Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Tekeningen

 

 

Schokindustrie

en

Schokbeton

in

Zwijndrecht

 

Laatst bijgewerkt 10-12-2020

 

  Inleiding

 

 

 

Betonfabrieken hadden vaak smalspoor met een grote spoorwijdte om grote stukken naar het opslagterrein te brengen.

 

Een karakteristiek beeld op 900 mm spoor: vanwege de grote lasten zijn de loc en de wagen niet gewoon gekoppeld, maar via een trekstang. Schokindustrie, Zwijndrecht, 02-02-2016. Foto: Oscar van Dommelen →

 

Nederland kent vele betonfabrieken. Standaard heipalen worden dan ook tot hooguit 80 à 90 kilometer vervoerd; het gemiddelde is zelfs maar 35 km. Bijzondere heipalen worden echter vrijwel door heel Nederland geleverd [1]. De heipalen van de Schokindustrie waren ooit zo bijzonder.

 

 

Schokbeton en Schokindustrie

 

De twee oprichters van de NV Schokbeton kregen patent op de ontdekking dat het laten schokken van de bekisting de aanwezige lucht uit vers gemengd beton verwijdert. Er is dan nog nauwelijks uithardingstijd in mallen of bekistingen nodig [2]. De sterkte wordt 1,5 maal hoger, zodat slankere elementen kunnen worden gebruikt. Het schokken kon alleen in een fabriek (en niet op de bouwplaats) gebeuren en die kwam in 1932 aan de Lindtsedijk in Zwijndrecht, met een haven voor de aanvoer van grondstoffen en de afvoer van producten. Het begin was bescheiden:

 

Een houten platform wagen met betontegels. De wagen heeft geen stoot- en trekwerk en zal voor duwtractie gebruikt zijn.

Links ervan is een draaischijf te zien.

Schokbeton, periode 1920-1930 (?), Regionaal Archief Dordrecht →

 

Al snel was er sprake van twee bedrijven:

-        NV Schokbeton (voor alle zichtwerk boven de grond);

-        NV Schokindustrie (voor alle prefab grondwerk als rioleringsbuizen en funderingspalen in de grond) [3].

 

Algemeen Handelsblad 25-01-1934 →

 

De bedrijven waren gevestigd aan weerzijden van een insteekhaven aan de Lindtschedijk, oorspronkelijk op de huisnummers 2a en 2b (later 14 en 18) en hadden aparte telefoonnummers. Ze groeiden in de loop der jaren uit elkaar. Na de Tweede Wereldoorlog was er sterke groei vanwege de wederopbouw en omdat er licenties van het patent naar het buitenland verkocht werden. De terugslag kwam door het verlopen van het patent, maar vooral omdat er chemische middelen op de markt kwamen, waarmee het gunstige effect van het schokken goedkoper te bereiken was. Natuurlijk gingen Schokindustrie en Schokbeton deze middelen ook toepassen, maar hun bijzondere positie verdween.

 

Geschiedenis Schokbeton

 

Aandelen Schokbeton werden op de beurs verhandeld. In 1947 werd er een vestiging van Schokbeton in Kampen geopend, die in 1952 al 888 mensen werkt gaf, maar in 1982 verdween. De vestiging van Schokbeton in Zwijndrecht ging in 2006 failliet, maakte een doorstart onder het Belgische Loveld en die ging in 2015 weer failliet.

Schokbeton had in 1957 nog smalspoor met duwtractie. Dat verdween toen het terrein werd opgehoogd [4]. Verdere bespreking op deze website kan daarom beperkt blijven tot opmerking a).

 

Geschiedenis Schokindustrie

 

De Hollandsche Beton Maatschappij (HBM) nam al in 1935 de helft van de aandelen van Schokindustrie over. Aandelen Schokindustrie werden niet op de beurs verhandeld.

 

 

  Op deze vogelvlucht kaart (Bing, ≤ 2009) is het noorden boven; aan de onderkant stroomt de Oude Maas ↑

De productiehallen van de Schokindustrie liggen onder de Oude Maasweg. Links daarvan is het palenpark, dat in een punt eindigt.

 

HBM (→ Hollandsche Beton Groep) besloot zich op het bouwen te concentreren en verkocht Schokindustrie in 1995 aan De Hoop in Terneuzen, een handel in zand, grind en cement. Er werkten toen 115 mensen bij de Schokindustrie [5].

Er werd weer geïnvesteerd: in 1997 werden de drie nieuwste smalspoorlocs grondig gerenoveerd. In 2001 werd bijna 17 miljoen gulden gestoken in een volautomatische productie-eenheid ten behoeve van de fabricage van voorgespannen betonnen heipalen [1]. Mede door de crisis in de bouw heeft het niet mogen helpen.

Eind 2013 stopte De Hoop in Zwijndrecht met de heipalenproductie. Daardoor verloren 38 van de nog maar 50 werknemers van Schokindustrie hun baan [5].

Eind 2015 begon op het bouwrijp gemaakte palenpark de bouw van een vestiging van Jiffy International, dat wereldwijd groeimedia en substraten voor de professionele tuinbouw produceeert. De insteekhaven westelijk van het terrein (dus niet de door Schokindustrie gebruikte haven aan de oostkant) wordt omgebouwd voor coasters.

Het smalspoor van de Schokindustrie

 

 

Verder naar onder staat op deze pagina staat een tabel waaruit blijkt dat de Schokindustrie haar locs keurig nummerde en daarmee tot 20 is gekomen. Alle bekende locs (Jungs en Schöma’s) zijn betrokken van Oving Spoor (later ODS). In 1950 was de Schokindustrie al tot de Jung locs met de bedrijfs nummers 8 en 9 gekomen. Daarom is het aannemelijk dat er al voor de Tweede Wereldoorlog locs waren.

Op vooroorlogse foto’s (zoals op de zwart-wit foto hierboven) is smalspoor te zien, maar geen locomotieftractie. Er bestaat een foto uit 1940 van een stapel heipalen op het opslagterrein, met smalspoor ernaast. De heipalen werden ongetwijfeld per smalspoor vervoerd (in die tijd kon dat ook moeilijk anders op een onverhard terrein) maar het is duister hoe dat gebeurde.

 

Toen Jaap Buurman en Henk Sluijters in 1983 de Schokindustrie bezochten, troffen zij een verrassend modern bedrijf aan, met verkeerslichten en voor Nederlands smalspoor unieke op afstand bediende wissels.

 

← Schokindustrie, 21-12-1983, foto Henk Sluijters

 

Het verkeerslicht (met rood en groen) stond bij sporen die achter de rug van de fotograaf naar de haven leidden. De machinist stelde het in met het bedieningskastje aan de paal. De trein kon passeren zodra het wegverkeer rood kreeg en de trein groen.

Het havenspoor werd in 1983 al nauwelijks gebruikt, omdat de producten over het algemeen per vrachtauto werden afgevoerd. Het verkeerslicht stond niet constant aan.

 

 

 

Bijzonder was ook dat een aantal wissels op afstand pneumatisch te bedienen waren:

 

Schokindustrie, op bijna dezelfde plaats als de vorige foto, 21-12-1983, foto Henk Sluijters →

 

Bij de wissel op de voorgrond (in het linker spoor), maar ook bij de wissel in het rechter spoor is een kast te zien waaruit een soort witte pollepel steekt. Die stond verticaal omhoog bij de rechtdoorgaande stand (waarin beide wissels op het moment van de opname lagen) en schuin in de afbuigende stand.

 

Ook naast de loc op de volgende foto is zo’n kastje met een pollepel te zien.

 

 

 

.

 

 

De Schokindustrie had in 1983 - naast twee Schöma’s van het type CHL20G – zeven Schöma’s van het type CHL14G. Daarvan staat er één op de foto hiernaast.

 

Eén van de zeven locs van het type Schöma CDL14G

(zie ook de tabel verder naar onderen).

Schokindustrie, 21-12-1983, foto Henk Sluijters →

 

De cabines waren van eigen makelij. De locs zagen er uitstekend uit. In 1983 waren ze nog groen; later zou dat vanwege de zichtbaarheid geel worden.

 

 

.

 

Ex-loc 16 van de Schokindustrie in Zwijndrecht bij de ringoven van de steenfabriek in Oostrum op 16-11-2020. Foto: Jacob van der Wal →

 

Ook dit is een Schöma van het type CHL14G. De loc vertoont diverse verschillen met de groene loc hierboven. Het is onbekend welke verschillen van fabriekswege al aanwezig waren en welke verschillen door de Schokindustrie zijn aangebracht.

Toen het vervoer van heipalen naar de haven verdwenen was, bestond het spoornet hoofdzakelijk uit een stuk of drie lijnen waarmee de heipalen vanuit de verschillen bedrijfshallen naar het palenpark werden vervoerd. Het aantal lijnen varieerde in de loop der tijden. De lijnen liepen – op behoorlijke afstand – evenwijdig met elkaar. In het palenpark stonden de kraanbanen van portaalkranen dwars op de spoorlijnen. De kraanbanen bestreken de hele breedte van het palenpark.

↑ In dit fragment van een vogelvluchtkaart op Bing (≤ 2009) liggen de bedrijfshallen bij de onderrand van de foto ↑

Op de bovenste helft is een deel van het palenpark te zien. Smalspoor is met rode pijlen geaccentueerd.

 

De portaalkranen tilden de heipalen van de treinen en legden die in het palenpark voor opslag en uitharding tot heisterkte. Door het palenpark liep een brede weg evenwijdig met de spoorlijnen. Op die weg werden vrachtwagens met portaalkranen met heipalen beladen.

Er was dus min of meer sprake van enkele aparte spoorbedrijfjes. De lijnen waren enkelsporig, maar vertakten zich bij de bedrijfshallen.

 

Om in de werkplaats te komen, moesten de locomotieven van draaischijven gebruik maken:

Draaischijf bij de werkplaats van de Schokindustrie, 21-12-1983, foto Henk Sluijters →

 

Het paste maar net: de radstand van de Schöma’s van het type CHL14G was 925 mm. Het vierkant van spoorstaven op de draaischijf heeft uiteraard – aan de binnenkant gemeten – een ribbe van 900 mm.

 

Nu eerst een overzicht van het locomotievenpark van de Schokindustrie in de loop der jaren:

 

Bedrijfsnr.

Fabrikaat

Fabrieksnummer

Type *

Bouwjaar

Uit dienst

Opmerkingen

 

 

 

 

 

 

 

 

8

Jung

11015

EL105

1950

≤ 1985

→ Sttr. Katwijk Leiden loc 17

2019: naar ISM Erica

 

9

Jung

11016

EL105

1950

≤ 1983

?   

 

10

Jung

12392

EL105

1957

≤ 1985

Sttr. Katwijk Leiden loc 18

 

11

Schöma

2645

CDL14G

1963

≤ 1999

ISM Erica loc 103

 

12

Schöma

2803

CHL14G

1964

≤ 1999

ISM Erica loc 104

 

13

Schöma

2804

CHL14G

1964

  2003

Sttr. Katwijk Leiden loc 77

 

14

Schöma

3030

CHL14G

1967

2013 ?

 

 

15

Schöma

3144

CHL14G

1967

  2006

Sttr. Katwijk Leiden loc 78

 

16

Schöma

4149

CHL14G

1970

  2008

}

→ Jacob v.d. Wal,

Steenfabr.  in Oostrum

 

17

Schöma

4150

CHL14G

1970

  2008

 

18

Schöma

4506

CHL20G**

1981

≈ 2009

→ Idem, in onderdelen

 

19

Schöma

4505

CHL20G**

1981

2013

Sttr. Katwijk Leiden loc 81

 

20

Schöma

5164

CHL20G**

1991

2013

→ ISM Erica

 

 

* Types:

Alle locs:

Asvolgorde B; spoorwijdte 900 mm.

Aangehouden zijn de types van de leverlijst op de CD van Jens Merte.

 

Jung:

E: Einzylinder; L: Lokomotive

 

Schöma [6]

In CHL: C: cardan; H: Hydrostatische transmissie; L: Lokomotive

In CDL: C: cardan; D: Diesel (en geen hydrostaat, maar versnellingsbak); L: Lokomotive

Het getal geeft ongeveer het vermogen in pk.

De letter achter het getal: de fabrikant van de hydrostaat. Dat is heel vaak G = Güldner.

**

in 1997 grondige revisie bij v/d Heuvel ADT in Zwijndrecht

 

De situatie in 2016

 

 

 

Zoals hierboven al vermeld, is de productie van heipalen eind 2013 gestaakt en verrees in het voormalige palenpark een geheel ander bedrijf. De bedrijfshallen van Schokindustrie staan nog wel overeind. Oscar van Dommelen trof hier nog twee locs (19 en 20) en diverse wagens aan. Die worden nog achter de hand gehouden om te zijner tijd de mallen (waarin de heipalen werden gemaakt) mee te kunnen afvoeren.

De laatste drie locs (18 t/m 20) zijn van het type CHL20G. Ze hebben in 1997 een grondige revisie ondergaan bij Van de Heuvel ADT in Zwijndrecht. Bij die gelegenheid hebben zij ook een nieuwe Deutz-motor (loco 20 al na 6 jaar!) gekregen en dat verklaart de uitbouw aan de voorkant.

