkenrode, 08-05-1997→

Op de perronoverkapping is een waterreservoir voor de stoomloc geplaatst. Voor de Dorpstrein staat Diema 2912 van het type DS30//1. Ze kwam in 1992 van de Purit naar het Veenpark. Met bouwjaar 1966 is dit de jongste loc van het Veenpark. De kleuren doen het misschien goed bij kinderen (tenslotte een belangrijke doelgroep). Gelukkig hebben alle diesellocs anno 2013 weer de gebruikelijke donkergroene kleur. Aan de andere kant van het perron staat de Veentrein klaar en daarachter is de werkplaats te zien.

Veenpark waterreservoir.JPG

 

Buiten dienst gestelde locs

In de loop der jaren zijn er veel diesellocs geweest. Een deel daarvan is buiten dienst gesteld, maar wordt wel keurig bewaard.

 

Onder een soort carport (zie sporenplan) staan locs, allen voorzien van toelichting. Hierbij is de Railtractor met Spoorijzer fabrieksnummer 144. Ooit (zie hier) stond deze loc in het hoogveen voor een wagen met brandblusmiddelen →

 

Aole Compas 066 C.jpg

Aole Compas 067 C.jpg

De andere drie locs onder de overkapping komen in Deel II ter sprake.

Bij de fabriek ligt een stuk spoor waarop twee Whitcomb diesellocs staan (zie sporenplan). Ook deze locs komen in Deel II ter sprake.

 

Overzicht van het materieel

Zie Veenpark Deel II: locs en wagens

 

Opmerkingen

a)

Alle foto’s zijn genomen op 1 augustus 2013, tenzij anders is aangegeven.

b)

Er zijn diverse interessante fotostandpunten, bijvoorbeeld de brug nabij station ’t Aole Compas, de houten brug (naar de speeltuin nabij het hoofdgebouw) over het traject van de Dorpstrein en de nieuwe hoge brug in de Berkenrode waaronder 2 x per uur (1x heen en 1 x terug) de Veentrein passeert.

c)

Er is in Nederland nog een (veel kleiner) veenmuseum met smalspoor, namelijk het Veenmuseum Vriezenveenseveld. Ook zijn in het verleden op verschillende plaatsen publieksritten met smalspoor door veengebieden gemaakt [2]. Het Industrieel Smalspoor Museum in Erica is gevestigd op het terrein van een bewaard gebleven turfstrooiselfabriek, met onder andere een wagonkipper, turfwagens en de originele locloods.

d)

Wat betreft het vervoer hoort ook varen met een turfschip tot de mogelijkheden in het Veenpark.

e)

Behalve het Aards Paradijs was er  ook een “Aart’s Paradijs”. Het ging om een show met de aardworm Aart, als overheidsinzending voor de Floriade van 1992. Het Veenpark kon “Aart’s Paradijs” gratis krijgen, maar moest wel anderhalf miljoen gulden steken in het transport en een nieuw gebouw. Dat in 1993 in gebruik genomen gebouw herbergt sinds 2001 het Harmonium museum. 

 

Met dank aan:

Dhr. Karl Hesse (machinist EDS), Chris Fuller, Henk Sluijters, Toon Steenmeijer en Ben van Wevering.

 

 

Referenties:

[1]

H. Sluijters, “Veen, turf en smalspoor”, Op de Rails 1987-8.

[2]

Zie deze twee boeken.

 

 

{

Eigenaars                 Veenpark Deel II: locs en wagens

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud