► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||
Steenfabriek ’t Haasje op Fortmond bij Olst geplaatst: 06-02-2020. Laatst aangevuld: 07-09-2023 |
|||||||||
|
|
||||||||
Inleiding Fortmond ligt in de
Overijsselse gemeente Olst. Het is een schiereiland in de IJssel, dat is
ontstaan doordat de IJssel hier een aantal slingers maakt.
In Fortmond lagen twee steenfabrieken aan de IJssel: in
het noorden de N.V. steenfabriek
Fortmond
en in het zuiden ’t
Haasje. Op deze webpagina gaat het over ‘t Haasje. Een kaart staat hieronder. |
|||||||||
|
|||||||||
Geschiedenis in het kort [1,2, 3, 4] De steenfabriek werd in 1851 opgericht door leden van de familie Bakhuis. In de jaren zeventig werd een door een paard gedreven steenpers van Aberson aangeschaft. In 1882 werd een stoomsteenpers (eveneens van Aberson) en een stoommachine in gebruik genomen. In 1915 bezat de fabriek twee steenpersen die aangedreven werden door een stoommachine van 25 pk. In de seizoentijd werkten er toen 105 – 115 arbeiders, die jaarlijks vijf tot zes miljoen stenen produceerden. De familie Bakhuis was ook betrokken bij het vleesverwerkend bedrijf in Olst, dat later de naam Olba zou krijgen. Zodoende werkten steenarbeiders in de winter bij Olba. Ze kregen in de winter echter niet het hogere loon dat aan de vaste medewerkers van de vleeswarenfabriek werd betaald [3]. In 1929 werd de firma R. Bakhuis & Co omgevormd in een naamloze vennootschap, de N.V. steenfabriek ’t Haasje. Dit was vanaf toen de officiële naam, maar ’t Haasje kwam al eerder in het briefhoofd voor [4]. De steenfabrieken langs de IJssel konden vanaf de jaren ’60 van de twintigste eeuw steeds moeilijker vergunning voor het steken of baggeren van klei krijgen [4]. Bovendien waren de in de vlamoven van ’t Haasje gebakken stenen vooral geschikt als straatstenen en daar was door de opkomst van beton en asfalt minder vraag naar. Bij deze problemen kwam nog de overproductie in de baksteenindustrie. In 1965 [5] werd de steenproductie gestaakt. Daarna bleef er iemand nog enkele jaren in dienst om de voorraad baksteen te verkopen [5]. Hieronder wordt het productieproces beschreven, met behulp van een fotoreportage in een tijdschrift uit 1936 [6], aangevuld met foto’s uit diverse jaren van de historische vereniging 't Olster Erfgoed [7]. |
|||||||||
Aanvoer van klei De IJssel was voor de 2 steenfabrieken op Fortmond heel belangrijk voor de aanvoer van kolen en de afvoer van de geproduceerde stenen. Maar terwijl bij de naburige steenfabriek Fortmond de klei per smalspoor direct uit de kleiput werd aangevoerd, ging dat bij ’t Haasje per schuit over de IJssel (opm. a). Dekschuiten met
klei en sleepboot ’t Haasje bij de steenfabriek ’t Haasje,1936 [6] → Dat was niet altijd zo geweest, want in 1885 had de firma R. Bakhuis van de gemeente Olst vergunning gekregen tot “het leggen van (smal)sporen over een openbaren weg op Fortmond, tot het aanvoeren van klei voor hare steenfabriek aldaar” [8]. |
|
||||||||
In 1911/1912 was het de gebroeders Bakhuis niet gelukt om vergunning van de Minister van Waterstaat te krijgen om voor het kleivervoer naar de fabriek een kabel in de IJssel te leggen [9]. Het zal om een gierpont zijn gegaan. Kennelijk waren de kleiputten op de rechteroever van de IJssel uitgeput en moest de klei nu uit kleiputten op de linkeroever komen. Kaartfragment uit de website topotijdreis voor het jaar 1953. De kleilijn op de
linkeroever van de IJssel is te zien voor de periode 1934 t/m 1953 waarbij
bedacht moet worden dat de kaart wel 10 jaar op de realiteit kan achterlopen → De werf Gebr. Mittendorff in Dedemsvaart bouwde in 1934 drie dekschuiten van 40 ton en de sleepboot ’t Haasje met een Kromhout motor voor de steenfabriek ’t Haasje [10]. Waarschijnlijk waren dit niet de eerste vaartuigen van ’t Haasje, want in [7] staan een paar foto’s van dekschuiten met het opschrift “R. Bakhuis & Co Olst”, de naam van de steenfabriek voor 1929. |
|
||||||||
In de nevenstaande foto van de kleiput op de linker IJssel oever valt op: · Het kleigraven gebeurd nog met de schop en niet met een excavateur. · De wagens zijn geen stalen kipkarren, maar houten bakwagens. Bijschrift in [7]: Arbeiders van
steenfabriek Het Haasje graven klei af en gooien deze op kipkarren;
d.d. 1930 → |
|
||||||||
De nevenstaande foto is begin jaren vijftig genomen op de stortbrug op de linker oever. De klei werd hier vanaf de stortbrug in de dekschuiten gekipt. De houten bakwagens zijn vervangen door stalen kipkarren. Oorspronkelijk bijschrift: Een
foto uit begin jaren vijftig van de vorige eeuw. Mijn vader (Egbert Kamphuis)
op de DIMA van steenfabriek ‘t Haasje op Fortmond (collectie Mardi Kamphuis, via Gerhard Aberson van Het Olster Erfgoed) → De loc op de foto is echter geen Di(e)ma. Uit bijvoorbeeld de aspotten en de gatenpatronen in de zijkant van de motorkap blijkt dat het gaat om een Orenstein & Koppel benzineloc van het type S5. Dit type is niet lang in productie geweest. De loc zal in circa 1925 gebouwd zijn. |
|
||||||||
Na het overvaren werd de klei op de rechteroever met een elevator overgeslagen in kipkarren. Een elevator of emmerladder is een “ketting zonder eind” waaraan emmers bevestigd zijn. Bij deze toepassing bewegen de emmers door de klei in de dekschuit en worden zo met klei gevuld. Daarna worden de emmers omhoog gevoerd. Op het hoogste punt kippen de emmers om en valt de klei in een kipkar. Het met een
elevator lossen van de klei bij de steenfabriek ’t Haasje,1936 [6] → De volle kipkarren werden naar de kleibult gereden. |
|
||||||||
Bij het transport van de aanlegplaats naar de kleibult werd een bescheiden vorm van mechanisatie toegepast: kipkar voor kipkar werd met een elektrische lier naar boven getrokken: Oorspronkelijk bijschrift: Twee
Arbeiders van steenfabriek Het Haasje bij de elektrische lier, die de kipkarren naar de opslagplaats brengt. dd. 1930 [7] → Op de
kleibult moest de klei in 1,5 tot 2 jaar “besterven”. Daarna volgde een tocht
in door een paard getrokken kipkarren naar een
steenpers. |
|
||||||||
↓ Ook in 1936 werd er al geknipt en geplakt [6] ↓ Men ziet linksboven de kleibult, die met een
excavateur wordt afgegraven. De klei belandt weer in kipkarren.
Die staan op een spoor dat evenwijdig loopt met het brede spoor van de
excavateur. De kipkarren worden door een paard naar
een steenpers gebracht. De foto daarvan is in [6] helaas onderin de andere
foto geplakt. |
|||||||||
|
|||||||||
De hitterijder staat op een kipkar
zonder extra voorzieningen, zoals een platform om op te staan. Met 2 kipkarren lijkt het
paard niet overbelast te zijn. Het paard loopt tussen de rails in plaats van
ernaast. |
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
Intermezzo:
paardentractie Oorspronkelijk bijschrift: De ''sleppers''
van steenfabriek Het Haasje poseren voor de fotograaf in 1930. Paarden
speelden vroeger een grote rol op de steenfabrieken [7]→ Op deze foto staan 8 paarden. Paarden waren nodig bij het
transport over het smalspoor tussen: · aanlegplaats en
kleibult · kleibult en
steenpers · steenpers en
droogbaan/haaghut (zie hieronder) · lege vormbakken
retour naar de steenpers. · haaghut en vlamoven · vlamoven en
tasveld Op de meeste paarden zitten jonge
jongens (hitterijders). Dat zal voor de foto zijn. Tijdens het werk werd op
een wagen meegereden (zie de foto hierboven) of naast het paard gelopen; zie
de foto hieronder: |
|
||||||||
Oorspronkelijk bijschrift: Een zeer jonge arbeider van steenfabriek ‘t
Haasje bij zijn werkpaard een zg. slepper dd 1930.
Zonder paarden geen transport van klei en stenen. Ze hadden een belangrijke
rol op de steenfabrieken en bij de sleppers. Rechts
de planken met stenen voor de eerste droging [7] → Het seizoen (van april tot september)
gold niet alleen voor arbeiders, maar ook voor paardentractie. Aan het eind van het seizoen werden
paarden verkocht en het volgende seizoen werden er weer paarden gekocht. Zie
de advertentie hieronder: |
|
||||||||
|
←Provinciale
Overijsselsche en Zwolsche
courant d.d. 03-09-1884 → A. Bergman (in de Pauw, later in de
Voorstad) in Deventer bezat een koffiehuis met stal. Voor de steenfabriek R.
Bakhuis & Co zijn dit soort advertenties gevonden voor de jaren 1884 –
1889. Het ging daarbij om 5 tot 9 paarden per jaar. Dit geeft enig idee van
het aantal paarden dat als tractie bij het smalspoor diende. Enerzijds werden
er waarschijnlijk ook paarden voor andere activiteiten ingezet en anderzijds
werden waarschijnlijk niet alle paarden verkocht omdat er buiten het seizoen
ook activiteit was. |
||||||||
Ter vergelijk: de Overijsselsche
Steenfabrieken boden in 1897 op dezelfde wijze “11 groote
ponnies en 5 zware werkpaarden (meest Belgen)” te
koop aan. |
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
Het
vormen |
|||||||||
De klei ging per kipkar
naar de vormbakpers: Vormbakpers, steenfabriek ’t Haasje,1936 [6] → De klei uit de kipkarren
werd (buiten de linkerrand van de foto) in een
elevator geleegd. Die stortte de klei in een kuip (onder de elevator, in het
centrum van de foto) waar water uit de watertoren kon worden toegevoegd. De
klei werd gemalen, gekneed en vervolgens in een vormbak met zes steenvormen
geperst. De gevulde vormbakken werden in
smalspoorlorries met een aantal etages geschoven. De lorries gingen met
paardentractie naar de droogbaan of neerslagplaats tussen de drooghutten.
Daar werden de vormbakken omgekeerd en geleegd. De lege vormbakken gingen per
smalspoorlorrie retour naar de vormbakpers. |
|
||||||||
|
|||||||||
Het
drogen Steenfabriek ’t Haasje,1936 [6] → Nadat de stenen op de neerslagplaats
voldoende gedroogd waren, werden ze opgeslagen in de drooghutten, waarvan men
er links en rechts één ziet (en op de achtergrond nog meer). Vandaar werden
ze met steenwagens (opm. b) naar de vlamoven op de
achtergrond gereden. |
|
||||||||
|
|||||||||
Het
bakken en daarna Zoals gebruikelijk zullen de stenen na het
bakken op kwaliteit gesorteerd zijn en eventueel op het tasveld zijn
opgeslagen. In [6] wordt daarover niet gerept. Daarna werden de bakstenen doorgaans
via de IJssel naar de klanten vervoerd [6]. |
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
Tegenwoordig In september1967 werd steenfabriek `t
Haasje gekocht door het echtpaar Jansen en in 1968 werd het terrein werd omgevormd
tot de camping ’t Haasje [11]. Restanten van onder andere de vlamoven met de
onderste helft van de schoorsteen zijn nog aanwezig. |
|
||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
Opmerkingen |
Het kwam vaker voor dat klei over water naar een steenfabriek werd vervoerd; zie bijvoorbeeld hier. Soms werd de klei dan bij de kleiput in kipwagens gestort en werden die kipwagens per schip naar de steenfabriek gevaren. |
||||||||
Het artikel [6] bevat geen foto waar steenwagens op staan. Ter illustratie is een steenwagen uit een Spoorijzer catalogus (collectie Toon Steenmeijer) toegevoegd. |
|||||||||
|
|
||||||||
Met dank aan: |
Gerhard Aberson, Roef Ankersmit, Judo Jansen en Toon Steenmeijer. |
||||||||
|
|
||||||||
Bronnen: |
[1] |
Website Stichting Grofkeramiek. |
|||||||
[2] |
Website van de camping ’t Haasje. |
||||||||
[3] |
Eric Giesbers; “Steenfabrieken in Deventer en omgeving; Vergeten ruïnes langs de IJssel”; Deventer Jaarboek 2005 en nummer 10 van het tijdschrift Nijvertijd, in te zien op de website van de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer. |
||||||||
[4] |
J.D. Hilferink, Bedrijvigheid in Olst, De Kroon, Olst, 2003. |
||||||||
[5] |
Informatie van Judo Jansen (camping ’t Haasje). |
||||||||
[6] |
weekblad Het Noorden in Woord en Beeld, d.d. 10-07-1936. Hetzelfde artikel stond ook in de weekbladen Utrecht in Woord en Beeld en Eigen Erf. |
||||||||
|
[7] |
Olster Erfgoed op de website Mijn Stad Mijn Dorp. Vul in het zoekscherm in NL-OstHVOE* gevolgd door een spatie en trefwoord(en). Bijvoorbeeld: NL-OstHVOE* Haasje |
|||||||
[8] |
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant d.d 20-04-1885. |
||||||||
[9] |
Algemeen d.d. Handelsblad 01-02-1912. |
||||||||
|
[10] |
Scheepvaart d.d. 22-01-1935. |
|||||||
[11] |
Het Vrije Volk d.d. 23-04-1968. |
||||||||
|
|
|
|||||||
|
|
|
|||||||
{ |
|||||||||
Terug/verder naar: |
|
|
|||||||
|
|
|
|||||||