 

Loc 19, 02-02-2016, foto Oscar van Dommelen→

 

Deze locs hebben aan de linkerzijde (waar de machinist zit) een deur en rechts een zeil:

 

 

Van loc 20 staat bovenaan deze webpagina een foto; van loc 18 hieronder.

De locs 16, 17 en 18 waren al eerder naar de verzameling van Jacob van der Wal in en bij de oude steenfabriek in Oostrum gegaan.

 

Locs 17 (rechts) en 18 van de Schokindustrie in Zwijndrecht bij de steenfabriek in Oostrum op 16-11-2020. Foto: Jacob van der Wal →

 

Loc 18 was ten tijde van het transport naar Oostrum voor een grote revisie gedemonteerd. Daarom gaat het om een leeg casco en een niet complete verzameling onderdelen [7].

 

Loc 17 is wel rijvaardig en is in de laatste dagen van Schokindustrie zelfs nog weer enige maanden terug geweest in Zwijndrecht omdat de beide toen nog aanwezige loks 19 en 20 allebei even niet bruikbaar waren [7].

Ook loc 16 is rijvaardig.

Wat betreft de wagens: er werd gebruik gemaakt van vierassige draaistellen, waarop een laadvloer werd geplaatst:

 

Schokindustrie, 02-02-2016.

Foto: Oscar van Dommelen →

 

Kennelijk hebben de draaistellen geen doorgaande assen en zijn de wielen per paar met een schommelas verbonden. De maximale belasting van 35 ton betekent een aslast van circa 9 ton en een laadvermogen (voor een wagen met 2 van deze draaistellen) van 70 ton.

Jacob van der Wal heeft een schamel-zwaarlastwagen en 300 meter compleet spoor met 3 zware wissels [7].

 

De situatie na 2017

 

Eind 2017 werden de locs 19 en 20 plus 4 wagens in Zwijndrecht  opgehaald door de Stoomtrein Katwijk Leiden. De helft van dit materieel ging later door naar het Industrieel Smalspoor Museum in Erica. Het betrof schenkingen van de Schokindustrie.

 

 

 

 

Opmerkingen:

a)

Schokbeton heeft een grote bloei gekend. Het leverde bijvoorbeeld de bouwdelen voor betonnen rijtjeshuizen en bijna 1000 landbouwschuren in de Noordoostpolder, maar ook voor de scheppingen van bekende architecten. Het had ooit een hoofkantoor in Zeist en naast de genoemde vestigingen in Zwijndrecht en Kampen (zie de fraaie foto’s op gahetna) diverse andere vestigingen in binnen- en buitenland. Het kwam in handen van het later beruchte OGEM concern en leeft nog voort in Canada.

b)

Ten tijde van de oprichting van Schokbeton heette de Lints(ch)edijk nog Ringdijk.

c)

Foto’s van de Schokindustrie uit 2003 zijn hier te vinden. Er waren toen zes geel geschilderde locs (een onbekend nummer en 16 t/m 20) plus de niet meer gebruikte groene loc 13.

d)

De NS stamlijn langs de Lindtsedijk loopt rakelings (en aan de goede kant van de weg) langs de terreinen van Schokbeton Schokindustrie, maar deze bedrijven hebben nooit een spooraansluiting gehad: zie hier.

Met dank aan:

Oscar van Dommelen, Bas Los (Historische Vereniging Zwijndrecht), Gerard de Graaf, Henk Sluijters, Toon Steenmeijer en Jacob van der Wal.

Bronnen:

[1]

Schokindustrie zet een tandje bij, Cobouw; 04-04-2001.

[2]

www.wikipedia.nl

[3]

http://www.schokbeton.info/schokbeton.info/info.html

Deze website hangt samen met de expositie Schokbeton in Oudheidkundig Museum en Oudheidkamer de Vergulde Swaen van de Historische Vereniging Zwijndrecht, van 28 november 2015 tot 24 april 2016.

[4]

Informatie van Bas Los (ex-medewerker van Schokbeton en lid Historische Vereniging Zwijndrecht).

[5]

Diverse oude kranten via www.delpher.nl en recentere via internet.

[6]

Andreas Christopher, Die Diepholzer Lokomotivfabriken, Eisenbahn Illustrierte, Sept. 1984.

[7]

Informatie van Jacob van der Wal.

 

{

aanvullingen op het boek “Smalspoor in bedrijf”                     Eigenaren

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud