Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

 

Trackmobile 4 TMC en 45 TMC

 

aangevuld: 14-04-2024

 

Inleiding

 

De Trackmobile 4 TMC en 45 TMC was een rail-wegvoertuig, waarvan er door verschillende bedrijven in licentie van de Amerikaanse firma Whiting honderden in Nederland voor de Europese markt geproduceerd werden (opm. a)

In de Verenigde Staten werden en worden naast de hier besproken kleine types ook veel grotere Trackmobiles gebouwd; zie hier.

 

Principe en werking

 

Hieronder is afgebeeld het veel voorkomende Trackmobile type 45 TMC dat in grote getale in Nederland gebouwd werd door verschillende nog te noemen firma’s, steeds in licentie van de Amerikaanse firma Whiting. Deze Trackmobile 4(5) TMC is niet bedoeld voor de openbare weg en heeft geen richtingaanwijzers, remlichten en vering. Het rijden op de weg is bedoeld om bijvoorbeeld te kunnen omlopen of om naar een werkplaats op het bedrijfsterrein te rijden.

Trackmobile 3D

↑ Op de 3D tekening hierboven [1] zijn onder meer te zien:

-

de hydraulisch intrekbare wegwielen

De via een ketting aangedreven achterwielen hebben geen  differentieel en zijn (daarom) dicht bij elkaar geplaatst.

Met de voorwielen wordt op dezelfde manier als bij een auto gestuurd.

-

de loodrecht op de wegwielen in een apart frame geplaatste en ook via  kettingen aangedreven ongeveerde spoorwielen.

-

het in de haak van een wagon te leggen trekoog met daaronder een stempel dat hydraulisch onder tegen de bufferbalk van die wagon wordt gedrukt om daarvan een deel van het wagengewicht over te nemen (zie schets rechts). Het idee om de trekkracht te vergroten door het gewicht van de eerste wagen deels over te nemen was al eerder toegepast in de Breuer locomotor.

Dit systeem is aan één zijde van de Trackmobile aangebracht. Aan de andere zijde is (als extra) hoogstens een trekhaak  aangebracht (zie ook deze foto). De Trackmobile kan immers makkelijk gedraaid worden door gebruik te maken van de wegwielen.

Trackmobile Hoogovens A

Trackmobile Hoogovens C

 

Trackmobile Hoogovens D

 

← De tekeningen en gegevens links en hierboven ↑

 zijn afkomstig van Hoogovens

 

 

In Nederland werden twee modellen geproduceerd: de 4 TMC en de 45 TMC. Beide modellen zijn uiterlijk vrijwel identiek en hebben dus de hierboven genoemde afmetingen. De verschillen zijn als volgt:

 

 

Type

Dieselmotor,

onder andere:

Vermogen

(pk)

Transmissie

Trekkracht

(kg)

 

 

4 TMC

Ford 2502E (3 cil.)

Perkins D 3.1521 (3 cil.)

36

44

Mechanisch:

met 4 versnellingen

3350 bij 2 km/uur

 

 

45 TMC

Ford 2512E (3 cil.)

Perkins 4.236 (4 cil.)

57

75

Hydrodynamisch:

Voith-Diwamatic

4250

 

 

Maximaal kon een gewicht van 9 ton van de eerste wagon worden overgenomen.  Dat is zeer aanzienlijk vergeleken met het eigen gewicht van 4,8 ton. In totaal rustte er dan 13,8 ton op de rails (maar die belasting is wel ongelijkmatig over de beide wielstellen verdeeld).

Bij een wrijvingscoëfficiënt van 0,3 geeft dat een trekkracht aan de haak van circa 4,2 ton. De fabrikant stelt [1] dat dit correspondeert met een treingewicht van 600 tot 700 ton. Het valt op dat Hoogovens met slechts 200 ton treingewicht rekende (zie hierboven) en ook de NS (zie hieronder) deed dat. Dat zal er mee te maken hebben dat de Trackmobile 4 TMC en 45 TMC de trein niet konden beremmen.

 

Nederlandse fabrikanten: Spoorijzer (SIJ)

 

 

 

SIJ kreeg van het Amerikaanse Whiting de licentie voor de bouw van de Trackmobile 4 TMC voor Europa, Noord-Afrika en het Nabije Oosten. Dat vergde aanpassingen, want in de VS worden middenbuffers en automatische koppelingen gebruikt.

 

Een met een bloemstuk uitgedoste eerste Trackmobile reed op 28-05-1965 bij SIJ door een lint bij de opening van een nieuw gebouw. NS tijdschrift Railtransport 1965 →

 

Waarschijnlijk is de Trackmobile op de foto nog door Whiting gebouwd, want het SIJ personeelsblad meldde dat de eerste in Nederland gebouwde 4 TMC op 10-12-1965 gereed kwam. De Trackmobile op de foto heeft nog niet de definitieve vorm. Zo hebben de serieproducten gesloten zijwanden en een grotere voorruit (zie de foto’s verder naar onderen).

Een Trackmobile als op de foto kwam in juli 1967 bij de NS Grinderij in Linne een paard vervangen [2]. Ook in [2] wordt een treingewicht van 200 ton genoemd.

Een door Spoorijzer in 1968 geproduceerde Trackmobile 45 TMC is bewaard gebleven bij de Butzbach-Licher Eisenbahnfreunde e. V. (BLE). Dit was van 1968 tot 1999 nr. 1 van de Rheinische Olefinwerke GmbH (deze ROW heet tegenwoordig LyondellBasell) in Wesseling (D). De kleine vereniging BLE heeft een uitstekende website. Na het aanklikken van bovenstaande link is een uitgebreide folder van de Trackmobile 4 TMC (zonder dak) te downloaden.

In het midden van de fabrieksplaat staat Spoorijzer N.V. Delft en rechtsboven het SIJ logo, maar volgens de BLE is de fabrikant de Noord-Nederlandsche Machinefabriek. Dat zal komen omdat deze NNM later de productie - en dus het onderhoud – van de Trackmobiles heeft overgenomen. Het fabrieksnummer rechtsonder is moeilijk te lezen; volgens de BLE is dit 46021. Foto: Butzbach-Licher Eisenbahnfreunde.

Bij de Butzbach-Licher Eisenbahnfreunde e.V. is een Intra folder van beide types 4 TMC en 45 TMC te vinden (na doorklikken op het plaatje rechtsboven). Intra was de Duitse dochter van Spoorijzer.

Nederlandse fabrikanten: NCM

Spoorijzer werd in 1967 overgenomen door de Verenigde Bedrijven Nederhorst en per 1 januari 1968 samengevoegd met de al eerder door Nederhorst overgenomen buurman Pletterij Enthoven. In 1969 werd de naam NCM (Nederlandse Constructiebedrijven en Machinefabrieken). Ook onder deze naam zijn veel Trackmobiles geproduceerd, nog steeds in Delft. Het personeelsblad [3] meldde:

·       in oktober 1970: de opdracht van 14 stuks 4 TMC’s voor het Franse leger (L'Armée de terre).

·       in juni 1971: de aflevering van de eerste vijf voor het Franse leger.

·       in augustus 1971: de verzending van de tweede serie van vijf 4 TMC’s in twee rongenwagens.

 

Foto: Joost J. Bakker (via Wikimedia), 04-08-2010

 

Deze legergroene Trackmobile  staat bij een Mercedes Benz Unimog specialist in Isigny-le-Buat (Normandië). Direct links van de Trackmobile staat een Unimog met spoorgeleidewieltjes. Deze Trackmobile kan de trein beremmen: tussen de spoorwielen is een luchtreservoir te zien en onder de voorste zandkist hangt een luchtslang. De “handjes” die onder de buffer van de eerste wagon grijpen hebben een afwijkende vorm (vergelijk) en kunnen opzij gedraaid worden indien er geen gebruik van gemaakt wordt. Op de voorkant van de motorkap zit een NCM fabrieksplaatje.

 

 

Voorbeeld van een NCM fabrieksplaat:

 

NCM fabrieksplaat op een werkwagen van de Rotterdamse Metro, 23 augustus 1986. Het fabrieksnummer is niet ingeslagen →

 

Op andere fabrieksplaten staat “Nederhorst Staal”. Dat was de divisie waaronder de NCM viel.

 

 

Trackmobile4TNCDashboard.JPG

Het interieur van de cabine van een Trackmobile die van het Franse leger is geweest [4]. Ongeveer in het midden is met een H de ligging van de vier versnellingen aangegeven. Het is dus inderdaad een 4 TMC (en geen 45 TMC met hydraulische bak). Meer naar rechts is op dezelfde hoogte de fabrieksplaat te zien.

 

Er zijn  minstens twee Trackmobiles van het Franse leger museaal bewaard:

Zie de foto verder naar onderen voor het Musée de Chemin de Fer de Nîmes. Het woord Trackmobile wordt niet genoemd, zodat het lastig zoeken was op internet.

De museumlijn ATTCV noemt haar Trackmobile Papamobile (Pausmobiel).

 

Van de 45 TMC was nog geen sprake. De 4 TMC’s werden in series op voorraad gebouwd. In juli 1971 waren er 6 op voorraad; een maand later nog 3. Overwogen werd toen nog een serie te bouwen. Tot dan toe had de bouw van de Trackmobiles geen winst opgeleverd [3].

De met haar 4 TMC al genoemde Rheinische Olefinwerke GmbH (ROW) in Wesseling (D) nam daarnaast als nr. 2 in 1974 een 45 TMC in gebruik. Sinds 2002 verblijft die  bij het Rheinisches Industriebahn Museum in Keulen.

 

 

 

 

Nederlandse fabrikanten: Noord Nederlandse Machinefabriek (NNM)

 

NNM Logo.JPG

 

In 1974 ging de NCM dicht. De productie van wissels en Trackmobiles verhuisde naar de Noord Nederlandse Machinefabriek (NNM) – ook Noordned genoemd – in Winschoten, sinds 1972 ook een Nederhorst dochter. Vier SIJ medewerkers verhuisden mee.

De NNM ging zelfstandig verder toen Nederhorst in 1978 ten onder ging.

 

← Het logo van de NNM bestaat uit een gewone  N met daar tegenaan een gespiegelde N. Delen van de twee N’s vormen samen een M en een gestileerde W (van Winschoten).

 

Foto bij een artikel in het Nederlands Dagblad van 28-10-1980 →

 

Het artikel uit 1980 bracht de Trackmobile als een door Noordned  ontwikkeld nieuw product terwijl Noordned al sinds 1973 Trackmobiles bouwde. Whiting en Spoorijzer werden niet genoemd. In een advertentie in de Telegraaf van 11-01-1980 vroeg Noordned een HTS-er als sale engineer voor de Trackmobile. Hij moest eerst een stage bij de “licentiegever in Amerika” doen. Volgens het artikel bij de foto ging 90% van de Trackmobiles naar het buitenland en hadden de 142 werknemers van Noordned moeite aan de vraag te voldoen. Begin 1986 vroeg Noordned overheidssteun. De nog maar 80 personeelsleden deden toen vooral werk voor de olie- en gasindustrie. In 1992 werd Noordned overgenomen door Transferia (voorheen Tebel) in Leeuwarden. De 70 Noordned werknemers hadden voor drie jaar werk aan Scharfenberg koppelingen voor NS. Op 26 augustus 1997 is het faillissement van de NNM uitgesproken.

 

 

 

Bij de NS Grinderij in Linne werd de Trackmobile 4 TMC opgevolgd door een 45 TMC. Op deze op op 30 juli 1984 gemaakte foto is de nietigheid van de Trackmobile en het systeem van de gewichtsovername (waarbij de Trackmobile onder de buffer van de eerste wagon geschoven  is) goed te zien →

 

Hieronder een detail van de achterwand, met links van het woord Trackmobile het logo van Whiting en rechts dat van de NNM in Winschoten. Het plaatje van Transmate bv te Antwerpen en Oss wijst er op dat de Trackmobile geleased werd.

Trackmobile Linne1.JPG

TrackmobileLinneTekstDetail.jpg

 

De Trackmobile is typisch gebouwd om aan één kant (de linkerkant voor de dwars op de rails zittende bestuurder) aan een wagon aan te koppelen. Aan de andere zijkant was immers niet in het systeem van gewichtsovername voorzien. Standaard waren aan de rechterkant dan ook geen buffers en trekhaak aanwezig.

Die waren wel als extra’s te koop.

 

De Trackmobile van de NS Grinderij had aan die zijkant wel een trekhaak en - vanwege de cabinedeur - maar één buffer. Om die ene buffer is een staalkabel gewikkeld. Dat doet vermoeden dat er af en toe met die staalkabel gerangeerd werd, hetgeen bij NS verboden was →

TrackmobileLinneBuffer.jpg

 

 

 

← Foto:Maarten van der Willigen,

Naestved (Denemarken) 2 mei 2013

 

Deze Trackmobile is nog steeds in gebruik en wel bij de Britse aannemer Balfour Beatty. Er is een soort sneeuwschuiver aangebracht voor het verdelen van ballast. De naam van vorige eigenaar Carillion is overgeschilderd. Carillion is een Britse aannemer, die ook in Zweden actief is. Dat verklaart de Zweedse teksten bij het dashboard. Daar zit ook een sticker met "Maskintyp 840 850; Inv.Nr.: 22 ; Avd.: Maskinpoolen". Op de motorkap staan "2" en stickers met "Serie-nr: 73512" en daaronder op een zelfde soort sticker "Nr: 85022". Op de fabrieksplaat is nog "Noord Nederlandsc" en "Winschoten" te lezen. Op de zijkant van de machine is met de spuitbus 22 gespoten.

 

← Foto: Jan Roos, 11 maart 2012

 

Bij de Belgische museumspoorlijn Het Kolenspoor in As (zie opm. e) staan twee door de NNM in Winschoten gebouwde Trackmobiles van het type 45 TMC die van het Belgische Leger zijn geweest. Daar waren de Trackmobiles geel (als gevaarkleur) en niet legergroen zoals bij het Franse leger. De ene Trackmobile is gekocht en de andere is in bruikleen van het Belgisch Legermuseum.

 

Aan deze zijkant is geen trekhaak aanwezig, maar wel de enige cabinedeur en het legernummer 95534. Uit [5] volgt dan het NNM fabrieksnummer 75513 uit 1975, met slechts 121,5 bedrijfsuren.

De dubbele lampen bij de raamspijlen zijn niet standaard.

Het Kwartier Westakkers te Haasdonk (Sint-Niklaas) ofwel Logistiek Complex Noord van het Belgische Leger is in 2010 gesloten. De spooraansluiting uit 1937 werd in 1998 voor het laatst gebruikt en is in 2009 in een fietspad veranderd [6]. Er waren hier twee Trackmobiles actief [7]. Het is niet zeker dat juist deze twee nu bij het Kolenspoor zijn, want misschien was er bij het Militair Domein Houthulst nog een derde Trackmobile actief [7]. Daar was tot 2003 nog treinverkeer (zie hier). In [8] worden zelfs 10 Trackmobiles van het Belgische Leger genoemd.

 

← Aan deze kant wordt de eerste wagon aangekoppeld en iets opgeheven (zie volgende foto voor details). Omdat het wagongewicht aldus vooral op deze spooras werkt, zijn alleen hier zandstrooiers aanwezig.

 

 

← Foto: Jan Roos, 11 maart 2012

 

Middenboven is een (lichtrood) oog te zien dat hydraulisch (zie de zwarte slangen) in de koppelhaak van de eerste wagon wordt gelegd.

De twee lichtrode “handjes” worden onder de bufferbalk van de eerste wagon geschoven en dan hydraulisch omhoog gedrukt, zodat de voorste as van de wagon wat omhoog komt en een deel van het wagongewicht op de Trackmobile wordt overgedragen, ter vermeerdering van het adhesiegewicht. De onderlinge afstand van de handjes is handmatig in te stellen. Bij de Trackmobile van het Franse leger (foto hierboven) hebben ze een andere vorm en zitten ze veel dichter op elkaar.

Rechtsonder is de kettingaandrijving zichtbaar.

 

Foto: Jan Roos, 11 maart 2012

 

De tweede Trackmobile van het Kolenspoor staat niet in het spoor. Ze draagt legernummer 95538. Uit [5] volgt dan het NNM fabrieksnummer 75517 uit 1975, met 513,4 bedrijfsuren.

Deze Trackmobile heeft - in tegenstelling tot de andere - persluchtaansluiting voor wagonberemming [5]. Inderdaad is er achter de naar de fotograaf toegekeerde spooras een klein luchtreservoir te zien. Dat ontbreekt bij de andere Trackmobile (zie de foto hier direct boven).

Beide Trackmobiles worden NNM Logo Kolenspoor.JPGaangedreven door een viercilinder Perkins dieselmotor. Op de motorkap staat een verschoten NNM logo.

 

 

 

Nederlandse fabrikanten: M.P.B. Europa  en De Visser International

 

Na diverse ontwikkelingen kwam de licentie in 1982 terecht bij M.P.B. Europa (MPB was een divisie van Trackmobile International) in Groningen en later bij het eenmansbedrijf De Visser International in Groningen, op 02-01-1986 opgericht door de oud-Spoorijzer medewerker Teun de Visser [9]. De eigenlijke productie werd uitbesteed aan diverse machinefabrieken (waaronder tot minstens 1985 ook de NNM) [9].

Zie hier voor de 45 TMC folder van M.P.B. Europa.

De Visser International bestond tot van 1986 tot 31-12-2009 [10]. In 1999 werden de laatste twee Trackmobiles aan de Oekraïne geleverd. In totaal zijn circa 20 Trackmobiles naar Sovjet Unie geleverd (voor breedspoor dus). Ze hebben SA3 koppelingen [9]. In 2003 bestonden de activiteiten nog uit het leveren van reserve-onderdelen  en het monteren van Europese koppelingen op uit de USA geïmporteerde Trackmobiles, omdat De Visser International toen geen licentie meer had voor de bouw van Trackmobiles.

 

 

 

← Deze foto van Andres Allik is overgenomen van een Estlandse website waarop nog meer foto’s van dezelfde Trackmobile staan.

 

Estland hoorde voor het einde van de “koude oorlog” bij de Sovjet Unie. De koppeling is zeer afwijkend van het koppeloog van de Trackmobiles op de overige foto’s en lijkt sterk op een (half)automatische SA3 koppeling. Het zal Russisch breedspoor betreffen, met een spoorwijdte van 1520 mm. Afgezien van deze bijzonderheden is het in opbouw een Trackmobile 45 TMC. Dat blijkt ook uit de op de website gegeven afmetingen,  zoals een radstand van de spoorwielen van 1968 mm. De spoorwijdte wordt niet opgegeven. Volgens de website is de bouwer de Noord Nederlandsche Machinefabriek te Winschoten.

 

Leverlijst

 

Een op 1-12-1977 door de Noord Nederlandse Machinefabriek bv opgestelde lijst [8] bevat de 221 Trackmobiles die op dat moment in diverse Europese landen, Algerije en Irak in gebruik waren. Een Excel versie staat hier.

 

Leverlijst: zwaardere types

 

Op de lijst staat ook een aantal Trackmobiles van zwaardere types dan de 4 TMC en 45 TMC:

·       18 stuks 6 TMC,

·       6 stuks 9 TMC en

·       1 stuks 11 TMC

Deze zwaardere types werden door Whiting in de Verenigde Staten gebouwd en via Spoorijzer/NCM/NNM van Europese koppelingen voorzien en geleverd.

 

Afbeelding uit [1]. Anders dan bij de 4 TMC en 45 TMC zijn bij de 55 TMC de spoorwielen met koppelstangen verbonden en is de afstand tussen de achterwielen gelijk aan die tussen de voorwielen →

 

Waarschijnlijk is de 55 TMC later 6 TMC genoemd. Er is een foto bekend van een Spaanse Trackmobile. Die lijkt sprekend op de 55 TMC op de foto hiernaast. Volgens de leverlijst (zie hier) zijn er 5 exemplaren van het type 6 TMC naar Spanje geleverd; het type 55 TMC komt niet op de leverlijst voor.

 

Overigens is de 55 TMC / 6 TMC het grootste Trackmobile type met dwars  op elkaar geplaatste wegwielen en spoorwielen. Groter kan niet, want de lengte van het weggedeelte moet binnen het omgrenzingsprofiel vallen.

 

Bij de nog grotere 9 TMC en 11 TMC zijn de wegwielen en spoorwielen evenwijdig met elkaar. Ook deze laatste types konden geen trein beremmen.

 

Leverlijst: lichter type

 

Op de leverlijst staan ook 16 exemplaren van het lichtste type 1 TMC. Bij de 1 TMC zijn de assen van de spoor- en wegwielen evenwijdig.

 

Bron: zie hier

 

In Nederland had Pan Ocean (anno 2020 Paktank Chemiehaven genaamd) een Trackmobile 1 TMC. Vanaf 1980 wordt hier een locomotief gebruikt.

 

De Belgische firma Rentaloc had anno 2011 nog een Trackmobile 1 TMC – naast een 4 TMC – te huur, maar anno 2014 niet meer.

 

Spoornieuws 1 TMC 150 mm.JPG

 

Leverlijst: het aantal in Nederland gebouwde 4 TMC’s en 45 TMC’s

 

De leverlijst is opgesteld door de NNM, maar slaat ook op de door SIJ en NCM geleverde Trackmobiles (Zo is de door SIJ geleverde nr. 1 van de Rheinische Olefinwerke GmbH er op terug te vinden).

Op 1-12-1977 waren er dus 221 – (18+6+1+16) = 180 Trackmobiles van de types 4 TMC en 45 TMC in Nederland gebouwd, gemiddeld 15 per jaar. Na 1-12-1977 zijn er tot en met minstens 1981 nog meer 45 TMC’s gebouwd (zie tabel hieronder): gezien het hoogste fabrieksnummer bijvoorbeeld minstens 8 in 1980 en minstens 14 in 1981. Zo komen er nog 50 bij. In totaal zijn er dan minstens 230 Trackmobiles van de types 4 TMC en 45 TMC in Nederland gebouwd.

 

 

Leverlijst: per land

 

Volgens de gegevens uit 1977 waren in Nederland Trackmobiles geleverd aan:

·       European Container Terminal in Rotterdam.

·       Hoogovens in IJmuiden; zie de tekening hierboven. De Trackmobile werd gebruikt om wagens in en uit de werkplaats te rijden.

·       De NS grinderij in Linne: 2 exemplaren (na elkaar): een 4 TMC en een 45 TMC (zie de foto’s hierboven).
 De grinderij is per 1 januari 1999 gesloten.

·       Akzo Zoutchemie in Rotterdam Botlek.

·       Borax in Rotterdam Botlek.

·       Philips in Roosendaal: 2 exemplaren; zie p. 225 in dit boek. In 2005 was één ervan nog actief bij Jan de Rijk in Roosendaal;
 zie hier en daar.

·       Spiegelglasfabriek in Sas van Gent.

·       Albatros (later UKF) in Pernis.

·       Mobil Oil in Amsterdam (explosieveilige uitvoering). Deze raffinaderij was in gebruik tussen 1968 en 1982.

·       Dow Chemical (later Dow Benelux) in Terneuzen.

·       Oxyrane Chemie (→ Arco → Lyondell) in Rotterdam Botlek.

·       Dupont in Dordrecht. Het betreft het type 45 TMC.

·       Pan Ocean in Rotterdam. Zo heet Antwerpen Rotterdam Oil Storage sinds 1971, in 1993 werd het Paktank Chemiehaven.
 Het betreft het type 1 TMC.

·       Whirlpool in Oosterhout; zie p. 100 in dit boek. Zie ook deze foto uit 1996.
 Deze Trackmobile staat niet in [9]. Waarschijnlijk betreft het een gebruikt exemplaar.

Tenzij anders vermeld gaat het om het type 4 TMC. Deze gegevens zijn deels ontleend aan [8]. In 2003 reed in Nederland geen enkele Trackmobile meer [9]. Sommige bedrijven uit bovenstaande opsomming bestonden niet meer (zoals Mobil Oil en de NS Grinderij), andere hadden geen spooraansluiting meer (bijvoorbeeld Philips Roosendaal) en er waren bedrijven die de Trackmobile door een locomotief hadden vervangen (Akzo Zoutchemie, Dupont, Panocean, Arco).

 

Volgens de gegevens uit 1977 waren in België Trackmobiles te vinden bij:

·       Emgo-Philips in Lommel.

·       Union Carbide in Antwerpen.

·       Amoco Chemicals in Geel.

·       Stocatra in Antwerpen. Het betreft het type 6 TMC.

·       Progril Belgium in Kallo.

·       General Motors in Antwerpen. Het betreft het type 45 TMC.

·       Eurotank in Antwerpen. Het betreft het type 45 TMC.

·       Moulinex in Gosselies. Het betreft het type 1 TMC.

·       Belgisch Leger. Het betreft 10 exemplaren van het  type 45 TMC. Twee ervan staan op foto’s hierboven.

Tenzij anders vermeld gaat het om het type 4 TMC. Deze gegevens zijn geheel ontleend aan [8].

 

Voor wat betreft de leveringen naar het overige buitenland wordt verwezen naar de Excel file; op deze webpagina wordt alleen het hoogtepunt genoemd:

·       90 4 TMC’s voor het Franse leger. In de lijst [8] is 75 handmatig in 90 veranderd.
Het Franse leger had ook één 1 TMC en één 9 TMC.

 

 

Fabrieksnummers

 

Van een beperkt aantal 4 TMC’s en 45 TMC’s zijn de fabrieksnummers bekend. Die staan in onderstaande tabel. Zoals onder de tabel wordt uitgelegd kan via de fabrieksnummers een schatting van de productie worden gemaakt.

 

Maker

Fabrieks

nr.

Jaar

Klant

Bronnen en opmerkingen

 

SIJ

46021

1968

1999

-Rheinische Olefinwerke,Wesseling, no. 1

-Butzbach-Licher Eisenbahnfreunde e. V.

Internet

Opm. b

 

SIJ

46026

1970-1986

1986-2014

-Mannesmannröhren, Düsseldorf-Rath

-monument aldaar

Vallourec & Mannesmann Tubes

 

Macko-mobile ?

071404

1972- < 1988

Caserne Tallandier, Petit Quevilly (Fr)

IRS boek: Industrial Locomotives of Western France

 

NCM

704

1971-2000

2002

-Rheinische Olefinwerke, Wesseling, no. 2

-Rheinisches Industriebahn Museum

Pierre de Greeuw;

Website Zweiwegefahrzeug  

 

NCM

71410

1972

l’Armée Française, Chemilly-sur-Yvonne

Louis Caillot

 

NCM

72402

1973

….

-l’Armée Française

- Amicale Caen – Flers 1)

Michael Vogel

 

NCM

72405

1973

….

-l’Armée Française

-Delta Céreales de Beaucaire (Fr)

Louis Caillot

 

NCM

72409

1973

….

-l’Armée Française

- Amicale Caen – Flers 1)

Michael Vogel

 

NCM

72418

.....

Philips, Roosendaal

Tijdschrift Bahn Express

 

NCM

72420

.....

Silo 110 Bourgogne, Migennes (Fr)

Website Zweiwegefahrzeug

 

Nederhorst

Staal

73408

1973

…..

-l’Armée Française

-Musée du Chemin de Fer, Nîmes (Fr)

↓ Zie hieronder ↓

 

 

Bron: website van

Musée du Chemin de Fer, Nîmes (Fr). De datum is niet aangegeven. Fotograaf : L.Simon

 

Aan de dicht bij elkaar geplaatste “handjes” (die onder de bufferbalk van de eerste wagon werden geschoven) is te zien dat dit een Trackmobile van het Franse leger geweest is. Daarentegen hadden de Trackmobiles van het Belgische leger de normale uitvoering. Daarbij zijn de armen van de handjes instelbaar op een stalen profiel gemonteerd.

Nimes A.jfif

 

NNM

73506

1976-

< 2006

Avesta Jernverks, Avesta (Zweden)

Met bevroren motorblok gesloopt.

 

NNM

73512

…..

…..

-Carillion (aannemer)

-aannemer Balfour Beatty in Denemarken

Maarten v/d Willigen

 

NNM

75511

1979

E.G. Steele & Co Ltd, Hamilton (UK)

Cardiff & Avonside Railway Society

 

NNM 2)

75513

.....

2006

-Belgische Leger

-museumlijn het Kolenspoor, As (B)

- ? (zie opmerking e)

Jan Roos;

museumlijn het Kolenspoor

(zie opmerking e)

 

NNM

75517

.....

2006

 

NNM

76406

1977

2007

-l’Armée Française

-sloperij Lazar-Levieux, Devecey

Pierre de Greeuw; Michael Vogel

 

NNM

77403

…..

Silo 110 Bourgogne, Etais-la-Sauvin (Fr)

Website Zweiwegefahrzeug

 

NNM

77404

1980 –

> 2016

Zementwerk Hofmann, Kirchdorf (Oostenrijk)

↓ Zie hieronder ↓

 

 

 Zementwerk Hofmann, Kirchdorf (Oostenrijk), 2016 [11] →

 

Opvallend zijn de twee buffers, Hun functie is waarschijnlijk alleen de Tracmobile bij een botsing te beschermen.

In 1987 was dit nog steeds de enige Trackmobile in Oostenrijk [12], maar daarna verschenen er nog 5 andere (zie de lijst bij opm. f). Die staan dus niet op de leverlijst uit 1977.

Dit vijftal was in of voor 2016 weer verdwenen [11].

 

NNM

77409

1977

l’Armée Française, Chemilly-sur-Yvonne

Louis Caillot

 

NNM

77412

1977

,,,,

-l’Armée Française

-VFLI

Intenet (Pierre de Greeuw)

 

NNM

77414

1977

….

-l’Armée Française

-Amicale Caen - Flers

Michael Vogel

 

NNM

77501

….

Crew Works (UK)

Internet: zie hier.

Cabinedeur in achterwand; 2 buffers

 

NNM

77503

1979 –

20xx

-Superfos, Frederica (Denemarken)

-Remisen Dokkedal (Denemarken)

klik ook op Flere oplysningen. 

Opm. d

 

NNM

78101E

1979

Strathclyde P.T.E, Broomloan Depot, Govan (UK)

Cardiff & Avonside Railway Society

 

NNM

80504

1980

British Ferries*, Harwich (UK)

Boek: Industrial Locomotives, Industrial Railway Society, 1989.

*Tot 1987 werden tussen Zeebrugge en Harwich goederenwagons overgezet.

 

NNM

80505

1980

….

-British Ferries*, Harwich (UK)

-Keith & Dufftown Rlw. (UK)

 

NNM

80508

1980

British Ferries*, Harwich (UK)

 

NNM

81514

1981

British Ferries*, Harwich (UK)

 

NNM

81504

Rio Tinto Alcan, North Blyth (UK)

Bulletin 901, IRS.

Gehuurd van E.G. Steele, Hamilton (UK)

 

 

NNM

81506

1981

Western Deep Levels Ltd, Gold Mine, Carletonville (Zuid Afrika)

Zie ook opm. g

 

 

NNM

81510

1982

Macsteel (Pty) Ltd, Wadeville, Germiston (Zuid Afrika)

Zie ook opm. g

 

NNM

82503

1983

Sembcorp Utilities (ex Enron), Teesside, T1

Cardiff & Avonside Railway Society

 

 

NNM

82509

 

Davsteel (Pty) Ltd, Vanderbijlpark (Zuid Afrika).

Zie ook opm. g

 

NNM

82530

Oekraïne

 

NNM

83501

1983

-Sembcorp Utilities (ex Enron), Teesside, T2

-Direct Rail Services, Motherwell

  (in 2016 aanwezig)

T1 – T5 zijn geleverd aan ICI in Billingham. Het Wilton Power Station aldaar ging op in Enron Teesside dat in 2003 werd overgenomen door Sembcorp Utilities.

 

NNM

83502

1984

Sembcorp Utilities, Billingham (UK), T3

 

NNM

83503

1984

Sembcorp Utilities (ex Enron), Teesside, T4

 

NNM

83504

1983

Sembcorp Utilities (ex Enron), Teesside, T5

 

NNM

83505

Sembcorp Utilities, Billingham (UK)

Cardiff & Avonside Railway Society; 

< 2013 gesloopt

 

NNM

83506

Bulletin 901, IRS.

 

83507

Kolenmijn TBO op Sumatra

1067 mm [11]

 

 

1)

2)

 

Amicale pour la mise en valeur de la ligne Caen – Fleurs in station Port-Erambourg

Op de fabrieksplaat staat geen NNM, maar Nederhorst Staal Machinefabrieken, Winschoten Holland

 

 

Het lijkt erop dat Spoorijzer de eerste Trackmobile het nummer 46001 gegeven heeft en vervolgens doorlopend genummerd heeft. SIJ had de eerste Trackmobile eind 1965 gereed. Het laatst bekende SIJ nummer eindigt op 21 en is in 1970 gebouwd. Dat betekent een productie van 21 stuks in 4 à 5 jaar ofwel 4 à 5 per jaar.

 

Na het verdwijnen van Spoorijzer hebben de opvolgers van Spoorijzer voor een andere nummering gekozen.

De eerste twee cijfers van het NCM en NNM fabrieksnummer slaan op het bouwjaar. De Trackmobiles zijn vaak 1 tot zelfs 2 jaar later in dienst genomen dan het bouwjaar aangeeft. Dat is verklaarbaar omdat er – zoals hierboven ter sprake kwam - in series, deels op voorraad, werd gebouwd. Het derde cijfer is steeds een 4 of een 5 en geeft aan of het om een 4 TMC dan wel om een 45 TMC gaat [9]. De eerste 45 TMC’s zijn dan in of voor 1975 geproduceerd en ze zijn minstens enkele jaren samen met de 4 TMC in productie geweest. De indruk bestaat dat de 4 TMC later niet meer geproduceerd werd (in de onder [1] genoemde, in of voor 1984 gedrukte folders komt de 4 TMC niet meer voor). De laatste twee cijfers vormen samen het volgnummer horend bij  het bouwjaar. Bijvoorbeeld NNM fabrieksnummer 81514 is de veertiende door de NNM in 1981 gebouwde Trackmobile van het type 45 TMC. Elk type had zijn eigen volgnummer, zoals blijkt uit het bestaan van de fabrieksnummers 77403 en 77503

Omdat elk jaar opnieuw met volgnummer 01 werd begonnen, is uit het fabrieksnummer het totale aantal  gebouwde Trackmobiles niet af te leiden. Wel kan gesteld worden dat er bijvoorbeeld in 1972 minstens 20 gebouwd zijn (van het toen enige type 4 TMC) en in 1981 minstens 14 (van het toen enige type 45 TMC). Een volgnummer boven de 20 is niet bekend.

 

Samenvatting

1)

In licentie van het Amerikaanse Whiting zijn minstens 230 Trackmobiles voor vooral de Europese markt geproduceerd door:

- Spoorijzer in Delft

- de NCM in Delft

- de NNM in Winschoten

- PMB Europa in Groningen

- De Visser International in Groningen

1965   - 1969

1969   - 1974

1974   - 1982

1982   - 1986

1986   - 1999

2)

Het ging om de types 4 TMC (dieselmechanisch) en vanaf circa 1975 ook 45 TMC (zwaarder gemotoriseerd en dieselhydraulisch). Andere Trackmobile types werden uit de Verenigde Staten geïmporteerd en van Europese koppelingen voorzien.

3)

Beide types kunnen de eerste wagon aan één kant iets omhoog drukken, waardoor het eigengewicht en dus de trekkracht van de Trackmobile vergroot wordt.

4)

Beide types zijn rail-wegvoertuigen, maar zijn niet – zoals bijvoorbeeld de Unimog – toegelaten op de openbare weg.

5)

Van het fabrieksnummer geven de eerste twee cijfers het bouwjaar, het derde cijfer het type en de laatste twee cijfers het volgnummer voor het bouwjaar en type (dit geldt niet voor de Spoorijzer gebouwde exemplaren).

6)

Grote klanten waren het Franse en het Belgische leger, met respectievelijk 90 en 10 exemplaren.

7)

In Nederland zijn er al jaren geen Trackmobiles meer te vinden, maar in het buitenland zijn minstens zes Trackmobiles van bedoelde types museaal bewaard: de twee 4 TMC’s van de Rheinische Olefinwerke te Wesseling bij respectievelijk de Butzbach-Licher Eisenbahnfreunde e. V. en Rheinisches Industriebahn Museum, twee 4 TMC’s van het Franse leger (de “Papamobile” bij de museumlijn ATTCV en één bij een spoorwegmuseum in Nîmes), een 45 TMC bij de Keith & Dufftown Railway (Schotland) en een Trackmobile voor Russisch breedspoor in Estland.

 

Opmerkingen

a)

Bij de door Whiting voor de Verenigde Staten gebouwde exemplaren eindigt de type-aanduiding op TM (de afkorting van Trackmobile). De toevoeging C (in 4 TMC, etc.) slaat kennelijk op de uitvoering voor de Europese markt.

De Europese 4 TMC en de 45 TMC lijken op de Amerikaanse 2 TM, 3 TM, 5 TM en 55 TM, maar behalve de wagonkoppeling zijn er diverse andere verschillen. Zo zijn bij de 3 TM en de 5 TM de spoorwielen door koppelstangen verbonden,

In Groot Brittannië fabriceerde Strachan & Henshaw (S&H) te Bristol Trackmobiles van het type TMB. Ze zijn niet exact gelijk aan de in Nederland gebouwde exemplaren van het type TMC, maar lijken er wel sterk op. Onbekend is hoe zich dit verhoudt met de SIJ licentie. Vergeleken met de productie in Nederland stelt de S&H productie in elk geval weinig voor: het laagste en hoogste bekende S&H fabrieksnummer is 7501 (1966) respectievelijk 7516 (1969).

