Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

 Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Loctypes

 

Het smalspoor van de VAM in Wijster

aangevuld: 27-01-2020

  

De VAM (Vuil Afvoer Maatschappij) in Wijster had en heeft een spooraansluiting waarover huisvuil uit diverse plaatsen in Nederland wordt aangevoerd. Dat vuilnis wordt gecomposteerd. Minder bekend is dat de VAM ook smalspoor had.

 

Kabelspoor

← In 1954 was het kabelspoor nog aanwezig [1].

 

Een op een kraanbaan rijdende grijperkraan stort vuilnis -dat zes of zeven maanden is nat gehouden en heeft liggen broeien (composteren)- in een silo. De silo is verrijdbaar op breedspoor dat evenwijdig aan de kraanbaan ligt. Tussen de rails van dit breedspoor ligt smalspoor. Hierop rijden zelflossers. De compost gaat met deze zelflossers naar het zeefgebouw (ook zeefhuis of sorteergebouw genoemd) voor verdere verwerking.

De zelflossers werden voort bewogen met een “oneindige kabel”. Die is op de voorgrond te zien; zo ook een geleiderol.

Het traject had de vorm van een ovaal en kende een oprit en afrit bij het zeefgebouw (foto hieronder) en vier tunnels onder de vier  normaalsporen. Op de foto staat wagen nummer acht; op een luchtfoto [2] staan er achttien, terwijl er mogelijk nog één of twee in de tunnels zijn.

 

In [3] spreekt men over een kabelbaan in plaats van over een kabelspoor. De gemiddelde Nederlander zal onder een kabelbaan echter anders verstaan. Ook wordt in  [3] de term luchtspoor gebruikt. Dat zal er op slaan dat het kabelspoor bij het zeefhuis op een (stalen) viaduct lag. Zo kende Rotterdam voor de bouw van de Willemstunnel ook een luchtspoor, namelijk de op een viaduct liggende spoorlijn naar Dordrecht.

 

 

Bijzonderheden van het kabelspoor

Deze foto →

van Stork Hijsch [4] levert veel informatie. Centraal staat een gevulde zelflosser van het kabelspoor. Die staat juist voor het viaduct naar het zeefgebouw dat rechts achter de wagen te zien is. Op de voorgrond verdwijnt de kabel onder de grond. Hier zal zich de aangedreven katrol en het  spanwiel bevinden. Zoals nog besproken wordt, zitten de wagens met een klem aan de kabel vast. Voordat het spanwiel bereikt wordt, moet de klem gelost worden. De wagen rolt verder en (zoals nog besproken wordt) T-balken tussen de rails zorgen ervoor dat de klem weer om de kabel gesloten wordt. Boven de put met de aandrijving en spanwiel zijn de wagens dus even los van de kabel. Daarom is dit een geschikte plaats voor het wissel op de voorgrond. Via dat wissel zal een wagen voor onderhoud uitgenomen kunnen worden.

Op dit detail uit de vorige foto →

is een bek  B1 van de kabelklem te zien, in de vorm van een vraagteken op z’n kop. De wieltjes W1 en W2 hangen elders vrij, maar worden hier door T1 en  T2 omhoog gedrukt. Deze beweging wordt gebruikt om de bekken van de klem te sluiten. Een mogelijkheid is dat W1 op een asstomp is gemonteerd die het uiteinde vormt van een hefboom die om O draait en B1 als andere uiteinde heeft. De hefboom heeft waarschijnlijk (middels een veer of gewicht) 2 stabiele standen, zodat een eenmaal gesloten klem dicht blijft. De wieltjes W3 en W4 hangen vrij, maar zullen bij het rijden langs het zeefgebouw door buiten de rails geplaatste profielen (soortgelijk aan T1 en T2) omhoog gedrukt worden, waardoor de loskleppen open vallen.

← Dit detail van de bovenstaande foto laat zien dat de wagens van het kabelspoor gefabriceerd zijn door de firma Spoorijzer in Delft. Ze waren geheel geklonken zoals in die tijd (1931) gebruikelijk was. Op de fabrieksplaat is rechtsonder ruimte om een nummer in te slaan, maat het is niet duidelijk of dat gebeurd is. De wisselomzetter op de grote foto is ook typisch voor Spoorijzer.

 

Spoorijzer heeft dus de wagens en het railmateriaal voor het kabelspoor geleverd. Het wagentype komt in een SIJ brochure voor als DW 21, “Zelflossende zadelwagen”. De foto komt echter van Stork Hijsch. Die kranenbouwer heeft dus waarschijnlijk het mechanisme voor het kabelspoor geleverd.

Stork Hijsch heeft in elk geval in 1931 de grote grijperkraan gebouwd, want dat stond op de op de giek bevestigde fabrieksplaat. Het hefvermogen was 7 ton. Dat wil niet zeggen dat dit ook het laadvermogen van de wagens was. Die werden immers via de silo beladen.

Een Spoorijzer foto van dit wagentype staat in [5]. De inhoud is 5,5 kuub; de spoorbreedte wordt niet genoemd.

De wagens dienden een vast onderlinge afstand te hebben. Er kon immers het snelst gewerkt worden, wanneer er tegelijketijd geladen en gelost werd. Met andere woorden, als er een wagen bij het zeefgebouw gelost werd, moest er tegelijkertijd een wagen onder de silo staan om beladen te worden. De silo was weliswaar verrijdbaar, maar om tijdverlies te voorkomen was het raadzaam dat wanneer de volgende wagen bij het zeefgebouw stond, er ook weer een wagen precies onder de silo stond.

De spoorwegviaducten van waaraf het vuil gestort werd waren 475 meter lang. De silo moest dus wel af en toe verplaatst worden en wel over een afstand die gelijk was aan de afstanden tussen de wagens van het kabelspoor.

 

Hieronder nog een foto van Stork Hijsch [4] met de grijperkraan, de silo en daaronder een wagen van het kabelspoor. Op de achtergond zijn nog meer wagens te zien. Het composterende vuil ligt rechts van de kraan in de diepte.

 

VAM Wijster kraan.JPG

 

Smalspoor met locomotieftractie

Het smalspoor met kipkarren en locs diende voor de afvoer van het uitgezeefde grove vuil van het zeefgebouw naar de stort.

Op het schema van het zeefgebouw [6]

is linksboven het kabelspoor te zien. Deeltjes kleiner dan 17 mm kwamen rechtstreeks op een band naar de vrachtwagen linksonder, waarmee de compost werd afgevoerd. Daarnaast werd veel compost per schip afgevoerd. Stukken groter dan 150 mm gingen rechtstreeks naar de kipwagen rechtsonder voor afvoer naar de stortplaats. Deeltjes met een tussengelegen grootte werden in een slagmolen verkleind en werden daarna opnieuw gezeefd. Het “residu” ging dus met een transportband naar de kipkarren. Aan die band stonden een paar man waardevol afval te sorteren. De beenderen gingen naar een knopenfabriek, het glas naar de glasfabriek in Nieuw Buinen en het ijzer en blik werden ter plaatse tot handelbare pakken geperst [6].

schema Wijster.JPG

 

Op één van de foto’s in een fotoreportage uit 1934 [3] is onder het zeefhuis een kipwagen met een smalspoor dieselloc te zien,

 

Zo te zien is de dieselloc van het Orenstein & Koppel type RL1a. Inderdaad heeft O&K in 1931 twee RL1a’s - met de fabrieksnummers 4599 en 4600 en een spoorwijdte van 700 mm - aan de VAM geleverd.

In de loop der jaren werd er steeds meer huisvuil naar Wijster vervoerd (opm. a). Bovendien nam het percentage niet composteerbaar materiaal (dat naar de stort ging) sterk toe (opm. b). Daarom werd het steeds drukker op het smalspoor. Op de foto uit 1934 is de loc met maar één kipwagen gekoppeld. Later was de situatie als volgt:

Een loc trok 5 tot 6 kipkarren van 2 kuub (zie verder naar onderen voor een foto). Het ging om ruim 400 kipkarren per dag [6]. Elke loc zal dus circa 40 ritten per dag hebben gemaakt.

 

Foto zonder bijschrift in [3] Gezien de in het gebouw verdwijnende sporen is dit kennelijk de werkplaats annex locloods.

 

In de Tweede Wereldoorlog werd tot 1 september 1944 gewoon doorgewerkt. “De Duitsers” wilden zelfs een hogere productie.

 

De foto [6] toont een loc met een gasgenerator. Het is echter duidelijk geen O&K RL1a, maar een Deutz, waarschijnlijk van het type OME 117F

 

In verband met dit laatste: In 1929 kwamen per schip aan in Wijster [6]: twintig kipwagens, twee platte wagens, vier km rails en een Deutz motorlocomotief. Dit materieel werd eerst ingezet voor het vervoer van bouwmaterialen.

 

 

Deze foto [7] is – gezien het fotonummer – omstreeks 1958 gemaakt→

 

Volgens de informatie op de achterzijde betreft het kipwagens voor de VAM, voor 700 mm spoorwijdte en met een bakinhoud van 2 kuub. Vanwege deze uitzonderlijk grote inhoud zijn de wagens langer dan gebruikelijk en is de bak versterkt met een U profiel aan de bovenkant (waar een hoekprofiel gebruikelijk was), een extra hoekprofiel (evenwijdig aan het gebruikelijke hoekprofiel waarmee de bak tegen het onderstel komt), een buikband en een inwendige dwarsverbinding. Op oudere foto’s zijn kleinere kipwagens te zien.

Kennelijk moesten grotere kipwagens het gestegen vervoer opvangen. De kipwagens dienden voor de afvoer met locomotief-tractie van het residu (“Voor landophoging” in het schema hierboven). Waarschijnlijk werd een deel van het residu per schip afgevoerd, want er bestaat een foto met kipkarren langs het kanaal [6].

