Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

 

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

Modellen

 

`

 

Sientje van HEEMAF

 

geplaatst: 26-05-2022

 

 

Inleiding

 

Sientje Seiger was tot haar huwelijk in 1924 telefoniste bij de HEEMAF (Hengelosche Electrische en Mechanische Apparaten Fabriek) in Hengelo. Om een grote omweg naar haar ouderlijk huis te vermijden mocht zij als enige van de spoorpoort gebruik maken [1]. Daarom werden de eigen locs van de HEEMAF Sientje genoemd. Achtereenvolgens waren dat Sientje I, II en III.

Sientje III was een standaard Deutz industrieloc van het type A4L514. Sientje II en zeer waarschijnlijk ook Sientje I waren door HEEMAF zelf gebouwd. Omdat over Sientje I heel weinig en over Sientje II veel meer bekend is, ligt het voor de hand om te beginnen met Sientje II (1926 - 1956). Zie de onderstaande tekening:

 

   

 

Tekening Sientje c3. zij en boven3.jpg

 

 

Betekenis van de nummers:

Eigenschappen:

Tekening Sientje voor 2.jpg

 

 1

Ventilator

Spoorwijdte

1435 mm

 

 2

Gelijkstroom Generator

Dienstgewicht (leeg):

12 ton

 

 3

Veldweerstand generator

Adhesiegewicht:

  8 ton

 

 4

Benzinemotor

Normale trekkracht

1200 kg

 

 5

Koelwatertank

Max. trekkracht:

2000 kg

 

 6

Controller

Normale snelheid:

  6 –   8 km/u

 

 7

Handrem

Max. snelheid:

12 – 15 km/u

 

 8

Ampéremeter

 

 

 9

Zekeringkast

 

 

10

Kortsluitschakelaar magneet

 

 

11

Schakelaar v. ontstekingscellen

 

 

12

Aanzetslinger

 

 

13

Bedieningsschakelaars gas- en

luchtkraan

 

 

14

Benzinereservoir

 

 

15

Rijmotor

 

 

16

Uitlaatpijp

 

 

 7

Handrem

 

 

 

 

        ↑ Benzine-electrische Rangeer en Transport Locomotief, 20-06-1926 [2] ↑

 

In grote lijnen (de cijfers verwijzen naar de nummers in de tabel en de tekening):

 

Sientje II was gebouwd op het onderstel van een goederenwagon, waarvan alleen de voorste as werd aangedreven. Daarom was het adhesiegewicht lager dan het dienstgewicht. Op de achterste helft was een laadbak geplaatst.

De benzinemotor 4 was watergekoeld. De koelwatertank 5 lag vlak bij de motor; de benzinetank 14 lag in de laadbak. De benzinemotor dreef een generator 2 aan. Op de as van de generator zat een ventilator 1 die voor koeling van de generator zorgde.

 

De stroom van de generator ging naar een elektromotor 15, die “in tramophanging” bij de vooras was geplaatst: daarbij dreef de elektromotor via tandwielen de vooras aan. De elektromotor (met hijsoog) en de tandwielen waren in een stalen bak geplaatst. De assen van de tandwielen en de vooras waren in de stalen bak gelagerd. De vooras was op de normale manier met glijdlagers op het onderstel afgeveerd. De stalen bak was aan één uiteinde flexibel aan het onderstel opgehangen.

 

Foto bij een artikel in de HEEMAF Post nr. 19 van 20-10-1927. De HEEMAF Post was een tijdschrift dat jaarlijks aan relaties werd toegezonden en dat ook in de boekhandel verkrijgbaar was [3]→

HEEMAF tramophanging.JPG

 

Regeling

 

Het aanzetten en de regeling van de rijsnelheid geschiedde uitsluitend door het regelen van de brandstoftoevoer van de verbrandingsmotor [1]. Met andere woorden: door meer gas te geven gingen de benzinemotor en dus de de generator sneller draaien en leverde de generator een hogere spanning waardoor de elektromotor sneller ging draaien. Zaken als regelweerstanden en veldverzwakking waren daarmee overbodig.

Dat klinkt misschien logischer dan het is. Een benzinemotor levert immers een maximaal vermogen binnen een bepaald toerentalgebied (daarom wordt een auto met een versnellingsbak zodanig geschakeld dat het toerental binnen dat gebied blijft). De benzinemotor van Sientje draaide niet steeds in dat optimale toerentalgebied.

Sientje II werd elektrisch gestart door de generator als startmotor te gebruiken.

 

HEEMAF bouwde in de periode 1924 – 1928 in licentie van de Amerikaanse firma Westinghouse locomotieven en motorwagens voor het Kaapspoor van de Elektrische Staatsspoorwegen op Java. Werkspoor leverde als - onderaannemer van HEEMAF - het mechanisch gedeelte (de “kast” en de draaistellen). Sientje II  ontstond in 1926, maar viel niet onder de licentie van Westinghouse. Mogelijk moet Sientje II gezien worden als een eigen experiment van HEEMAF op het gebied van elektrische tractie. Verdere toepassingen van de met Sientje II opgedane ervaring liet echter nog jaren op zich wachten en vonden met externe hulp plaats.

In 1933 bevestigde 'Gebus Lokomotiven' in Wenen namelijk per brief een overeenkomst dat HEEMAF als enige het Gebus systeem mocht toepassen en leveren in Holland en koloniën [4]. Bijvoorbeeld de bekende NS locomotoren werken volgens dit Gebus systeem.  Ook daar wordt de snelheid geregeld met met het gashandel, maar het Gebus systeem werkt eleganter.

 

 

Levensloop Sientje II

 

Sientje II reed sinds 1926 op het circa 1 km lange HEEMAF raccordement; zie bijvoorbeeld hier en daar.

 

Statiefoto van Sientje, foto HEEMAF, verzameling Hans de Jong. De foto is op 26-2-1926 genomen op de overweg met de Weideweg. De derde rail voor Kaapspoor is goed te zien →

 

De benaming Rangeer en Transport Locomotief duidt erop dat Sientje niet alleen voor rangeren bedoeld was, maar ook voor intern transport met de laadbak. Er zijn echter geen aanwijzingen dat dit werkelijk plaats vond.

Heemaf Sientjebewerkt.jpg

 

Het sociaal-democratisch dagblad Voorwaarts meldde op 10 september 1926 tijdens een tien weken durende staking van de HEEMAF arbeiders: “Door ondoelmatige behandeling van het kantoorpersoneel, dat onderkruiperswerk moest verrichten, en dat met den motorwagen, bijgenaamd „Sientje," moest rijden, is deze motor defect geraakt, zoodat men ze niet meer gebruiken kan. De stalhouder Sieberink heeft toen hulp verleend en voor transport gezorgd.”

 

De laadbak bleek in de Tweede Wereldoorlog heel goed van pas te komen:

 

Motorlocomotief Sientje met persgasinstallatie, 24-01-1942 (bron: HEEMAF fotoalbum bij het HEIM - tegenwoordig Oyfo - in Hengelo) →

 

De benzinemotor werd in een onbekend jaar vervangen door een 65 pk viercilinder Mercedes dieselmotor. De afgeschuinde motorkap kreeg toen het model van een hutkoffer.

Peter Zorge heeft in de HEEMAF collectie van de Collectie Overijssel (voorheen het Historisch Centrum Overijssel) gezocht naar foto’s waarop de verschillende modellen motorkap te zien zijn.

 

 

 

 

 

Heemaf Sientje Gasflessen.jpg

 

Tegen de achtergrond van het Twents Centraal Station voor Electrische Stroomlevering vervoert Sientje op 20 juni 1951 een rongenwagen met een complete apparatenkast. De apparatenkast zal bij Werkspoor in Utrecht worden ingebouwd in de eerste elektrische locomotief van de serie 1200 van de Nederlandse Spoorwegen

(bron foto: Collectie Overijssel) →

 

Twee rongen belemmeren het gezicht op de motorkap enigszins, maar het is duidelijk dat het hier gaat om de nieuwe niet afgeschuinde motorkap met gebogen bovenkant. De eerste foto waarop dit model motorkap te zien is dateert van 11-12-1950.

De Mercedes dieselmotor is dus geplaatst tussen 24-01-1942 en 11-12-1950.

 

 

 

 

Na de vervanging door Sientje III in 1956 bood Simons Metalen (Simétas) in Hoogezand aan [5]:

 

Dieselelektrische locomotief, 65 pk 4 cyl. Mercedes dieselmotor, dynamo en aandrijfmotor, afm. laadbak 3,4 x 2,75 x 0,75 m met ingebouwde bak voor olietank van 1 x 0,65 x 0,76 m, gewicht 12.650 kg. Trekkracht: 8 – 9 beladen 20 tons wagens.

 

De loc was in Hoogezand te bezichtigen. Voor zover bekend is het Simétas niet gelukt Sientje II te verkopen. Sientje II zal in Hoogezand gesloopt zijn.

 

 

 

Sientje I

 

Enkele rapporten over de ombouw van Sientje I in Sientje II zijn gefotografeerd en als glasplaten bewaard gebleven. Ze zijn te zien op de beeldbank van het Historisch Centrum Overijssel [4]. Het gaat om:

“Electrifcatie van Sientje”, d.d. 24-07-1925.

“Benzol-electrische aandrijving van Sientje” d.d. 20-08-1925.

Deze titels wijzen erop dat er in 1925 al een loc Sientje bestond en dat die naar elektrische transmissie zou worden omgebouwd. De eerste Sientje zal benzinemechanisch of benzolmechanisch zijn geweest. Inderdaad staat in de HEEMAF Post van 20 oktober 1927 [3] dat Sientje I een “kleine benzinelocomotief met directe aandrijving” was, die leed aan “veelvuldig breken van tandwielen van de wisselkast”.

 

 

Van Sientje I zijn geen foto’s of tekeningen bekend. Een uitzondering is mogelijk een tegeltableau dat op 15 januari 1926 door de Machinefabriek Gebr. Stork werd aangeboden aan het TCS (Twents Centraal Station). Dat was een elektrische centrale die aan hetzelfde raccordement lag als de HEEMAF.

 

Detail van het tegeltableau. Het TCS was ten tijde van de opname al afgebroken; het tegeltableau hing op 21 april 1988 in de Warmte-Kracht-Centrale in Enschede →

 

Het tableau werd begin 1926 aan het TCS aangeboden. De kunstenaar zal de schets in 1925 gemaakt hebben. De loc zou daarom Sientje I kunnen zijn. De kunstenaar heeft zich een artistieke vrijheid veroorloofd: de laadbak ontbreekt. Verder lijkt de loc sterk op Sientje II.

Sientje op tegeltableau.JPG

 

 

 

Opmerkingen:

a)

Sientje II bezat alleen een handrem, bediend met een handwiel (7 in de tekening). In de legenda van de tekening is onder 13 sprake van een luchtkraan. Dat slaat niet op een luchtrem, maar op de luchttoevoer van de benzinemotor.

 

b)

In de tekening is sprake van controller 6.  Deze diende slechts voor het veranderen van de rijrichting [1].

 

c)

Sientje II werd elektrisch gestart. In de legenda van de tekening staat als 11: Schakelaar v. ontstekingscellen. Die ontstekingscellen (accu) staan niet in de tekening.

Sientje kon ook met een in de cabine geplaatste slinger 12 gestart worden.

 

d)

Op Sientje III was de naam Sientje aangebracht; op Sientje II niet.

 

e)

Er zijn geen kleurenfoto’s van Sientje II bekend. Volgens een ooggetuige was de kleur groen en later het standaard grijs waarin HEEMAF ook de elektromotoren afleverde.
Peter Zorge en zijn 2 jaar oudere broer hebben in hun jonge jaren Sientje zien rijden. In hun herinnering was de loc bruin. Gedurende de 30 jaar bij HEEMAF kan Sientje II natuurlijk wel eens overgeschilderd zijn.

 

f)

Sientje II werd overdekt gestald in het dynamoblikmagazijn ofwel “gebouw 1950”.

 

 

Met dank aan:

Peter Zorge en dhr. W.G. v/d Berg.

 

 

Bronnen:

[1]

Rinus Scholten, Sientje uitgeluid,

Artikel in het tijdschrift Oald Hengel, 1e jaargang nr. 5, december 1976.

 

[2]

HEEMAF foto-album bij het HEIM in Hengelo

 

[3]

HEEMAF-Post nr. 19 van 20-10-1927.

Zie ook 24-12-32 en 24-12-34.

De HEEMAF Post was een tijdschrift dat slechts eens per jaar verscheen. Het werd jaarlijks gratis aan relaties toegezonden.

 

De Maasbode,  27-12-1919 →

 

 

[4]

Beeldbank van het Historisch Centrum Overijssel

(de naam is eind 2021 veranderd in Collectie Overijssel)

(het uploaden kan wel even duren).

 

Vul bijvoorbeeld alleen als zoekterm Sientje in.

Andere interessante zoektermen zijn Gebus en rangeerlocomotief.

 

[5]

Simons Metalen (Simétas) in Hoogezand bood Sientje II in elk geval op 21 maart 1957  aan de IJsselcentrale in Zwolle en op 7 mei 1957 aan de gasfabriek in Leiden te koop aan, zo blijkt uit archieven van die bedrijven.

 

  

 

 

 

 

 

 

{

Overzicht van motorloctypes op normaalspoor

 

Terug/verder naar:

 

 

Nieuw                      Home                      Inhoud