Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Boele Bolnes

BoelePlaat.JPG

 

Foto: Ad van de Sanden

 

Het bedrijf

Boele`s Scheepswerven en Machinefabriek in Bolnes nabij Rotterdam was één van de grote Nederlandse werven, met bijna 2000 werknemers tijdens de hoogtijdagen rond 1970. Het was een eigen wereldje, met een machinefabriek, een koperslagerij, een smederij, een ketelmakerij, hellingen, droogdokken, magazijn en kantoren. Voor personenvervoer op het 800 meter lange terrein waren een soort opstapbusjes beschikbaar, op basis van Unimogs en elektrotrucks [1].

Het bedrijf begon in 1853 in Slikkerveer en in 1896 ook in Bolnes, dat na 1930 de enige vestiging werd. Op 26 oktober 1963 werd het eerste dok in gebruik genomen; daarna volgden er nog drie. In 1982 kwam de eerste ontslaggolf, in 1987 een tweede en in 1987 ging Boele failliet.

 

Stoomrailkranen

BoeleVoor1963.jpg

← Deze foto van de Stichting Oud Ridderkerk dateert van voor 1963, want er is nog geen droogdok. Tegen de rechter fotorand loopt de dijk; de werf lag geheel buitendijks. Linksonder ligt het platenpark. Dankzij de sneeuw is goed te zien dat er een spoor in een lus om het platenpark loopt, dat er verschillende zijsporen zijn en dat er een lang spoor loopt naar de scheepsbouwhallen op de achtergrond (waar de platen bewerkt werden).

 

Op dit spoor zijn langs het water twee stoomrailkranen zichtbaar. Er moeten er meer geweest zijn: volgens [2] zijn de Boele 6 t/m 9 door Demag gebouwd en is de 10 door Boele zelf in 1948 naar deze voorbeelden nagebouwd. Volgens [3] zijn zelfs vier stuks (de 7 t/m 10) in 1945 door Boele zelf gebouwd.

 

 

 

Twee actiefoto’s van stoomrailkranen bij Boele Bolnes:

SP NL Boele9 19631100 Bolnes bewerkt.jpg

Boele10.JPG

↑ Jan Roos zag kans de Boele 9 te fotograferen tijdens een stage, in november 1963. De wagen is bedoeld voor intern wegvervoer.

↑ Boele 10 op 27 mei 1981(foto Peter Wijshake). De stoomrailkranen waren niet van trek- en stootwerk voorzien.

Eindbestemming van de stoomrailkranen van Boele

Boele 6 is in de jaren 70 gesloopt. In 1981 waren de 8 en 10 in bedrijf en stonden de 7 en 9 koud [2]. Kennelijk werd bij de reorganisatie in 1982 het vervoer met stoomrailkranen verlaten. In elk geval werd Boele 7 in 1982 gesloopt en kwamen (enkele jaren voor de bedrijfssluiting) de andere stoomrailkranen buiten dienst. De 8 t/m 10 bleven na de nodige omzwervingen alle drie behouden. Ze zijn zelfs allen in bedrijfsvaardige toestand:

UfkesSchuinAchter.JPG

-

Boele 8 was weer sinds 1983 bedrijfsvaardig en trad op bij het festival “Dordt in Stoom”: zie hier.

 

Tot 1988 stond Boele 8 bij v/d Graaf`s Werktuig en Constructiebouw te Zwijndrecht en vanaf 1988 op een terrein van dhr. Ufkes in Dordrecht, waar deze foto genomen werd op 18 februari 1990 →

 

Enkele details op de foto zijn de regengoot met regenpijp, de klep met gewicht op de schoorsteen en het bord op de zijwand, boven het cijfer 8. Daarop staat:

Hijschvermogen

3000 kg op 6 meter

1000 kg op 3 meter

Deze prestaties worden ook voor Boele 9 genoemd [1].

 

Boele 8 kwam uiteindelijk in 1999 terecht bij Droogdok Jan Blanken te Hellevoetsluis en verhuisde in 2016 naar het Mechanisch Erfgoed Centrum in Drontenm, waar ze op 26 oktober onder stoom was.

-

Boele 10 kwam bij het Havenmuseum in Rotterdam en is in bedrijfsvaardige toestand. Zie hier voor een filmpje.

Boele 9 in 2014.jpg

-

Boele 9 kwam via de Stoom Stichting Nederland in Rotterdam in 1997 naar het Stoommachinemuseum bij Medemblik en is in 2012/2013 weer in bedrijfsvaardige toestand gebracht. Zie hier bijvoorbeeld het klinken van de giek. Vanaf augustus 2013 is Boele 9 weer in Medemblik te zien:

 

Boele 9 staat op een eigen stukje spoor bij de parkeerplaats van het Stoommachinemuseum bij Medemblik, 03-08-2014 →

In verband met de mogelijkheid van storm, een losschietende kabel, etc. is het veiliger de kraan met gevierde giek op te stellen.

 

Boele 9 bord.jpg

Op de zijwand van de cabine zit dit bordje, 03-08-2014

De tekst is dezelfde als die op Boele 8.

 

Techniek

Niet alleen bij de Boele stoomrailkranen, maar in principe bij alle stoomrailkranen en mechanische motorrailkranen drijft de stoommachine of verbrandingsmotor een hoofdaandrijfas aan. Aan die hoofdaandrijfas kunnen door middel van klauwkoppelingen en/of wrijvingskoppelingen en/of schuifkoppelingen tandwielen gekoppeld worden, die de beweging voor de verschillende functies overbrengen. Aangezien de Boele 9 op 28 september 2012 grotendeels gerestaureerd, maar nog zonder kraanhuis en ketel in een hal van de firma Vic Obdam in Obdam stond, was dit een prachtige gelegenheid het mechaniek te fotograferen.

De fotograaf staat achter in het kraanhuis en kijkt naar voren →

 

In de ring op de voorgrond staat normaliter de ketel (met een maximum druk van 9 atmosfeer). Rechts daarachter staat de tweecilinder horizontale stoommachine (groen). De machinist staat links en heeft ter beschikking de hendels:

Omkeren stoommachine

 

H4

 

H3

 

H2

 

H1

 
Vic Obdam 020.JPG

H1:

zwenken (draaien) van het kraanhuis

H2:

de hijslier

H3:

keuze tussen het bewegen van de kraanarm (“toppen”) of het rijden van de onderwagen

H4:

omkeren van de draairichting van de stoommachine (met schuifbeweging volgens Joy) via de met “omkeren” aangeduide stang.

Ook bedient de machinist de stang van de regulateur (voor het toelaten van stoom in de clinders), maar die is met de ketel en het pijpwerk tijdelijk verwijderd.

Hieronder wordt het mechaniek besproken, gaande van H1 naar H4

K1b

 

K1a

 

T3

 

W

 

Huis

 

Onderwagen

 

T4

 

T2

 

T1

 

T

 

R

 

G

 

H

 
Vic Obdam 047.JPG

 

← Foto: Boele 9 in restauratie bij de firma Vic Obdam,

     28 sept 2012

 

De hijslier H wordt geremd door remband R, die strak tegen de remtrommel T wordt getrokken door een gewicht G en die bediend wordt met een voetpedaal. Aan de andere (op de foto niet zichtbare) kant zit een groot tandwiel op T, dat door een klein tandwiel op de centrale as kan worden aangedreven. Hierop wordt nog terug gekomen.

 

 


                            door de stoommachine -via een

                            tandwielenpaar - aangedreven hoofdaandrijfas

 

 

 

 

 

 

 

 

In deze foto is ook te zien hoe het draaien (zwenken) van de kraan in zijn werk gaat: het kraanhuis (ook bovenwagen genoemd) rust met wielen W op de onderwagen. Op de onderwagen is een grote getande ring T1 vast gemonteerd. Hierin grijpt een klein tandwiel T2, dat bevestigd is op een in het kraanhuis gelagerde as. Wanneer T2 draait, legt T2 een weg af langs de getande ring en neemt daarbij het huis in een draaiende beweging mee. T3 zit op dezelfde as als T2 en vormt met T4 een tandwielenpaar. T4 zit samen met het kegeltandwiel K1a op een asstomp. K1a kan door kegeltandwiel K1b (of door de buiten beeld vallende K1c) op de hoofdaandrijfas worden aangedreven. K1b en K1c zitten los op de hoofddrijfas en worden door een koppeling ingeschakeld, zoals in de volgende foto getoond zal worden.

De kegeltandwielen K1b en K1c zijn constant in aangrijping met kegeltandwiel K1a dat - zoals uit de vorige foto bleek – zorgt voor het draaien van het kraanhuis. K1b en K1c zitten losdraaiend op de hoofdaandrijfas. K1b òf K1c wordt meegenomen met de hoofdaandrijfas wanneer er met de gaffel G1 een wrijvingskoppeling (zo’n glimmende schijf) tegenaan wordt geduwd. Gaffel G1 wordt met hendel H1 verschoven. De nog te bespreken gaffel G2 wordt op dezelfde manier door hendel H2 verschoven. Beide hendels draaien om een as waarop ook een kegeltandwiel is bevestigd. Dit grijpt niet in een ander kegeltandwiel, maar in een sector daarvan (dat is voor H2/G2 het duidelijkst te zien). De draairichting van het zwenken van het kraanhuis kan met H1 geregeld worden (door K1b dan wel K1c in te schakelen) zonder dat de draairichting van de stoommachine veranderd wordt. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is niet het geval bij de andere functies.