Het einde van het smalspoor

Blijkens foto’s bestond het systeem al na de aanleg van de V.A.M. installaties in 1931. In de periode 1963 – 1965 werd het oude zeefgebouw gesloopt en verrees een nieuwe compostfabriek. Daarbij werden zowel het kabelspoor als het smalspoor voor de afvoer van het residu vervangen door niet minder dan zeventien vrachtwagens van het merk REO, elk met een laadbak van 25 kuub [6]. Eén zo’n vrachtwagen kon dus bijvoorbeeld de inhoud van meer dan twee treinen naar de stort vervangen, waarbij er maar één chauffeur nodig was tegenover een machinist plus twee man om de kipbakken te kantelen. Bovendien hoefde het spoor niet meer steeds verlegd te worden.

Overigens is het kabelspoor nog op een luchtfoto uit 1965 te zien [6].

Opmerkingen

a)

In de loop der tijd werd er steeds meer huisvuil naar Wijster vervoerd: in 1932 circa 120.000 ton, in 1957 circa 200.000 ton en in 1963 (het laatste jaar van het smalspoor) circa 260.000 ton [6].

Op 1 december 1955 werd een VAM bedrijf in Mierlo officieel geopend.

b)

In de loop der tijd veranderde het huisvuil sterk van karakter. Zo kwam er meer papier (reclame), meer verpakkingsmateriaal en minder as van kolenkachels. Het vuil werd hierdoor steeds volumineuzer. In 1948 had een ton vuil een volume van 2,8 kuub;  in 1963 was dat 4,5 kuub [6].

Ook bevatte het huisvuil steeds meer niet composteerbaar residu (dat in Wijster naar de stort ging): voor de Tweede Wereldoorlog ongeveer 10%; in 1971 al 40 %  [6].

Door deze ontwikkelingen kreeg het smalspoor naar de stort in Wijster steeds meer te verwerken.

c)

Tussen de VAM en de de Heidemij bestond een relatie in de persoon van T. van Maanen. Die was adjunct-directeur en later directeur van de Heidemij, maar ook secretaris van de in 1925 opgerichte Rijkscommissie tot Onderzoek van het Vraagstuk der Vuilverwijdering en – na de oprichting van de VAM - eerste secretaris van het bestuur (de VAM had aanvankelijk geen directie). Foto’s van de VAM zijn dan ook te zien bij de collectie van de Heidemij op de beeldbank van het Nationaal Archief. Zie bijvoorbeeld fotonummers:

159-1114,

159-1110 (zeefhuis. Daaronder is rij kipkarren te zien, met daarvoor een O&K RL1),

159-1111 (ook zeefhuis) en

159-1119 (tunnel).

d)

Nog meer foto’s zijn te zien op de beeldbank van het Drents Archief. Gebruik bijvoorbeeld VAM als zoekwoord.

e)

De VAM werd Essent Milieu. In verband met deze afsplitsing van Essent wijzigde Essent Milieu per 1 januari 2010 haar naam in Attero. Attero heeft meerdere vestigingen.

Het composteren in Wijster gebeurt al jaren niet meer in de open lucht, maar in enorme hallen.

 

Met dank aan:

Jan Pen

  

Bronnen

[1]

“Vruchtdragend Vuil”, Tussen de Rails (het NS-blad dat niet uit de trein mocht worden meegenomen), derde jaargang nr. 4 (september 1954) p. 44.

[2]

Informatiecentrum De Blinkerd (op de VAM-berg) van Attero en het Drents Landschap.

[3]

Tijdschrift Het Noorden in Beeld 18-03-1932.

[4]

Fotocollectie van Stork Hijsch.

Stork Hijsch verhuisde in 1932 van Hengelo naar Haarlem. Een deel van de werf Conrad verhuisde naar dit terrein. In 1941 werd de "Werf Conrad" geliquideerd en overgedragen aan Stork Hijsch. De naam werd toen Conrad Stork. Op de in 1931 gebouwde grijperkraan staat uiteraard nog Stork Hijsch.

De foto’s verhuisden kennelijk deels mee naar Haarlem. Zo is te verklaren dat foto’s van Stork Hijsch te vinden zijn bij de Stork collectie van het Historisch Centrum Overijssel in Zwolle, bij het archief van Conrad Stork in het Noord Hollands archief in Haarlem en als Conrad Stork fotocollectie bij het Nationaal Archief. Een negatief kon uiteraard meerdere malen worden afgedrukt en sommige foto’s van Stork Hijsch kunnen dan ook op meerdere plaatsen gevonden worden.

[5]

Jhr. ir. C.E.W. van Panhuys, “De werken te Wijster (Dr.) van de Vuilafvoermaatschappij (V. A. M.) te ’s-Gravenhage”, De Ingenieur, 16-09-1932, p. A 311-312.

[6]

Wouter W. Dieren , “Een grondige zaak : 50 jaar Vuilafvoer Maatschappij VAM, 1929-1979”, NV Vuilafvoer Maatschappij VAM, Amsterdam, 1979.

[7]

De foto is bij Spoorijzer gemaakt door de firma Talens en bevindt zich in het Delfts gemeentearchief.

 

 

 

 

 

{

Eigenaars

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud