Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boeken

Aanvullingen

Tijdschriften

Raadsels

Tekeningen

 

Ruston & Hornsby smalspoorlocs van de DL serie

 

Volgens de IRS lijst waren verreweg de meeste door Spoorijzer in Nederland en Indonesië verkochte Ruston & Hornsby locs van het DL type:

Type

Aantal

Tekening en foto’s

Opmerkingen

20DL

30DL

40DL

48DL

  65 stuks

  89 stuks

    3 stuks

115 stuks

klik voor tekening; zie voor foto hieronder

klik voor tekening en foto’s

 

klik voor tekening en foto’s

Motorkap loopt niet door tot bufferplaat.

Uiterlijk ≈ 20 DL. Maar motorkap loopt door tot bufferplaat

Motorkap loopt niet door tot bufferplaat.

Uiterlijk ≈ 40 DL. Maar motorkap loopt door tot bufferplaat

 

Hieronder worden gemeenschappelijke kenmerken van de verschillende DL modellen besproken. DL betekent Diesel Locomotive, waarbij Ruston met Locomotive een smalspoorloc bedoelde (voor normaalspoor werd de S van Shunter gebruikt). Het getal geeft (ongeveer) het motorvermogen in pk’s.

Harskamp 01 08 2009 20DL.jpg

← Loc 2 van het Decauville Spoorweg Museum in de Harskamp is een Ruston van het type 20DL; 01-08-2009.

 

Typisch voor Ruston & Hornsby zijn de grote cabine, de ver achter de buffer geplaatste baanvegers en de tegen het frame gelaste constructie voor de geleiding van de aspotten.

Ruston bouwde standaard voor de in Engeland gebruikelijke spoorbreedte van 2 feet = 610 mm. Zulke Rustons hadden gladde frames. Bij grotere spoorwijdtes werd er profielen tegen het frame gelast, waaraan de aspotten werden bevestigd. Daarbij bleef de breedte van de cabine en van het frame steeds gelijk.  De breedte van de tegen het frame gelaste constructie verschilt echter.

Bij de asophanging gebruikte Ruston (net als meer Engelse fabrikanten) zogenaamde radius rods.

 

De verschillende modellen uit de DL serie lijken sterk op elkaar. De 20DL en 30DL zijn op een foto nauwelijks van elkaar te onderscheiden: de 30DL is slechts 5 centimeter langer en de overige afmetingen zijn gelijk.

De 48DL is wel goed van de 20/30DL te onderscheiden: bij de 20/30DL is de cabine langer dan de motorkap; bij de 48DL is dat andersom. Volgens de tekeningen heeft de 48DL bufferblokken met 4 sleuven; de bufferblokken van zowel de 20 als de 30DL hebben twee sleuven. Maar de locs waren met verschillende gewichten leverbaar.

 

Alle modellen van de DL serie hebben een versnellingsbak met drie snelheden voor en drie snelheden achteruit en eindaandrijving met kettingen van de versnellingsbak naar beide assen. Zoals gebruikelijk bij locomotieven zijn alle tandwielenparen in aangrijping en is iedere versnelling voorzien van een koppeling. De snelheden van de 20 en 30 DL zijn gelijk. De snelheden van de 48DL wijken daar wat van af (onder andere door de grotere wieldiameter en het hogere motortoerental). Bovendien was de 48DL verkrijgbaar in een snelle en een langzame uitvoering. De snelheden zijn als volgt (in kilometer per uur):

 

Gear

(versnelling)

20/30DL

48DL

Fast Speed

48DL

Slow Speed

Bottom

2,0 – 4,4

2,14 – 4,92

1,77 – 4,06

Middle

3,85 – 8,4

4,02 – 9,22

3,31 – 7,6

Top

6,4 –14,1

7,22 –16,6

5,93 –13,6

 

De verschillende DL modellen hebben dezelfde versnellingsbak. De 48DL heeft een  ≈10% grotere wieldiameter (457 versus 414 mm) en zal bij eenzelfde toerental daarom  ≈10% sneller rijden. Bij de Fast Speed uitvoering is dat ook zo. Bij de Slow Speed uitvoering liggen de snelheden juist lager (door een ander verhouding van de kettingwielen ?). In Ruston leverlijsten wordt geen onderscheid tussen de Fast Speed en Slow Speed uitvoering gemaakt.

 JanssenDingsR&Hcor.jpg

 

← Bij de groeve Maalbeek van dakpannenfabriek Janssen-Dings in Belfeld is een Ruston & Hornsby locomotief ontspoord en bijna in de groeve gevallen. De foto is uiterlijk in 1966 genomen, want toen werd het spoor opgebroken. Foto: collectie Heemkunde Vereniging Maas- en Swalmdal

 

De loc is – mede gelet op de kleine bufferblokken – een 20DL of een 30DL. De foto maakt duidelijk dat er ook Rustons in de standaard uitvoering zonder cabine

werden verkocht.

 

 

De Ruston 20 t/m 48 DL werden standaard geleverd:

-

zonder cabine (zie ook de foto ↑)

Te oordelen echter naar zowel oude foto’s als naar bewaard gebleven Rustons, kozen de meeste klanten wel voor een cabine.

-

zonder elektrische installatie

De locs hadden dus standaard geen verlichting en moesten bij het starten worden aangeslingerd.

-

met 1 remblok per wiel.

-

met zandstrooiers.

Opmerkingen:

-

Behalve de genoemde DL types heeft Ruston ook nog de 13DL en de 100DL geproduceerd [1]. Deze modellen zijn echter niet door Spoorijzer geïmporteerd.

-

De oudste locs naar Nederland geleverde locs van het type 48DL hadden nog motorkappen met schuine zijkanten (sloping sides); de rest was “smooth bodied”. De tekeningen op deze website slaan op de laatst genoemde uitvoering.

Bronnen:

[1]

Eric. S. Tonks, “Ruston & Hornsby Locomotives”, Industrial Railway Society, 1974.

[2]

David Hall, “A guide to Ruston narrow gauge locomotives”, Moseley Railway Trust, Third Edition, 2003.

 

 

 

{

lijst tekeningen (ook voor foto’s van Nederlandse voorbeelden van de Ruston DL’s)          

Terug/verder naar:

Ruston import door Spoorijzer

 

Nieuw                                    Home                                         Inhoud