G2

 

H2

 

K1b

 

K1c

 

K1a

 

G1

 

H1

 
Vic Obdam 039.JPG

Het tandwiel P zit los op de hoofdaandrijfas.

Een spievertanding  S zorgt ervoor dat R wel steeds met de hoofdaandrijfas meedraait en toch – met de gaffel G2 – langs de hoofdaandrijfas te verplaatsen is. In de gefotografeerde stand is tandwiel P niet in aangrijping met een ander tandwiel. Wordt P echter met H2 en G2 naar rechts geschoven, dan komen de tanden van P in aangrijping met de tanden van een groot tandwiel op de hijslier H, waarvan binnen de witte cirkel nog juist enkele tanden te zien zijn.

Zoals eerder besproken wordt de hijslier H geremd met de remband R. De draairichting van de hijslier wordt omgekeerd door de draairichting van de stoommachine om te draaien met de op de foto hieronder getoonde hendel H4.

R

 

H

 

P

 

S

 

G2

 
Vic Obdam 045.JPG

Hendel H3 bedient via een deels op de foto zichtbaar stangenstelsel gaffel G3, die geplaatst is tussen 2 klauwkoppelingen kegeltandwielen die losdraaiend op de hoofdaandrijfas zitten. Het linker kegeltandwiel grijpt constant aan in een kleiner kegeltandwiel dat geplaatst is op een verticale as die zich in het draaipunt van het kraanhuis bevindt en via tandwielen verbonden is met de twee wagenassen. Door met H3/G3 de linker klauwkoppeling tegen het linker grote kegeltandwiel te duwen, zal de hoofdaandrijfas de onderwagen in beweging brengen. Het omkeren van de rijrichting gebeurt door met H4 en de lange zwarte stang de stoommachine  van draairichting te veranderen.

Ook het rechter grote kegeltandwiel is in constante aangrijping met klein kegeltandwiel. Dat is op een schuine as bevestigd. Op die as zit ook een (niet zichtbare) worm, die in het wormwiel van de toplier grijpt. De aandrijving via worm/wormwiel is zelfremmend.

Wormwiel

 

K3b

 

K3a

 

G3

 

Toplier

 

H4

 

H3

 
Vic Obdam 042.JPG

Via de klauwkoppelingen is òf de functie rijden òf de functie toppen (òf geen van beiden) ingeschakeld. Het is niet mogelijk tegelijkertijd te rijden en te toppen.

 

Opmerkingen

-

De Boele kranen werden en worden op kolen gestookt.

-

In de (niet compleet bewaard gebleven) archieven van het Stoomwezen is slechts één kraan van Boele gevonden: Stahlschmidt 3931 uit 1919 (misschien is de kraan door Demag gebouwd en heeft Stahlschmidt alleen de ketel geleverd). Deze kraan kwam in 1930; de acte is in 1958 ingetrokken. Helaas is het Boele nummer niet bekend.

-

Ook de werf De Schelde in Vlissingen bouwde na de Tweede Wereldoorlog zelf stoomrailkranen en daarvan is er één behouden: in 2015 is de 39 van de stoomtram Hoorn-Medemblik overgegaan naar de Stoomtrein Goes Borsele.

-

De beschreven techniek met koppeling van de verschillende functies aan aandrijfassen via klauw- en wrijvingskoppelingen is representatief voor andere stoomrailkranen en voor dieselmechanische railkranen.

Bij grotere railkranen werd de stoommachine of verbrandingsmotor niet naast, maar achter de hoofdaandrijfas geplaatst. Er is dan meer ruimte op de hoofdaandrijfas en meer ruimte voor de stoommachine of motor. Bij Brown-Hoist stoomrailkranen – zoals de inmiddels gesloopte SSN 23 – waren de twee cilinders niet bij elkaar, maar ter linker- en rechterzijde van de hoofdaandrijfas geplaatst.

 

 

Met dank aan:

Harm Dordrecht, Vic Obdam, Jan Roos en Peter Wijshake.

 

Verwijzingen :

[1]

Informatie van Jan Roos (die in 1963 een stage deed bij Boele).

[2]

Informatie van Peter Wijshake.

[3]

Nieuwsbrief van het Stoommachinemuseum in Medemblik, oktober 1997.

 

 

 

{

Stoomrailkranen i.h.a.      .                     Motorrailkranen                 Handrailkranen

Terug/verder naar:

tijdschriftartikel (17 Mb) over railkranen

Nieuw                      Home                      Inhoud