Welkom

Inhoud

Inleiding

Andere tractie

Spoorwijdte

Producenten

Import & handel

Eigenaars

Materieel

Links

Contact

Nieuw

Zoeken

 

Stoomtractie smalspoor

Stoomtractie normaalspoor

Motortractie smalspoor

Motortractie normaalspoor

 

Kübelwagens

geplaatst: 19 maart 2020

Inleiding

 

Het Duitse woord Kübel betekent onder andere bak. In het NS Wagenpark Particulier Materieel [1] worden de kübelwagens van Staatsmijnen inderdaad bakwagens genoemd. Maar het gaat wel om bijzondere bakken. Ze bestaan uit twee helften die middenboven verbonden zijn door scharnieren.

 

In de haven van Stein liggen drie binnenschepen naast elkaar aan de kade. Boven het dichtst bij de kade liggende schip wordt juist een kübel geopend [2]→

 

De kübel hangt aan 2 paar haken, namelijk een paar haken bij de scharnieren en een paar haken die aangrijpen in de middens van de zijwanden. Met een zogenaamde “tweedraads” hijskraan kunnen de paren haken onafhankelijk van elkaar omhoog getrokken of gevierd worden. Door alleen de haken bij de middens van de scharnieren te vieren wordt de kübel aan de onderzijde geopend en valt de lading in het ruim van het schip (opm. a).

 

Klapbakken [3] lijkt daarom een betere vertaling van kübels dan bakken.

 

Kübelwagens zijn platte wagens waarop kübels geplaatst worden. Daarbij vallen nokken aan de onderkant van de kübels in openingen in de wagens.

Kübelwagens van Staatsmijnen

 

In 1934 kwam het Julianakanaal - met de steenkolenhavens Stein en Born - gereed. Alle 8 particuliere mijnen plus de Staatsmijn Wilhelmina voerden steenkool per NS af naar de haven van Born. Tot verdriet van de NS gingen steenkool en cokes van de Staatsmijnen Emma, Hendrik en Maurits via de eigen mijnspoorweg naar de haven van Stein. Voor dit vervoer schafte Staatsmijnen kübelwagens aan.

 

Een kübel hangt in een kraan in de haven van Stein [2]. De brug van de kraan overspant 5 sporen en reikt tot boven de haven. Vandaar dat de schepen er dubbel of driedubbel aangemeerd lagen [3].

 

Er waren drie van dergelijke door Figee gebouwde 20 tons draaikranen in de haven van Stein. Het was er een behoorlijk grootschalig en efficiënt gebeuren, maar uiteraard gingen niet alle steenkool en cokes via Stein per schip. Er bleven vanuit de mijnzetels kolentreinen naar diverse plaatsen in Nederland rijden.

In Duitsland werden kübelwagens al vanaf circa 1910 door particuliere bedrijven gebruikt [4]. Dat bleef in Nederland niet onopgemerkt, want het Gouvernementsbedrijf der Ombilinmijnen in Nederlands Indië kocht al in 1913 25 kübelwagens op draaistellen. Elke wagen bood plaats aan 4 kübels voor steenkool (opm. b).

 

Voor het vervoer naar Stein schafte Staatsmijnen kübelwagens aan.

 

Foto van kübelwagen 1001 van de Staatsmijnen in Limburg in een catalogus van de Waggonfabrik Uerdingen (collectie Gerard de Graaf) →

 

Uerdingen leverde in 1934 slechts 5 wagens. Het was de tijd van “Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar”. Staatmijnen was daar als staatsbedrijf aan gehouden. Nederlandse fabrieken leverden de andere wagens in licentie [3].

Zoals uit de foto’s blijkt waren de kübels onafhankelijk van de onderstellen genummerd.

 

 

Allan leverde 49 kübelwagens [5].:

SM 1142-1175 (1934)

SM 1201-1210 (1935)

SM 1211-1215 (1936)

 

Advertentie in Spoor- en Tramwegen d.d. 20-11-1934 →

 

Beijnes leverde 66 kübelwagens [5]:

SM 1091-1141 (1934)

SM 1176-1190 (1936) (geen vergissing!)

SM 1191-1200 (1935)

 

Werkspoor in Zuilen leverde 135 kübelwagens [5].

SM 1006-1060 (1934)

SM 1061-1090 (1934)

SM 1216-1265 (1937)

 

↓ Fabrieksfoto van Werkspoor [6] ↓

Werkspoor C.jpg

De inzet van kübelwagens bleef niet beperkt tot het bedrijfsterrein van Staatsmijnen: bijvoorbeeld in 1958 waren er ruim 100 SM kübelwagens op het NS net toegelaten [1]. Ze waren allen in de dertiger jaren gebouwd. Het intern en externe vervoer van kolen en cokes liep af toen de mijnen gesloten werden.

Maar er was nog een belangrijk intern vervoer met kübelwagens, namelijk dat van kunstmest. Dat begon veel later en ging veel langer door. Bovendien was dit vervoer beperkt tot het (D)SM spoorwegnet en ging het dus om typisch industriespoor:

 

 

Kübelwagens voor kunstmest

 

Kunstmest mag niet nat worden, omdat de korrels dan aan elkaar gaan klonteren. Kunstmest werd daarom lang in open wagens met dekzeilen van het Stikstofbindingsbedrijf van Staatsmijnen naar de haven van Stein vervoerd [7]. Het aanbrengen en verwijderen van de dekzeilen kostte echter veel tijd en het lossen van de open wagens met een grijperkraan was niet zo efficiënt. In 1957 werden daarom bij wijze van proef 45 kübels geschikt gemaakt voor het vervoer van kunstmest door ze van deksels te voorzien [7]. Daarmee kon in de haven van Stein 230 ton kunstmest per uur worden overgeslagen. Met de grijperkraan en bakwagens was dat maar 100 ton.

Aan het vervoer van kunstmest in wagens met dekzeilen kwam dan ook in 1961 een einde door het in gebruik nemen van 86 nieuwe kübels voor kunstmest, van elk 12,5 ton laadvermogen. De kübels waren bekleed om corrosie door de kunstmest te voorkomen [7].

 

Op 26-09-1985 verlaat O&K loc 4 het haventerrein met 15 lege kübelwagens voor kunstmest. Foto: Pierre de Greeuw

 

Zo’n trein vervoerde 375 ton kunstmest.

Het jaar 1961 was een topjaar voor de haven van Stein. Er werd toen onder andere 514.000 ton kunstmest verladen [8]. Indien er in 1961 (met een ander loctype) ook treinen van 15 wagens reden, dan reden er  in 1961 1371 treinen met kunstmest naar Stein. Dat zijn er in de orde van vier per dag.

↑ Stein, 09-09-2004. De draaikranen uit 1934 en het kolenvervoer zijn verdwenen ↑

In 1978 is er één Liebherr portaalkraan geplaatst [9]. Bij het lossen van de kübels wordt zowel de kraan als de trein verplaatst.

Het tegen de kade liggende schip wordt geladen; daar voor ligt nog een ander schip (de Mitchel).

 

De Orenstein & Koppel loc en de eerste wagen, Stein, 09-09-2004 →

 

Het materieel (ook de kübelwagens) was in 2003 van DSM (zoals Staatsmijnen sinds 1967 heet) naar het toenmalige Railion overgegaan. Dat deed ook het onderhoud. De wagens kregen de rode Railion kleur. Er waren in 2007 nog bijna 100 kübelwagens [10].

Op de foto is de remslang tussen loc en wagen doorverbonden. Circa een vijfde deel van wagens was namelijk beremd; de overige wagens hadden een doorgaande luchtleiding [10].

In 1995 waren de havenactiviteiten van DSM overgedragen aan het overslagbedrijf Wessem Port Services. Dat liet de 24 tons Liebherr kraan tussen 2016 en 2020 slopen [9]. De kraan was zwaar verroest door het jarenlange contact met de kunstmest. Enkele jaren voor de sloop was het spoorvervoer van kunstmest naar de haven al vervangen door vervoer per vrachtauto. Wessem Port Services sprak over “een meer economische vorm van duurzaam transport” [9].

Een monument van twee kübelwagens herinnert aan meer dan 50 jaar intern spoorvervoer van kunstmest per kübelwagen.

 

Kübelwagens als monument. Een tweede kübelwagen staat op enige afstand. Stein, 05-03-2020. Foto: Louis van Delft →

 

Ook van de kübelwagens voor cokes en steenkool (dus zonder deksels) zijn exemplaren bewaard gebleven, namelijk bij de Zuid Limburgse Stoomtrein Maatschappij. Ze zijn in 1962 door Talbot gebouwd. Zie hier (de pijlen rechtsboven leiden naar de andere drie exemplaren).

 

 

Verwante wagens

 

In Nederland gebruikten de Zuidergasfabriek in Amsterdam en de gasfabriek Keilehaven in Rotterdam tweeassige platte wagens waarop losse bakken geplaatst waren voor de afvoer van cokes naar een hijskraan bij een kade. Voor zover dit van schaarse foto’s valt af te leiden waren dit geen kübels: ze waren veel kleiner en bestonden niet uit twee scharnierende helften.

 

Opmerkingen

a)

Een kübel is te vergelijken met de grijper van een grijperkraan. Het mechanisme is hetzelfde; de vorm en grootte verschillen. De kübels van Staatsmijnen waren veel groter en zwaarder dan de gemiddelde grijper. De bijbehorende hijskranen dus ook.

b)

Meer zal te vinden zijn in het nog te verschijnen boek “De Indische Mijnspoorwegen” van Gerard de Graaf.

 

Met dank aan:

Louis van Delft en Gerard de Graaf.

 

 

Referenties:

[1]

Wagenpark Particulier Materieel, NS, 1958.

[2]

Beeldbank van Rijkswaterstaat.

De getoonde foto is onderdeel van een serie, waarvoor de datum niet bekend is.

[3]

Prof. dr. ir. F. K. Th. van Iterson, De haven der Staatsmijnen tusschen Urmond en Stein,.De ingenieur; B. Bouw-en Waterbouwkunde jrg. 50, 1935, no 38, 20-09-1935.

[4]

Gerd Wolff, EK-Güterwagen-Lexikon DB: Die zweiachsige Selbstentladewagen, EK Verlag, 1993.

[5]

Informatie van Gerard de Graaf.

[6]

W. van Scharenburg, Werkspoor Utrecht-Zuilen, deel 1: Trams & Treinen. Utrecht 2007 (eigen uitgave, Stichting Museum van Zuilen). Zie ook hier.

[7]

Nieuws van de Staatsmijnen d.d. Zaterdag 17 Augustus 1957 en Vrijdag 29 September 1961.

[8]

Nieuws van de Staatsmijnen d.d.Vrijdag 9 Maart 1962.

[9]

Website van Wessem Port Services, anno 2020.

[10]

Hans Nahon, Overzicht goederenwagenpark van Railion Nederland, Op de Rails 2007-6.

 

 

{

Materieel

Terug/verder naar:

 

Nieuw                      Home                      Inhoud