► Nieuw ◄` ► Zoeken ◄ |
||||||||||||
|
||||||||||||
|
|
|||||||||||
Hovers smalspoorlocs met tweecilinder Samofa
dieselmotor Aangevuld: 12-06-2020 |
||||||||||||
|
||||||||||||
↑ Tekening uit [1] |
||||||||||||
Inleiding De Kromhout Motoren Fabriek in Amsterdam produceerde – zoals de naam al doet vermoeden – vooral motoren. Daarnaast leverde Kromhout ook producten waarin de motoren verwerkt werden, zoals locomotieven en chassis voor vrachtwagens. Kromhout bouwde de eerste mijnlocomotief zelf, maar gaf daarna Du Croo & Brauns opdracht voor de bouw van locomotieven (ook voor bovengronds gebruik). Kromhout bleef echter hoofdaannemer [1]. Na de Tweede Wereldoorlog schakelde Kromhout ook Hovers-Constructie Tilburg (HCT) in voor de bouw van mijn- en andere smalspoorlocomotieven. HCT is vooral bekend van de bouw van grondverzetmachines, maar bouwde ook kipkarren en mijnwagens voor zowel het ondergrondse kolen- als personenvervoer (zie de website Bouwmachines van Toen, foto 0021 en vanaf foto 5501 t/m 5508). Bij HCT ging het niet alleen om Kromhout dieselmotoren, maar ook om motoren van Samofa (Samenwerkende Motoren Fabrieken) in Harderwijk. Dat was een samenwerkingsverband van Kromhout, Brons, De Industrie en Machinefabriek Bolnes. Eén en ander staat prima in [1] en is hier aangevuld. De reden om hier toch een Kromhout/Hovers loctype te behandelen is dat Ad Gevers recent een aantal actiefoto’s van dat type gevonden heeft [2] en dat er via oude kranten meer achtergrondinformatie over de inzet is gevonden. |
||||||||||||
Type De Hovers leverlijst is zo compact door Hovers vorm gegeven dat die hier niet mag ontbreken: HCT husselde het fabrieksnummer en het type door elkaar. Het getal voor de liggende streep is het fabrieksnummer. Terwijl sommige fabrikanten bijvoorbeeld met fabrieksnummer 101 begonnen om het wat te laten lijken, nummerde HCT simpelweg 1, 2, 3, ………27. Voor het fabrieksnummer komt hetzij ML (voor ondergrondse MijnLocomotief) of DL (DieselLocomotief). Overigens wordt in het HCT kaartsysteem soms de term “Terreinlocomotief” in plaats van diesellocomotief gebruikt (zie de kaart hieronder). Na de liggende streep komen enkele gegevens van de dieselmotor, namelijk het aantal cilinders en de fabrikant (K voor Kromhout en S voor Samofa). Verwarrend is dat HCT in de leverlijst ook een liggende streep gebruikt om verschillende locs voor dezelfde klant te onderscheiden. Ieder keer als er D.L. of M.L. verschijnt gaat het om een andere loc. |
||||||||||||
De hier
te bespreken locomotieven zijn de drie door HCT gebouwde diesellocomotieven
met een modern uiterlijk en een tweecilinder Samofa motor: De tweecilinder Samofa motor is een watergekoelde viertakt dieselmotor
die 20 - 30 pk levert bij 1000 -1500 toeren (archief Ad Gevers) → De drie bovengrondse Hovers locomotieven met deze motoren waren: ·
DL
19-2S en DL 20-2S uit 1955. · DL 27-2S uit 1961 Deze loc is geleverd aan de Waalsteenfabriek Staartjeswaard in Beuningen. Het was (met fabrieksnummer 27) de laatste door Hovers gebouwde loc. Ze was gelijk aan de twee hierboven genoemde locs. Er is verder weinig over bekend. |
|
|||||||||||
|
← De voor
de Waalsteenfabriek Staartjeswaard in Beuningen gebouwde 27-2S uit 1961 op
een beurs. (archief Ad Gevers). De kenmerkende grote “Boschlamp” (zie opmerking a) ontbreekt hier nog. Volgens de HCT kaart is de loc
wel afgeleverd met Boschlampen. Onder de motorkap is een deel van de hierboven afgebeelde
motor te zien. De radiator is nu niet boven het vliegwiel aangebracht. |
|||||||||||
|
||||||||||||
|
||||||||||||
↑ Kaart van HCT DL 20-2S
(dat nummer staat rechtsboven) uit het HCT archief van Ad Gevers ↑ |
||||||||||||
Er lijkt geen sprake te zijn van een tropenuitvoering. Wel is een “Boschlamp” voor en achter gespecificeerd (zie opmerking a). |
||||||||||||
Het Koembe
project [3] |
||||||||||||
Indertijd was sprake van Nederlands Nieuw Guinea, omdat het na de onafhankelijkheid van Indonesië onder Nederlands bestuur bleef. De Koembe (tegenwoordig geschreven als Kumbe) is een rivier aan de zuidkust van de Indonesische (= westelijke) helft van het grote eiland Nieuw Guinea. Aan de monding van de Koembe ligt een kustplaats die ook Koembe heet. De dichtst in de buurt liggende grotere stad is Merauke. Fragment uit de
“Bos”Schoolatlas der Gehele Aarde uit 1959. Links van de verticale rode lijn
ligt Nederlands en rechts Australisch
Nieuw Guinea → Eén van de Nederlandse ontwikkelingsprojecten was het opzetten van machinale rijstbouw op 12.000 hectare langs de rivier de Koembe (zie ook opmerking b). Men begon met een proefpolder bij een plaats genaamd Koerik (die staat niet op de kaart). |
|
|||||||||||
Hieronder zijn foto’s met bijschriften uit [2] en citaten uit oude kranten in chronologische volgorde gezet: De Telegraaf 18-04-1955: …..Een twaalf kilometer lange (smal)spoordijk slingert zich van de kust het binnenland in, naar het project. Dwars door de moerassen zijn de plaatsen afgebakend voor een bevloeiingskanaal naar de rijstvelden van straks. In december moet de eerste rijst de grond in. |
||||||||||||
De Volker Aanneming Maatschappij is belast met de civiel-technische uitvoering van het Koembe-rijstproject.
Een van haar eerste taken is het aanleggen van een spoorlijntje dat het
materiaal naar Koerik moet brengen, waar aan de
eerst 50 ha. van de voorlopig 400 ha. groot wordende proefpolder zal worden
gewerkt. Augustus 1955. Foto en bijschrift: [2]. → De dragline op de foto is ook door Hovers gebouwd. In kranten wordt over draglines (meervoud) gesproken. Op geen enkele foto is meer dan één dragline (of meer dan één locomotief) te zien. Ook de kipkarren zullen wel door HCT geleverd zijn. |
|
|||||||||||
Volker Aanneming Maatschappij had het karwei niet via een
aanbesteding gekregen, maar werkte in regie. Dat wil zeggen: de opgedragen
werkzaamheden werden betaald op basis van de gemaakte kosten plus opslagen
voor zaken als toezicht en winst.Volker gebruikte geen eigen materieel; dat
was door het Ministerie
van Overzeesche Rijksdeelen
ter beschikking gesteld. |
||||||||||||
Koembe-rijstproject. Het werk aan de
dijk is zwaar, aangezien de grond veelal moerassig is. Daarom wordt deze dijk
met zand verstevigd. Augustus 1955. Foto en bijschrift: [2] → Het zijn niet de modernste kipkarren: de bakken zijn geklonken. |
|
|||||||||||
Meter voor meter
vordert de aanleg van het spoorlijntje naar Koerik,
het "startpunt" voor het Koembe-rijstproject.
Koerik, Nieuw-Guinea, september 1955 Foto en
bijschrift: [2]→ Achter de ploeg is een lorrie met railramen te zien. De ligging van het spoor daar achter is bijzonder kronkelig, maar dat zal nog wel verbeterd worden na de aanvoer van zand, zoals op de foto hierboven te zien is. Er bestaat ook een interessante film uit 1951. |
|
|||||||||||
Iedere morgen om 7
uur komt het smalspoor treintje met de arbeiders op het Koembe-rijstproject
aan. April 1956 Foto en
bijschrift: [2]→ De trein wordt dus dagelijks voor personenvervoer gebruikt. De trein zal over de 12 kilometer in de orde van een uur doen (de snelheden van de locs waren 4,15 /7,2 /12,5 km.uur) en de rit in de kipwagens zal oncomfortabel geweest zijn. De loc op deze foto heeft – afgezien van de luiken – een donkere motorkap. Op een foto hierboven lijkt de hele motorkap wit. Dat zal zijn om de locs van elkaar te onderscheiden; nummers ontbreken. Ter gelegenheid van het eerste oogstfeest in juni 1956 reisde gouverneur Van Baal per smalspoor naar Koerit, gezeten op een platte wagen met banken. Zie hier. Bevoorradingsloods
voor het Koembe-rijstproject. Oktober 1956 Foto en
bijschrift: [2] → Na voltooing van de lijn is het smalspoor ook in gebruik voor het goederenvervoer. De achterkant van deze loc is donker geverfd. Daarom lijkt het aannemelijk dat het dezelfde loc is als op de vorige foto. In Koerik waren prefabricated loodsen en woningen voor de 29 Europese medewerkers van het Koembe-rijstproject opgezet. De laatste gedateerde foto’s zijn uit december 1958, maar daar staat geen smalspoor op. Het laatst bekende bericht over het smalspoor staat hieronder: |
|
|||||||||||
|
||||||||||||
De Tijd 17-08-1957: ….. Het smalspoortreintje met zijn diesellocomotief vervoert onder allerlei bokkesprongen rijst en mensen naar Koembe, hierin dapper geassisteerd door een vrachtauto en een tweetal terreinwagens….. |
||||||||||||
|
||||||||||||
De afloop Het Koembe proefproject ondervond een aantal tegenslagen, zoals zwermen vogels en rupsen die te velde staande rijst opvraten. Omdat in dit gebied niet eerder rijst was verbouwd, was van te voren niet precies bekend wat er mis zou kunnen gaan. Er werd naar bevind van zaken gehandeld. In 1960 werd een aanvraag ingediend voor de financiering van het uiteindelijke project uit een Europees fonds voor de ontwikkeling van Landen en Gebieden Overzee. Deze aanvraag werd echter in 1962 afgewezen omdat “Europa” vond dat de te produceren rijst te duur zou worden (zie ook opmerking b). In hetzelfde jaar 1962 kwamen Indonesië en Nederland onder Amerikaanse druk tot overeenstemming over de overdracht van de soevereiniteit over Nieuw Guinea aan Indonesië [4]. Het lijkt voor de hand te liggen dat het Koembe project niet is voort gezet. En al zou het zijn voort gezet dan zou voor het beoogde grootschalige project de capaciteit van het smalspoor onvoldoende zijn geweest en zou de aanleg van een weg voor de hand hebben gelegen. In het betrokken gebied wordt tegenwoordig wel veel rijst verbouwd: “Tussen Merauke en Kumbe zijn in 2015 enorme rijstvelden aangelegd met sloten er tussenin. Een grote vierbaansweg ontsluit het gebied waar ook een nieuwe stad gepland is.” [5]. |
||||||||||||
Opmerkingen: |
a) |
Indertijd stonden Boschlampen bekend als kwalitatief goede lampen, die tegen een stootje konden. Er werd bijvoorbeeld geadverteerd met fietsen met een Boschlamp voorop. |
||||||||||
De oorspronkelijke bevolking van Nieuw Guinea – de Papoea’s of Papua’s – was niet gewoon om rijst te eten. De rijst was dan ook in eerste instantie bestemd voor een minderheid van de bevolking, bestaande uit Nederlanders, Chinezen, Molukkers, etc. Die woonden vooral in de kuststreken. Doorgaande wegen waren er nauwelijks. De rijst zou daarom vooral per schip langs de enorm lange kust getransporteerd moeten worden. |
||||||||||||
c) |
Op de website Bouwmachines van Toen staan foto’s van het moeizaam ontschepen van een Hovers dragline voor het Koembe project. |
|||||||||||
d) |
Een foto van de Hovers loc DL4-1S staat hier. |
|||||||||||
|
||||||||||||
Met dank aan: |
Ad Gevers, Kees Plug en Toon Steenmeijer. |
|||||||||||
|
||||||||||||
Bronnen: |
[1] |
A. Steenmeijer, “Kromhout”, Canaletto/Repro Holland, Alphen a/d Rijn, 2002. Zie ook de aanvullingen op dit boek. |
||||||||||
[2] |
Zoek in de fotocollectie bijvoorbeeld op Koembe-rijstproject De foto’s zijn van het Kantoor voor Voorlichting en Radio Omroep Nederlands Nieuw Guinea. |
|||||||||||
[3] |
Diverse
kranten via Delpher. |
|||||||||||
[4] |
Stichting
Agrarische Bedrijven Nieuw-Guinea, Nationaal Archief, archiefinventaris
2.20.60.01. |
|||||||||||
[5] |
Stichting Papoeajeugd naar school, nieuwsbrief - mei 2017 - nr 61. |
|||||||||||
|
||||||||||||
|
||||||||||||
{ |
||||||||||||
Terug/verder naar: |
|
|||||||||||