►
Nieuw ◄ ► Zoeken ◄ |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Kipkarren van Spoorijzer |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Inleiding |
|||||||||||||||||||
Op een andere pagina van deze website zijn kipkarren in het algemeen behandeld. Een fabrikant kon doorgaans diverse types kipkarren leveren, die verschilden in: |
|||||||||||||||||||
a) |
spoorwijdte |
||||||||||||||||||
b) |
bakinhoud |
||||||||||||||||||
c) |
sterkte |
||||||||||||||||||
Wat betreft het laatste: Kipkarren werden soms
geduwd; zie de poster rechts uit 1946.
Collectie Gerard de Graaf [1] → Daarbij ging het maar om
één of twee kipkarren tegelijk. Een paard kon meer kipkarren trekken.
Afhankelijk van de sterkte van de loc kon een loc een groot aantal wagens
trekken. Op het frame van de voorste kipkar werkten dan grote krachten: de
trekkracht van de loc in rijrichting; in tegengestelde richting werkte de
weerstand van alle andere wagens. Als het frame niet sterk genoeg was, kon
het onder invloed van deze krachten vervormen. Bovendien waren kipkarren vaak
niet beremd, dus als de loc plotseling remde, werd het frame van vooral
de eerste wagen ingedrukt tussen de
loc en de door denderende andere wagens. Kortom: locomotieftractie stelde
zwaardere eisen aan het frame dan duwtractie. De kipkarren van Spoorijzer
zijn zeer geschikt om de verschillende types te illustreren. Er zijn niet
alleen veel foto’s en tekeningen bewaard, maar er zijn ook type-aanduidingen
bekend. |
|
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
De Spoorijzer types Spoorijzer noemde de types KW 1 (waarbij KW waarschijnlijk
voor KipWagen staat), KW2, etc. [2]. De types worden hieronder genoemd in volgorde
van toenemende bakinhoud en – bij gelijke bakinhoud – in volgorde van lichte
naar zware uitvoering. Spoorwijdtes werden
door Spoorijzer niet genoemd. De basis van de
onderstaande gegevens en foto’s is een Spoorijzer catalogus uit 1946 [2]. Die
is aangevuld met gegevens en foto’s uit de collecties van Kees Plug [3] en
Gerard de Graaf [1]. |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
KW1: ¾ m3 inhoud, lichte
uitvoering Hieronder is - als voorbeeld
- een hele bladzijde uit de catalogus [2] weergegeven: |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Dit is het standaard type
met de kleinste bakinhoud in de lichtste uitvoering. Het frame is alleen
versterkt door een in het midden aangebrachte strip in dwarsrichting. De
bokken zijn niet versterkt. Er is een duwrand (de
omgebogen rand op de kopse kanten van de kipbak) voor het met mankracht
duwen. In het volgende zijn geen
hele bladzijden uit de catalogus meer overgenomen. Wel zijn in de (vette)
koppen de bewoordingen overgenomen. |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
KW 2: ¾ m3 inhoud, lichte
uitvoering met boksteunen |
|||||||||||||||||||
|
← Deze foto
[3] is het origineel van de foto in de catalogus [2]. Omdat de kwaliteit van
het origineel (uiteraard) beter is,wordt dat hier weer gegeven. De bokken zijn – vergeleken
met model KW 1 – verstevigd met twee
schuin staande hoekijzers per bok. Dat geeft een grote weerstand tegen
verbuiging van de bokken in de lengterichting van de kipkar. Alle ¾ kuubs standaardtypes
in de catalogus [2] zijn voorzien van glijlagers. Geen enkel ¾ kuubs type is voorzien van stortschorten. Het gaat steeds om bokken
met een ronde bovenkant en rechte wiegen. Dit met uitzondering van de KW 15,
maar die staat nog niet in de catalogus uit 1946 [2]. Op de kopse kant van de bak
is een driehoekig Spoorijzer logo aangebracht. Dat is op meer foto’s op deze
webpagina te zien. |
||||||||||||||||||
KW 12: ¾ m3 inhoud, middelzware
uitvoering met boksteunen |
|||||||||||||||||||
|
← Ook deze foto [1]is een origineel van de foto in de catalogus [2]. Gezien het hoge nummer KW 12 is dit model kennelijk pas later aan het programma toegevoegd. Het enige verschil met model KW 2 lijkt te zijn dat er op de bok voor de wieg een plaat is gelast (de rest van de wagen is geklonken). In [1] staat bij dit model de N.H.M. als klant genoemd. Voor die afkorting zijn twee mogelijke verklaringen: |
||||||||||||||||||
- |
|||||||||||||||||||
- |
Nederlandsche Handel-Maatschappij De NHM had meerdere suikerfabrieken rond Cirebon en Tegal, en sisalplantages op Sumatra. Deze Indonesische NHM plantages werden in 1959 genationaliseerd. |
||||||||||||||||||
Omdat kipwagens die overzee verstuurd werden,
stapelbare bakken met schuine kopse wanden hadden (en die op de foto niet),
lijkt de eerste verklaring de beste. |
|||||||||||||||||||
KW 3: ¾ m3 inhoud, zware
uitvoering met boksteunen |
|||||||||||||||||||
|
← En ook deze
foto [1] lijkt een origineel van de foto in de catalogus [2], die echter gespiegeld
is. Het “zware” van de uitvoering slaat op de versteviging van de hoeken van het frame: in elke hoek is onder het frame een hoekbalk geklonken, zodat het aanzicht van boven is: Net als bij de KW12 – en anders dan bij de KW 2 - is op de bok voor de wieg een plaat bevestigd. Die plaat is (anders dan bij de KW12) geklonken en lager geplaatst. ↑ De KW 3 komt ook voor in advertenties in het
Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij, jaargang 1939. ← Nr. 132 van van de de serie 131-133 van de
Stoomtrein Valkenburgse Meer was een KW 3 van de Leidse Duinwater
Maatschappij. Foto: Kees Plug, 28 juli 2011 |
||||||||||||||||||
KW 4: ¾ m3 inhoud, met kruisverband, zware uitvoering met boksteunen voor locomotiefbedrijf |
|||||||||||||||||||
|
← Deze foto uit [3]staat ook in [2]. Het frame heeft
versterkingen in de hoeken net als de KW 3 en is bovendien voorzien van een
U-profiel (met de geopende kant naar onder gericht) tussen de koppelingen,
die de trek- en duwkrachten opneemt. Een tweede U-profiel (met de geopende
kant naar boven gericht) staat daar loodrecht op. Beide profielen zijn in in
het midden onderling verbonden. Dit heet een kruisverband. Veel lichtere KW’s zijn
later alsnog voorzien van een gelast kruisverband, zodat de aanwezigheid van
een kruisverband niet automatisch betekent dat het om een KW 4 gaat [4]. |
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
|
← De KW 4 komt ook voor in een advertentie in
het Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij, jaargang 1954. De
uitvoering is precies dezelfde als op bovenstaande foto. Sterker nog: de
tekening lijkt te zijn overgetrokken van de foto. Een tekening/maatschets van
een KW 4 uit [3] staat hier. Op die tekening staat geen datum genoemd. Ook het type
KW 4 wordt niet genoemd. Het gaat om “Type Spoorijzer” en het tekening nummer
is KW 53. Het is echter onmiskenbaar een KW4, maar zonder de versterkingen in
de hoeken van het frame. Het gaat om een algemeen
plan, dat een zeer goede indruk geeft van een KW 4. Daarbij zullen
detailtekeningen hebben gehoord, waarin details als plaatdiktes, types
U-profelen en de plaatsen van de te boren of te ponsen gaten staan
aangegeven. |
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
|
Deze foto
uit [3] ]staat niet in [2] |
||||||||||||||||||
|
De KW 15 heeft een
kruisverband, maar dat is anders uitgevoerd dan bij de hierboven staande KW
4. De bak lijkt dezelfde als die van de vijf voorgaande types en is nog
steeds geklonken. Het frame van de KW15 is echter gelast. De gelaste bokken
(in de vorm van een op de kant staande doos zonder deksel) wijken geheel af
van de bokken van de bovenstaande types. De bovenkant van de bokken is vlak
en daarom zijn de wiegen halfrond. Gezien het laswerk en het hoge nummer KW
15 (het hoogste nummer in de catalogus uit circa 1946 [2] is KW 14) lijkt het
om een modernere uitvoering van de KW 4 te gaan. Voorbeelden van de KW15
zijn de nummers 227
t/m 233 van
het Decauville Spoorweg Museum. |
||||||||||||||||||
In 1957 bood Spoorijzer een
iets gewijzigd type aan de steenfabriek Daams aan (zie de offerte
uit [3]). Het opvallendste verschil is de vastzetinrichting voor de bak. De
beschrijving komt overeen met de 227, 229, 230 en 232 van het Decauville Spoorweg Museum. De kipkarren van de serie 141 – 149 van de Stoomtrein Valkenburgse Meer zijn in
1994 van dakpannenfabriek Van Oordt in Alphen a/d Rijn gekomen. Het lijken op
het eerste gezicht KW 15’s. Maar alleen de 149 is een KW15
(gemodificeerd volgens genoemde omschrijving in de offerte aan Daams). De 141 – 149 zijn echter door
Spoorijzer gereviseerde oude KW2, 3 en 4’s, die voorzien zijn van nieuwe
plaatijzeren bokken. De verzinkte
bakken zijn niet origineel [4]. |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
KW 5: 1 m3 inhoud, zware
uitvoering met boksteunen en kogellagers, tevens voorzien van stortschotten |
|||||||||||||||||||
|
← Foto uit [3] (staat ook in [2]) Het frame is rechthoekig.
Dat geldt trouwens voor de meeste SIJ kipkarren met een inhoud van 1 kuub of
meer. Het frame is versterkt met een drietal dwarsbalken. Ook zijn er onder
de vier hoeken versterkingen geklonken. De beide buffers zijn door een
trekstang verbonden. De Stoomtrein Valkenburgse
Meer heeft tien kipkarren van dit type, afkomstig van de aannemer Strijland
uit Uithoorn, de 101
– 110. Ook de 751-760 van de
Stoomtrein Valkenburgse Meer zijn van oorsprong KW5’s. Ze hebben echter niet
meer hun originele kipbak. Ze zijn
in 2005 met 1¼ kuubs bakken van het Rijssens Leemspoor overgenomen. De
oorspronkelijke eigenaar is onbekend. |
||||||||||||||||||
|
← Foto uit [1] Het betreft het zelfde
model 1 kuubs kipkar als op de vorige foto, met echter de volgende
verschillen: |
||||||||||||||||||
- |
De stortschorten ontbreken. |
||||||||||||||||||
- |
De bak heeft een duwrand. |
||||||||||||||||||
- |
De wielassen lopen in
glijlagers. Dat zou er op kunnen wijzen dat dit een oudere uitvoering van het
type KW 5 is. Nevenstaande foto dateert immers waarschijnlijk uit 1932 – 1935
[1]; de foto hierboven uit 1946 of eerder [2]. |
||||||||||||||||||
Bij grotere vergroting zijn
in de framebalken fragmenten van “Gute Hoffnungshütte” te zien. Deze GHH in
Oberhausen was een belangrijk aandeelhouder en leverancier van Spoorijzer. |
|||||||||||||||||||
|
De KW5 heeft aan de
binnenkant van het frame beschermkappen (een soort spatborden) boven de
wielen, waarschijnlijk om de lagers te beschermen. Elke beschermkap is
met bouten of klinknagels vast gezet. Deze beschermkappen zijn
goed te zien op de foto van de in Sterksel
als monument opgestelde KW5. ← Sterksel, 2009-07-03 Vergeleken met de vorige
twee foto’s zijn de bovenkanten van de bak versterkt met U profielen in
plaats van hoekprofielen. Ook valt op dat de aspotten
verschillend zijn. Dat komt – vanwege reparaties – vaak voor. Rechts van de
rechter wielas is een onder het frame gelaste (dus later aangebrachte)
spoorstaaf te zien. |
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
KW 13: 1 m3 inhoud, zware
uitvoering met stortschotten |
|
||||||||||||||||||
|
Het frame is niet helemaal
rechthoekig, want de bufferbalken zijn licht gebogen. Dit model heeft een
dubbel kruisverband: er zijn twee extra U-profielen in langsrichting. Die nemen
de trek en drukkrachten over; de koppelingen zijn daarom niet door een
trekstang verbonden. Deze twee U-profielen zijn in hun middens verbonden met
twee U-profielen in dwarsrichting: één boven het frame en één onder het
frame. De bokken hebben een geheel
ander model dan bij de KW5: ze zijn niet
van een gebogen U-profiel gemaakt, maar zijn opgebouwd uit een plaat, waarop
hoekijzers en schetsplaten gelast
zijn. Deze bokken lijken op die van de KW 15, maar zijn zwaarder. De
bovenkant van de bokken is vlak en daarom zijn de wiegen halfrond. Zie hier voor details.
Voorbeelden zijn te vinden bij de Stoomtrein Valkenburgse Meer (701-710 en
721-732), de Gelderse Smalspoor Stichting, het Decauville Spoorweg Museum in
de Harskamp (de SF 175– 179) en
Museum steenfabriek de Werklust te Losser (kieplorries 40 – 49) en als monument in
Marknesse. |
||||||||||||||||||
Alle deze wagens zijn
afkomstig van twee steenfabrieken in de Achterhoek: De Nijverheid en de De
Vlijt, die beide relatief laat zijn gestopt met het transport van klei per
smalspoor. Anders dan de wagen op de foto hierboven (rollagerpotten) hebben
al deze wagens kogellagerpotten. Op 15-12-2001 ging het eigenlijk om de stoomloc(s),
want het betrof de unieke presentatie van dit boek bij de steenfabriek Daas (voorheen de Vlijt) in
Winterswijk. Het smalspoor was 10 maanden daarvoor door vrachtwagens
vervangen, maar het materieel was nog compleet aanwezig. De KW13 kipkar heeft
een schuine gele band ter waarschuwing van het wegverkeer op de overwegen.
Pas enkele jaren later gingen kipkarren van Daas naar musea, bijvoorbeeld in
2004 naar de Stoomtrein Valkenburgse Meer (701-710 en 721-732). |
|
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
KW 6: 1¾ m3 inhoud, zware
uitvoering met boksteunen en rollenlagers |
|
||||||||||||||||||
|
← Foto uit [2] Dit is het enige SIJ model
met een inhoud van 1 kuub of meer dat geen rechthoekig frame heeft. Het frame is versterkt met
twee balken in langsrichting. Ook is dit het enige SIJ
model waarvan de bak versterkt is door twee U-profielen onder de bodem door. De grote bakinhoud blijkt
direct uit de relatief grote lengte van dit type. Deze wagen is identiek aan
het Duitse type DIN
5964. Dat was een kipwagen die door meerdere Duitse fabrikanten werd
gebouwd. Vermoedelijk importeerde Spoorijzer deze wagens en voorzag ze
zonodig van wielstellen met smallere wielbanden om ze geschikt te maken voor
een spoorwijdte van 70 cm. |
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
|
In Nederland is geen KW6
bewaard gebleven. Wel zijn er twee kipwagens bewaard van het model DIN 5964.
Eén van de twee is te vinden als de K20 van het Rijssens
Leemspoor. De andere is nummer 112 van de
Stoomtrein Valkenburgse Meer. ← Foto Kees Plug, Beiden zijn afkomstig uit
Duitsland en zijn in 1959 tweedehands geleverd aan Copera door Walter
Auerbach uit Dortmund voor een prijs van DM 450 per stuk [3]. De ronde wieg zorgt voor
een laag zwaartepunt. De bak moet immers minstens zo hoog geplaatst worden
dat de bak bij een kiphoek van 45 graden (en niet eerder) het frame raakt.
Bij een rechte wieg op een ronde bok moet de bak nog hoger geplaatst worden
omdat de bak bij het kippen wat omlaag beweegt. Bij een ronde wieg op een
rechte bok kan de bak echter lager geplaatst worden, omdat de bak bij het
kippen omhoog komt. |
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
KW 7: 2 m3 inhoud, zware
uitvoering met stortschotten en kogellagers |
|||||||||||||||||||
|
← Deze foto uit [1] staat ook in [2] Volgens [1] is het een 2
kuubs kipwagen voor aannemer v/d Hoeven. De spoorwijdte zal 900 mm zijn. In dit
type zijn grote hoeveelheden klinknagels verwerkt. De framebalken zijn boven
de aspotten (met kogellagers !) versterkt met stukjes U-profiel. Andere
verstevigingen van het frame zijn: |
||||||||||||||||||
- |
een dwarsbalk; |
||||||||||||||||||
- |
twee U-profielen in
langsrichting. Ze liggen op gelijke hoogte als de koppelingen en nemen
daardoor de trek- en drukkrachten goed over. |
||||||||||||||||||
Dit SIJ type lijkt sterk op
een O&K type dat bij steenfabriek De Zandberg in Gendt reed en waarvan de
Gelderse Smalspoor Stichting er drie heeft en de Stoomtrein Valkenburgse Meer twee (nrs. 114 en 115). Er zijn
verschillen. Zo hebben de O&K wagens een mechanisme om de bak te
vergrendelen met een in het midden onder de bak uitstekende hendel. |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Opmerkingen |
a) |
Alle nummers van KW 1 t/m KW 14 komen in de catalogus [2] voor. In het bovenstaande zijn daarvan niet genoemd: KW 8: kleine kipkar voor (intern) kolentransport KW 9: kolentransportwagen met onderlossing (dus geen kipkar) KW10: mijnwagen in geklonken uitvoering (geen kipkar: een mijnwagen wordt in zijn geheel gekipt) KW11: mijnwagen in gelaste uitvoering (idem) KW14: snavelrondkipwagen (een wagen met een om een verticale as draaibare kipbak). Andere wagens uit de catalogus hebben DW nummers. |
|||||||||||||||||
b) |
Hierboven zijn besproken de “standaard types”; dat wil zeggen de in een catalogus voorkomende types waarvoor een KW nummer bekend is. Daarnaast zijn afbeeldingen bekend van verschillende andere types. Daaraan is een aparte webpagina gewijd, zie hier. Een ander op deze website te vinden voorbeeld vormen de 2 kuubs kipkarren voor 700 mm spoorbreedte van de VAM in Wijster. |
||||||||||||||||||
c) |
Uit de foto’s blijkt niet het verschil in wieldiameter en asdikte. Dat blijkt wel uit onderstaande tabel in een catalogus van de voorganger van Spoorijzer, J.C. Goudriaan’s Industrie- en Export-Maatschappij: |
||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Inhoud (kuub) |
Spoorwijdte (mm) |
Wieldiameter (mm) |
Asdiameter (mm) |
|
|||||||||||||||
½ |
500 |
300 |
45 |
|
|||||||||||||||
½ |
600 |
300 |
45 |
|
|||||||||||||||
¾ |
600 |
300 |
45 |
|
|||||||||||||||
¾ |
600 |
350 |
55 |
|
|||||||||||||||
¾ |
700 |
350 |
45 |
|
|||||||||||||||
¾ |
700 |
350 |
55 |
|
|||||||||||||||
1 |
700 |
350 |
55 |
|
|||||||||||||||
1 |
700 |
400 |
60 |
|
|||||||||||||||
2 |
700 |
500 |
80 |
|
|||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
Met dank aan: |
Gerard de Graaf, Pieter v/d Ham, Kees Plug en Toon Steenmeijer. |
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
Referenties: |
[1] |
Collectie van Gerard de Graaf: foto’s daterend uit ongeveer de periode 1932 – 1935 en tekeningen uit J.A. Visser, “Bagger- en grondwerken”, Haarlem, Stam, 1946 en P.W. Scharroo (Kolonel der Genie), ”Grondwerk”, L.J. Veen Uitgeversmij, Amsterdam, 1946. |
|||||||||||||||||
[2] |
Spoorijzer catalogus uit circa 1946, collective Toon Steenmeijer. Gezien de bijschriften in vijf talen hoopte Spoorijzer kennelijk op afzet in vele landen. |
||||||||||||||||||
[3] |
Collectie van Kees Plug. |
||||||||||||||||||
[4] |
Informatie Kees Plug. |
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||
{ |
|||||||||||||||||||
Terug/verder naar: |
|
||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||