 

Na googlen verscheen deze foto van een Strachan & Henshaw brochure op een Zweedse webwinkel van het type Marktplaats.  De advertentie zelf was echter al verdwenen →

 

De gewichtsovername wordt hier Auto-Lift genoemd.

Klik voor  een voorbeeld van een S&H Trackmobile. Bijvoorbeeld de cabine ziet er anders uit dan die van een Trackmobile van SIJ of de NNM. Bij een beeldvullende foto verschijnt een toelichting. Het is fabrieksnummer 7516 uit 1969.

b)

De twee exemplaren van de Rheinische Olefinwerke GmbH – bewaard bij de Butzbach-Licher Eisenbahnfreunde e. V. en het Rheinisches Industriebahn Museum lijken behoorlijk verbouwd te zijn. Uit de beschrijving en het bouwjaar te oordelen is in elk geval nr. 1 als 4 TMC geleverd en later naar 45 TMC omgebouwd. Beide exemplaren zijn explosieveilig uitgevoerd, hetgeen onder andere inhoudt dat ze op lucht gestart worden en voorzien zijn van vonkenvangers.

c)

Zie hier voor een 4 TMC in Frankrijk (stuk naar onderen scrollen). Een 1 TMC lijkt van dit forum verwijderd te zijn.

Op de website van een Frans revisiebedrijf is al jaren (ook nog in 2020) een 4 TMC te vinden. Dit is een TMC van het Franse leger geweest.

d)

De in Denemarken bij een veenmuseum bewaarde NNM 77503 is op een spoorwijdte van 700 mm omgebouwd en van de wegwielen ontdaan. Het beoogde eindresultaat is een loc met het uiterlijk van een stoomlocomotief.

e)

De hierboven genoemde museumlijn Het Kolenspoor in As (België) bestaat sinds begin 2014 niet meer. Een groot deel van het materieel was in september 2015 nog aanwezig. NNM 75517 was

in bruikleen gegeven door het Belgisch Legermuseum (anno 2020 War Heritage Institute geheten) en is teruggebracht naar de externe reserve in Landen.

f)

In [12] worden als voormalige Oostenrijkse Trackmobile gebruikers genoemd:

(de tractiemiddelen anno 2016 staan tussen haakjes)

Tanklager Lannach,

Eisenwerk Breitenfeld (Unimog),

Kalkwerk Gummern (vier Vollert‘s),

Plattenwerk Funder in St. Veit a.d. Glan (SGP loc type LDH 130) en

Zementwerk in Gmunden (Vollert +  gemoderniseerde 2060 als reserve).

g)

Er zijn minstens 7 Trackmobiles via Koppel Engineering naar Zuid-Afrika verkocht [14]:

NNM 81506    Western Deep Levels Ltd, Gold Mine, Carletonville     Sale date: August 1981

NNM 81510     Macsteel (Pty) Ltd, Wadeville, Germiston                    Sale date: April 1982

                          → Industrial Locomotive Services Ltd, Nigel in 4/2005 → scrapped

NNM 82509     Davsteel (Pty) Ltd, Vanderbijlpark                                Sale date: November 1981

NNM ?             South African Railways, Durban                                    Sale date: November 1982

NNM ?             South African Breweries Ltd, Prospecton, Durban        Sale date: April 1983

NNM ?             Omnia Fertiliser Ltd, Sasolburg                                     Sale date: July 1983

NNM ?             for African Products (Pty) Ltd, Germiston                     Sale date: January 1984

 

 

 

Met dank aan:

Louis Caillot, Gerard de Graaf, Pierre de Greeuw, het Kolenspoor (dhr. Kurt Rondelez), Ellen Lefevre (Belgisch Legermuseum), John Middleton, Jean-Paul Pignede (Musée du Chemin de Fer, Nîmes), Jan Roos, Teun de Visser, Michael Vogel, Maarten van der Willigen, Peer Zorge en – via het Belgisch Legermuseum - Opperwachtmeester Guido Wittocx.

 

Bronnen:

[1]

Trackmobile folders, omstreeks 1985 verkregen van M.P.B. Europa in Groningen.

Het betreft folders voor de Europese markt (dus geen middenbuffers) van de types 45 TMC, 55 TMC, 95 TMC, 4500 TMC en 11 TMC.

[2]

NS personeelsblad De Koppeling, 16 juni 1967.

[3]

Personeelsbladen Spoorslag van Spoorijzer en NCM Nieuws van de NCM.

[4]

De foto is afkomstig van de website https://forums.photos-de-trains.net

Die bestaat anno 2020 niet meer. Wel is er https://www.photos-de-trains.net/ maar daar is het begrip Trackmobile onbekend.

[5]

Via het Kolenspoor te As (B) ontvangen blad met gegevens.

[6]

Het Nieuwsblad, dinsdag 14 oktober 2008.

[7]

Informatie van Opperwachtmeester Guido Wittocx.

[8]

Via Gerard de Graaf van Michael Vogel ontvangen lijst. De leverlijst is op 1-12-1977 door de Noord Nederlandse Machinefabriek bv opgesteld.

[9]

Informatie van dhr. Teun (Tony) de Visser.

[10]

Handelsregister.

[11]

Forum Anschlussbahn – Sichtungen

[12]

Ludger Kenning, Österreichs Eisenbahnen im Jubiläumsjahr 1987, Verlag Kenning, 1987.

[13]

Via Toon Steenmeijer verkregen gegevens van Ray Gardiner.

[14]

 Informatie van John Middleton.

 

 

{

 Andere tractie                                   Rail-wegvoertuigen                   Spoorijzer

Terug/verder naar:

 

 Nieuw                                    Home                                         Inhoud