fabrieksspoor los

 

Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

 

Orenstein & Koppel benzineloc type S5 voor smalspoor

new-4.JPG

new-1.JPG

↑ tekening van het O&K type S5[1] ↑

De tekeningen zijn in hogere resolutie in deze .pdf te vinden.

De Orenstein & Koppel Montania S serie

 

De benzol- en benzinelocs van de S serie kwamen in de plaats van de locs van de L-serie van de Montania fabriek van Orenstein & Koppel in Nordhausen.

Technisch was dit een hele sprong vooruit: in plaats van de liggende, langzaam lopende ééncilinder motoren kwamen staande, sneller lopende meercilindermotoren. De twee grote vliegwielen konden daarom door één kleiner exemplaar worden vervangen. De thermische syphon waterkoeling werd vervangen door geforceerde waterkoeling met een radiator, ventilator en waterpomp. Het om het uur bijvullen met een emmer water en het stoomwolkje uit de motor vervielen.

De S serie omvatte de types S5, S10, S15, S30 en S50. Daarin staat de S voor staand (stehend) en het getal geeft ongeveer het vermogen in pk aan.

 

 

Het type S5

 

De S5 was de kleinste loc uit de serie. De tweecilinder motor leverde 4,5 pk met petroleum, 5,5 pk  met spiritus en 6 pk met benzol en benzine als brandstof. Daarmee was het vermogen een stuk lager dan het kleinste type uit de L serie (15 pk). Ook was de S5 (met een dienstgewicht van 2,2 versus 3,5 ton) een stuk lichter.

De versnellingsbak voorzag in twee snelheden, namelijk 4 en 8 km/uur. Volgens O&K kon de S5 in de eerste (tweede) versnelling een trein van 25 (12) ton trekken (met benzine of benzol als brandstof, op een vlakke baan met een weerstand van 12 kg/ton).

 

O&K brochure in het Nederlands [2] →

 

De S5 had geen elektrische installatie en moest met de hand worden aangeslingerd. Indien verlichting gewenst was, moest dit gebeuren met olielampen.

O&K_S5.JPG

Uiterlijk valt op dat de S5 zandstrooiers tussen beide assen en gelijke asophangingen voor en achter had. Dat laatste is heel normaal, maar de opvolger van de S5 - het type H1 - had dat niet.

 

Advertentie uit 1924 [3] →

 

Er zijn zeker meer dan 10 locs van het type S5 in Nederland in gebruik geweest.

De Gemeente Landerijen Deventer had er alleen al 5; zie hier. De steenfabriek Labor in Middelstum kocht in 1925 O&K fabrieksnummer 1813. Hier wordt in een aparte webpagina nader op ingegaan. Verder zijn als eigenaar van een S5 bekend [4]:

·       Cacaofabriek Van Houten in Weesp

·       het Provinciaal Ziekenhuis
  Meerenberg bij Santpoort

·       de steenfabriek v/d Pol in Tiel

·       Jhr. Mr. Dr. J. R. Clifford Kocq van
 Breugel, de eigenaar van landgoed
 Bornia in Driebergen

·       NV Exploitatie Landgoed De
 Byland te Nijmegen

·       aannemer H. Butzer in Den Haag

·       Hollandsche mij. tot het maken van
 werken in gewapend beton, ten
 behoeve van de sluisbouw in
 IJmuiden.

 

Dat zijn er samen al dertien. Het zullen er meer geweest zijn.

 

Actiefoto’s zijn zeldzaam:

 

Aanleg van het stadspark Leidsche Hout te Leiden in de periode 1929-1932. Het werk gebeurde door werklozen; de loc zal gehuurd zijn geweest[2] →

S5 Heidemij.jpg

S5 Leidsche Hout.jpg

Het einde

 

De S5 werd opgevolgd door de soortgelijke H1 van 10 pk. De veranderingen waren niet groot en betroffen voornamelijk de kleppen. De locs van de S serie hadden namelijk zijklepmotoren (stehende/seitliche Ventile). De locs van de H serie hadden kopklepmotoren (hängende Ventile).In zekere zin kan men ook het O&K type M als opvolger zien. Het uiterlijk is niet erg vergelijkbaar met de S5, maar het vermogen en gewicht zijn dat wel. In april 1925 kon de S5 niet meer geleverd worden [3].

Benzinemotoren uit deze tijd hadden een beperkte levensduur. In elk geval is van de Windhoff van de PEN centrale in Velsen bekend dat de cilinders door slijtage ovaal werden. Hierdoor lekte er gas. Al in 1935 was het vermogen van de in 1931 gebouwde locomotief sterk afgenomen (zie dit artikel).

Ondertussen waren er dieselmotoren beschikbaar gekomen die zo klein waren dat ze ook in kleine locs konden worden ingebouwd. Eén en ander leidde wat betreft de S5 locs tot de volgende mogelijkheden:

1.     De S5 loc werd vervangen door een kleine dieselloc
Bijvoorbeeld: de S5 van het Provinciaal Ziekenhuis  Meerenberg bij Santpoort werd in 1937 vervangen door een O&K MD1 dieselloc.

2.     De benzine/benzol-motor van de S5 loc werd vervangen door een dieselmotor.
Bijvoorbeeld: de S5 van de steenfabriek Labor in Middelstum kreeg in 1935 een O&K MD dieselmotor. Zie de aparte webpagina.

 

 

Bronnen:

[1]

Tekeningen uit het archief van de “Electrische steenfabriek Labor v/h J.H. Dethmers” te Middelstum, als .pdf verkregen van dhr. P.M. Dethmers.

[2]

Collectie van Kees Plug

[3]

Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij, diverse nummers uit 1924.

[4]

Om de Gasfabriek Keilehaven in Rotterdam te bewegen om O&K motorlocs te kopen stuurde O&K in Amsterdam verschillende malen brieven van tevreden O&K klanten aan de gasfabriek. Die brieven zijn te vinden in het Rotterdams Stadsarchief, plaatsingsnummer 163, inventarisnummers:

1145 Stukken m.b.t. levering Montania motorlocomotieven voor Feijenoord en Keilehaven, 1929.

1647 Stukken m.b.t. levering motorlocomotieven, 1922-1931.

Het betrof niet alleen het type S5. Keilehaven kocht O&K’s van het type H1 omdat de S5 niet meer te leveren was.

Met dank aan:

Ing. P.M. Dethmers en Kees Plug

 

 

 

 

{

Overzicht van motorloctypes voor smalspoor (ook voor Nederlandse voorbeelden van de S10 en S10a)

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud