Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Tekeningen

Modellen

 

 

De PEN centrale in Velsen

 

geplaatst: 27-05-2021

 

Inleiding

 

Het interne railvervoer bij de PEN centrale in Velsen (opm. a) is behandeld in dit artikel uit 1994.

In dit artikel konden niet alle relevante foto’s geplaatst worden, ondertussen zijn er meer foto’s beschikbaar gekomen en is de loc PEN 3 op een nieuwe standplaats weer in de openbaarheid gekomen. Daarom gaat deze webpagina over de PEN centrale.

 

Infrastructuur

 

De “kolenbaan” van de PEN liep van de loswal naar de centrale en kolenparken door viaducten onder de Noordersluisweg en een Hoogovens spoorlijn. De kolenbaan werd in 1976 opgeheven, maar jaren later waren de viaducten nog aanwezig en lag er zelfs nog spoor. De bovenleiding was wel weg gehaald.

 

Viaduct in de Noordersluisweg

21-01-1988. De fotograaf staat met de rug gekeerd naar de voormalige loswal→

 

Onder het tweede viaduct begon een helling van 3%.

 

De transportband die de kolenbaan had vervangen (en die over de Noordersluisweg heen ging) was al weer verdwenen, want er werd niet meer op kolen gestookt.

 

PEN 1: de WindhoffBlechtrommel

 

Het treft dat er een actiefoto beschikbaar is van loc 1, de Windhoff benzolloc uit 1931:

 

↑ Het oorspronkelijke onderschrift van het Noord-Hollands Archief luidt:↑

“De schoorstenen arriveren op het terrein Centrale PEN 10-05-1949”

De platte wagen achter de loc draagt geen opschriften. De PEN zal deze wagen van Hoogovens geleend of gehuurd hebben om schoorstenen van de loskade naar de centrale te vervoeren. Op de achtergrond zijn het magazijn en de werkplaats van de PEN centrale te zien.

 

Stork Hijsch was de aannemer voor alle transportinrichtingen van de PEN centrale. Daaronder vielen niet alleen de hijskranen, maar ook de loc en de zelflossers. Er was geen direct contact tussen de PEN en Windhoff, ook niet toen zich al vrij kort na de indienststelling een vervelend probleem voordeed. Er waren namelijk problemen met de Bosch magneetontsteking. De PEN voelde kennelijk al nattigheid en nam contact op met de Nederlandse importeur van Bosch. Deze constateerde dat in de gloednieuwe loc een circa 15 jaar oude magneet was geplaatst en dat de contactpunten van slechte kwaliteit waren. De PEN liet de elektrische installatie door de Bosch importeur verbeteren en eiste dat Stork Hijsch de rekening betaalde. Dat gebeurde prompt.

Zie de briefwisseling [1].

 

De PEN 2

 

Al in 1935 waren de cilinders van de Kämper motor van de Windhoff loc zodanig ovaal gesleten dat er nog maar één (in plaats van twee) geladen zelflosser de helling opgetrokken kon worden. Er werd een grote stap genomen door de kolenbaan te elektrificeren en - als PEN 2 - een Eloc te bestellen.

Een groot probleem bij elektrische locs op industriespoor is dat de bovenleiding en hijskranen elkaar in de weg zitten. In de kolenparken werd daarom geen bovenleiding maar een stroomrail aangebracht. De stroomrail was niet – zoals bij een metro gebruikelijk – verhoogd naast het spoor aangebracht, maar in een houten koker (opm. b) tussen de rails:

 

↑ Illustratie uit [2] ↑

De stroomrail bevond zich op isolatoren (1). Het geheel werd omgeven door een houten koker (2). In die koker bevond zich een sleuf waardoor een door een elektromotor aangedreven schroefspindel (3) stak. Door verticale beweging van de schroefspindel werd een contactrol tegen de stroomrail gedrukt of daarvan verwijderd. Het omhooghalen van de stroomafnemer voor de derde rail was noodzakelijk om wissels te kunnen passeren.

De stroomrail was asymmetrisch aangebracht. Daardoor van het niet mogelijk om de loc te draaien om eenzijdige wielslijtage te voorkomen. Alleen de PEN 2 werd met een stroomafnemer voor de derde rail uitgerust; de latere en grotendeels identieke PEN 3 niet.

 

PEN 3

 

De afmetingen van de in 1943 in gebruik genomen PEN 3 zijn geheel gelijk aan die van de PEN 2. Daar wordt hier met nadruk op gewezen, omdat het in [4] verkeerd staat: bij Werkspoor fabrieksnummer 807 staat in de tekst: “Deze locomotief had in tegenstelling tot de nr. 2 (Werkspoor nr. 736) iets grotere loopwielen en een grotere lengte, ….”. Uit de bijbehorende tabel in [4] blijkt dat de lengte over de buffers 9150 mm zou zijn, terwijl dat voor de PEN 2 maar 6270 mm was ! Zie verder opm. c.

Gelukkig zijn er ook kleurenfoto’s uit de PEN tijd beschikbaar:

De kolenbaan werd na 1972 niet meer gebruikt, maar werd nog als reserve achter de hand gehouden. Jan Strooband maakte deze foto in 1974 of 1975. Opvallend zijn de eigentijdse DAF personenauto links op foto en het verkeersbord met een stoomloc en het knipperlicht bij de spoorwegovergang rechtsonder. Ook de spoorwegovergang linksboven is met knipperlichten beveiligd. In die spoorwegovergang ligt een wissel. Daarop sloot de verbindingsboog naar Hoogovens aan, maar die boog is verdwenen. De wisselsteller is er nog wel. De PEN 3 staat bij het niet meer gebruikte Ketelhuis I en is in meer detail op de volgende foto te zien:

↑ PEN Centrale, 1974 of 1975, foto: Jan Strooband

Vanwege het materiaaltekort in de Tweede Wereldoorlog zijn wit geëmailleerde bordjes met zwarte letters gebruikt. Bij grotere vergroting is op het bovenste bordje te zien dat dit de P.E.N. № 3 uit 1942 is. Opvallend is het NS-achtige geel-grijze uiterlijk van de Eloc.

In 1976 ging de PEN 3 naar de EMA (Electrische Museumtramlijn Amsterdam). De loc was bedoeld als werkloc voor baanonderhoud. Er is een andere pantograaf op gezet, omdat bij de PEN de bovenleiding op 5 m hing en bij de EMA op de gebruikelijke 5,5 m.

 

Bij de EMA raakte de PEN 3 de gele kleurvlakken weer kwijt. De Eloc stond bij de EMA buiten. Er werd vaak ingebroken door zwervers die een slaapplaats zochten. Op 01-04-2000 worden na een inbraak de platen voor de raamopeningen weer vast gelast. →

 

De inzet bij de EMA werd vertraagd door:

·       een brand in 1977. Daarna was de loc niet meer bedrijfsvaardig.

·       het feit dat de elektrische installatie naar 600 Volt moest worden omgebouwd.

Ondertussen kwamen er alternatieven beschikbaar. Na 25 jaar EMA vertrok de PEN 3 in 2002 naar de Stichting Stadskanaal Rail (STAR).

De tweesporige remise voor de lijn Winschoten-Delfzijl van de Stoomtramwegmaatschappij Oostelijk Groningen (OG) bevond zich in Termunten (opm. d). Na de opheffing van de stoomtram werd het gebouw eigendom van de gemeente Delfzijl en werd het gebruikt door gemeentewerken en later het team Wijkbeheer [3]. In 2011 werd de remise verkocht aan Piet Landman, die er Vishandel en –restaurant De Remise in vestigde.

In 2021 kocht Piet Landman van de STAR de PEN 3, een gesloten ex-NS goederenwagen en 50 meter spoor [3]. Eén en ander werd op 22-03-2021 bij de Remise opgesteld:

 

De PEN 3 in Termunten, 14-05-2021; er moet nog wel wat aan opgeknapt worden. Foto: Gert Sluijters →

Het railmonument van de andere kant bekeken. Links van de goederenwagen ziet men een zijmuur van de remise. Termunten, 14-05-2021;

Foto: Gert Sluijters

 

Over het monument kan verschillend gedacht worden. De negatieve benadering is dat de OG nooit elektrisch heeft gereden (maar dat wordt ook niet gesuggereerd: de loc heeft geen pantograaf en er is geen bovenleiding) en dat het materieel en de spoorwijdte niet die van de OG zijn.

 

De positieve benadering is dat het na 44 jaar (1977–2021) gelukt is om voor de PEN 3 een passende plaats te vinden. De Remise trekt in haar nieuwe functie publiek en haar naam en railverleden worden door het railmonument benadrukt.

Binnen hangen hele mooie vergrotingen van de stoomtram. En voor de liefhebber is er natuurlijk onder andere - al meer dan 20 jaar – [5].

Opmerkingen:

a)

Anno 2021 wordt er nog steeds elektriciteit opgewekt in Velsen. De eigenaar van de centrale is een aantal malen van naam veranderd (PEN, UNA, NUON, Vattenfall). De oorspronkelijke gebouwen zijn grotendeels gesloopt en er zijn nieuwe gebouwen verrezen.

b)

In [2] is sprake van een plaatijzeren koker, in sommige andere bronnen van een houten koker.

c)

De originele gegevens van de locs PEN 1 t/m 3 en ook de zelflossers staan in een tabel in [1]. Het volgende blijkt voor de afmetingen (radstand, lengte over de buffers, wiel diameter):

·       De afmetingen voor de PEN 2 en PEN 3 zijn exact gelijk.

·       De afmetingen van de PEN 2 zijn in [4] correct overgenomen

·       De afmetingen van de PEN 3 in [4]  slaan niet op de PEN 3, maar op de zelflossers !

d)

Het locdepot (de remise) was in Termunten omdat de vroegste tram van Termunten naar Delfzijl reed. Het uitgangspunt was dat Termunten op Delfzijl gericht was. Vanuit Termunten en omgeving moest men daarom op tijd op het station, de school of de markt in Delfzijl kunnen komen [5].

 

Met dank aan:

Jan van der Male, Gert Sluijters en Jan Strooband.

 

Bronnen:

[1]

PEN Archief

[2]

“Alles Electrisch” d.d. mei 1938

Om het gebruik van elektriciteit in de huishouding te stimuleren gaf het PEN in de periode 1931 - 1942

het voorlichtingsblad Alles Electrisch! uit, dat huis-aan-huis werd verspreid. In het tijdschrift stonden artikelen over bijvoorbeeld elektrische apparaten, recepten voor elektrisch gekookte maaltijden en patronen voor dames- en kinderkleding, die gemaakt kon worden op een elektrische naaimachine.

[3]

RTV Noord. 

[4]

H. de Jong, “De locomotieven van Werkspoor”; Uitgeverij De Alk, 1986.

[5]

G.R. de Weger en  A. Jansen, Stoomtramwegmaatschappij Oostelijk Groningen 1915-1948, Schuyt & Co, 1999.

 

 

{

Eigenaren

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud