► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄
|
||||||||||||||
|
||||||||||||||
Aanvullingen op het boek
“Industrielocomotieven” van Henk Kolkman |
||||||||||||||
Hoofdstuk 9.5 Provincie Overijssel |
toevoegen op p. 147
bij Nijverdal |
|||||||||||||
Koninklijke Stoomweverij (KSW): Locomotieven |
||||||||||||||
Inleiding De Koninklijke Stoomweverij (KSW)/Koninklijke Stoom Bleekerij (KSB) kocht in 1911 en 1913 een benzinelocomotief van het merk Oberursel (dat is nu niet zo’n bekende naam meer, omdat Oberursel kort na de Eerste Wereldoorlog werd overgenomen door de firma Deutz). Het waren de eerste motorlocomotieven op Nederlands normaalspoor. Zie dit artikel voor de technische details. De KSW/KSB kreeg toestemming voor het uitvoeren van transporten tussen de KSW en KSB over een gedeelte van de NH spoorlijn. Zoiets kwam elders in Nederland niet voor. De exploitatie van de NH lokaalspoorlijn was in handen van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM of HSM). De locomotieven kregen om administratieve redenen (pas in 1917) een HSM nummer, dat duidelijk op de locs was aangebracht. Een HSM functionaris die zag dat er iets aan een loc mankeerde, moest dat immers kunnen rapporteren en de locs moesten periodiek door de HSM gekeurd worden. Er zijn geen foto’s bekend van de locs met deze HSM nummers. Toen de HSM in de NS opging, kregen de locs de NS nummers: 91 en 92. Dat was dus een zuiver administratieve kwestie; de locs waren beslist geen NS eigendom. Ook nadat in 1952 het spoorverkeer tussen de KSW en KSB – en daarmee de noodzaak tot het dragen van een NS nummer – vervallen was, bleven de nummerplaten aanwezig. De NS 91 was steeds bij de KSW gestationeerd en de NS 92 bij de KSB. Ze hadden elk een locloods. De KSW/KSB kocht omstreeks 1957 een gebruikte Orenstein & Koppel dieselloc. Die heeft nooit een NS nummer gehad. |
||||||||||||||
|
|
|||||||||||||
Locomotieven: NS 91 Er zijn geen foto’s bekend van de Oberursel locs met HSM nummers. Die werden overigens pas in 1917 aangebracht. Op de foto rechts is geen nummer te zien. De foto moet dus uit de periode 1911-1917 dateren. Het is één van de zeer weinige foto’s van de latere NS 91. De NS 91 en 92 waren namelijk onderling niet gelijk. De NS 92 (zie 2 foto’s verder) had spaakwielen die met koppelstangen verbonden waren en een zeskantig machinistenhuis. Ook de vorm van de motorkap was verschillend. Zie hier voor de tekeningen en gegevens van de NS 91 en 92. Foto: collectie Toon Steenmeijer → Van 1911 tot 1913 was dit de enige locomotief van de KSW. Volgens dit document werden er met deze “rangeermotor” in 1911 dagelijks twee retourritten naar de KSB gemaakt. Dat kan geweest zijn voor het vervoer van een wagen met ongebleekt doek en/of voor rangeren bij de KSB (die immers tot 1913 nog geen eigen loc had). |
|
|||||||||||||
De foto is in 1926 genomen door wijlen dhr. W.D.J. Cramer; de jongen bij de machinist is zijn broer. Collectie Gerard de Graaf → Hier is het nummer 91 op de bufferbalk te zien. Op het ovale bord tussen de achterramen staat: Koninklijke Stoomweverij Nijverdal. Boven de machinist en zijn jonge bezoeker is het zeildoek te zien waarmee bij slecht weer de deuropening werd afgesloten en de bel waarmee gewaarschuwd kon worden. De loc staat waarschijnlijk voor de locloods van de KSW. Zoals in een artikel met gedicht in het personeelsblad De Schakel blijkt is de NS 91 in 1957 afgevoerd omdat er nauwelijks of geen spoorvervoer naar de KSW meer was. |
|
|||||||||||||
|
||||||||||||||
Locomotieven: NS 92 In een nummer van het personeelsblad De Schakel uit 1962 staat een artikel over het met pensioen gaan van de machinist, dhr. T.J. ter Brake. Daarbij staat ook deze foto [2] → Machinist werd pas een volledige dagtaak toen (vanaf 1926) de Spinnerijen (en dus een grote aanvoer van katoen) erbij kwamen. De NS 92 was er dus nog in 1962, al is er niet zo veel van te zien op deze foto. Wel is de locloods (rechts achter de loc) goed te zien. In die loods vond de afscheidsbijeenkomst plaats. |
|
|||||||||||||
Deze foto [2] → moet in of voor 1957 zijn genomen, want de foto staat bij het gedicht over het afscheid van de NS 91 in het personeelsblad De Schakel uit 1957. Op de achtergrond staat het ketelhuis van de KSB. Het lage gebouwtje van één verdieping en met een plat dak staat ook op een volgende foto. De NS 92 ziet er nog prima uit. De kleur was groen, met gele biezen. Boven het voorraam van de loc staat Oberursel en tussen de petroleumlampen Koninklijke Stoomweverij Nijverdal. De remblokken werken maar aan één zijde van de wielen. Er zijn geen voetplaten langs de motorkap. |
|
|||||||||||||
Deze foto [2] → is duidelijk bij dezelfde gelegenheid genomen als de vorige foto. Op het ovale bord op de zijkant van de motorkap staat: Nederlandsche Spoorwegen 92. Het machinistenhuis is zeshoekig, in die zin dat de voorzijde sterk is afgeschuind. Op de motorkap staat een fraai gietstuk. Hierdoor ontwijken niet de verbrandingsgassen van de motor, maar de stoom van de “thermische sifonkoeling”. Deze chique term betekent simpel dat de ene, horizontale cilinder ter koeling in een bak met water was geplaatst. Omdat er stoom ontweek moest het water met ongeveer een emmer per uur worden bijgevuld. Het gevaar voor bevriezing in winterse nachten werd beperkt door stalling in de locloods.. |
|
|||||||||||||
Ook in 1963 was deze loc nog in actie, getuige actiefoto’s
van de spoorweghobbyist dhr. Lub. Het is onbekend wanneer deze loc is
afgevoerd. |
||||||||||||||
|
||||||||||||||
Keuringen van de NS 91 en 92 Het volgende is bekend [2]: |
||||||||||||||
- |
In 1917 constateerde de HSM
dat de wielflenzen van de achteras van de HSM 2001 (de latere NS 91) waren
“scherpgeloopen”, waardoor de hartstukken van de wissels beschadigd raakten.
De wielen van beide assen werden door de KSW naar de HSM gezonden en werden
in de Centrale Werkplaats afgedraaid. |
|||||||||||||
- |
Uit een interne HSM notitie
van 6 juni 1921 blijkt dat de HSM 2001 en 2002 op 22 februari,
respectievelijk 22 maart 1918 voor het laats gekeurd zijn. Daarbij zijn de
benzinetanks op 3 atmosfeer beproefd, omdat de vrees bestond dat de tanks de
door het Tramwegreglement voorgeschreven proefdruk van 5 atmosfeer niet
zouden overleven. Daarom wordt voorgesteld dat de KSW de tanks voor de
aanstaande beproeving versterkt. De KSW vindt dit onzin omdat de benzinetanks
nooit onder overdruk komen te staan. Het Rijkstoezicht op de Spoorwegdiensten
en de Raad van Toezicht laten doorschemeren het daar wel mee eens te zijn,
maar houden toch vast aan beproeving bij 5 atmosfeer, omdat dit nu eenmaal in
de wet staat. Ook is de vraag of het
interval van 3 naar 4 jaar gebracht kan worden. |
|||||||||||||
- |
In 1925 (dus inderdaad na 4
jaar) is er sprake van dat de NS 91 en 92 in de Centrale Werkplaats in Zwolle
onderzocht zullen worden. De KSW stelt voor het onderzoek in Nijverdal te
doen. Dat wordt toegestaan onder voorwaarde dat bij de KSW de wielassen voor
onderzoek uitgenomen kunnen worden. De KSW antwoordt daar zeer zeker toe in
staat te zijn. Dit was daarmee soepeler
geregeld dan de keuring van de twee
eigen KSW goederenwagens, die om de twee jaar naar de NS wagenwerkplaats
in Amersfoort gestuurd moesten worden. De periodieke keuring van de NS 91 en
92 zal beëindigd zijn na het stopzetten van het interne vervoer tussen de KSW
en de KSB in 1952. Wel is in elk geval de NS 92 – zoals uit bovenstaande
foto’s blijkt - tot het einde het nummer NS 92 blijven dragen. Daarentegen
heeft de volgende loc nooit een NS nummer gehad omdat ze na 1952 is gekomen: |
|||||||||||||
|
|
|||||||||||||
Locomotieven: Orenstein & Koppel (O&K) |
||||||||||||||
Op deze foto [2] → is de O&K dieselloc al te zien. Dit fabrieksnummer 20548 van het type RL3 is in 1935 nieuw gekocht door de BPM raffinaderij in Pernis. Volgens een referentie-lijst van O&K Amsterdam was de loc in 1952 nog in Pernis. Het was onbekend in welk jaar ze in Nijverdal is gekomen. Deze foto is op dezelfde plaats genomen als de op één na vorige (let op het vroegere accugebouw, dat is het gebouwtje met plat dak), maar laat meer van het ketelhuis zien. Links liggen kabelhaspels. Op de foto hier direct boven liggen ook kabelhaspels (zij het niet op dezelfde plaats). Men zal bij de KSB geen jaren op dezelfde plaats met kabels in de weer zijn geweest, dus zal de nevenstaande foto in dezelfde periode zijn genomen als de vorige foto en was de O&K er in 1957 al. |
|
|||||||||||||
De NS 92 en de O&K waren er dan tussen 1957 en 1963
allebei, maar er zijn geen foto’s waar ze samen op staan. |
||||||||||||||
Op deze foto [3] → is het accugebouw vervangen door een nieuw gebouwtje (ook met plat dak) met een witte ketel op het dak. Die foto is daarom later genomen dan de vorige. Uit een NS zelflosser worden juist kolen in de kolenbunker gestort. Ook deze loc werd Sik genoemd. In 1971 werd de laatste Sik aan de Museum Buurt Spoorwegen geschonken en per dieplader naar Haaksbergen vervoerd. Ze is nu al tientallen jaren bij de MBS als nummer 10. Er zijn wat zaken veranderd: nr.10 is van treeplanken en een andere dieselmotor voorzien. Zie hier voor meer bijzonderheden over |
|
|||||||||||||
En tot slot nog een actiefoto [3] → De twee evenwijdige sporen op deze foto zijn de overgavesporen met de NS. Normaal gesproken zette de KSB loc de wagens hier neer en reed dan via het andere spoor terug naar de KSB. Een NS loc haalde vervolgens de wagens op en zette eventueel andere wagens voor de KSB klaar op één van de twe overgavesporen. In de loop der jaren zijn de overgavesporen verlengd; op een vooroorlogse kaart beginnen ze pas voorbij het wissel waar de loc juist op rijdt. De trein komt van het KSB ketelhuis. De twee zelflossers hebben daar kolen gelost. Achter de zelflossers rijden minstens twee gesloten goederenwagens. Het op de achtergrond naar rechts lopende spoor leidt naar onder andere de locloods. |
|
|||||||||||||
De bedieningsorganen. Met het handwiel en de hendel links daarvan
kunnen vier versnellingen worden geschakeld. Het houten blok is een keg die
voor een wiel van een railvoertuig gelegd kan worden om verrollen te
voorkomen → Museum Buurtspoorweg Boekelo,
(MBS), 08-11-2014 ↑ Logo voorop motorkap (Dit ontbreekt op de oude foto’s) |
|
|||||||||||||
Met dank aan: |
Nico Vilters, Johan Alferink en Harry Olthof (allen leden van de archiefgroep van de Historische Kring Hellendoorn en Omstreken), Roef Ankersmit, Otto Dijkstra en Gerard de Graaf. |
|||||||||||||
|
||||||||||||||
Bronnen: |
[1] |
Foto’s en informatie verkregen van de archiefgroep van de Historische Kring Hellendoorn Nijverdal. |
||||||||||||
[2] |
Kopieen, verkregen van wijlen Prof. Dr. Ir. A. D. de Pater. |
|||||||||||||
|
[3] |
Foto van dhr. J.Lub (die zomervakanties in Nijverdal doorbracht), verkregen via de Stichting Railpublicaties. |
||||||||||||
|
|
|
||||||||||||
|
|
|||||||||||||
{ |
||||||||||||||
Terug/verder naar: |
|
|||||||||||||
|
|
|||||||||||||