► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||
|
|||||||||
Ferrostaal en Rollo geplaatst:
07-07-2022 |
|||||||||
|
|||||||||
Bedrijven werden vaak genoemd naar hun (sterk verkorte) telegramnaam. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Werkspoor en Spoorijzer en ook bij de N.V. Algemeene IJzer- en Staal Mij. Ferrostaal. Deze firma werd op 16 december 1920 opgericht in Den Haag [1] en had vooral tot doel na de Eerste Wereldoorlog overtollig geworden Duitse militaire goederen – waaronder veel smalspoor – in het buitenland af te zetten. De ook in die tijd in Den Haag neergestreken firma Walter Hoene had hetzelfde doel. Een belangrijk aandeelhouder en de bedrijfsvoerder van Ferrostaal was de firma Wm. H. Müller & Co. De naamgever William H. Müller was de (schoon)vader van het echtpaar Kröller-Müller, de stichters van de Hoge Veluwe. Er waren acht commissarissen, onder wie Anthony Gustave Kröller zelf, vijf Duitsers en een Fransman. Volgens de statuten is de handel in ijzer en staal en aanverwante artikelen en daaruit vervaardigde goederen. Met een gestorte kapitaal van f 3.250.000 [1] was dit groots opgezet. Zoals uit onderstaande, opmerkelijk vorm gegeven, advertentie blijkt, handelde Ferrostaal in die tijd in rails, wissels, draaischijven, kipkarren en lorries en werd dit materiaal ook verhuurd. Locomotieven hoorden kennelijk niet tot het pakket. Vanwege het vrij anonieme karakter van producten als rails en kipwagens is de betekenis van Ferrostaal voor de Nederlandse markt moeilijk te achterhalen. |
|||||||||
|
|||||||||
↑ NRC, 23 december 1922. Het telegramadres is Ferrostaal ↑ In bovenstaande advertentie van 23 december 1922 is sprake van opslagplaatsen in Amsterdam, Rotterdam en Groningen. Dezelfde advertentie was al eerder ( op 01-04-1922) in dezelfde krant verschenen, alleen wordt daar bij de werkplaatsen Delft in plaats van Groningen genoemd. Dat is ook het geval in de advertentie hiernaast (waarin overigens niet van werkplaatsen maar van opslagplaatsen wordt gesproken): Nieuwe Rotterdamsche Courant d.d. 05-04-1922 → In Delft was ook gevestigd J.C. Goudriaan’s Industrie- en Exportmaatschappij, de voorloper van Spoorijzer. Het is daarom de vraag of Ferrostaal een eigen opslagplaats of werkplaats in Delft had of dat samengewerkt werd met Goudriaan’s (de Gutehoffnungshütte had zowel belangen in Ferrostaal als Goudriaan’s). In het laatste geval heeft de samenwerking maar kort geduurd. Het is interessant dat de voorraad in de advertentie gespecificeerd is. Met K.G. wordt bedoeld het aantal kilo’s per strekkende meter en met Hoog de hoogte in mm. De vraag is of al dit materieel in Nederland aanwezig was of op afroep uit Duitsland kwam. De Hoge Veluwe: Wm. H. Müller
& Co’s Algemeene Exploitatie Mij In dit boek is te vinden dat Wm. H. Müller & Co’s Algemeene Exploitatie Mij. te ’s-Gravenhage voor het werk te Wolfheze in 1923 als vvb 1-3 drie fabrieksnieuwe 600 mm stoomlocs kocht (namelijk Henschel 17404 en 17443 en O&K 9715). Deze Algemeene Exploitatie Mij. (en niet Kröller persoonlijk) was onder andere eigenaar wat nu de Hoge Veluwe is en liet daarop vanaf 1921 het huidige Kröller-Müller museum bouwen. Voor de aanvoer van steen was een smalspoor naar de spoorlijn bij Wolfheze gelegd. Wegens financiële problemen kwam de bouw stil te liggen; de locs werden in 1927 verkocht. Het ging hier dus om een andere tak van het Müller concern dan Ferrostaal. |
|
||||||||
Deze interessante foto van de bouw van het Kröller-Müller museum
komt hier vandaan (pagina 6 ). Iets rechts van het midden is
tussen de bomen een loc te zien en links daarvan enkele wagens. ↓ |
|||||||||
|
|||||||||
Uit diverse kranten van 20-04-1922: Woensdagmiddag omstreeks half een is een groote bosch- en heidebrand uitgebroken, ter hoogte van Planke-Wambuis aan den weg Oosterbeek-Ede. De brand breidde zich in de richting Schaarsbergcn uit. De Arnhemsche brandweer vertrok naar de plaats des onheils. Nader bericht men ons: De brand is ontstaan door vonken uit den locomotief van het treintje, dat rijdt op de Veluwe voor Kröller van Wolfheeze uit. Het treintje was niet voorzien van een vonkenvanger. Op het terrein van den brand waren aanwezig de brandweer uit Arnhem met een wagen en die van Renkum, benevens een boschbrandwagen van Schaarsbergen. Dc Nederlandsche Heidemaatschappij maakte een begin met het aanleggen van een tegenbrand omdat zij bang was, dat de brand zou overslaan over den Amsterdamschen weg naar de daar gelegen bosschen. Ongeveer 300 a 400 H.A. heide zijn verbrand en een klein gedeelte dennenbosch. De brand is gestuit op den Amsterdamschen straatweg. |
|||||||||
|
|||||||||
Smoschewer Volgens
dit boek gingen in 1924
vijf locs van het fabrikaat Schmoschewehr (fabrieksnummers 772, 788/9, 801/2)
naar Ferrostaal en nog eens vier (fabrieksnummers 805/06/07/08) naar Wm. H.
Müller te ’s-Gravenhage (dus in feite ook naar Ferrostaal dat een afdeling
van Wm. H. Müller was). Dat zullen verhuurlocs van Ferrostaal zijn geweest;
zie ook de advertenties hieronder. De eerst genoemde vijf werden al in 1924
en de andere vier in 1925 aan F.J. Welzenbach te ’s-Gravenhage verkocht. |
|||||||||
↑ Algemeen Handelsblad 20-05-1919 ↑ Nieuwe Rotterdamsche Courant 26-10-1920→ De in Nederland opgedoken Smoschewer stoomlocs zijn wel
door de handen van Ferrostaal gegaan, maar Ferrostaal lijkt niet de
Nederlandse vertegenwoordiger van Smoschewer geweest te zijn. Smoschewer adverteerde namelijk – althans in 1919/1920 -
rechtstreeks in Nederlandse kranten, zoals uit bijgaande advertenties blijkt. |
|
||||||||
|
|
||||||||
Henschel |
|
||||||||
|
← Dit is
een fragment uit een Nederlandstalige catalogus van Ferrostaal, in de
collectie van Peter Lammens. De catalogus bevat nog vele andere stoomlocs. De locs lijken volgens Kees Plug te zijn nagetekend van foto’s in een Henschel catalogus uit 1913, maar de fabrikant wordt in de Ferrostaal catalogus niet genoemd. Behalve spoorwegmateriaal (ook wissels, draaischijven, kipkarren en lorries) bevat de catalogus ook excavateurs, lepelbaggermachines, kraanbakken en dergelijke. Het is
niet bekend wanneer deze Ferrostaal catalogus gedrukt is, maar dat moet
tussen 1920 en 1926 zijn omdat de naam Müller op het voorblad genoemd wordt |
||||||||
Ferrostaal los van Müller De
Gutehoffnungshütte (GHH) kocht al in 1921 aandelen in Ferrostaal [2] en
verwierf in 1926 de meerderheid van de aandelen [2], waarna de
handelsactiviteiten van de GHH in Ferrostaal geïntegreerd werden. Uiteraard
verkocht Ferrostaal toen producten van GHH en ook van MAN, dat tot het GHH
concern behoorde. De CV Wm. H. Müller & Co was niet langer de directrice
[1] en Ferrostaal verhuisde van Parkstraat 103 naar Alexanderstraat 10 in Den
Haag [1]. |
|||||||||
|
← Ook in
Nederlandsch-Indië werden de zaken van Ferrostaal aanvankelijk door Wm.
H. Müller & Co behartigd. Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië
meldde op 4 juni 1934 dat daar de zaken van de NV Ferrostaal door
Lindeteves-Stokvis werden overgenomen. In 1930 werd Ferrostaal AG in het handelsregister van Essen ingeschreven [2]. Deze wereldwijd opererende onderneming bestaat nog steeds onder die naam en verloochent haar Nederlandse afkomst niet want het is nog steeds staal en geen Stahl. Ferrostaal
NV in Den Haag bleef nog jaren bestaan. Nog in 1944 vond een buitengewone
aandeelhoudersvergadering plaats |
||||||||
|
|
||||||||
Rollo Op het zelfde adres Alexanderstraat 10 in Den Haag –
zetelde ook Rollo N.V. Spoor
& Tramwegen,12 november 1953→ Rollo bestond sinds 1906 en was in 1920 overgenomen
door GHH [3]. Rollo vertegenwoordigde enkele Duitse
fabrikanten van industrielocomotieven: |
|
||||||||
- |
In elk geval in 1974 was Rollo bv (nog steeds
Alexanderstraat 10, Den Haag) de vertegenwoordiger van MaK. Hoogovens
overwoog toen de aanschaf van MaK locs en dat liep via Rollo. In nevenstaande
advertentie wordt daarover nog niet gerept. Overigens heeft MaK vele importeurs gehad. Bekend zijn:
Oving (in elk geval in 1959), Rollo, Bemo (tot 1984) en VTG (na 1984). |
||||||||
- |
In elk geval rond 1967 werd Gmeinder door Rollo
vertegenwoordigd. Op Gmeinder folders uit die tijd in het archief van de NS
dochter Transportvoorlichting (later Logitech) staan namelijk de
contactgegevens van Rollo gedrukt. Later (in elk geval in 1985) was Landré Glinderman de
vertegenwoordiger van Gmeinder. |
||||||||
In 1975 veranderde de naam in MAN Rollo. In 1995 verhuisde
de firma naar Zoetermeer. |
|||||||||
Opmerkingen: |
- |
De periode 1922-1923 was de periode van de Duitse hyperinflatie, waarbij het kon gebeuren dat de prijzen tien maal hoger waren dan de dag tevoren. Mogelijk handelde de GHH graag in en via Nederland omdat daar de economie stabieler was en nam daarom belangen in Ferrostaal, Rollo en Goudriaan’s. |
|||||||
- |
Ook Walter Hoene en Schwanebeck boden Henschels aan. |
||||||||
Met dank aan: |
Peter Lammens en Kees Plug. |
||||||||
Bronnen: |
[1] |
Handelsregister van de Kamer van Koophandel in Den Haag, berustend bij het Nationaal Archief: Nummer toegang: 3.17.13.03, inventarisnummer: 276, Dossier: 005425. |
|||||||
[2] |
|||||||||
[3] |
|||||||||
|
|
|
|||||||
|
{ |
||||||||
Terug/verder naar: |
|
||||||||
|
|||||||||
|
|
||||||||