► Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||
|
|||||||||||
Slak(ken)panwagens laatste
wijzigingen: 14-12-2015 en 14-03-2019 |
|||||||||||
|
|||||||||||
Inleiding Slak(ken)panwagens dienen voor het vervoer van gloeiende, vloeibare slakken naar een stortplaats op het bedrijfsterrein. Na afkoelen en breken krijgen de slakken een nuttige bestemming, bijvoorbeeld in de wegenbouw. Een bedrijf als Pelt & Hooykaas houdt zich hiermee bezig. Soorten Er zijn de volgende soorten slakkenpanwagens: |
|||||||||||
1 |
Platte wagens met één of meer “losse” pannen De pannen worden bij de stortplaats met een kraan van de wagen
getild. Echt los staan de pannen natuurlijk niet; verschuiven wordt door
nokken voorkomen. Een voorbeeld: |
||||||||||
Bij Hoogovens werden de 200 tons “gietwagens” van de serie 46000 – op twee-assige draaistellen –na 1987 overbodig en vonden een nieuwe bestemming als slakkenpanwagen. Aan de pannen zitten oren, waarmee ze van de wagens getild worden: Het “koelspoor” bij
Hoogovens, 20-12-1997. De meest
rechtse wagen (set 42) heeft een
platform waarop de locodrijver kan staan en stangen ter weerzijden van de SA3
koppeling waaraan hij zich kan vast houden→ |
|
||||||||||
Meer over het vervoer van
slakpannen bij Hoogovens (→ Corus → Tata Steel) staat op de
webpgina ROZA. |
|||||||||||
2 |
Wagens met een kipbare pan De pan wordt op de stortplaats gekipt. Om te voorkomen dat de wagen daarbij kantelt, wordt de wagen met railklemmen vast gezet. Bovendien hangt de pan laag boven de rails om een zo laag mogelijk zwaartepunt te verkrijgen. Anno 2011 rijden bij Tata Steel (voorheen Hoogovens, later Corus) ook deze wagens in genummerde sets. Waargenomen zijn de sets 001, 004 en 005 [2]. Niet alle wagens en pannen van een set zijn van hetzelfde type [2]. Er zijn twee soorten wagens met kipbare pan te onderscheiden: |
||||||||||
2a |
De wagen is een soort kuilwagen, waarbij de pan draaibaar is opgehangen boven het lage middendeel. |
||||||||||
|
← Trix HO modellen van dergelijke wagens. In werkelijkheid werd de pan gekipt door aan het handwiel (links op elke wagen) te draaien. De Hoogovens slakkenpanwagens van de serie 10000 zijn van dit type. |
||||||||||
← Maarten van
der Willigen fotografeerde op 30 juli 2010 de 10224 bij Tata
in IJmuiden. De wagen is de kopwagen van een setje van vijf dat in z'n geheel
het nummer 004 droeg. Het rijden in sets heeft als voordeel dat er op de dure halfautomatische SA3 koppelingen kan worden bespaard. De 10224 heeft dan ook rechts – het einde van de set - een halfautomatische SA3 koppeling en slechts stompen waar de buffers zaten (de SA3 koppeling fungeert immers ook als buffer). Aan de linkerkant zijn aan de 10224 en de volgende wagen van de set wel buffers te zien. |
|||||||||||
De serie 10223 t/m 232 werd in 1958 als 223 t/m 232 door de Jünkerather Gewerkschaft aan Hoogovens geleverd, nadat BAMAG in 1954 al de 221/222 had gebouwd. ABR (Ateliers Belges Réunies) leverde in 1965 nog de 10001/005. Deze niet chronologische nummering is ontstaan omdat het serienummer 10 pas tussen de tweede en derde bestelling is ingevoerd en is toegevoegd aan de al bestaande nummers. Het draagvermogen en eigen gewicht zijn 30 en 45 ton; de wieldiameter 850 mm. |
|||||||||||
2b |
De pan zelf vormt de enige verbinding tussen de twee wagenhelften |
||||||||||
De Jünkerather Gewerkschaft (in 1960 overgenomen door Demag) bouwde voor diverse klanten vele van deze wagens, waaronder in 1923-1927 de 11221 t/m 11230 voor Hoogovens. Hoogovens verkocht omstreeks 1970 vier van deze wagens aan Hoechst (nu Thermophos) in Vlissingen-Oost. De overige zes bejaarde wagens waren in 1982 nog in bedrijf. In 1988 was alleen de 11229 (1926) er nog, en wel als monument → Onder de buffers zijn de railklemmen te zichtbaar. De pan bestaat uit een stalen buitenpan en een (rode) binnenpan van vuurvast materiaal. Boven het linker draaistel bevindt zich het handwiel waarmee de pan gekipt werd. Van 1992 tot in 2004 stond de 11229 in het Spoorweg-museum; nu maakt ze deel uit van de collectie van Corus Stoom Ymuiden. |
|
||||||||||
↓ Hoogovens maatschets van de serie
11000 ↓ |
|||||||||||
|
|||||||||||
De hierboven genoemde voorbeelden betreffen Hoogovens (→ Corus → Tata steel). Er zijn daar nog verschillende stromen slakken (van de hoogovens, van de staalfabrieken, ed.). Er zijn (waren) meer Nederlandse bedrijven die slakkenpanwagens gebruikten. Voorbeelden worden hieronder genoemd. Ook op smalspoor waren er slakkenpanwagens, bijvoorbeeld slakpanwagen 351 van de Stoomtrein Katwijk Leiden (SKL). |
|||||||||||
Het tweede Nederlandse staalbedrijf – Nedstaal in Alblasserdam – had wagens van het hierboven genoemde type 1. Nedstaal maakt geen staal uit erts, maar uit schroot. Dat levert relatief weinig slak op; de slakkenbakken (zoals ze bij Nedstaal heten) kunnen dus klein zijn. Foto: Pierre de Greeuw, Nedstaal 09-10-1986 → De bakken liggen hier op de kop. Op de platte wagen zijn twee strips gelast, waartussen de poten van de bakken worden geplaatst. Op de bakken zijn verder uitsteeksels voor het hijsen te zien. Anno 2015 ging de afvoer van slakken al lang niet meer per spoor. Een volle slakkenbak wordt op een lorrie naar buiten gereden en wordt met een kraan naar de stortplaats gebracht [3]. |
|
||||||||||
Slakken waren een nevenproduct bij de productie van fosfor uit erts door Hoechst (sinds 1999 Thermphos; in 2013 gesloten) in Vlissingen-Oost. Deze slakken zijn onder andere bij de Deltawerken gebruikt. Hoechst had in 1970 gedurende korte tijd een eilandbedrijf voor slakkenpanvervoer [1]. Er waren twee laadsporen (in de rug van de fotograaf), een Engels wissel en twee lossporen. Uit de foto valt op te maken dat er steeds één losspoor in gebruik was, terwijl van de stortplaats bij het andere (op de foto het rechter) losspoor de slakken met een bulldozer en vrachtwagens werden afgevoerd. Foto’s: Logitech (ex NS Transport Voorlichting) ↓→ Hoechst kocht een vooroorlogse Moyse loc, voorzien van een Peugeot auto-dieselmotor en -versnellingsbak plus vier slakkenpanwagens van de 11000 serie van Hoogovens. Die kwamen met de normale ochtendtrein. Op de foto worden de
nummers 1 en 3 gelost. De klokvormige
klomp toont dat de slakken soms onbedoeld in de slakkenpan stolden. Het is
een hels karwei zo’n klomp te breken. De foto toont dat de wagens door Hoechst
verbouwd zijn ↓ |
|
||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
Opmerkingen |
- |
Er zijn verschillende benamingen in gebruik: slakpanwagens, slakkenpanwagens
en slakkenwagens. Met die laatste aanduidingen bedoelt men echter doorgaans
wagens die gebruikt werden om de slakken uit de slakkenkuilen van depots voor
stoomlocs af te voeren. Van een pan was dan geen sprake. |
|||||||||
- |
Bij Hoogovens (→ Corus → Tata Steel) zijn verschillende vervoersstromen van slakken, zoals van de hoogovens naar de stort, maar ook van de staalfabrieken naar de stort. |
||||||||||
- |
Volgens [1] schafte Hoechst voor
het slakkenvervoer een derde “sik” aan. Er waren in 1970 inderdaad twee ex-NS sikken bij Hoechst, maar
zoals uit de foto blijkt was de derde loc geen sik, maar een Moyse. Het gebeurde vaker dat een loc van een particulier
bedrijf “sik” werd genoemd, terwijl het geen ex-NS
sik was. |
||||||||||
- |
De slakken bij Hoechst waren met 1500 °C heter dan die bij Hoogovens. Misschien was dit de reden dat het vervoer per slakkenpanwagen geen succes werd. Later gebruikte men speciale trucks met een pannenhefinrichting. |
||||||||||
Met dank aan: |
Harry Klasens, Co Wesseling, Maarten van der Willigen en Peer Zorge. |
||||||||||
Bronnen: |
[1] |
Hendrik Bouwknegt en Rienko Verboon, “Goederenvervoer bij Thermphos in Vlissingen Sloe”, Railmagazine 197 (september 2002), pp. 31-35, met daarin een kaderstuk van J. de Graaf. |
|||||||||
[2] |
Waarnemingen van Maarten van der Willigen. |
||||||||||
[3] |
Informatie van Harry Klasens. |
||||||||||
|
|||||||||||
|
|
||||||||||
{ |
|||||||||||
Terug/verder naar: |
|
||||||||||
|
|
||||||||||