►
Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
Aanvullingen en correcties op hoofdstuk 2 van het boek “Kromhout”
van Toon Steenmeijer |
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
Blz. 26
↑ Twee foto`s
van door Hovers gebouwde mijnwagens in bovengronds
gebruik bij een van de Limburgse steenkolenmijnen. Links mijnhoutwagens en
rechts grote bakwagens met een bakinhoud van |
||||||||||||||||||
Blz. 27 Advertentie uit 1952 van
SKF voor “kegellagers”. Voordeel van deze constructie is, dat de zich op de
as bevindende wielen in bochten onafhankelijk kunnen draaien, dus minder
rolweerstand geven en minder slijtage aan wielen en flenzen geven en dat ze
in scherpe bogen veel beter axiale krachten kunnen weerstaan. Verder dat deze
kegellagers zeer geschikt zijn voor plotseling optredende overbelastingen
bij ontsporingen of botsingen. Voorts is het een voordeel dat er slechts eens
in de twee jaar nagesmeerd hoeft te worden, dus wagens met deze lagers zijn
altijd beschikbaar. Collectie Toon Steenmeijer. |
|
|||||||||||||||||
Blz. 29 Een persluchtlocomotief in de Steenkolenmijn in Valkenburg. Met
de hele batterij flessen volledig gevuld kon zo`n machine op vol vermogen
slechts 20 minuten rijden en daarbij gemiddeld een afstand van ongeveer Foto Toon Steenmeijer. |
|
|||||||||||||||||
Ook te zien in de Steenkolenmijn Valkenburg: een electrische rijdraadlocomotief van de Oranje Nassaumijnen. Foto Toon Steenmeijer. |
|
|||||||||||||||||
|
Twee kant en klare
personenwagens in een van de productiehallen van Hovers
in Tilburg. Beide wagens staan klaar om afgeleverd te worden. Als deze wagens
moesten gaan dienen voor gewondenvervoer, moesten de kopschotten demontabel
gemaakt worden om de brancards er in
de lengterichting in en uit te kunnen schuiven. Collectie A. Gevers, Son en Breugel. |
|||||||||||||||||
Blz. 30 |
|
|||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||
↑ Een advertentie van Hovers van rond
1950 voor mijnhoutwagens en mijnpersonenwagens. Het draaistel op de voorgrond
is van een personenwagen. Deze wagens konden ook worden ingericht voor
gewondenvervoer.
De tekst is in het
Nederlands en Frans, want Hovers was ook actief op
de Belgische markt. Collectie A. Gevers,
Son en Breugel. |
↑ Een
advertentie van Hovers uit de jaren 1950 voor
mijnwagens. Er worden verschillende soorten wagens voorgesteld en aan de hand
van losse bakken worden bepaalde constructiedetails duidelijk gemaakt. Verder
de opmerking dat de productiecapaciteit op 9000 wagens per jaar ligt en dat Hovers daarmee de grootste Nederlandse mijnwagenproductie heeft. Collectie A. Gevers, Son en Breugel. |
|||||||||||||||||
Blz. 34
↑ Detailfoto
van het terrein van de Westergasfabriek met op de
voorgrond een O&K locomotief. Op de achtergrond, een stukje achter de
trein met onderlossers, staat nog een andere locomotief, maar die is te ver
weg om herkenbaar te zijn. Het zou echter ook een O&K kunnen zijn.
Collectie GEB Amsterdam ↑ Plattegrond
van de “Gasfabriek Haarlemmerweg”, oftewel de Westergasfabriek,
voordat locomotieftractie toegepast werd. De diagonale baan van links naar
midden boven is de spoorbaan Amsterdam – Haarlem. De beide hoogliggende
sporen door de stokerijen zijn normaalspoor, de rest is smalspoor. Vergelijk
met de foto op pagina 35 wat voor smalspoor er allemaal bijgekomen is, toen
er met locomotieven gereden ging worden. Helemaal links onder staat de
ammoniakfabriek. De iets schuin lopende stippellijn van boven naar beneden is
de gemeentegrens tussen Sloten (links) en Amsterdam (rechts). Collectie GEB Amsterdam |
||||||||||||||||||
Bladzijde uit de
Contractboeken van de Gemeente Gasfabrieken Amsterdam. Deze gaat over de
aanschaf van een O&K locomotief → Omdat de tekst niet overal goed leesbaar is volgt hieronder een weergave van een deel van dit document uit 1932: “De levering van een geheel nieuwe Montania Diesel-ruwolie-motorlocomotief à f 2750,-, type LD2, 20 pk, voor smalspoorbreedte van 700 mm, ingericht om te verstellen voor spoorbreedte 500 – 785 mm. De snelheden voor rijden zijn resp. 4,2 en 8,4 km per uur. De locomotief is voorzien van een geheel gesloten machinistenhuis, verder twee lantaarnhouders met één acetyleenlamp alsmede een signaalklok…….De proefmachine blijft gratis in gebruik tot aan het tijdstip der levering”. Het gaat hier niet om de loc die met een zelflosser op bovenstaande foto staat, want die heeft geen gesloten cabine. |
|
|||||||||||||||||
Blz. 37 Bladzijde uit de
Contractboeken Gemeente Gasfabrieken Amsterdam. Dit is nummer 1868 van october en november 1934 en gaat over de aanschaf van de
eerste Kromhout → |
|
|||||||||||||||||
Blz. 38 De roze motorkaart van de eerste Kromhout locomotief voor de Westergasfabriek. De kaart is duidelijk door
verschillende medewerkers ingevuld. Jammer genoeg was op geen enkele wijze
het fabrieksnummer van Gmeinder te achterhalen, als
er al een nummer gegeven werd aan een locomotief zonder motor. Blz. 46 De motorkaart van de locomotief van de NTM. De opmerking rechts
bovenaan slaat op het feit dat dit de allereerste 8LS motor was, die Kromhout
produceerde. De fotobijschriften van blz.61
en 62 boven zijn verwisseld. Correct is:
|
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
|
{ |
Inhoudsopgave van het Kromhout boek volgende hoofdstuk → |
||||||||||||||||
Terug/verder naar |
|
|||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||