►
Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
||||||||||||||||||||||||||
Rijdende mengers (torpedowagens) |
||||||||||||||||||||||||||
Inleiding Misschien wel de meest spectaculaire particuliere wagens zijn de “rijdende mengers” of “torpedowagens” voor het vervoer van vloeibaar ruwijzer. Dagelijks rijden in het Luikse industriegebied vele rijdende mengers de 22 kilometer tussen de hoogovens van Arcelor Mittal (voorheen Cockerill Sambre) te Ougrée (Seraing) en de staalgieterij en warmwalserij van hetzelfde concern te Chertal. Ook in Duitsland en Frankrijk bestaan/bestonden voorbeelden van het vervoer van rijdende menger op het openbare spoorwegnet. Er zijn dan ook modellen te koop. In dit HO model met
vier- en vijfassige draaistellen zorgen LEDs voor een rode gloed en kan men de “torpedo” op
afstand laten draaien ↓ |
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
In Nederland rijden ongeveer even grote rijdende mengers, maar die verlaten het terrein van Corus (voorheen Hoogovens) in IJmuiden niet. De eerste rijdende
mengers van Hoogovens Van 1924 tot 1948 produceerde Hoogovens in IJmuiden “broodjes” ruwijzer door het vloeibare ijzer direct uit de hoogovens in zand te gieten. De broodjes gingen naar de toen nog tientallen Nederlandse ijzergieterijen of naar de eigen buizengieterij en vanaf 1939 ook naar de toen in bedrijf gestelde Martinstaalfabriek (MSF). In de staalfabriek werden de broodjes weer gesmolten. Het was economischer het ruwijzer voor de staalfabriek niet bij de hoogovens te laten stollen, maar het in vloeibare vorm van de hoogovens naar de MSF te transporteren. Bovendien werden de broodjes vanaf 1948 met een “gietmachine” in plaats van in zand gegoten. Daarom moest er ook vloeibaar ruwijzer van de hoogovens naar die gietmachine getransporteerd worden. Deze twee vervoersstromen leidden tot de bestelling van twee verschillende trio’s ruwijzermengers bij de Gute Hoffnungshütte (GHH) in Oberhausen. Omdat die niet tijdig geleverd konden worden, werd ook nog een trio relatief kleine rijdende mengers tweedehands in het Verenigd Koningrijk gekocht: |
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
Nummers |
Bouw- jaar |
Bouwer |
Gewicht (ton) |
Voor vervoer naar |
Draaistellen |
Lengte mm |
Opmerkingen |
|||||||||||||||||||
Eigen |
Lading |
Assen |
Aantal |
|||||||||||||||||||||||
1, 2, 3 |
? |
? |
60 |
60 |
Gietmachine |
3 |
2 |
? |
van Guest Keen Baldwins Iron & Steel Co. te Cardiff [2]. |
|||||||||||||||||
4, 5, 6 |
1949 |
GHH |
90 |
110 |
Gietmachine |
4 |
2 |
15060 |
In 1970 uit bedrijf |
|||||||||||||||||
7, 8, 9 |
1949 |
GHH |
175 |
150 |
Staalfabriek |
3 |
4 |
? |
In 1964 verbouwd tot 200 tons mengers |
|||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
|
← Rijdende
menger 2 staat niet helemaal op deze foto uit [1], maar er zijn nog juist
spaakwielen te zien. Goed zichtbaar is dat het vat (ofwel de torpedo)
langzaam gedraaid wordt om het
vloeibaar ijzer gelijkmatig in de gietmachine te laten stromen. Daarvoor
dient het machinehuis boven het rechter draaistel. Al in 1949 stolde de inhoud van deze nr. 2, waardoor men de torpedo moest doorsnijden om het ruwijzer te verwijderen. Er werd van de nood een deugd gemaakt door er een ring tussen te lassen, waardoor de nuttige inhoud tot 80 ton vergroot werd [1]. Meer foto’s van de nummers 2 en 3 en van de gietmachine staan op de website van het Hoogovens Museum. Menger nr. 1 was bedoeld als leverancier van reservedelen voor de nummers 2 en 3 en werd in 1954 verkocht aan een Duits bedrijf [1]. ↓ De (van
Wytze Wijbenga verkregen) foto toont menger 4 in
1949: |
|||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
Eind 1969 werd de verkoop van broodjes gestaakt en ging de gietmachine uit bedrijf [3]. De mengers 4 t/m 6 gingen daarom in 1970 ook uit bedrijf [1]. Nummer 5 bleef bewaard bij Corus Stoom Ymuiden. |
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
↑ Rijdende menger nr. 7 is op deze foto [1] nog niet tot 200 tons menger verbouwd. Dat wordt duidelijk door vergelijk met
de 200 tons menger op de foto hieronder: de
draaistellen en het machinehuis zijn vrijwel gelijk (er zijn kleine
verschillen: zo heeft het machinehuis van nr. 7 een rond dak; dat van nr. 14
is geknikt). Het grote verschil is het vat voor het vloeibare ruwijzer. Dat
is bij nr. 14 duidelijk langer dan bij nr.7. De stoomloc lijkt sterk op de 24
of 25, gebouwd door Werkspoor. Dit betekent dat de foto uiterlijk in 1962 kan
zijn gemaakt. |
||||||||||||||||||||||||||
200 tons rijdende mengers: serie 13000 De Gute Hoffnungshütte leverde van 1952 t/m 1957 zes 200 tons mengers. Na 1958 nam de behoefte aan rijdende mengers sterk toe door het in bedrijf nemen van zowel Hoogoven 4 als Oxystaalfabriek 1. Daarom leverde machinefabriek Braat in Rotterdam van 1958 t/m 1964 twaalf 200 tons rijdende mengers van het type waarvan er al zes door GHH geleverd waren. |
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
↑ De foto uit [1] toont de eerste door Braat gebouwde rijdende menger, getrokken door Cockerill dieselloc 58 uit 1958. |
||||||||||||||||||||||||||
Ook werden de 150 tons rijdende
mengers 7-9 in 1964 tot 200 ton omgebouwd. Dat zal voornamelijk zijn
neergekomen op de bouw van een nieuw vat (torpedo) of misschien het verlengen
van het bestaande vat, want deze mengers hadden al de juiste asvolgorde. Eén en ander leidt tot het volgende
overzicht: |
||||||||||||||||||||||||||
Nummers* |
Bouw- jaar |
Bouwer |
Gewicht (ton) |
Draaistellen |
Maten In mm |
Opmerkingen |
||||||||||||||||||||
Eigen |
Lading |
Assen |
Aantal |
|||||||||||||||||||||||
7, 8, 9 |
1949 |
GHH |
174 |
200 |
3 |
4 |
Lengte: 21200 Breedte: 300 Hoogte: 397 |
In 1964 omgebouwd uit 150 tons mengers. Nr. 8 na 2001 reserve. |
||||||||||||||||||
10, 11 |
1952 |
GHH |
174 |
200 |
3 |
4 |
Nr. 10 na 2001 reserve. |
|||||||||||||||||||
14, 15 |
1957 |
GHH |
174 |
200 |
3 |
4 |
|
|||||||||||||||||||
16 |
1958 |
Braat |
174 |
200 |
3 |
4 |
Foto nr. 16 met stoomloc 18 uit 1959 |
|||||||||||||||||||
17, 18 |
1959 |
Braat |
174 |
200 |
3 |
4 |
|
|||||||||||||||||||
19, 20, 21 |
1960 |
Braat |
174 |
200 |
3 |
4 |
} |
Nummers 20 t/m 23 na 2001 reseve |
||||||||||||||||||
22, 23, 24 |
1961 |
Braat |
174 |
200 |
3 |
4 |
||||||||||||||||||||
25 |
1963 |
Braat |
174 |
200 |
3 |
4 |
|
|||||||||||||||||||
26, 27 |
1964 |
Braat |
174 |
200 |
3 |
4 |
|
|||||||||||||||||||
* Inmiddels waren de mengers genummerd in de wagenserie 13000. De nummers hierboven luiden daarom voluit 13007 t/m 13027. In 1970 waren de 200 tons rijdende mengers 7 t/m 27 nog alle 21 aanwezig. Het is onbekend wat er later met de nummers 12 en 13 gebeurd is; ze staan in elk geval niet meer in een in 1979 opgesteld (en tot 1982 bijgewerkt) “overzicht wagens” van Wagenonderhoud, waaruit de bovenstaande gegevens afkomstig zijn. Alle andere 200 tons mengers waren in 1982 dus nog wel aanwezig. Toen Oxystaalfabriek 1 in 2001 werd gesloten, werden de laatste 200 tons mengers buiten bedrijf gesteld, maar de in de tabel aangegeven exemplaren bleven reserve [1]. 425 tons rijdende mengers: serie 15000 De bouw van de 25 stuks 400 tons mengers hing samen met de het aansteken van Hoogoven 6 in 1967 en het bedrijf gaan van Oxystaalfabriek 2 in 1968 [1]. Ze zijn gebouwd door ABR (Ateliers Belges Réunis); alleen de laatste drie zijn door Verhorst in Beverwijk geleverd. |
||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
Deze fraaie foto kregen de deelnemers aan een NVBS excursie bij Hoogovens in 1970 uitgereikt. Tegen de achtergrond van een hoogoven ziet men de GE dieselelektrische loc 9-88 en de rijdende menger 1505x. De K voor het nummer van de loc deed sommige hobbyisten denken dat het een Krupp loc betrof (bij de Cockerills stond een C voor het nummer) maar de letter duidt op de sporen waarop de loc is toegelaten [4]. |
||||||||||||||||||||||||||
Nummers** |
Bouw- jaar |
Bouwer |
Gewicht (ton) |
Draaistellen |
Maten In mm |
Opmerkingen |
||||||||||||||||||||
Eigen |
Lading |
Assen |
Aantal |
|||||||||||||||||||||||
51,52,53 55 |
1967 |
ABR |
375 |
425 |
2 |
8 |
Lang: 3269 Breed: 340 Hoog: 517 |
|
||||||||||||||||||
54, 56 |
1968 |
ABR |
375 |
425 |
2 |
8 |
|
|||||||||||||||||||
57, 58 |
1969 |
ABR |
375 |
425 |
2 |
8 |
|
|||||||||||||||||||
59, 60, 61 |
1971 |
ABR |
375 |
425 |
2 |
8 |
Nr. 60 heeft 940 i.p.v. 1000 mm wielen |
|||||||||||||||||||
62-72 |
1972 |
ABR |
375 |
425 |
2 |
8 |
Vat van nr. 70 is in 1976 door Verhorst vervangen. Nr. 71 heeft 940 i.p.v. 1000 mm wielen |
|||||||||||||||||||
73, 74, 75 |
1975 |
Verhorst |
375 |
425 |
2 |
8 |
|
|||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||
** genummerd in de wagenserie 15000. De nummers hierboven luiden daarom voluit 15051 t/m 15075. Kennelijk heeft men de eerste 425 tons menger 51 genoemd om ruimte te houden voor de kleinere mengers, waarvan het nummer echter niet boven 27 is gekomen. De wielen van de serie 15000 draaiden oorspronkelijk om vaste assen. In een boog konden de buitenste wielen dus sneller draaien dan de binnenste wielen. Hierdoor treed minder slijtage op dan wanneer de wielen vast op de as zitten en dus even snel draaien. Een nadeel bleek echter te zijn dat bij wissels ontsporingen optraden [4]. Dat is voor rijdende mengers met hun vloeibare lading natuurlijk een hachelijke zaak en daarom is de constructie veranderd. |
||||||||||||||||||||||||||
Tekening rijdende
mengers serie 15000. Bron: Hoogovens ↑ |
||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
- |
Het is niet duidelijk waarom men van een rijdende menger spreekt. Het vat is van binnen bekleed met vuurvaste steen. De bedoeling is de lading zo lang mogelijk warm (en in elk geval vloeibaar) te houden. In de literatuur kan men als typische waarden lezen dat de lading niet meer dan 5 graden Celsius per uur afkoelt en 30 uur vloeibaar blijft. Er wordt echter niets gemengd en het vat draait niet, behalve tijdens het lossen van de lading vloeibaar ruwijzer. |
||||||||||||||||||||||||
- |
Net als alle andere eigen wagens van Corus (Hoogovens) zijn de enorme rijdende mengers onberemd. |
|||||||||||||||||||||||||
- |
De asbelasting steeg voortdurend: van 20 ton voor de 1-3, via 25/27 ton voor de 4-6/7-9 tot 31 ton voor de serie 13000 en zelfs 50 ton voor de serie 15000. |
|||||||||||||||||||||||||
- |
De maten en gewichten zijn niet in alle bronnen gelijk. Er kunnen verschillen tussen exemplaren uit een serie zijn of de gegevens kunnen in de loop der tijd zijn veranderd. |
|||||||||||||||||||||||||
- |
Er bestaan meer modellen van rijdende mengers dan het hierboven genoemde Märklin model, bijvoorbeeld van Lima en Jouef. Er is geen model dat met de asvolgorde van een Hoogovens type overeen komt. |
|||||||||||||||||||||||||
Met dank aan: |
Wytze Wijbenga |
|||||||||||||||||||||||||
Bronnen |
[1] |
Historisch Hoogovens, vierde jaargang nummer 6, april 2002. |
||||||||||||||||||||||||
|
[2] |
Archief in het Hoogovens Museum. |
||||||||||||||||||||||||
|
[3] |
|||||||||||||||||||||||||
|
[4] |
H.J. Kolkman en P. de Greeuw, Het railbedrijf van Hoogovens, Op de Rails 1988-12, pp. 384-393. |
||||||||||||||||||||||||
|
|
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||
{ |
||||||||||||||||||||||||||
Terug/verder naar: |
|
|||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||||